Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2758 resultaten - Pagina 17 van 184

...  5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30  ...
[14] HEBRAM zegt, wat humeurig: "Dat zeker, maar dat versteld staan zal uiteindelijk waarschijnlijk wel zijn oorzaak vinden in het feit dat wij hetgeen de wijze erover zegt, net zo min zullen begrijpen als dit wonder zelf, zónder de verhelderende uitleg van een wijze! Want om de wijsheid te begrijpen, moet je zelf een soort wijze zijn. Al heb je nog zo'n gezond verstand, dan is dat op zich toch niet voldoende om de wijsheid tot in de kern te begrijpen. Je krijgt er wel enig idee van, maar niet veel meer. Het hooglied van Salomo, die een wijze was, staat zogezegd nog het dichtst bij het gezonde, menselijke verstand. Als je het leest denk je het ook te begrijpen. Ga je er naderhand goed over nadenken, dan kom je al gauw tot de vervelende overtuiging dat je eigenlijk toch niets hebt begrepen! Een voorbeeld zal je laten zien wat ik bedoel!"
Hoofdstuk 18: Over het op schrift stellen van Jezus woorden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Wie is die steeds genoemde zuster, de lieve bruid, die, als zij er zo uitziet als Salomo haar zo prijzenswaardig beschrijft, een schrikbeeld zou zijn voor alle mensen, waarbij vergeleken een heidense Medusa nog een Venus zou zijn! Kortom, voor het verstand van een mens is dat toch de onzin ten top; wat er echter voor betekenis achter schuilt, lost geen mensenverstand op maar alleen weer de wijsheid! Wie dus de wijsheid bezit, zal het begrijpen, wie die echter niet bezit, moet zoiets maar niet lezen en heeft hij het wel gelezen, dan moet hij er verder niet over nadenken. Want hoe meer hij erover nadenkt, des te minder zal hij ervan begrijpen. Ik heb het hele hooglied van Salomo zelfs helemaal uit het hoofd geleerd om het daardoor beter te kunnen begrijpen, -maar voor niets; pas langzaam maar zeker is het tot mij doorgedrongen dat het niet voor mij weggelegd was.
Hoofdstuk 19: Het hooglied van Salomo. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] HEBRAM zegt: "De sleutel schijnt waar en volkomen juist te zijn, maar alles is daar toch niet mee te openen! De sterren zien wij ook en incidenteel heeft de Meester daarover in zijn gesprekken ook veel wat op sleutels leek te berde gebracht, -ook de engel deed daarover een zeer belangrijke mededeling; maar wat weten wij er nu verder van? Leg me nu eens uit wat de mooie morgenster, die vanmorgen zo fel schitterde, nu precies is! Kijk, zo min als je in staat bent met de sleutel van de engel de ochtendster voldoende te verklaren, net zo min zul je met de sleutel van de geheimzinnige meester achter de gehele wijsheid van Salomo kommen! Daar vind je ook een heleboel verschillende beelden waarvan alleen de geest zelf de juiste sleutel draagt. Maar dat de sleutel die de Meester je gaf, in algemene zin gesproken de juiste is, daaraan twijfel ik vanaf dit ogenblik niet in het minst en ik zal voor mijzelf daar het een en ander mee trachten te ontraadselen."
Hoofdstuk 19: Het hooglied van Salomo. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] HEBRAM zegt: "Goddank, ja, beste hoge vriend en beschermer! Als een verschijnsel maar belicht en verlicht wordt, wordt het wonderbaarlijke ervan tenslotte iets geheel natuurlijks! Als wij ons in het vervolg soms weer over een wonderbaarlijke omstandigheid te zeer zouden verbazen, moet die verbazing op rekening van onze domheid geschreven worden! Want slechts domheid kan zich over iets verwonderen dat zij onmogelijk kan begrijpen. Ware wijsheid verwondert zich zelfs in de verste verte niet, omdat zij precies weet waar het om gaat. Maar wij met z'n dertigen zijn nog erg dom en er kon ons dus nog wel eens veel verwondering te wachten staan aan de zijde van onze grote Meester, Heiland en met recht onze beloofde Messias! -Maar nu maakt Hij aanstalten om op te staan en te gaan en dus zullen wij ons ook daartoe gaan klaarmaken!"
