Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

32391 resultaten - Pagina 17 van 2160

...  5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30  ...
[1] SUETAL is helemaal stom van verbazing en hij vraagt aan Julius: "Heer, het is niet te begrijpen waar deze mens die wijsheid vandaan heeft! Ik ken hem toch nog goed van de tempel en daar liet hij allerminst iets van wijsheid merken! Toen wij tesamen met hem uit Genezareth per schip hierheen zijn gebracht, was hij ten prooi aan een ontzettende razernij en zag hij er over 't algemeen niet menselijk uit. Sinds die tijd zijn er maar nauwelijks vier en twintig uur voorbij en nu is het niveau van zijn wijsheid zo hoog dat geen Salomo in al zijn wijsheid daarvan ooit ook maar gedroomd zou hebben! Vertelons toch, wat er met hem is gebeurd. Hoe werd hij zo verlicht van geest?" Hoe werd hij zo verlicht van geest?"
Hoofdstuk 44: Ik ben de waarheid, de weg en het leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] JULIUS zegt: "Weten jullie dan niet dat bij God alle dingen mogelijk zijn? Pas datgene, wat hij jullie nu heeft gezegd, in de praktijk toe, dan zullen jullie zelf wel ondervinden hoe een mens in zo korte tijd zo'n graad van wijsheid kan bereiken! Ex trunco non fit Mercurius (Een boomstronk zal nooit een Mercurius worden) zegt reeds een Romeins spreekwoord; een stronk is onbeweeglijk en er is geen activiteit aan te bekennen, terwijl in de figuratieve godenleer van de Romeinen geen god zo druk bezig was als Mercurius. Met Mercurius wordt hier dus zeer druk bezig zijn bedoeld en met een boomstronk de grootst mogelijke passiviteit; daarom zal een boomstronk nooit een Mercurius worden. Het wijze woord zegt dan ook, dat je geheel en al bezig moet zijn om tot de ware wijsheid te komen, een andere bekende weg daarheen is er niet. Zij is niet net als een andere wetenschap te leren, maar is alleen maar te verkrijgen door het ware bezig zijn volgens de leer der wijsheid.
Hoofdstuk 44: Ik ben de waarheid, de weg en het leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] IK zeg: "Nu, in dat geval is alles helemaal in orde en zal er met deze mensen zeker veel goeds bereikt kunnen worden. Maar natuurlijk zullen zij nog menige kleine proef moeten ondergaan. Dat jullie hen in het vreemdelingenlegioen opnemen is goed, maar jullie moeten hun voldoende gelegenheid geven om op de onderkende heilsweg verder te kunnen gaan. De vijf, met Mathaël aan het hoofd, moeten jullie over het legioen verdelen. Zij zullen jullie allen in Mijn naam goede diensten bewijzen en in korte tijd hun innerlijke wijsheid op de juiste wijze toepassen. Maar voorlopig mogen zij zich niet in Galiléa ophouden, want het zal niet zo erg lang duren voor de tempel er lucht van krijgt dat zo'n zeven en veertig leden hem de rug hebben toegekeerd en door Herodes zal de tempel jacht op hen laten maken. Als ze echter niet in Galiléa en ook nergens anders gevonden worden, zullen de speurders onverrichter zake weer terugkeren. Men zal dan de zeven en veertig als verongelukt en verloren beschouwen en zich verder niet meer om hen bekommeren. Zo blijven jullie Romeinen buiten schot en door jullie de zeven en veertig ook en iedereen is zonder een leugen om bestwil geholpen!"
Hoofdstuk 44: Ik ben de waarheid, de weg en het leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Zodra die het brood en de wijn zien, krijgen ze ook meteen een geweldige honger en JULIUS zegt tegen hen als hl] hun geeuwhonger. bemerkt: "Dat jullie erge honger hebben, weet Ik, maar .als je gezond wilt blijven, eet dan nu niet te schielijk, maar neem er de tijd voor, dan zal het Jullie goed bekomen!"
