Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2482 resultaten - Pagina 17 van 166

...  5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30  ...
[10] Nu is hij echter pas goed van zijn stuk gebracht. Als in een soort verbazingsroes zegt hij na een poosje, terwijl zijn verwondering maar niet ophoudt: "Ik ben óf bij de aartsmagiërs van Egypte terecht gekomen, óf bij louter goden, want wat ik hier meemaak is ongehoord en sinds mensenheugenis niet voorgekomen! En jij, vriend, (zich tot Mij wendend) schijnt temidden van deze velen de meester, of Zeus zelf te zijn!? Je bent niet uit een mens geboren en deze jongen ook niet, je moet van eeuwen her uit de geest zijn geboren! O goden, o goden, welke kracht moeten jullie bezitten om dit te kunnen doen en hoe ellendig is de arme mens, de blinde worm in het stof, vergeleken bij jullie?! Jullie kunnen alles, maar de sterfelijke worm in het stof van zijn vergankelijkheid kan niets! Vriend, u die een god bent en aan wie alles gehoorzaamt, wat kan ik, een sterfelijk mens, voor u, onsterfelijke god, doen? Wat kan ik u geven, u, die over de gehele aarde, over zon, maan en alle sterren gebiedt?"
Hoofdstuk 84: Goden en mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] Daaraan zie je dus, dat wij hier alleen maar handelen door de kracht van de Geest van God, die in ons is, in ons denkt en wil wat Zijn alziende en alvoelende, hoogste wijsheid nodig en goed acht.
Hoofdstuk 84: Goden en mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Want zou Ik de zon nu in werkelijkheid nog een uur lang over deze streek laten schijnen, dan moest Ik de hele aarde in haar draaiing - die door de grote cirkel van haar omtrek zo snel is dat een paar ogenblikken al een afstand van hier naar Jeruzalem betekenen -natuurlijk op slag stoppen. Daardoor zouden alle vrije lichamen die niet te vast met de aarde verbonden zijn, een zodanig heftige schok krijgen, dat daardoor niet alleen alle levende wezens, zoals mensen en dieren, met hun huizen en hutten en paleizen urenver met ontzettende kracht naar het oosten geslingerd zouden worden, maar zo'n schok zou ook de zeeën uit hun diepten over de bergen heen jagen en de bergen zouden als mussen door elkaar vliegen!
Hoofdstuk 87: De schijnzon. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Laat je oude domheid varen en wordt een mens aan wie het mogelijk wordt het eeuwige leven in zichzelf door de hem door God daartoe verleende kracht te verwerven, zichzelf en God waarachtig te herkennen en daardoor pas in te gaan in de ware, eeuwige gelukzaligheid!"
Hoofdstuk 89: Een echte heiden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Juist door die zwakheid moeten de kinderen hun Vader herkennen, zij moeten zachtmoedig en deemoedig worden en de Vader vragen om de juiste kracht en sterkte, en Hij zal hun deze dan wel geven als het voor hen de juiste tijd zal zijn.
Hoofdstuk 92: De schoonheid van de kinderen van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Een godenoorlog was volgens de heidense sagen niet zo'n wenselijk verschijnsel op aarde, omdat die van eertijds verschrikkelijk moest zijn geweest. De reusachtige goden der onderwereld moeten toen met grote kracht maar liefst hele brandende bergen naar de Olympus hebben geslingerd, waarbij Zeus zich natuurlijk behoorlijk verdedigd had met talloze bliksems en hagelstenen zo groot als bergen, waardoor hij de kwade machten der onderwereld had overwonnen.
Hoofdstuk 99: De uitwerking van het doven van de schijnzon. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[20] In de twee voorafgaande perioden koelt de zee, duidelijk merkbaar voor de kustbewoners, af. Maar door de grotere kracht van de zon, door de strijd van de warme lucht uit het zuiden met de koude lucht uit het noorden en tevens door de in deze tijd meestal actiever wordende vulkanen en onderzeese lavastromen, wordt de zee langzaam maar zeker warmer. Omdat men dit zag als een gevolg van de in deze tijd optredende stormen, betekent de uitdrukking 'maor izat' zoiets als 'vechten'. Deze tijd werd daarom dan ook zinnebeeldig voorgesteld door een geharnast krijger, die men later zelfs tot een god verhief. - Dat is dan je derde hemelteken en het zal je nu wel duidelijk zijn welke betekenis je aan jullie oorlogsgod Mars moet hechten.
Hoofdstuk 102: Mathaël verklaart de namen van de eerste drie sterrenbeelden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Dit verschijnsel noopte de mensen, en met name de mannen, de bogen te spannen en op jacht te gaan op wild. Konijntjes, hazen, gazellen, kleine beren, dassen, vossen, panters, een aantal gieren en adelaars, ook de krokodil en het nijlpaard (Hippopotamus; oud-Egyptisch: Je pa opata moz = het nijlpaard begint zijn kracht te ontplooien) begonnen zich te roeren en daarom moest men noodzakelijk op jacht. Er werd ook een aanzienlijke premie gezet op het verdelgen van zoveel mogelijk krokodillen.