Hoofdstuk 20: Voorbereiding voor de genezing der misdadigers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Het is ook alleen de mens die enigszins geordende tuinen aanlegt en wijngaarden en akkers bebouwt. En alleen hij kent de edele vruchten, zondert ze van de onedele af, verzorgt ze en benut ze zo veel mogelijk. Maar waar bevindt zich op aarde een op enigerlei wijze geordende tuin die God zelf heeft aangelegd en waar een door Hem aan banden gelegde stroom? De aardlagen liggen ook dusdanig chaotisch door elkaar dat men daarin nooit iets anders dan de blinde macht van het dierbare toeval kan ontdekken. Er is dus bitter weinig van de een of andere heersende, goddelijke wijsheid te vinden en men kan doen wat men wil en ook denken wat men ooit maar kan en wil en toch komt daarbij nooit iets naar voren dat ons eventueel zou zeggen: 'Kijk, daar zie je toch weer duidelijk een goddelijke orde!'
Hoofdstuk 25: Mathaël's opvatting over de natuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Ja, ieder ding op zichzelf vertoont wel degelijk heel belangrijke sporen van een oergoddelijke macht en een zeer ordelijke wijsheid, maar kijkt men dan naar de door het toeval bepaalde wanorde van de geschapen dingen, dan krijg ik de indruk: Ofwel God heeft genoeg gekregen van het ordenen en bekommert zich weinig of niet meer om de eenmaal geschapen dingen, zoals dat bij sommige zaken opvallend duidelijk het geval schijnt te zijn, óf hij bestaat helemaal niet. In dat laatste geval vormden de na eeuwigheden in de eindeloze ruimte uit zichzelf ontstane toevallige zaken zich op den duur -volgens de door hun toevallig bestaan ontstane natuurwet -tot dingen met enig gewicht, werden langzaam maar zeker groter en werden in de loop der tijden werelden, zonnen en manen. De werelden ontwikkelden zelf al naar gelang van hun grootte en gewicht onvermijdelijk weer nieuwe wetten, die dan vanzelf weer de basis vormden voor nieuwe vormen.
Hoofdstuk 25: Mathaël's opvatting over de natuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] CYRENIUS zegt: "O, ja, ik begrijp het nu al heel aardig, en dat des te beter omdat ik vannacht juist een soortgelijke uitleg over de Mozaïsche scheppingsgeschiedenis heb gehoord. Het zal best zo zijn, maar voor mij is die wijsheid te diep en ik kan en wil mij niet te veel inspannen om iets tot en met te begrijpen. Het moet bij mij niet veel moeite kosten, wil ik er wat aan hebben. Gaat het te diep en is het te wijs, dan houdt mijn begrip vaak opeens op!
Hoofdstuk 29: De wijsheid van Cyrenius tegenover die van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Kort en goed, het blijft zoals ik heb gezegd, ik neem jullie verzorging op mij en er zal jullie alle gelegenheid worden gegeven om zo diep mogelijk in jullie wijsheid door te dringen en de arme mensheid, waar maar mogelijk, op de goede weg te brengen, -hoewel ik jullie openlijk beken dat het in het algemeen eerder nadelig dan voordelig is om zo diep in het wezenlijke van het leven door te dringen.
Hoofdstuk 29: De wijsheid van Cyrenius tegenover die van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Volg daarom mijn raad op, ook al komt die niet uit het gebied van de diepste wijsheid; hij komt echter uit een vriendelijk hart dat zeker niet zonder liefde is en dat heeft zelfs bij Gód veel waarde! Waarom zouden jullie er dan geen waarde aan hechten?
