Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

8644 resultaten - Pagina 17 van 577

...  5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30  ...
[9] Onthoud bovendien nog, dat ieder puur uiterlijk woord evenals een letter op zichzelf dood is en niemand tot leven wekt; alleen de innerlijke geest in het woord - of het nu uitgesproken wordt of in letters geschreven -is het, die iedereen levend maakt die volgens de innerlijke, levende betekenis ervan denkt, handelt en leeft. Wie echter alleen volgens de uiterlijke betekenis van het woord gelooft, handelt en leeft zoals de Farizeeën, blijft dood zoals ook de letter van het woord op zichzelf dood is. - Dat zeg Ik dus om jullie gerust te stellen!'
Hoofdstuk 145: De deemoed van de arbeiders in de wijngaard van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Nu zei Ik: 'Jullie hebben gelijk, en Ik prijs jullie ijver; maar onthoud bij jullie ijver ook nog het volgende: In de wijsheid van de menselijke geest is steeds een grotere kracht gelegen dan in zijn vuist; en waar ernst op zichzelf weinig of niets uitricht, daar doet de liefde met haar geduld en zachtmoedigheid wonderen. Laat de volle ernst in je eigen hart en de moed daarvan jullie zelf beheersen; maar laat jullie wapen tegenover de mensen steeds alleen maar uit liefde, zachtmoedigheid en geduld bestaan, dan zullen jullie op deze weg, waarop Ikzelf de mensen voorga, meer uitrichten dan met louter vurige ijver en de ernst daarvan, die zo hard is als diamant!
Hoofdstuk 148: Liefde, zachtmoedigheid en geduld zijn beter dan gerechtvaardigde ijver. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] De wil van de ene, enig ware en eeuwig vanuit Zijn eigen macht levende God en Vader van de mensen kunnen jullie uit de boeken van Mozes en de profeten leren kennen. Als jullie nauwkeurig volgens de -zeg -slechts tien geboden leven, zal Gods geest jullie doordringen en jullie zelf verlichten. In dat licht zullen jullie dan de ene en enig ware God niet alleen volkomen kennen en Hem dan ook boven alles kunnen liefhebben, maar dan zal Hij Zichzelf ook aan jullie openbaren en jullie tot alle wijsheid en de macht daarvan verheffen.
Hoofdstuk 157: Het onderricht van de Heer over de ene, enig ware God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Die geest heeft voor Zijn eigenlijke werkzaamheid het lichaam niet nodig; maar als Hij Zich toch met een zichtbaar lichaam heeft bekleed, heeft Hij dat vast alleen maar gedaan om Zichzelf zichtbaar, begrijpelijker en toegankelijker te maken voor ons mensen, die in de sferen van de geest volslagen blind zijn, en om ons Zijn eeuwige wil en de eindeloze kracht en macht daarvan op een begrijpelijker manier te openbaren.
Hoofdstuk 163: De twijfel van de rechter - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Dat een natuurlijk mens, zoals jij er nu nog een bent -hoewel je nu de Heer en Meester van al het bestaan en leven met je ogen kunt aanschouwen en met je oren kunt horen -bij de aanblik van een prachtige omgeving weemoedig gestemd raakt, omdat het gevoel van zijn vergankelijkheid ontwaakt, is alleen maar heel heilzaam voor zijn ziel; want dat gevoel is de onsterfelijke geest uit Mij in de ziel van ieder mens, zonder welke ze geen leven zou bezitten. Die geest roept de ziel toe: 'Heb de wereld niet lief omwille van haar uiterlijke bekoorlijkheden; want ze zijn allemaal onderworpen aan de dood en de vergankelijkheid! Verman je, en wend je begerige oog af van datgene wat op zichzelf niets is. Keer je in plaats daarvan naar binnen in je diepste innerlijk, in Mij,jouw ware bestaan en eeuwig leven, dan zul je niet alleen de dode, buitenste schors van de dingen en wezens aanschouwen en herkennen, maar bij uitstek datgene wat er in hen is en werkzaam is, en hoe en waarom, en met welk einddoel! ,
Hoofdstuk 167: De weemoed van de Romein bij het mooie uitzicht (16.4.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Daarop zei de Romein, wiens gemoed al veel beter gestemd was: 'O Heer en Meester van alle leven en bestaan, bij iemand die zich in zichzelf in Uw eeuwige helderheid van bestaan en leven bevindt en de grote wereld aan gene zijde met dezelfde alles doordringende macht van licht aanschouwt als U, zal de aanblik van zo'n mooie omgeving zeker niet de minste weemoed in zijn gemoed tevoorschijn roepen; maar onze menselijke kortzichtigheid, met name op het gebied van het innerlijke geest en zielenleven, valt zo'n weemoedigheid niet al te kwalijk te nemen. Want waar zou een mens, die in volslagen levensduisternis geboren en daarna opgevoed wordt, denkbeelden en zienswijzen over het ware, innerlijke wezen van het leven van de ziel vandaan moeten halen, aangezien hij immers al vanaf zijn vroegste kinderjaren met niets anders dan alleen de materie en de veelsoortige vormen daarvan te maken heeft gehad?
Hoofdstuk 168: De wens van de Romein - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] De geest zei: 'Des te beter! Als een in stukken gereten gewone ziel bij ons zichzelf weer bij elkaar raapt en verder leeft, kan ze weer opnieuw gegrepen en in mootjes gehakt worden!'
Hoofdstuk 169: De Romein in gesprek met zijn gestorven vader - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Nu vroeg de arts Mij weer: 'O Heer en Meester, hoe kan zo'n boze geest zichzelf nu werkelijk vernietigen en te gronde richten?'
