Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

8806 resultaten - Pagina 17 van 588

...  5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30  ...
[7] Maar iemand, die dikwijls teveel vervuld is van de wereld, kan niet zo snel en gemakkelijk tot die toestand komen, en de reden daarvan heb Ik je al getoond; maar zonder het bereiken van die toestand blijft elke puur verstandelijke kennis voor de mens alleen maar wat alle andere kennis voor hem is; voor de vervolmaking van de innerlijke mens heeft die maar heel weinig waarde en is dikwijls eerder schadelijk dan nuttig. In het algemeen is het voor de mens beter als hij, geplaagd door allerlei bedenkingen en twijfels, de waarheid van het leven moet zoeken, dan wanneer hij die al in zijn verstand zou hebben als een zon die plotseling is opgegaan, terwijl hij in zijn liefde en in zijn wil nog lang niet de kracht bezit om ernaar te kunnen handelen. Daarom moeten bij de mens zijn hart en verstand steeds tegelijk geleidelijk ontwikkeld en sterker gemaakt worden, anders kan geen mens echt vooruitgaan in inzicht en het handelen daarnaar.
Hoofdstuk 103: De weg van de mensen naar het doel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] Ik zei: 'Vrouw, bemoei je niet met wat Ik voor jullie doe! In de wijn die de wijnstok jullie geeft zit wel een verdovende en de mens verontreinigende geest, die de ziel niet verlicht maar wel verduistert. Maar in de wijn die Ik jullie hier uit de hemelen geef, bevindt zich de geest van de ware en levende liefde en wijsheid; want die is eigenlijk Mijn woord en Mijn wil. Daarom moeten jullie die ook zonder enige vrees of schroom drinken, opdat jullie de kracht krijgen om in jullie land in Mijn naam de andere mensen Mijn woord en Mijn wil bekend te maken!'
Hoofdstuk 108: Over de kracht van de geest (13.1.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Kijk, de wijn die door de wijnstok geleidelijk aan bereid wordt, is net zo'n wonder als deze wijn, die Ik hier plotseling voor jullie heb geschapen! Ik zou de wijn en ook al het andere voortdurend kunnen scheppen zoals de wolken en de regen in de lucht en zoals Ik nu ook voor jullie de versterkende wijn heb geschapen uit de lucht, waarin alle bestanddelen die nodig zijn voor de wijn reeds aanwezig zijn, evenals alles wat vereist is voor het voortbrengen van alle andere geschapen dingen. De mens kan dat met zijn lichamelijke ogen niet zien, maar alleen de geest kan dat zien, afzonderen en verenigen, en het dan plotseling of om het menselijk verstand, de liefde en het geduld te beproeven, en ook om de werkzaamheid van de mensen op te wekken en de traagheid van de mensen geen kans te geven -stap voor stap op de jullie bekende manier tot stand brengen. Maar altijd is het een en dezelfde geest, die als enige in staat is alles op de ene of op de andere manier te bewerkstelligen, omdat hij uiteindelijk het oerbegin van alles is en ook eeuwig zal zijn; want alles wat bestaat is in de grond van de zaak alleen maar de macht, kracht, liefde, wijsheid en wil van de geest.
Hoofdstuk 108: Over de kracht van de geest (13.1.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] Toen ze met hun rijke buit thuis aankwamen en hun verwanten zagen met wat voor grote hoeveelheid vissen ze thuis waren gekomen, kwam er geen eind aan de verbazing. En de verwanten zeiden: 'Luister, zoveel vissen, en voor het merendeel enkel edele vissen, hebben jullie zelfs in de meest gunstige tijd nog nooit gevangen! Er moet een wonder voor jullie zijn gedaan door een of ander vroom en God zeer welgevallig mens, zoals er nu verschillende schijnen te zijn, sinds de grote Heiland uit Nazareth rondtrekt en met goddelijke kracht en stem de mensen de waarheid leert!'
