Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1309 resultaten - Pagina 17 van 88

...  5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30  ...
[4] IK zeg: "Ik wist wel, dat Ik jullie zo ver zou brengen dat jullie zelf zouden beseffen wat er aan jullie ontbrak en een ware behoefte zouden voelen de hiaten in jullie op te vullen; en kijk, dat verlangen van jou is mij liever dan een ander waarmee je je eerst steeds bezig hebt gehouden, toen Ik te kennen gaf dat zelfs de ziel van een volledig wedergeboren mens als zodanig in de materiële wereld der schepselen nooit het wonderbaarlijke zal kunnen doen, wat een oorspronkelijk onbedorven ziel geheel alleen en uit zichzelf tot stand brengt!
Hoofdstuk 229: Cyrenius vraagt om uitleg van de werking van de hersenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Daarom worden zij echter geleidelijk aan steeds tragere en op poliepen lijkende, genotzuchtige wezens. Zelden zijn zij in staat tot een heldere gedachte en zij zijn vreesachtig, laf, zeer materieel, humeurig, wispelturig, zelfzuchtig, jaloers en afgunstig. Zij kunnen moeilijk of helemaal nooit iets geestelijks begrijpen, want hun fantasie zwerft steeds binnen de aantrekkingskracht van het stinkende vlees rond en wil zich nooit verheffen tot iets hogers en geestelijkers. En ook al zijn daar zo nu en dan ook mensen onder die tenminste op momenten dat zij geen begeerte naar het vlees hebben een vluchtige blik naar boven richten, dan komen er toch méteen, als zwarte wolken aan de hemel, zinnelijke gedachten en deze bedekken het hogere zodanig, dat de ziel het volkomen vergeet en zich meteen weer in de stinkende poel van de lichamelijke lust stort!
Hoofdstuk 230: De gevolgen van de onkuisheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Daarom is een hoereerder niet alleen een zinnelijke zondebok, maar, als hij geprikkeld is, ook een heel slecht mens; hij zit vol wild vuur en is blind en doof voor al het goede en ware van de geest. Een rover zul je veel eerder bekeren dan een echte hoereerder en echtbreker."
Hoofdstuk 230: De gevolgen van de onkuisheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[16] Kijk, vriend Cyrenius, in alles wat Ik je tot op heden gezegd heb, heb je weliswaar het antwoord op je vraag als zodanig niet gekregen, en in je hart sta je nog steeds op het punt om Mij daaraan te herinneren, -maar Ik zeg je, dat als aan je verlangen meteen voldaan zou zijn, het van weinig nut voor je geweest zou zijn als Ik dit niet eerst vooraf had laten gaan."
Hoofdstuk 231: De zegen van een verwekking volgens de gestelde orde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Iedere beweging die wij maken, wordt hier zowel enkelvoudig als duizendmaal duizend keer weergegeven en toch blijft een voorgaande of blijven ook duizend voorgaande houdingen die in de inwendige kamertjes van de piramide getekend staan, steeds voor het oog van de ziel zichtbaar, voortdurend door het geestelijke licht van de ziel verlicht; en dat veroorzaakt dat, wat men ten dele, geheugen' en ten dele 'herinnering' noemt, omdat het in het inwendige van de hersenpiramiden bewaard wordt. Dit bewaarde wordt echter door veelvuldige weerkaatsing zodanig vermenigvuldigd, dat men een en hetzelfde voorwerp dan ontelbare malen met zich mee kan dragen.
Hoofdstuk 234: De verbinding van de zintuigen met de hersenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Aan de hand van de bouw van de plaatjes en de onregelmatigheid van de verdeling in hoofd en zijkamertjes zien jullie zo al dat dit tweede brein een mengsel is van allerlei stereometrische figuren, waaronder ook schijven, bollen, sferoïden en andere warrige massa's. De obelisken voor de vlakken zijn voor het merendeel niet als zodanig aanwezig, en waar zij zichtbaar zijn, lijken zij helemaal verschrompeld en zelden van gelijke grootte en sterkte!