Hoofdstuk 170: De Heer geeft uitleg over de omstandigheden aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[18] Maar zo snel als jij, Mijn vriend, het je nu voorstelt bereikt zo'n geest het volle licht niet; want zodra hij een zodanig vrijer bewustzijn bereikt, dat hij zich verschillende dingen herinnert, duikt zijn oude fantasie weer op en daarmee schept hij al gauw weer een wereld voor zichzelf die overeenstemt met zijn oude liefde, en hij schept daar behagen in. Hij moet zijn zelfgeschapen paradijs dus nogmaals kwijtraken en het irreële ervan zien, waarna hij weer op een hoger niveau van licht geplaatst kan worden.
Hoofdstuk 170: De Heer geeft uitleg over de omstandigheden aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Hierop liep onze arts zeer bedachtzaam naar Rafaël toe, die intussen met Kisjonah en Philopold sprak over enkele dingen die de nabije toekomst betroffen, maakte een diepe buiging voor hem en zei toen: 'Hoge geest uit de hemelen en zalige vriend van Degene die nu als mens die vlees en bloed heeft aangenomen onder ons verblijft en door Zijn woord en Zijn daden van Zichzelf getuigt dat in Hem de oereeuwige, meer dan wijze en almachtige geest van de enig ware, ene God woont, wil mij toch iets meedelen over het wezen van het rijk Gods, en zo, dat het voor mij, nog zeer onvolmaakt mens, begrijpelijk is!'
Hoofdstuk 173: Het wezen van het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Kijk, als de Heer ook maar één van Zijn kleinste scheppende, goddelijke gedachten en ideeën volledig zou kunnen verdelgen en vernietigen, zou Hij toch ontegenzeglijk iets van Zijn eindeloze volmaaktheid verliezen - wat op zichzelf de reinste onmogelijkheid zou zijn; want Hij is wat Zijn eeuwige geest betreft juist de macht, die de eindeloze scheppingsruimte overal met Zijn alom werkzame aanwezigheid vervult! Waar in Hemzelf zou Hij een uit Hem en lil Hem, door Zijn wil gerealiseerd en eenmaal in een zelfstandig bestaan geplaatst wezen moeten laten, zodat het volledig teniet gedaan zou kunnen worden?
Hoofdstuk 176: Over bestaan en niet-bestaan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Onze Romeinse rechter, die ook met grote aandacht naar alle wijze woorden van Rafaël had geluisterd en die Ik in het verborgene ook innerlijk wekte, zodat hij de betekenis van wat er gezegd werd kon vatten, zei tegen Mij: 'O Heer en Meester, wat is deze prachtige hemelse geest toch buitengewoon wijs! Ja, als een mens op deze aarde ooit de kunst had verstaan om de innerlijke, verborgen dingen van het zielenleven zo helder en begrijpelijk uiteen te zetten, zou er beslist nooit een duister afgodendom onder de mensen zijn opgekomen; want na zo'n onderricht en wonderbaarlijke ervaring meegemaakt te hebben zou toch zelfs de meest eenvoudige mens zijn gaan nadenken en onmiddellijk begonnen zijn om vanuit het licht van zijn geloof volgens zo'n leer aan zichzelf te werken en zich ernaar te richten, en met Uw hulp zou hij op die manier gemakkelijk en snel tot die innerlijke levensvoleinding zijn gekomen, omwille waarvan Uw liefde, wijsheid en macht hem hebben geschapen.
Hoofdstuk 180: De dank van de arts en de leerlingen voor het onderricht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Maar voorzover ik weet is er nog nooit een Gods- en levensleraar met zo'n eenvoudige duidelijkheid bij en onder de mensen op deze aarde opgetreden als nu deze heerlijke geest, en het is dus ook begrijpelijk dat zoveel mensen God, zichzelf en hun ware levensbestemming mettertijd uit hun bewustzijn en waarneming zijn kwijtgeraakt.
Hoofdstuk 180: De dank van de arts en de leerlingen voor het onderricht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Bovendien is ook traagheid de mens erg eigen. Hij heeft wel vaak het ene goede voornemen na het andere; maar als hij het helemaal, metterdaad tot uitvoering zou moeten brengen, dan begint zijn trage en genotzuchtige vlees zich daartegen te verzetten en trekt ook de ziel omlaag naar wat voor hem in zijn traagheid en zinnelijkheid het belangrijkste is. Wat heeft de ziel dan voor baat bij helderheid in de dingen van de geest, als ze zichzelf niet wil verloochenen en in volle ernst de wegen wil opgaan waarlangs ze de volledige eenwording met Mijn geest in haar zou kunnen bereiken?!
Hoofdstuk 181: De voornaamste belemmeringen voor geestelijke vooruitgang - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] (De Heer:) 'Als een ziel echter de zuivere leer heeft gekregen, de waarheid ook wel begrijpt en bij zichzelf denkt: ' Aha, nu weet ik wat ik met recht voor mijn heil moet doen; maar voordat ik daar helemaal mee aan het werk ga, wil ik toch ook een poosje genieten van de bekoorlijkheden en aangename dingen van deze wereld, omdat ze mij geboden worden. Want nu ik de wegen naar de geestelijke voleinding precies ken, zal het er wel niet echt op aankomen wanneer ik die in volle ernst wil gaan bewandelen; en als ik die weg opga, zal ik ook zeker vooruitkomen!' - Kijk, vriend, dan begint de ziel de bekoringen en aangename dingen van de wereld te proeven en vervolgens ook met volle teugen te gemeten; daardoor geeft ze aan de materie van haar vlees een flink overwicht, dat slechts heel moeilijk of vaak helemaal niet meer met haar heldere inzicht in de dingen van de geest overwonnen kan worden.
Hoofdstuk 182: De weg om materiële zielen te redden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30  ...