Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

494 resultaten - Pagina 17 van 33

...  5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30  ...
[9] Ik zei: 'Daarvoor hoef je ons niet te begeleiden, aangezien Ikzelf alle wegen op de hele aarde uitstekend ken; maar vanwege jouw vriendelijkheid kun je ons wel een poosje vergezellen!'
Hoofdstuk 229: Over het vliegen van de mensen De Heer in het dal van de Jordaan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Stuur nu de Farizeeën en de kooplieden naar Mij toe, en terwijl Ik zal proberen hen tenminste op wat betere wegen te leiden, laat jij je door Mijn leerling Johannes in de diepte van Mijn leer inwijden, opdat je die helemaal leert kennen!'
Hoofdstuk 4: De Farizeeën bij de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[10] Wie niet zoekt zal ook niet vinden, voor wie niet klopt, wordt ook niet opengedaan! Wie gelooft dat de geestelijke kennis van het goede en ware hém moet opzoeken, opdat hem die op zijn regelmatige wereldse wegen vanzelf toevalt, kan eeuwig lang wachten tot hij die ontvangt. Wie uit gemakzucht en vanwege wereldse zaken zelfs niet een heel kleine omweg wil maken om de bron der waarheid te zoeken, ofschoon hij daar reeds van gehoord heeft, behoort tot de wereldse mensen tot wie de Heer aan het einde der tijden zal zeggen: 'jullie hebben over Mij gehoord en hebben Mij toch niet gezocht -nu zoek Ik jullie niet, ondanks dat Ik weet dat jullie er zijn. Ga weg van Mij en ga daarheen, waar jullie liefde je heentrekt!'
Hoofdstuk 7: De koopman zoekt de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[2] Want nu naderde geleidelijk aan de tijd, waarvan geschreven staat: 'Nu zien jullie Mij nog; maar over een poosje zullen jullie Mij niet zien!', en het was nodig om al Mijn volgelingen die daar rijp voor waren, daar nader van op de hoogte te brengen. Want nog altijd wilden met name Mijn leerlingen niet geloven dat de Joden macht en gezag over Mij zouden krijgen, ondanks de vele aanwijzingen die ze daarover hadden gekregen. Ik leidde hen daarom op volkomen onbekende wegen steeds dieper de bergen in.
Hoofdstuk 15: De Heer bereidt Zijn leerlingen voor op de toekomst - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[10] Wanneer jullie het werk zullen voortzetten dat door Mij hier volbracht zal worden, herinner je dan Mijn woorden op de berg Gerizim: 'Zalig zijn zij, die ter wille van de gerechtigheid vervolgd worden (en hun wegen niet opgeven); want het hemelrijk is voor hen! Zalig zijn jullie, wanneer de mensen jullie om omwille van Mij smaden en vervolgen en allerlei kwaad tegen jullie spreken, als ze daarmee liegen!' Want hun leugens zullen zich tegen henzelf keren en hen vernietigen, en jullie zullen de kroon der waarachtigheid ontvangen! Vrees dus niet, ook al zien jullie Mij niet meer; want desondanks zal Ik bij jullie blijven tot aan het einde van de wereld!
Hoofdstuk 15: De Heer bereidt Zijn leerlingen voor op de toekomst - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[15] Ik zei: 'Wat Ikzelf in Mijn rijk binnenleid, is voor eeuwig voor jou verloren. Sinds het eerste begin van de wereld weet Ik het best welke wegen naar het heil leiden. Maar neem je in acht -jouw maat is vol! Uit liefde voor de schepselen van Mijn hemelen en aarden ben Ik teruggekomen, en uit liefde voor hen zal Ik het werk voltooien, ondanks jouw hardnekkigheid!
Hoofdstuk 16: De Heer en Lucifer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[1] Toen allen de volgende dag ontwaakten, voelden ze zich zeer gesterkt; maar toch viel het hun erg op dat ieder van hen in zijn ziel een eigenaardige leegte en onafhankelijkheid voelde, die zich met name uitdrukte in het feit dat Mijn leerlingen over verschillende vragen onder elkaar discussieerden, in plaats van de beantwoording ervan aan Mij over te laten zoals ze dat anders deden. Dat was het eerste teken dat zich bij hen deed gelden van hun nieuwe zelfstandigheid en vrije besluitvorming over hun verdere wegen en dat bij Petrus, ondanks zijn grote liefde voor Mij, later zelfs tot verloochening leidde.
Hoofdstuk 19: De Heer neemt Zijn intrek bij Raël - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[16] Nooit zullen er echter kunstwerken gemaakt kunnen worden vanuit het oogpunt van schoonheid, als in de ziel van de kunstenaar niet het vermogen aanwezig is om zich tot zuiverder sferen te verheffen, dat wil zeggen met zijn geestelijk oog te kijken om zelf iets te scheppen. Hoe hij datgene wat hij heeft gezien vorm geeft, is afhankelijk van zijn vrije wil.Vooruitgang boeken, om steeds volmaaktere dingen te geven, kan hij echter alleen, als hij de wegen van het scheppen inslaat die in Mijn ogen juist zijn.
