Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1467 resultaten - Pagina 17 van 98

...  5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30  ...
[10] Voor Hem moeten wij met onze handen juichen door werken van echte naastenliefde, en Hem moeten wij toejuichen met de zuivere stem der waarheid, zonder bedrog, zonder valsheid of arglist! Want wee degene die Hem met het onzuivere geschal van de leugen zou willen toejuichen! Want hoe mild en zacht Hij ook is voor de rechtvaardige, zo verschrikkelijk is Hij voor degenen, die leugen, valsheid en bedrog in hun hart dragen, zoals ook geschreven staat: 'Het is verschrikkelijk om in Gods handen te vallen, want God is een almachtig koning over de gehele aardbodem, voor Hem kan niemand zich ergens verbergen!'
Hoofdstuk 158: De 47e psalm van David. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] Omdat wij echter weten wat Hij is, moeten wij Hem met een zuiver en wijs hart eren en prijzen en niet op de manier van de huichelachtige Farizeeën, die met hun lippen een valse Jehova naderen, maar daarbij hun hart voor deze echte en levende Jehova afsluiten en zich van hem verwijderen.
Hoofdstuk 158: De 47e psalm van David. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] Als God Zelf nu heel strikt en met het grootste geduld en uithoudingsvermogen in alle dingen zo'n orde in de opeenvolging aanhoudt, dan zullen jullie, als Mijn echte leerlingen, Mij toch ook in alles wat Ik jullie heb getoond en waarvoor Ik jullie de weg heb gebaand, navolgen, opdat jullie niet zullen verdwalen op je zelfgemaakte weg! -Hebben jullie dat allemaal goed begrepen?"
Hoofdstuk 166: Slim als slangen en zacht als duiven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Maar ik ging achter de treurige mens aan, en toen wij helemaal buiten de tempel waren ging ik naar hem toe en zei vriendelijk ernstig tegen hem: 'Goede vriend, hoe kunnen jullie nu toch zo zwak zijn om je door deze rovers je laatste bezit uit de zak te laten kletsen!? Wat die in de tempel tegen jullie gezegd hebben dat hebben ze zelf nog nooit geloofd, maar ze weten dat zwakke mensen hen in hun blindheid voor alwetende halfgoden houden, laten hen uit bangheid al hun bezit afgeven en verbrassen dat dan door zeer luxueus te leven, terwijl de arme onderweg van honger sterft. - Hier heeft u twee andere groschen ervoor in de plaats en ga nu naar huis! Maar kom beslist niet meer hier terug! Want ik zeg jullie: Dit schijnbare Godshuis is een rovershol en een moordkuil waaraan een echte God nooit een welgevallen kan hebben!'
Hoofdstuk 163: Julius vertelt. In Genezareth - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[18] IK zeg: "Jullie kunnen de leer van liefde, zachtmoedigheid en geduld voorlopig wel op een apart blad opschrijven, - maar niet bij het in het hoofdboek reeds geschrevene, want Ik zal nog vaker daarover spreken en zal het jullie wel zeggen wanneer je het moet opschrijven. - Laten we nu echter gaan rusten en ons nogmaals oefenen in de innerlijke zelfbeschouwing, die gelijk staat aan een echte sabbatviering in God!"
Hoofdstuk 166: Slim als slangen en zacht als duiven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Ja, Heer en Meester, Uw leer bevat de zuiver goddelijke waarheid, ja ik zou zelfs zeggen: Zij is zelf al puur leven. Maar jammer genoeg zal zij door de niets gelovende bovenlaag van de wereld zeker niet aangenomen worden, omdat deze zich op heidense wijze op aarde al zo'n plaats veroverd heeft, dat zij daardoor naar aardse begrippen heel goed kan leven. Adam zou ondanks zijn geroemde Eden een arme stakker geweest zijn vergeleken bij een Caesar Augustus of een Lucullus en nog honderden zoals zij. 'Dat kan men zich door Zeus, Apollo, Mercurius enz. verschaffen, men kan naast deze fantasiegoden oneindig goed leven! Waarvoor dan waarheid, waarvoor liefde, zachtmoedigheid, geduld en wijsheid?' Zo zullen de groten en machtigen der aarde filosoferen en Uw echte heilige leer van de vriendschap bij iedereen achtervolgen, zoals de hongerige wolven een lam achtervolgen. .
Hoofdstuk 172: Het leven kan slechts door strijd behouden blijven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Hoe zal iemand zich ooit bij Uw goddelijke leer der vriendschap thuis voelen, als slavernij van zijn naasten voor hem de voornaamste voorwaarde is voor zijn goede leventje? Ja, Heer en Meester en enige echte Het land van de arme lijdende mensheid, ga maar, doe wonderen, predik de eeuwige slavernij en toon het wegkwijnende volk dat een Caesar alleen het recht heeft op de aarde te leven, en het volk alleen maar in zoverre het Caesar belieft! Getuig verder luidkeels dat de Caesar het onbetwistbare recht heeft naar willekeur over ieders leven en dood te beschikken en alle schatten en goederen der aarde in beslag te nemen, dan zal men U weldra koninklijke klederen aandoen en U zult rondgaan in grote pracht en majesteit!
