Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

330 resultaten - Pagina 17 van 23

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23
[12] Jozef, moe van het vele ge­pieker, viel eveneens in een slui­mer. ..en zie, nu verscheen hem een Engel des Heren in een droom, die tot hem sprak:
Hoofdstuk 9: Maria s verhaal over de heilige en geheimzinnige gebeurtenissen. Jozefs angst en zijn zorg; zijn besluit om Maria weg te sturen. Wenk van de Heer aan Jozef in een droom. Maria blijft in Jozefs huis - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[2] 'Broeder, hier heb je nu weer zo'n geval, waarin de Heer ons -zoals laatst bij die maans­verduistering -uit de droom zou kunnen helpen!
Hoofdstuk 223: Aanschouwelijk onderricht over het wezen van kometen aan de hand van de melkschotel als voorbeeld - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[9] "Deze nacht nog zal Ik je in een heldere droom Mijn Engel zenden; hij zal je Mijn wil bekend maken...
Hoofdstuk 257: De dood van Herodes. Archelaüs wordt koning. De engel des Heren draagt Jozef op naar het land Israël terug te keren. Wonderbaarlijke reisuitrusting. Jozef geeft alles over aan Jonatha en verzoekt hem om hen na te komen. Het afscheid - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[13] Toen hij nu zo op zijn bed lag te slapen en zijn vermoeide ledematen rust gunde, verscheen hem in een droom de Engel des Heren, die tot hem zei:
Hoofdstuk 257: De dood van Herodes. Archelaüs wordt koning. De engel des Heren draagt Jozef op naar het land Israël terug te keren. Wonderbaarlijke reisuitrusting. Jozef geeft alles over aan Jonatha en verzoekt hem om hen na te komen. Het afscheid - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[18] Maar 's nachts kwam nu de Geest des Heren Zelf over Jozef in een droom.
Hoofdstuk 258: Na een bezwaarlijke reis komt de Heilige Familie in het vader­land aan. Maria montert de angstige Jozef op. Bevel van de Heer om naar Nazareth te trekken. De aankomst aldaar - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[12] 'Salome, ik zie die ver­schijning in Bethlehem nog steeds levendig voor me, als in een ver­rukkelijke uiterst verheven droom, en deze hof herinnert mij daar voortdurend aan.
Hoofdstuk 259: Idyllische avondlijke scène op het dakterras van Salome. De kleine karavaan door Cornelius ontdekt - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[1] De volgende dag, op dezelfde tijd als die, waarop de herders­jongen moedwillig tegen het Kindje opbotste, kwam hij in zijn bed weer tot leven, stond op, en vroeg als iemand die zojuist uit een droom ontwaakt is, wat er ge­beurd was, en hoe hij in dit bed terecht was gekomen.
Hoofdstuk 285: De herdersjongen uit de dood opgewekt; diens vrees voor het heilige Kindje. Zijn vader wijst hem terecht en legt een waar getuigenis af over Jozef en het Kindje. De liefde van het Kindje - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[6] Immers wat heb ik vroeger ooit geweten over leven en dood?! Alle wijzen van deze wereld tezamen zouden mij dit raadsel niet hebben kunnen onthullen! Ja, ons veelgodendom leert wel een dichterlijke onsterfelijkheid, maar die heeft met de werkelijkheid even weinig van doen als 'n loze droom, waarin men van het ene ogenblik op het andere te voet over zee wandelt en met een schip over land vaart.
Hoofdstuk 9: Vijfde brief van Abgarus aan Jezus ( drie weken na ontvangst van het vierde antwoordschrijven van de Heer) - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[32] Als de hoogst ongelukkige zielen elkaar bij zulke oorlogen vrijwel geheel in stukken hebben gescheurd -natuurlijk alle­maal slechts schijnbaar -komen ze weer enigszins tot rust. Dan toont hun geest hun weer in een heldere droom hoe onbeduidend, vruchteloos en zinloos hun dwaze en blinde inspanningen waren, en toont hij hun de betere weg tot ommekeer.
Hoofdstuk 13: Over het weerzien in het grote hiernamaals - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[23] De oergeest werkt nu in het hart van de ziel tegen de begeerten van de ziel en schept nu steeds meer beelden voor haar, die enerzijds datgene bevatten wat de egoïstische, heers­zuchtige en genotzuchtige instelling van de ziel aanspreekt. Maar zodra zij die dingen in haar droom, die zij natuurlijk voor de werkelijkheid houdt, vol begeerte wil grijpen, worden ze teniet gedaan of wijken ze terug en vluchten weg. Anderzijds worden voor de zielook beelden geproduceerd die nuttig voor haar zijn en, als ze die aangrijpt en tot haar best­wil aanwendt, blijven bestaan en dan begint zich uit de droom een hechte en blijvende wereld voor haar te ontwikkelen.