Hoofdstuk 136: De Heer en de arme visser - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] Maar de visser, die tevoren in een boot bij ons aan land was gekomen, zei: 'Luister, deze mens Jezus van Nazareth is niet zoals een profeet die alleen maar kan zeggen en doen wat hem door Gods geest gegeven en toegestaan wordt, maar Hij is iemand in wie de volheid van Gods geest, kracht en macht lichamelijk woont; want Hij zegt niet net zoals de profeten: 'De Heer heeft tot mij gesproken: 'Open je mond en verkondig het volk Mijn wil en spreek zo tot degenen die Mij vergeten zijn - en doe dit en dat!" Want onze Jezus zegt: 'Ik ben de Heer en jullie zijn allemaal broeders, en niemand, van jullie moet zich boven de ander verheffen!' En tegen de zieken zegt Hij: Ik wil het - wees genezen!', en dan wordt de zieke op hetzelfde ogenblik genezen. Wie blind was, ziet scherper dan een adelaar, en wie verlamd was, springt als een hert. En als Hij tegen een dode zegt: 'Sta op en wandel!', dan richt de dode zich vol nieuw leven op en wandelt opgewekt en blij rond.
Hoofdstuk 136: De Heer en de arme visser - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Maar in degenen die wel in Mij geloven en 'Heer, Heer!' zeggen, maar lauw zijn in hun handelen en nalatig in hun liefde voor hun naaste, zal Ik niet wonen en Ik zal Mijzelf niet aan hen openbaren en Mijn kracht en wijsheid zal hun ziel niet vervullen. Want omdat ieder mens een volkomen vrije wil heeft, wil Ik dat hij eerst, door in alles Mijn getrouw aan hem geopenbaarde wil te doen, geheel uit vrije wil naar Mij toe komt; en dan zal Ik ook bij hem komen, Mijzelf aan hem openbaren en hem vervolgens door de Heilige Geest van Mijn eeuwige en alom heersende liefde met al Mijn wijsheid en macht vervullen. - Zo sprak de Heer vroeger, en ook nu!'
Hoofdstuk 158: De Grieken herkennen de Heer. Doel en oorzaken van ziekten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] De twee Grieken zeiden: 'O Heer, Heer, wij danken U uit het diepst van ons hart en leven voor de zo wonderbaarlijk plotselinge genezing van ons lichaam, maar we vragen U ook of U ons, als we ten gevolge van onze lichamelijke gezondheid op wat voor manier dan ook zwak zouden kunnen worden en ons door de een of andere verleiding van de wereld en ons vlees zouden laten bekoren, -of U ons steeds de nodige kracht wilt schenken om alle verzoekingen die over ons zouden kunnen komen, met ware heldenmoed te kunnen weerstaan; want wij zien nu zelf al dat geen mens zonder Uw hulp alle gevaren en allerlei soorten vijanden die op hem loeren, kan overwinnen.
Hoofdstuk 159: Het beoefenen van de naastenliefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Het is wel gemakkelijk om een vijand, die men ziet, te ontwijken of hem met wapens in de hand krachtig en vol moed tegemoet te treden en hem onschadelijk te maken; maar de mens heeft ontelbaar vele onzichtbare vijanden, waartegen alleen U, o Heer, Heer, het steeds met succes kunt opnemen. Daarom vragen wij U dan ook om Uw hulp, wanneer er een onzichtbare vijand ons zou naderen om ons schade toe te brengen; want zulke vijanden kan een mens alleen met Uw alvermogende kracht meester worden.'
Hoofdstuk 159: Het beoefenen van de naastenliefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Kijk, jouw almachtige helper is wat zijn lichaam betreft ook een mens, waarin veel voor ons onbegrijpelijke bovennatuurlijke kracht woont, die vroeger op soortgelijke wijze ook in de mens Mozes woonde, die een pleegzoon van een farao was, en daarna ook in nog vele andere profeten heeft gewoond, zoals ons uit de Schrift van de Joden bekend is.
Hoofdstuk 163: De twijfel van de rechter - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Hierop liep de arts heel dicht naar Rafaël toe en voelde aan zijn handen. Toen hij daarmee klaar was, zei hij: 'Ja, prachtige en stellig ook zalige vriend, je uiterlijk is werkelijk onmiskenbaar van geestelijke aard; want de onbeschrijfelijke zachtheid en blankheid van de huid van je lichaam en het etherische van je geplooide gewaad verkondigen luid, dat zoiets nog nooit bij een mens is aangetroffen en gezien. Maar het stevige, krachtige van je armen die ik nu heb gevoeld heeft niets van geestelijke aard in zich en toont dat jij je, afgezien van je geestelijke macht en kracht, ook vanwege je natuurlijke spierkracht en stevigheid met menige worstelaar zou kunnen meten -en toch ben je een volkomen zuivere geest! Hoe moet ik dat begrijpen?'