Hoofdstuk 105: Verklaring van de drie laatste tekens van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Dat zo'n hemelse gave naderhand oorlogen en allerlei strijd zal teweegbrengen zolang de stoffelijke wereld tengevolge van de goddelijke orde moet blijven wat zij altijd was, nog is en ook zal zijn en blijven, is iets vanzelfsprekends en dat behoeft niet geprofeteerd te worden. Maar juist doordat op de manier van Mathaël aan wat begrijpender mensen het heidendom getoond wordt als iets dat in oorsprong belachelijk en dom en absoluut zonder enige inhoud is, zullen in ieder geval geen te grote en verderfelijke weerstanden als een alles vernietigende kracht tegen ons worden opgeroepen!
Hoofdstuk 109: Mathaël de voorloper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Als HELENA Mij naar zich toe ziet komen, barst zij in vreugdetranen uit en zegt na een poosje: "Ik twijfelde er al erg aan of mij de genade ten deel zou vallen om U, de Heer van mijn leven, bij mij te zien en met U te spreken! Maar nu is alles goed! Want U, die mijn hart en mijn verstand pas hier zo oneindig wonderbaarlijk heeft Ieren kennen bent Zelf naar mij toegekomen! O, jubel nu luid mijn arme hart, want HIJ wiens geest jouw polsslagen van de wieg tot het graf vooraf heeft geteld, staat voor Je en brengt je die heilige kracht waardoor eens je dood zoeter zal smaken dan honingzeem!"
Hoofdstuk 110: Het zoeken naar God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Dan zegt HELENA, die wat hersteld was van de overgrote vreugde in haar hart: 'O ja, ik heb alles goed begrepen, want Uw woorden zijn woorden van licht, kracht en leven en vloeien zo helder en klaar uit Uw heilige mond als een heldere weidebron in het hooggebergte, die door de zon verlicht wordt. Maar wat moet ik doen om mijn hart wat rustiger te maken? Heer, dood mij indien ik zondig, maar mijn liefde voor U overschrijdt nu al mijn levensgrenzen! O, sta mij slechts toe dat ik Uw hand aanraak!"
Hoofdstuk 111: Het één zijn met de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] De macht en kracht van de ene ons hier ten dienste staande aanwezige engel Raphaël ken je, en ieder moment staan Mij duizend legioenen van zulke engelen ten dienste. Wie zal zich met hen durven meten?! Raphaël alleen is al voldoende om deze aarde in een moment in stof te veranderen, laat staan een keizer van Rome te onttronen en een ander welgemoed op de troon te zetten. Maar zoiets gebeurt nu niet, hoewel het Mij aan macht daartoe nooit zou ontbreken, want Ik weet waarom Ik ook de tegenwoordige keizer op de troon van Rome laat. Maar op gelijke wijze heb Ik ook de onbeperkte macht om jou te geven wat Ik wil en je te maken tot wat Ik wil; wie zal ons dat betwisten?!
Hoofdstuk 119: Helena wordt de vrouw van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Dat is alles wat ik hier oprecht en waar voor God de Allerheiligste uit de dankbaarste diepte van mijn nu geheel berouwvolle hart kan bekennen. O Heer, wees U mij arme zondares steeds genadig en barmhartig, want U alleen weet het best hoeveel aardse levenslast ik kan verdragen! Ik wil niet zonder last door dit leven gaan en ik wil dragen in evenredigheid met de kracht die U, o Heer, mij hebt verleend, maar Heer, ik smeek U mij niet meer dan dat te dragen te geven!"
Hoofdstuk 120: Helena 's dank en goede voornemens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Je echtgenoot Mathaël zal het je wel op het juiste moment meedelen, welke lasten hij te dragen kreeg om alles wat wereld heet uit hem te verwijderen opdat zijn hart zo'n kracht kon krijgen. Wat hij nu heeft kan geen macht en geen eeuwigheid hem meer afnemen, maar wat jij nu slechts zo van buitenaf in je hebt opgenomen, lijkt nog erg op een zaad dat pas in de aarde is gezaaid, en dat moet nog veel doormaken aleer het een ware, gezegende, rijpe vrucht wordt.
Hoofdstuk 120: Helena 's dank en goede voornemens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Zo'n brandpunt heeft dan zeker een meer dan duizendvoudig grotere kracht zowel wat licht als warmte betreft dan de natuurlijke, enkelvoudige straal, maar is toch niet denkbaar zonder de zon.
Hoofdstuk 122: Het wezen van de engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30  ...