Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

368 resultaten - Pagina 17 van 25

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25
[15] Ons werk is daarmee echter nog niet gedaan. Nu is het zaak om echt tot handelen over te gaan. Iedere handeling zal van nu af aan gemakkelijker en vlugger kunnen worden beëindigd, omdat jij, Mijn beste Robert, nu een volmaakte burger van het hemelrijk bent en niet alleen een onderwijzende macht hebt door de waarheid van het woord, maar ook een oordelende door de liefdewil uit Mij, die je echter alleen daar zult gebruiken, waar je met de eerste helemaal niets zou bereiken. Kniel dus neer bij deze zieke en blaas zacht je adem over hem heen, opdat hij zich ter genezing moge oprichten!'
Hoofdstuk 124: Roberts vreugde. De zorg van de Heer voor de monnik. Robert als heer des huizes krijgt Helena als helpster. Hemelse huwelijksvoltrekking - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] De monnik zegt: 'O hoe heerlijk en weldadig waait er een zacht briesje langs mijn mond! Was dat misschien een zachte kus van een engel? Ja, zo moeten engelen kussen. Ik voelde het ook in mijn borst, waarin een zalig levensgevoel doordrong, zodat een engel mijn mond moet hebben gekust, anders was het mij nooit zo gelukzalig te moede geworden. Werkelijk vreemd, het wordt nu ook merkwaardig genoeg steeds lichter in mij. Mijn handen worden steviger en in mijn voeten voel ik een weldadige levensdrang. Het is alsof een nieuwe levenskracht mijn hele wezen begint te doorstromen.
Hoofdstuk 125: Geestelijk ontwaken van de monnik. Zelfgesprekken als zielespiegel. Christus, het levensanker van de schipbreukeling - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] De graaf, geheel ontdaan over de bevreemdende ernst van de franciscaan en nog vol ergernis over het gebed van de spreker, geraakt compleet in verwarring, maar zegt dan zacht en beheerst: 'Ja, ja, ik vind alles al goed hoor, maar alsjeblieft, breng me niet als een roofmoordenaar om. Val me toch niet zo aan, ik wil immers alles wel doen!' De franciscaan zegt: 'Nou, goed dan, maar hoe zal het u vergaan voor de eeuwige Rechter, en ons als uw medeplichtigen?'
Hoofdstuk 139: Het begint bij de graaf te dagen. Een hooggebergte en een paleis worden zichtbaar. Liefdevolle lessen over de ordening in het hiernamaals - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Dismas zegt daarop: 'Vriend, dit lichaam dat we hier hebben, is geen vleselijk, maar een zuiver etherisch-geestelijk lichaam, waarin we al datgene gewaar worden wat ons de grote Meester Jezus op aarde heeft verkondigd. Als we hier echter in de hoogste mate, alles voor ons bevestigd zien door het voortbestaan na de lichamelijke dood, door de herinnering aan ons aardse leven en door het inzicht dat we dezelfden zijn die we in ons aardse leven waren, dan zullen we er toch hopelijk niet aan twijfelen dat die levensleraar, die op aarde als een zon de stervelingen voor het eerst de ogen opende en hun hun ware thuis en hun ware Vader leerde kennen, toch wat meer moet zijn dan alle mensen bij elkaar, en wel omdat Hij de enige en eerste was die de mensen naar hun ware bestemming leidde, en omdat wij nu als geesten de levendige overtuiging hebben, dat het precies zó is als Hij het door woord en daad heeft geleerd! Als Hij het niet is, zeg eens, wie is het dan?