Hoofdstuk 45: De genezing op de gezegende weide. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] JULIUS zegt: "Heel goed, huidige vrienden! Jullie zijn goed van zin, hoewel daar nog begrijpelijk veel eigenliefde in schuilt. Dat zal hopelijk met de tijd wel verdwijnen. Maar vandaag zullen jullie nog bijzondere dingen zien en horen, daar zullen jullie veel aan hebben! -Maar vraag niet te veel, jullie moeten luisteren en kijken, de uitleg krijgen jullie vanzelf wel!"
Hoofdstuk 45: De genezing op de gezegende weide. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Een ANDER van de twaalf zegt: "Dat denk ik niet. Jullie acht weten nog lang niet wat ik weet, want jullie komen uit het zuiden en weten weinig van wat zich allemaal in korte tijd bij de Galileeërs heeft voorgedaan. Jullie weten, dat ik en nog drie anderen uit de bergachtige omgeving van Genezareth samen met jullie zijn opgepakt wegens deelname aan jullie pogingen tot opruiing en hiernaartoe zijn gebracht. Nauwelijks drie dagen voor jullie aankomst hebben in Genezareth ongehoorde gebeurtenissen plaatsgevonden. Daar kwam de door de Romeinse hoofdman eerder genoemde wonderheiland uit Nazareth en genas slechts door zijn goddelijk, almachtige woord alle zieken, die, met wat voor kwalen dan ook behept, daarheen waren gebracht!
Hoofdstuk 45: De genezing op de gezegende weide. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] IK zeg: "O, dat is niet zo moeilijk! Het is weliswaar tijd voor het middagmaal, en de gastheer zal daar wel gauw mee klaar zijn, maar er is nog wel tijd voor een kleine proef met een leerling. Juist de jongste zal dat doen en jou, als strenge examinator, tonen wat hij al kan! -Wil je zoiets?"
Hoofdstuk 52: De steen die brood werd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] IK zeg: " Ah, waarom dan?! Hij is vrij en kan gaan wanneer hij wil, en hij zal ook wel gaan als hij hier niets meer te doen heeft! Jij bent nu wel helemaal tevredengesteld, maar al je metgezellen nog niet, zelfs Ribar niet die het nu toch helemaal met je eens is. Hij is nog steeds met het eerste wonder bezig en komt er nog lang niet helemaal uit. En daarom, omdat er nog tijd is, zullen wij zo nodig nog een teken van hem vragen!"
Hoofdstuk 54: Het wonder van de vis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] IK zeg: "Wees daar maar niet bang voor, want daar sta Ik wel voor in en Ik zal het te zijner tijd wel weten te verantwoorden als Ik daarvoor onderhanden genomen mocht worden. Maar Ribar en de anderen moeten we toch vragen wat voor soort teken zij wensen, omdat anders één van hen al gauw zou kunnen zeggen dat men het teken al lang van tevoren heeft voorbereid en precies heeft afgesproken. Als zij echter zelf zeggen wat het teken moet zijn, kan er van een eerdere afspraak geen sprake zijn. -Ben je het daarmee eens of niet?"
Hoofdstuk 54: Het wonder van de vis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Dan richt SUETAL zich tot Ribar, terwijl hij hem aan zijn mantel trekt en zegt: "Ribar, de vraag en het onderwerp waarover het hier gaat, is uiterst belangrijk, vooral voor ons Joden. Misschien kun jij ons daarover uitsluitsel geven, omdat jij naar mijn weten geen totale leek bent op het gebied van de Schrift. Kijk, alle grote beloften vanaf -zeg maar -Adam tot bijna aan onze tijd toe, kennen wij. Volgens deze zeker niet uit de lucht gegrepen beloften verwachten wij een Messias die met name de Joden, als het oude volk van God, bevrijden zal van alle mogelijke lichamelijke en geestelijke kwalen! Wel, de daden van de beroemde heiland hebben wij met eigen ogen gezien en nog meer hebben wij uit de meest recente ervaringen van oog en oorgetuigen met onze eigen oren gehoord, wat hij allemaal doet en heeft gedaan. Mijn vraag is, of God Zelf, neerdalend uit Zijn hoogste hemelen op de aarde, méér zou doen en wonderbaarlijkers, dan de heiland uit Nazareth! Het antwoord op deze vraag kan alleen maar 'Nee' zijn.