Hoofdstuk 175: De arts kan geen verklaring vinden voor het wezen van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Als God echter niet wijs zou zijn, zou Hij ook niet zo machtig zijn om iets vanuit Zichzelf tot een als het ware buiten Hem bestaand en vorm hebbend leven te roepen. Een allerhoogste macht en kracht is echter niet denkbaar zonder een hoogste, zuiverste, aller onbaatzuchtigste liefde en, uitgaande van haar eeuwig levende vuur, een allerhoogst en uiterst levend wijsheidslicht. En van dat licht kan geen enkel ook maar enigszins gelouterd menselijk verstand ooit verwachten, dat ze *(* D. w.z. de liefde en wijsheid van God.) allerlei zwakke en onbeholpen wezens in een dikwijls uiterst kort leven roept om zich daardoor een kortstondig genoegen te verschaffen, zoals kinderen met hun speelgoed; want in dat als zodanig totaalonmogelijke geval zou God in Zijn liefde en wijsheid net zo machteloos zijn als een mens en zou Hij door de macht van Zijn wil geen enkel wezen tot een werkelijk bestaan kunnen roepen.
Hoofdstuk 179: Over de wijsheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Ik zei: 'Vriend, je hebt nu heel goed gesproken en Mijn hart heeft zich verkwikt aan de bedoeling van jouw woorden! Het is dus ook juist als de mens die om iets bidt en dankt, zich daarbij zo gedraagt als jij nu uiteengezet hebt; maar dan zou de mens ook steeds volkomen in jouw gezindheid moeten blijven, en alleen aan het innerlijk de ware waarde van het leven toekennen en het uiterlijke alleen in zekere zin als een last met zich meeslepen en het ondergeschikt maken aan zijn innerlijke kracht; het op die manier bidden, danken en vereren zou, zoals gezegd, heel juist en goed en Mij welgevallig zijn.
Hoofdstuk 209: De gevaren van de ceremoniële godsdienst en ceremonieel bidden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Een van hen zei: 'Het is moeilijk voor ons om daar een oordeel over te vellen! Met de buitengewone macht van zijn wil hebben we daar boven in de lucht ervaring opgedaan, en wij hebben geen ander bewijs nodig dat er in deze man een goddelijke kracht moet wonen, anders had hij ons vast niet zonder enig hulpmiddel in de lucht kunnen heffen en ons daar kunnen houden.Wij zijn echter allemaal al te ver van het geloof in een almachtig goddelijk wezen afgeraakt, omdat onze goden voor de zintuigen en het verstand van ieder denkend mens volslagen onbeduidend blijken te zijn; en nu komen we plotseling een reële god in de gestalte van een mens tegen en weten nu niet wat we van hem moeten denken. Ik denk dat dat niet zomaar in één klap te begrijpen is.
Hoofdstuk 11: De bedenkingen van de commandant tegen de goddelijkheid van de Heer (12.7.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Wat God als de oereeuwige Geest in Zichzelf en door Zichzelf in staat is te doen, kan de geest Gods ook in de mens doen. Want God Zelf is in Zichzelf de zuiverste liefde, dus in Zichzelf ook het zuiverste levensvuur, zodoende ook het zuiverste en helderste licht en derhalve in Zichzelf de hoogste wijsheid en daardoor ook de hoogste alom werkzame macht en kracht.
Hoofdstuk 17: Rafaël verklaart zijn macht (25.7.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] De volmaakt wijze orde van deze hoogste macht en kracht is de eeuwige wet, waar alle dingen zich naar moeten richten. Deze wet heerst ook over het lichaam van de mens; maar aan de ziel van de mens is een vrije wil gegeven en de wet is aan haar geopenbaard, opdat ze die in zich opneemt en haar wil daarnaar richt, ernaar leeft en handelt, om zo de volledige gelijkenis met God te bereiken, hetgeen haar bestemming is.
Hoofdstuk 17: Rafaël verklaart zijn macht (25.7.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30  ...