Hoofdstuk 104: Dismas en zijn vroegere vrienden. Allerlei soorten verweer van de geestelijk tragen. Hongerkuur voor stijfkoppige ongelovigen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[17] Jozef zegt: 'Ja, dat noem ik nog eens een compositie! In zijn totaliteit klinkt het als een grootse symfonie voor koor en orkest. Elke afzonderlijke toon klinkt al als een complete, zacht uitgevoerde sonate. Als ik op aarde ooit iets heb gehoord wat er ook maar iets op zou lijken, dan zouden dat de harmonische klanken van de zogenaamde mondharmonica met de fijnste zilveren plaatjes zijn. Ook deze bezitten in wezen slechts een bepaalde grondtoon, maar daarbinnen ontwikkelen zich als liefdesgeesten in de tederste vibraties alle mogelijke melodieën en modulaties. Zo komt het me hier ook voor. De grondtonen vormen harmonisch de hoofdcantate, maar iedere afzonderlijke grondtoon wordt verlevendigd door wondermooie sonates.
Hoofdstuk 141: Groot hemelmaal en hemelconcert in het Vaderhuis. David als dirigent en componist. Hemelse verblijfplaats van andere musici. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] De blauwgrijzen zeggen: 'Beste vrienden, als dat zo is, volgen we jullie meteen onvoorwaardelijk, maar we wilden toch ook graag weten wie die twee beeldschone dames zijn, die we met jullie mee zagen komen. Ze praten heel zacht met elkaar, maar met jullie zagen we hen nog geen woordje wisselen. Dat komt ons wat vreemd voor. Misschien zijn het wel een paar hemelse spionnen, die zich tot taak hebben gesteld ons te bespioneren voor het geval er een of ander onvertogen woord over onze lippen zou komen. Dat zou een uiterst onaangename verrassing zijn!'
Hoofdstuk 125: Robert en peter bewerken de grappenmakers. Deze geven hun zwakheid toe en verontschuldigen zich. Mensen en Godsgericht. Een bode van boven. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Uiteindelijk werd er een artsenvergadering belegd. De raad zag in het abces aan mijn hoofd niets gevaarlijks, behalve een eenvoudige dokter, Quarin genaamd. Aan hem werd door mij de vraag gesteld of deze kwaal te genezen zou zijn. En Quarin zei beslist: 'nee', waarvoor hij door mij in de adelstand werd verheven en uitstekend beloond werd. Vanaf dat moment ging het met mijn lichaam van uur tot uur slechter en ik stierf spoedig daarop bij vol bewustzijn zonder de geringste angst voor de dood. Toen ik stierf, kwam het mij voor alsof ik heel zacht was ingeslapen. Spoedig daarop ontwaakte ik, maar godzijdank niet meer in de materiële, maar in de geestelijke wereld.
Hoofdstuk 70: Jozef verwijst aartsbisschop Migatzi naar de Heer. Migatzi beschouwt het hiernamaals als bedrog en verklaart Jozef voor geestesziek. Jozef over de oorzaak van zijn dood. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Iemand zou gemakkelijk de volgende bedenking kunnen opperen: 'Alles goed en wel, o Heer, maar U had Uw ordening niet zo ongelooflijk schril tot in het extreme moeten doorvoeren!' Goed, zeg Ik, maar Ik voeg er dan de vraag aan toe: is het extreme licht van een zon te betreuren als een fout in Mijn ordening, omdat door zijn buitengewone sterkte ieder oog, dat zo dwaas zou zijn om urenlang onafgebroken naar de zon te kijken, wordt verblind? Of is het allesverterende vuur soms van een te hoge hittegraad voorzien? Is het gewicht van een berg niet te kolossaal, de snelheid van de bliksem te hoog, de kou van ijs te groot en de hoeveelheid zeewater te enorm? Hoe zou een wereld, waarin het met de ordening van de elementen niet zo zou zijn gesteld, er uitzien? Wanneer de hittegraad van vuur slechts lauw zou zijn, zou het de harde metalen dan kunnen smelten? Zouden de metalen echter zacht zijn, waartoe zouden ze dan kunnen dienen? Zou de hele aarde week zijn als boter, welk schepsel van ook maar enig gewicht zou dan op zo' n wereld kunnen bestaan? Wanneer de zon niet zo'n intens licht zou bezitten, zou ze dan wel in staat zijn om op afstanden van zeer vele miljoenen mijlen de voor de planeten noodzakelijke warmte en het bovenal nodige licht te verschaffen?