Hoofdstuk 234: De verbinding van de zintuigen met de hersenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] In zo'n wereld is het de bedoeling dat haar nieuwe, op liefde ingestelde huishouding in haar persoonlijke, geestelijke rijk begint. Maar hoe is dat mogelijk als haar gemoed, respectievelijk haar hart, verhard en ongevoelig is, steeds dieper wegzinkt in een boosheid vol zelfbeklag, en op toorn en wraak zint,en als de geest in haar vrijwel volkomen dood, doof, stom en blind is en zodoende nooit de hersenplaatjes van de ziel kan bekijken en goed kan onderzoeken?
Hoofdstuk 236: Het ongeluk van de wereldse geleerde in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Zo is het ook bij een mens met een werelds gevormd, bedorven en duister brein. Geen enkele lichtstraal met de overeenkomstige, geestelijke vormen gaat vanuit het duistere, materiële brein over in dat van de ziel, wat dus reeds het geestelijke brein is, en de totaal verkommerde hersenplaatjes van de ziel blijven als zodanig duister en leeg; mocht er dan ook geestelijk licht tot de plaatjes doordringen, dan zou dat voor de geest en de ziel evenveel nut hebben als wanneer iemand een licht in een volkomen leeg, witgekalkt vertrek zou plaatsen.
Hoofdstuk 237: Welke gevolgen het heeft wanneer hersenen geen geestelijk licht hebben. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] De ziel van zo'n stoïcijn is daarom zo goed als geheel blind. Zoals ook ieder mens, ook al kan hij nog zo scherp zien, in een stikdonkere nacht vrijwel volkomen blind is en hoogstens alleen op de tast vooruit kan komen, zo kan ook de ziel van zo'n echte egoïst niet zien wat op haar plaatjes getekend is. Bij zo'n totaal verkeerde ontwikkeling van de hersenen, waar slechts door het steeds maar herhaald besmeren van een hersenplaatje tenslotte een heel stereotiep en vervormd beeld blijft kleven en waar, doordat er geen enkele, actievere gemoedsbeweging voorkomt, helemaal geen licht blijvend in de hersenen opstijgt, daar moet de ziel zich toe gaan leggen op het aftasten van haar duistere, maar stereotiepe beelden op de hersenplaatjes.
Hoofdstuk 239: De invloed op de hersenen van een verkeerde opvoeding. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Jou, Mijn beste Mathaël, heeft de buitengewoon lange tijd teveel benauwd maar als je zou beseffen wat ervoor nodig is om een ziel zodanig vrij te maken dat zij wordt wat zij nu al in jou is, dan zou je aan de tijdsduur beslist geen aanstootgenomen hebben! Hoeveel tijd denk je wel dat er voorbij gegaan is aleer je als mens met een nu al een zeer volmaakte ziel, tot je huidige levensniveau kwam? Als Ik je dat allemaal voor zou rekenen, zou je met afgrijzen vervuld worden en je zou dat nu nog lang niet kunnen begrijpen! Onze Raphaël weet het echter wel en begrijpt de onpeilbare diepte daarvan.
Hoofdstuk 246: Waarom de vrije mensenziel zelfstandig haar volmaaktheid moet bereiken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Ik wil daarmee echter niet zeggen, dat een goede apostel van Mijn leer steeds en altijd aan de mensen moet laten zien wat hij kan, om daardoor Mijn leer bij de volkeren der aarde ingang te doen vinden. Nee, dat is helemaal niet de bedoeling, want de waarheid moet voor zichzelf spreken en waar zij niet begrepen wordt, moet een nadere uitleg volgen, en dat zolang tot de waarheid als zodanig begrepen wordt! Maar toch komen er juist bij de uitleg gevallen voor waar de uitleg alleen, vooral bij nog zeer ruwe en onbehouwen volkeren, niet voldoende is; ,daar is het dan zeer noodzakelijk ook door een sober teken de uitleg zelf in een helderder licht te plaatsen.