Hoofdstuk 29: De wijsheid van Cyrenius tegenover die van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Neem jezelf nu eens en vraag je eens af of jullie waarlijk buitengewone kennis en wijsheid jullie gelukkig maakt! Ja, de menselijke geest kan doordringen in oneindige diepten der wijsheid en dan de wonderbaarlijkste zaken aan het licht brengen. Maar volgens mij is toch slechts die mens gelukkig, die heel eenvoudig is, en God, zijn Schepper, in alle liefde is toegewijd en Zijn geboden houdt. Als God hem dan, net als Salomo, wijsheid wil geven, dan moet hij deze heel dankbaar aanvaarden en met een opgewekt gemoed wijs gebruiken. Maar als de geschonken wijsheid de mens juist alleen maar ongelukkig maakt, dan prefereer ik liever iedere domheid waardoor het hart van de mens blij wordt.
Hoofdstuk 29: De wijsheid van Cyrenius tegenover die van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Het is niet de wijsheid die ons het leven geeft, maar de liefde. Laten we daarom bij de liefde blijven, dan zal het ons niet aan leven ontbreken en aan diens gelukzalige gevoel! Kijk, dat is nu mijn wijsheid en ik zou haast willen beweren dat deze voor het leven van de mensen veel nuttiger is dan al jullie wijsheid, ook al is die nog zo diep!"
Hoofdstuk 29: De wijsheid van Cyrenius tegenover die van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] Wij hebben het volste recht met onze wijsheid, maar jij nog lang; niet! Pas wanneer je wakker bent geworden, zul Je ook m zien dat wij het volle recht aan onze zijde hebben. "
Hoofdstuk 29: De wijsheid van Cyrenius tegenover die van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Dan zegt MATHAËL weer: "Hij is bij ons. Maar er zijn er twee die erg veel op elkaar lijken, zodat het uiterlijk erg moeilijk is om vast te stellen, wie van hen de ware is. Ik geloof dat het degene is, die nu meermalen met Cyrenius heeft gesproken. Maar het kan ook de andere zijn, want beide gezichten stralen in zekere zin een hoge graad van wijsheid uit! Deze hebben wij al gehoord en zijn woord was machtig, verstandig, ernstig en wijs, maar een wijs mens zou óók zo kunnen spreken. De ander heeft echter nog niets gezegd, misschien omdat hij niet voortijdig herkend wil worden. Wie van ons durft het woord te richten tot de nog steeds zwijgende?"
Hoofdstuk 34: Uiterlijke overeenkomst. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] CYRENIUS zegt: "Ik heb nog geen bepaalde aanwijzing van Hem gekregen om Hem nader te beschrijven. Voorlopig is dat niet het belangrijkste, want Hij ziet vóór alles alleen maar het hart van de mens aan. Jullie harten zijn nu duidelijk in de beste orde van de wereld en voorlopig hoeft daar niets aan toegevoegd te worden. Als het echter Zijn wil is en belangrijk is voor jullie heil, zal Hij Zich wel nader aan jullie bekend maken. Ik denk echter dat, als jullie ons gedurende deze dag van dichterbij zullen gadeslaan, het aan de scherpe blik van jullie buitengewone wijsheid toch wel niet zal ontgaan wie van ons de waarachtige en alleen machtige is. "
Hoofdstuk 34: Uiterlijke overeenkomst. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Na deze woorden van Mij gaan allen weer staan en MATHAËL zegt: " Ja waarlijk, alleen een God vol wijsheid en liefde kan zo spreken! O, hoe geheel anders denk en voel ik nu dan ik voorheen heb gedacht en gevoeld! - O Heer, laat echter dit ene verzoek van mij niet onverhoord: Laat het nooit meer toe dat onze ziel nogmaals in zo'n beproeving terechtkomt als die, waaruit Uw liefde, mededogen en macht ons zojuist heeft verlost!"
Hoofdstuk 36: De ware aanbidding van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30  ...