Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10854 resultaten - Pagina 17 van 724

...  5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30  ...
[541] O, verblind mensengeslacht! Hoe lang moet Ik uw dwaze doen en laten nog aanzien?! Denkt gij dan in uw waan, dat gij Mij, uw Heer en God, zou kunnen trotseren?! - Wee u, wanneer voor u tijden van nood zullen aanbreken, zult gij tevergeefs uw handen om hulp tot Mij opheffen! Wanneer de tijd der genade voorbij is, zal Ik Mijn oor voor uw ge­weeklaag sluiten en doof zijn voor uw vragen! Want gij weet dat het niet voldoende is om 'Heer!, Heer!' te roepen, maar dat het erom gaat dat gij immer de wegen bewandelt, die Ik voor u heb uitgestippeld; pas dan kunt gij Mijn genade deelachtig worden.
Hoofdstuk 4: Kruisiging: Over het dragen van het kruis; Over de juiste geest bij het dragen van het kruis. Het berouw van Judas: Het lot van de zelfmoordenaar; De zeven kruiswoorden; De stervensuren; De zon wordt verduisterd - de aarde beeft; Het voorhangsel scheurt - de graven gaan open - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[17] 'Nu we er zo voor staan, zullen we nog wel even langer moeten praten en overleggen, want nu zie ik pas, wat voor een uiterst gevaarlijk individu jij voor de Staat bent! En nu, onder ede, geef je me tekst en uitleg op al mijn vragen!'
Hoofdstuk 57: Besluit van de maaltijd. Cyrenius hoort Maronius uit over de H. Familie. Maronius bekent een leugen om bestwil - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[6] Zij die echter werkelijk van goeden wille zijn, zij zullen het niet nodig vinden om mij te ko­men vragen welke mijn gevoelens zijn.
Hoofdstuk 40: Hoogachting van Cyrenius voor Maria. Maria's troostvolle ant­woord. Cyrenius' gelukwens tot Jozef. Jozef spreekt over de ware Wijsheid (6 oktober 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[6] Maar nu zei Jozef tot Cor­nelius: 'Hooggeachte vriend, Ik moet U toch wel vragen om voor ons geen kosten te maken of moei­te te gaan doen! Voor de paar da­gen, die we hier nog zullen moe­ten doorbrengen zijn wij -en daarvoor zij aan de Heer, de God van Israël, alle eer! -goed genoeg verzorgd!'
Hoofdstuk 20: Cornelius' vragen over de Messias; Jozefs verlegenheid. De hoofdman stelt vragen aan Maria, aan Salome en aan de vroed­vrouw. De Engel waarschuwt tegen verraad van het goddelijk geheim. Cornelius' heilig vermoeden omtrent de goddelijkheid van het Jezuskind - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[21] Wat voor een tijd zal dat dan zijn, zullen jullie vragen? En Ik zeg jullie: het is beslist een tijd van hoogmoed, arrogantie, gierigheid, ontucht en hoererij in allerlei vormen, die alle volkeren in zijn greep houdt en hen steeds dieper doet wegzinken in hun poel van zonden, waaruit zonder Mijn hulp voor eeuwig op geen terugkeer meer te hopen valt.
Hoofdstuk 6: Uitleg van de kruiswoorden - Antonie Grossheim - Antonie Grossheim: De zeven woorden van Jezus Christus aan het kruis
[6] Maar omdat niet slechts één, maar alle volgens Mijn orde levende mensen naar hetzelfde volmaakte leven overgaan, is het zinloos te vragen of er ooit een weerzien zal zijn. Want als de mensen reeds in dit onvolmaakte marionettenleven het ver­mogen hebben elkaar te herkennen en in natuurlijk opzicht weer te zien -wat zij toch niet kunnen betwisten of betwij­felen -dan zullen ze dit vermogen des te meer hebben in het geheel volmaakte, zuiver geestelijke leven, waarin hun hele wezen de onvergankelijke uitdrukking en het fundamentele beginsel is van al het leven en van alle omstandigheden en gebeurtenissen daarvan! Op deze wereld herkent de ziel door de in haar wonende geest immers via het lichaam de haar bekende en verwante mensen; ze kan bevriend en volkomen verwant raken met anderen, die zij vervolgens als zodanig altijd herkent aan hun gestalte en karakter. Als nu de ziel en de geest dat kunnen door de kerkermuren van het op zichzelf dode lichaam heen, hoeveel te meer zullen zij dat dan kunnen in hun volledig vrije toestand! Dat is immers al heel dikwijls waargenomen bij veel mediamieke personen die met gesloten ogen niet alleen hun omgeving vaak tot in alle bijzonderheden zagen, maar desgevraagd ook mensen die zich ergens in verre landen bevonden en al hun toestanden en omstandigheden snel en precies herkenden! En toch is een ziel van zo'n medi­um, hoe helder ook, nog lang niet in die vrije toestand, waar­in zelfs een minder volmaakte ziel zich na het afvallen van haar lichaam bevindt!