Hoofdstuk 248: Op het juiste moment wonderen doen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Een effectief teken moet daarom ten eerste altijd zodanig zijn, dat het uit een bijzondere weldaad bestaat, en dat het gebeurt op een wijze alsof het een gevolg is van het geloof van degene aan wie de buitengewone weldaad bewezen werd, en ten tweede moet het teken nooit zo ver van het natuurlijke afstaan, dat ook een zogenaamde geleerde geen mogelijkheid meer zou hebben het langs natuurlijke weg te verklaren! Bij de zogenaamde verlichte, wereldse mensen moet het teken wel verbazing opwekken, maar nooit tot een volledig geloven leiden, want zij hebben toch reeds voldoende begripsvermogen om ook zonder teken een waarheid heel goed als zodanig te herkennen.
Hoofdstuk 248: Op het juiste moment wonderen doen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Opdat echter geen wezen dat eenmaal bestaat, eeuwig ooit op wat voor manier dan ook in zijn geestelijke sfeer vernietigd kan worden en in een ander wezen kan overgaan en de oorspronkelijke persoonlijkheid kan verliezen, is in dat opzicht Mijn voor eeuwig onveranderlijk vastgestelde orde immers ook goed! En ook al heeft een ziel nog zo lang nodig om volmaakt te worden, dan blijft zij toch haar oorspronkelijke ik behouden en zij zal zichzelf als zodanig ook voor eeuwig onveranderlijk herkennen, hetgeen dan hopelijk toch meer troost geeft, dan wanneer de ziel helemaal uiteengevallen in een ander individu over zou gaan, waarbij alle herinnering aan een vroeger bestaan noodzakelijkerwijs zou moeten verdwijnen en waar geen spoor van een vroeger concreet bestaan over zou blijven ! Waarvoor zou dan een voorafgaand leven, waarin men vrij over zichzelf mocht beslissen, goed geweest zijn? Zou een mens er dan beter aan toe zijn dan een kruipende worm in het stof?!
Hoofdstuk 243: De noodzakelijkheid van aardse beproevingen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] De geringste uiting van Mijn macht is dan voldoende om duizendmaal duizend van zulke zielen uit het lichaam te verwijderen, waarvan een voorbeeld, dat vandaag nog gegeven zal worden, je nog meer zal overtuigen. Als de geesten eenmaal uit het lichaam zijn, zul je zeker een behoorlijke zwakte in je lichaam voelen, die aanhoudt tot de ziel zich weer meester gemaakt heeft van het gehele lichamelijke organisme. Zodra dit heeft plaatsgevonden, beheerst. de oude, helemaal gezonde ziel weer het lichaam; hier werd dus alleen het lichaam en niet de ziel door Mijn almacht geholpen. Maar wanneer een ziel als zodanig door haar eigen wil verwoest is, kan Mijn almacht niet helpen, maar alleen liefde, onderricht en geduld, omdat iedere ziel zelf moet gaan. bouwen en zich met het haar gegeven materiaal zelf moet vervolmaken. -Begrijp je dat nu? Als je nog iets niet duidelijk is, vraag het dan, want het is nu de tijd van de.algehele uitleg over alles, en jullie hebben veellicht nodig om alle anderen in al hun duistere levenskamertjes zo goed mogelijk te verlichten!" ..
Hoofdstuk 247: Over de bezetenheid. De langzame uitbreiding van het evangelie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Want blind, fanatiek geloof, op waarheid of op leugen berustend, heeft nu eenmaal voor het leven geen innerlijke waarde, en is naderhand moeilijk ooit nog bij een volk dat daarin gevangen zit, weg te nemen. En zolang een volk fanatiek gelooft, bevindt het zich geestelijk in het gericht en zodoende in de diepste slavernij van de ziel, en het is alleen maar te helpen, zowel hier als in het hiernamaals, door een langdurig onderricht door woorden en daden, en door een zeer grondige en tevens zeer begrijpelijke uitleg van al het wonderbaarlijke dat in wezen de zielen van het volk gevangen hield.
Hoofdstuk 249: Tekenen voor de uitbreiding van de leer van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30  ...