Hoofdstuk 172: Het leven kan slechts door strijd behouden blijven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[26] Maar naast de valse leraren en profeten zijn er ook echte en waarachtige, die ogen, harten en monden hebben waaruit Gods licht straalt. Die lijken op de door licht omspoelde wolkjes, die de op til zijnde zonsopgang aankondigen. Als het alleen maar bleef bij die, hoe mooi ook, stralende wolkjes, dus de echte en waarachtige profeten, dan zou het er in de harten van de mensen na verloop van tijd toch net eender uit gaan zien als in de aardse streek van de middernachtszon, namelijk star, koud en dood. Maar op de echte lichtwolkjes, die voor de zon uit gaan, volgt de zon zelf, en bij haar eerste lichtstraal die zij over de nog grauwe bergen en velden der aarde laat vallen, wordt alles wakker, vol vreugde en vol leven. De vogels zingen de opkomende moeder van licht en warmte hun zuivere psalmen tegemoet, de muggen en kevertjes verheffen zich in de van licht doordrongen lucht en zoemen de heerlijke moeder van de dag geestdriftig toe, en de bloemen der velden heffen hun koninklijk versierde hoofdjes omhoog en openen hun balsemrijke mond om de grote wereld verwarmster de heerlijkste geur tegemoet te ademen.
Hoofdstuk 175: Valse en ware profeten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] JUDAS Iskariot zegt: "Maar hoe zit het er dan mee, dat velen hem toch voor de beloofde Messias houden en dat de betere Romeinen en Grieken hem zelfs voor een echte almachtige God houden?!"
Hoofdstuk 176: Het getuigenis van de leerlingen over Christus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] De betreffende LEERLINGEN antwoorden daarop: "Sommigen menen echt dat U de weer uit de doden opgestane Johannes de doper bent. Anderen geloven en zeggen dat U Elia bent, van wie geschreven staat dat hij nog eenmaal vóór de grote Messias op aarde zal komen en alle mensen zal oproepen tot boete en echte terugkeer tot God. Weer anderen denken dat U de profeet Jeremia bent, over wie onder het volk ook een sage de ronde doet dat hij vóór de Messias uit de hemelen zal komen. Ze zeggen ook dat U een van de andere profeten zou kunnen zijn (Matth. 16:14), want vóór de grote Messias eventueel komt, zullen alle profeten Hem voorgaan! - Dat zijn zo de voornaamste aanvaardbare meningen over U; maar er zijn er ook nog een groot aantal andere, die wij toen wij ze hoorden hebben afgekeurd en waarvoor wij hen een betere opvatting over U hebben bijgebracht. Maar velen geloven nog dat U een vermomde Griekse Zeus bent."
Hoofdstuk 176: Het getuigenis van de leerlingen over Christus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] THOMAS zegt: "Die hebben óók gelijk, want de kracht van God die in hem is, is ook de enig echte Messias en zonder meer ook Jehova Zelf."
Hoofdstuk 176: Het getuigenis van de leerlingen over Christus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] IK zeg: "Blijf maar rustig hier! Want noch jouw zoons, noch iemand anders uit de omtrek heeft Mij verraden. Zij kwamen alleen vanwege de vissen naar jou toe; zij willen een gave van ongeveer honderd vissen van die soort die zij in de stad wel gezien, maar niet gekocht hebben. Je weet wel dat ze overal het recht hebben om de tiende te nemen waar er geoogst wordt. Zo'n rijke visvangst is ook een echte rijke oogst en daarom menen zij het recht te hebben daarvan de tiende te eisen. Ga daarom naar beneden en geef honderd vissen, dan zullen zij je prijzen en de vissen nemen en daarmee heel rustig meteen weer naar huis gaan!"
Hoofdstuk 181: Marcus en de Farizeesche tiendenjagers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[21] MARCUS antwoordt: "Dat was een heel sluw Romeins masker om vermomd als oerdomme kerel zonder moeite achter al jullie kwade listen, streken en schanddaden te komen! Maar ik sta er toch voor in dat ik Mozes en alle profeten beter begrijp dan jullie, -hoewel ik daadwerkelijk een Romein, maar in mijn hart reeds lang een echte Jood ben!"
Hoofdstuk 181: Marcus en de Farizeesche tiendenjagers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] THOMAS zegt: "Zeker, en wel voor de grootste die de aarde ooit gedragen heeft, -hoewel dat niet zijn, maar Gods verdienste is! Want God alleen kan de mens tot profeet roepen, zoals Hij dat met Samuël heeft gedaan toen deze nog een kind was, en zoals Hij zelfs de ezel van de valse profeet Bileam tot echte profeet maakte en door de ezel vervolgens ook Bileam zelf. Dat moeten wij goed begrijpen, en ook het getuigenis dat Jezus over zich zelf geeft, namelijk dat hij slechts een mensenzoon is, ondanks dat hij ook de wonderdadige kracht van God, die in bijzonder grote mate in hem is, zo nu en dan met het goddelijke Ik betitelt. Dan kunnen wij hem naar mijn bescheiden mening onmogelijk een ander getuigenis geven dan dat, wat hij altijd zichzelf geeft! Dus is hij een voortreffelijke Godszoon, zoals wij dat ook zijn, maar dan niet in zo hoge graad als hij."
Hoofdstuk 176: Het getuigenis van de leerlingen over Christus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Hierdoor kwam er op de goede Samaritanen een tweevoudige eed van wraak te liggen. Ten eerste die van de Farizeeën, vanwege de aanklacht en verdachtmaking bij de Achterkleinaziaten, en ten tweede die van de eigenaars van de onvruchtbare vrouwen, die vast begonnen te geloven dat de Samaritanen kwaadaardige tovenaars waren, die dit de Achterkleinaziaten al jaren geleden aangedaan hadden, omdat bij hen eens een Samaritaan vanwege het hebben van gemeenschap met een vrouw, vermoord was. Maar de Farizeeën wisten daar wel een middel tegen, dat zij tegen behoorlijke betaling wel konden adviseren, maar wat zij hen veel eenvoudiger zelf zouden kunnen verschaffen! -En nu, beste Meester, komt pas het echte, respectievelijk meer dan satanische, te voorschijn!"
Hoofdstuk 178: Marcus vertelt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30  ...