Hoofdstuk 15: Cado in een hels zweetbad. De onverbrekelijke ordening van de Heer ten aanzien van het volgen van de vrije wil. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[18] Maar is dan de weg, de waarheid en het leven metterdaad werkelijk zo moeilijk? Staat er niet: 'Mijn juk is zacht en Mijn last is licht'? - Ja waarlijk, zo is het ook! De hele weg, de waarheid en het leven en het zachte juk en de lichte last zijn besloten in de twee geboden der liefde.
Hoofdstuk 4: 'Ik ben de weg, de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij'. (Joh. 14 :6) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[3] Onze man stoot van louter verliefdheid niets dan een sterk bevend, bijna eindeloos ooooooh uit; want het wonderschone goudblond gelokte hoofd, de vriendelijke blauwe ogen, de rozerode mond, de etherisch gewelfde volle boezem, de mooie, ronde handen en de nog etherischer voetjes brengen onze man bijna buiten zinnen.
Hoofdstuk 7: Bisschop Martinus' beproeving en zijn onderricht door de engel Petrus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Wie schrander is als een slang en daarbij zacht als een duif en zo de weg van de Heer bewandelt: meen je werkelijk dat de oude God zwakker geworden is dan Hij ten tijde van de apostelen was en dus niet meer degene, die door de wereld bedreigd wordt, zou kunnen helpen?
Hoofdstuk 15: De boetepreek van de goddelijke schipper aan bisschop Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[29] Was de toon van je woorden zacht, dan wilde je daarmee bereiken wat de sirenen proberen te bereiken met hun gezang, en de hyena's met hun gehuil in het bos. Jij was voortdurend een hongerig roofdier!
Hoofdstuk 21: De filosofische domme verontschuldiging van bisschop Martinus - Een vriendelijke en goddelijk ernstige gewetensspiegel - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[31] BOREM zegt: 'Vriend, ik kwam in opdracht van de Heer zo zacht als een lam bij je. Ik heb je nooit ook maar iets kwaads gedaan, noch in de wereld en nog veel minder hier. Maar jij ontvangt mij meteen op een manier, zoals op de wereld geen heerser zal doen tegenover de minste van zijn slaven! Zeg me, is dat nu wijs of liefdevol, zoals het in de hemel zou moeten zijn? Als de Heer het echter goed oordeelde mij naar jou toe te sturen - ben jij dan nu beter en wijzer dan de Heer, die mij naar jou heeft gestuurd?!
Hoofdstuk 52: De zegen van het licht van Swedenborg - De oude Adam in Martinus - Wijze woorden van de vrouwen scherpe terechtwijzing van Borem - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] BOREM zegt echter: 'Vriend en broeder, wij danken het aan de oneindige wijsheid van de Heer en Zijn onbegrijpelijke liefde en mededogen, dat Hij tegen de verwachting van ons beiden in, zo zacht en in zo korte tijd met dit gezelschap te werk heeft willen gaan. Want dergelijke beproevingen duren bij sommige geesten die er dikwijls beter aan toe zijn, zelfs vele aardse jaren, terwijl ze bij dit gezelschap naar aardse berekening slechts drie dagen hebben geduurd. Zeker, voor het gevoel van de beproefden zal het zeker wel enige tientallen jaren geduurd hebben. Maar wat is dat vergeleken met de werkelijkheid of vergeleken met een situatie, waarin het de beproefde dikwijls voorkomt alsof iets duizend, ja soms zelfs miljoenen jaren duurt?
Hoofdstuk 72: Een blik in de zielsgesteldheid van de dames van het H. Hart van Jezus - Indringers in de kloostertuin - Aanval van de wraakzuchtige dames van het H. Hart - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Chanchah staat nu allervriendelijkst op en doet, wat het honderdtal van haar verlangt. Nadat ze alle honderd zacht in het oorlelletje heeft geknepen, zegt ze:
Hoofdstuk 94: Mooie, echte verzoening tussen Chanchah en de honderd Chinezen - De Heer en Chanchah - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25