Hoofdstuk 56: Het wonder van de ezel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] RAPHAËL zegt: " Als ik mocht, zou ik dat ook heel graag doen, maar ik mag ondanks al mijn almachtige kracht, die de eeuwige meester aller dingen mij geeft, niet vóór de tijd uit de school klappen.
Hoofdstuk 56: Het wonder van de ezel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] "Kijk, binnen in een huis heerst al sinds lang een grote wanorde, alle kamers zijn vuil en liggen vol rommel, Maar de heer des huizes is altijd maar buiten bezig en gunt zich daarom niet voldoende tijd om zijn huis van binnen schoon te maken. Omdat hij daar 's nachts echter toch moet slapen en dan de bedompte lucht inademt, wordt hij ziek en zwak, en het zal hem dus steeds zwaarder vallen zijn huis schoon te maken en in de onreine lucht te genezen.
Hoofdstuk 61: Het leven is een strijd, zowel uiterlijk als innerlijk. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[20] Gewoonlijk begint men met allerlei uitleggingen, omdat iedere stichter van een leer altijd min of meer de oude mystiek aanhangt en zijn overigens vaak zeer gezonde leer opvult met allerlei onbegrijpelijke, mystieke brokstukken, die hij eerst waarschijnlijk zelf niet heeft begrepen en waarvan zij die na hem komen nog minder kunnen begrijpen. Langzaam maar zeker wordt zo'n leer dan steeds meer omvattend, het oude mystieke daarin wordt steeds mystieker, men bouwt grote zalen en verricht met doodernstige gezichten allerlei ceremoniële handelingen, om het volk de oude heiligheid van een eerst heel eenvoudige leer duidelijker en nadrukkelijker onder ogen te brengen. Maar dat helpt allemaal niets, want in de loop der tijd worden de mensen door allerlei verschijnselen op het gebied van de natuur en door het gezonde verstand, de ogen geopend en met de hele oude leer is het dan zo goed als afgelopen, want de hier en daar nog bewaarde brokstukken kunnen toch nooit meer tot één geheel worden gemaakt. - Kijk, zo ziet mijn gezonde mening er uit, die ik echter aan niemand wil en zal opdringen. "
Hoofdstuk 62: Het gezonde verstand van Risa. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Nu lezen wij echter met wat voor ongehoorde inzet van goddelijke macht en kracht de tien geboden, onder bliksem en donder die de einden der aarde deden beven, door God werden gegeven en hoe die verschrikkelijke, goddelijke ernst gedurende enige eeuwen nog meermalen op allerlei plaatsen is opgetreden. Hoe vaak is dit volk volgens de geschriften der grote en kleine profeten door God niet gewaarschuwd! Maar wat heeft dat voor deze tijd voor nut gehad? Hoe het er nu met ons voor staat weten wij, en meer hoef ik je niet te vertellen! Heus, als er een hel bestaat dan kan het er daar onmogelijk nog slechter uitzien!
Hoofdstuk 63: Hebram toont de fouten aan in Risa 's gedachtegang. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Hij heeft er zeker heel wijze redenen voor om in de loop der tijd een eens gegeven leer net zo te laten verwelken als de talloze kruiden en bloemen op aarde. Maar het zaad dat zich uit de bloem ontwikkelt, net als de zuivere, levende waarheid, verwelkt niet, maar leeft steeds maar door.
Hoofdstuk 64: De goddelijke orde en ons aardse verstand. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30  ...