Hoofdstuk 13: Over het weerzien in het grote hiernamaals - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[22] Deze activiteit (van de oergeest uit God) brengt de woeste activiteit van de ziel tot bedaren, zodat de ziel tenslotte in zichzelf gewoon in slaap valt en dus rust. Tijdens deze rust is ze meer verenigd met haar oergeest uit Mij en komt ze tot een échte droom, waarin ze ook blijft, omdat ze zich in die toe­stand heel behaaglijk voelt; deze toestand noemden de oude zielen­ en levensonderzoekers de 'zielenslaap'.
Hoofdstuk 13: Over het weerzien in het grote hiernamaals - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[10] Beteren zij zich echter niet, dan blijven ze ondenkbaar lange tijd in hun steeds boosaardiger wordende droomwereld. Dan is er geen sprake van een vreugdevol weerzien en herken­nen, evenmin als iemand zich in een droom zijn uiterlijke omstandigheden en levenstoestanden kan herinneren, maar enkel ziet wat zijn fantasie hem in beelden voorschotelt. Evenmin en eigenlijk nog veel minder kan een duistere ziel zich aan gene zijde iets herinneren of iets herkennen; want in haar droomwereld is ze nooit actief, maar altijd alleen maar passiet: en daarom kan ze zich, naar aardse begrippen gedu­rende een eeuwig durende tijd, niet meer uit zichzelf bevrij­den!
Hoofdstuk 13: Over het weerzien in het grote hiernamaals - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[2] Bij veel mensen die hun hoofd en hart op de rechte plaats heb­ben, blijft, wanneer zij niet al te vast in hun geloof staan, de beklemmende vraag bestaan of er na dit korte aardse leven nog een verder leven zal zijn en hoe dat er dan wel uit zal zien. Zal de mens zichzelf nog herkennen als dat wat hij hier op aarde was en zal hij zijn bewustzijn en de volledige herinnering aan al zijn aardse toestanden behouden, of zal zijn bewustzijn en herinnering veeleer lijken op dat in een droom? Een droom, waarin de mens wel zichzelf herkent als degene die hij in het wakende aardse leven was en zich wel bewust is van zijn per­soonlijkheid, zij het onder steeds nieuwe levensomstandighe­den, maar waarin alle objectieve levensomstandigheden van déze zijde vrijwel alle realiteit verloren hebben, behalve de enkele dingen die diep in de gevoelswereld van de mens ver­ankerd liggen, zoals bijvoorbeeld zijn naaste verwanten en de eigen leef­ en woonomgeving, maar zelfs ook deze vrijwel altijd in vreemde omstandigheden en vormen? En is er in het grote hiernamaals onder zulke geestelijke omstandigheden wel een weerzien waarbij men elkaar over en weer herkent?
Hoofdstuk 13: Over het weerzien in het grote hiernamaals - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[13] Ben ik soms een slaapwandelaar? Droom ik misschien, of zou ik soms echt gestorven zijn? Ach, dit is toch een vervloekt domme toestand! Weliswaar ben ik nu heel gezond en voel geen pijn, en ik herinner mij iedere kleinigheid van mijn leven. Ik was toch heel erg ziek; ik heb die domme artsen de waarheid gezegd en die twee huichelaars naar de duivel gejaagd en heb in mijn opwinding ook, natuurlijk door de al te hevige pijn, de Schepper een paar fikse grofheden voor de voeten gegooid -dat herinner ik mij allemaal heel goed! Ook weet ik, dat ik heel boos was en iedereen van woede had kun­nen verscheuren. Maar nu is alles verdwenen. Het zou wel in orde zijn, als ik maar wist waar ik nu eigenlijk ben en wat er met mij gebeurd is.
Hoofdstuk 7: De overgang van een veldheer - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[6] Zo mogen de zielen door de erbarmende liefde en wijsheid van de hemelse Vader innerlijke, geestelijke ervaringen opdoen, die deels een aangenaam en vreugdevol en deels een pijnlijk en schrikwekkend karakter hebben, terwijl zij als in een droom in de laagste of middelste regionen van de geeste­lijke wereld leven. Dit alles duurt voort totdat de ziel door dit geestelijke 'vagevuur' gelouterd is en uit haar droomleven ont­waakt om naar de lichte, zuivere sferen van de zaligen op te stijgen.
Hoofdstuk 0: Voorwoord - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23