Hoofdstuk 24: Een uiteenzetting van de Heer over kunst - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[18] Er stonden slechts twee wegen open. De eerste weg was: Lucifer met zijn aanhang te vernietigen, om daarna een tweede te scheppen, die waarschijnlijk aan dezelfde dwaling onderworpen geweest zou zijn, aangezien er geen volmaaktere geest geheel vrij buiten Mij gesteld en die derhalve onafhankelijk van Mijn wil geschapen kon worden. Het scheppen van machines die willoos uitvoeren wat Ik beveel was geen probleem. Maar om het licht van het zelfbewustzijn te verwerven was de tot nu toe gekozen weg de enige. Omdat echter door, dat wil zeggen door middel van Lucifer ook de andere geesten waren geschapen die Mij trouw waren gebleven, behoorden zij tot zijn sfeer. Een plotselinge vernietiging van Lucifer zou dus ook de vernietiging van alle levende wezens hebben betekend.
Hoofdstuk 17: De onthulling van het scheppings en verlossingsplan - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[15] Twaalf jaar ben ik een leerling van deze bijzondere man gebleven, de enige aan wie hij zijn volle vertrouwen schonk. Op een dag zei de wijze tegen mij dat hij voelde dat zijn dood nabij was, en dat hij wenste dat ik zou bewaren wat hij mij had geleerd. Hij zei dat er maar één God was, en alles wat geschapen was moest Hem alleen dienen. Maar de Godheid had besloten -zo was hem meegedeeld -om Haar schepselen meer dan zalig te maken, door Zichzelf met het vlees te omhullen en als mens neer te dalen, om de wegen van heil te tonen aan allen die die wegen willen gaan. Maar korte tijd daarna zou daar een groot gericht aan verbonden zijn, opdat de wegen duidelijk zichtbaar zouden zijn, ook voor de donkere macht der duisternis die probeert te gronde te richten, ofschoon deze wegen ook voor haar gelden. Daarom was het goed dat iedereen in zichzelf zou keren, opdat hij niet door het gericht getroffen zou worden. En die inkeer zou moeten zijn: God boven alles lief te hebben en de van Hem uitstralende krachten te eerbiedigen, maar niet als goden te vereren, om dwaalwegen te vermijden. Het zou niet lang duren voor het gericht zou beginnen dat alle goden omver zou werpen.
Hoofdstuk 20: Raël vertelt zijn levensverhaal - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[9] Ik,jullie Leermeester, ben echter naar de aarde gekomen om hun de beste wegen te wijzen. En omdat Ik de Leermeester en de Wijze aller werelden ben, zal het doel ook heel zeker bereikt worden -weliswaar langs wegen die een vleselijk mens verkeerd zullen voorkomen, maar die voor een mens die reeds in het vlees geestelijk gewekt is en voor een zuiver geestelijk mens gemakkelijk te begrijpen zullen zijn.'
Hoofdstuk 26: De macht van de liefde - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[5] Kijk, zoals de natuur jullie reeds leert hoe te werk wordt gegaan om de lichamelijke mens te voeden, zo gebeurt het ook met de geestelijke mens! Er moet een vrucht geschapen worden, die zaad en eetbaar voedsel biedt. Maar omdat dat voedsel niet alleen de mens toekomt, maar tevens het hele universum, moeten er ook speciale wegen bewandeld worden. Omdat verder aan de mensen een vrije wil is gegeven, kunnen zij zich echter ook verwijderen van het juiste scheppingspunt, van waaruit beide richtingen werden uitgezet. Uit het volgende zullen jullie dat veel gemakkelijker begrijpen.
Hoofdstuk 27: Over geestelijke en wereldse mensen - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[10] Ik zei: 'Raël, al jouw zonden zijn je allang vergeven; want Ik ben geen God van straf, maar van liefde. Hoe zou Ik dan iets kunnen bestraffen, als zoals bij jou -iemand in volle ernst meent waarom hij dat vraagt, zoals jij nu?! Maar Ik ben in de wereld gekomen om de grote zondelast die de mensen in hun grote blindheid op zich laden, te vernietigen en de wegen naar de grootste gelukzaligheid voor hen vrij te maken.
Hoofdstuk 30: Over het sterven - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[11] Ik hief haar op van de grond en zei: 'De geest die in Mij leeft had, als jullie geloofd zouden hebben, je broer ook kunnen beschermen, ook al was Ik niet aanwezig; maar jullie zijn onmondige kinderen en begrijpen Gods wegen niet!'
Hoofdstuk 35: De Heer en Maria - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[14] Ook de andere Joden, die Mij en Mijn woord toch allemaal kenden want het waren echte vrienden van Lazarus die zelf arm waren, maar voor wie hij tijdens zijn leven veel goeds had gedaan en die hem in hun hart heel dankbaar waren -vielen de spreker bij en kwamen in opstand tegen God. Maria begon echter des te heviger te huilen, en de Mijnen keken Mij aan met blikken die duidelijk uitdrukten dat zij in dit geval de wegen van de Godheid niet begrepen.
Hoofdstuk 35: De Heer en Maria - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
...  5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30  ...