Hoofdstuk 13: Over het weerzien in het grote hiernamaals - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[54] Alleen om dit te zeggen en te vragen hebben wij het recht; al het meerdere beschouw ik feitelijk als zonde! Nu zullen jul­lie hopelijk begrijpen waarom ik geen waarde hechtte aan lita­nieën en betaalde gebeden. Maar een oprechte voorbede uit de liefde van het hart van de ene broeder voor de andere heb ik altijd erg gewaardeerd en om die reden vroeg ik het jullie ook. Maar jullie kunnen doen wat jullie willen. In alles geschiede eeuwig de allerheiligste wil van de Heer!'
Hoofdstuk 11: De verlossing van een arme man - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[4] Dit leidersambt is echter altijd zo onverbrekelijk met een zekere mate van aanzien verbonden (vergeef me dat ik zoals altijd fris van de lever spreek), dat, ik ben daar vast van overtuigd, Uzelf dat ook niet helemaal van het ambt kunt scheiden, zolang de leider datgene zal zijn en blijven waartoe U hem allergenadigst verkozen hebt. Ik wil U daarom vragen, omwille van mijn aloude deemoed, die mij eigenlijk tot U heeft gebracht, mij en mijn grote domheid van dit heilige ambt te verschonen. Zie, er zijn kinderen in groten getale; daaronder zullen zich zeker nog meerdere Kisehels bevinden!
Hoofdstuk 13: Aanzien en leidersambt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[41] Alleen wij kinderen, - luister! - wij, de kinderen van deze heilige Vader, wij levende kinderen, kunnen nog voor het werkelijke aangezicht van de Vader vragen: `Wat zullen wij doen?' Een vraag die geen engel ooit in der eeuwigheid zal beantwoorden!
Hoofdstuk 25: Satans macht en Gods almacht. Henochs woorden op de sabbat - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[22] De hoge Abedam zei echter geruststellend: 'Abedam, sta op en wees kalm! Jouw vragen zijn weliswaar puur onkruid van de materiële wereld, maar ook dorens en distels zijn door Mij geschapen, opdat zij jullie door hun stekels zullen wekken, wanneer je zo maar in het wilde weg blindelings over de aardbodem rondrent en niet weet waarheen je gaat, waarom je gaat en wat je wilt.
Hoofdstuk 73: De eindeloze verscheidenheid van de geestelijke persoonlijkheden. Het leven in de geestelijke wereld - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] Adam stond al klaar om onmiddellijk aan de hoge Abedam te vragen: 'Heilige Vader, zie, zullen wij niet de anders gebruikelijke zonnegroet zingen, die mij zolang reeds op iedere heldere morgen zo heerlijk gesticht en verkwikt heeft?'
Hoofdstuk 95: De zonsopgang op de hoogte. Adams dwaze verlangen naar de zonnegroet. De berisping van de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] En Abedam zei daarop tegen hem: 'Ja, werkelijk waar, een belangrijker vraag zou je nooit hebben kunnen bedenken! Want wat jij nu gevraagd hebt, zullen eens miljoenen blinde mensen vragen; maar met het antwoord zal men grote moeilijkheden hebben, die jouw moeilijkheid bij het vinden van een passende vraag hemelhoog zullen overtreffen!
Hoofdstuk 126: Abedams roep tot opwekking van de onverschillige Enos. Over het doel van het menselijk bestaan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] Want zij allen zullen alle mogelijke vragen stellen: `Waarom bestaan we? Hoe zal het met ons verder gaan? Waar zullen wij heen gaan, wat zullen we doen, en waarom? Wie en wat zijn we eigenlijk?' en dergelijke vragen meer.
Hoofdstuk 126: Abedams roep tot opwekking van de onverschillige Enos. Over het doel van het menselijk bestaan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[5] Jullie vragen weliswaar in jullie hart: `Hoe zullen wij dat dan kunnen doen? Want de Vader is immers ook de enige eeuwige God en is oneindig en meer dan heilig! Als wij de Vader aanroepen, dan roepen wij toch ook in het verborgene datgene aan wat wij niet moeten aanroepen!
Hoofdstuk 156: Abba's woorden over het vaderschap en het kindschap. Slechts één God en één Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] Wanneer de vrouwen die zich daar met drek besmeuren en wassen of iemand anders jullie zullen vragen waarom je dat doet, zeg dan alleen maar,
Hoofdstuk 175: Sethlahems woorden en opdracht aan de geredde meisjes. De drie boden drin-gen door tot Lamech. Over de onmachtige woede van Lamech - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30  ...