Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2102 resultaten - Pagina 17 van 141

...  5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30  ...
[10] Kijk! Ook ik zal met steeds zichtbaar om je heen zijn, Maar je zult mij in je hart slechts behoeven te roepen en dan zal ik bij je zijn en je antwoorden door de weliswaar zeer zachte, maar toch overduidelijk verneembare gedachten in je hart. Als je die hebt gehoord, bedenk dan dat ik die in je hart heb gelegd! Je zult ook onderkennen, dat het met je eigen gedachten zijn. Zijn ze je eenmaal duidelijk geworden, handel dan daarnaar!
Hoofdstuk 23: Omgang met God door het innerlijke woord. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Zodoende was de heilige waarheid altijd moeilijk te bereiken, terwijl het regiment der leugen gratis over de gehele wereld een hoge borst opzette. Omdat de oude leugen steeds de scepter over de mensen heeft gezwaaid, zijn de mensen aan de leugen gewend geraakt. Zij is hun tot een tweede natuur geworden, hetgeen des te gemakkelijker ging omdat heel velen, hoewel niet allen, zich daar heel wel bij hebben bevonden en nog bevinden. Nu, het opgeven van de leugen zou naar mijn mening, op zich niet zoveel bezwaren opleveren; maar het opgeven van de tot dusverre genoten voordelen des te meer!
Hoofdstuk 33: De belofte van Cyrenius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Vooral Mijn JARAH is deze keer in een goede bui en zegt: "Ik weet werkelijk niet hoe het komt dat ik vandaag zo opgewekt ben. Maar iets valt mij wel op en dat is dat alle anderen niet net zo opgewekt zijn als ik! Ik ben weliswaar een meisje en daarom zou ik het meest geplaagd moeten worden door nieuwsgierigheid, -maar hier is het juist andersom! De mannen zitten steeds te kijken of de negen mensen al ontwaakt zijn. Ik heb nog helemaal met gekeken, maar ik heb ze toch al weg zien gaan, de een na de ander, -en de mannen en heren en koningen kijken nog steeds in die richting en zitten zich af te vragen of ze wel weer levend geworden zouden zijn? O, al een klein half uur geleden! Meteen toen wij bij de tafels kwamen, begonnen de negen mensen zich te bewegen, en zij kwamen de een na de ander overeind, wreven zich de slaap uit de ogen en gingen toen weg. Ik kon dat duidelijk zien, ondanks de bomen die ons wat afschermen van die plaats, omdat ik klein ben en gemakkelijk onder de ken door kijk. Jullie zijn echter groot en de takken van de bomen ontnamen Jullie het zicht op het wonder van de macht van de goddelijke wil. Nu is het echter al te laat. Al zouden jullie er heen gaan, dan zouden jullie niets anders vinden. dan hooguit de plaatsen waar ze gelegen hebben. Ook diegenen, die de Heer gisteren direkt na de storm heeft opgewekt, zijn met de negen anderen naar huls gegaan."
Hoofdstuk 5: De twijfel van Cornelius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Ongelukkig genoeg vierde Herodes in die tijd met veel luister zijn verjaardag. Herodias die aardig op de hoogte was met de zwakheden van Herodes, tooide zich op deze dag heel apart, en verhoogde daarmee haar bekoorlijkheden tot ongekende hoogte. Zo uitgedost kwam zij met haar draak van een moeder hem gelukwensen, en omdat er in zijn paleis harp -, fluit en vioolspelers waren danste Herodias voor de geheel belust geworden Herodes. Dat beviel de geile bok zo goed, dat de dwaas een dure eed zwoer haar alles te zullen geven wat zij hem zou vragen! Toen was het zo goed als gedaan met onze goede Johannes, omdat hij de vervloekte hebzucht van de oude vrouw te veel in de weg stond. Die gaf de jonge vrouw de tip om het hoofd van Johannes op een zilveren schotel te vragen, wat deze -alhoewel met heimelijke afschuw -deed.
Hoofdstuk 10: Zinka's verdediging en zijn verslag van Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (Zinka:) "Het is bekend hoe zij die dag ten aanschouwe van mij en duizenden heeft gevierd. Het zal u allen echter niet bekend zijn, dat bij de leerlingen van Johannes het gerucht gaat dat Johannes weer is opgestaan, naar Galiléa is getrokken en op de plaats waar hij oorspronkelijk zijn taak is begonnen, nu weer actief is. Dat gerucht bereikte ook Herodes en zijn Herodias, die sinds de dood van Johannes ziek is geworden evenals de oude draak van een moeder. Herodes en Herodias zijn hierdoor vervuld van grote vrees en angst, en daarom zond Herodes mij als een betrouwbaar vriend van de vermoorde er op.uit.om hem weer bij Herodes te brengen, opdat hij de grote onrechtvaardigheid die hij hem had aangedaan, zou kunnen goedmaken. Ook Herodias betreurt nu het uur waarop zij toegaf aan haar slechte moeder, en zou de gekrenkte Johannes eveneens weer genoegdoening willen geven!
Hoofdstuk 14: De opdracht van Herodes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Maar iedere ziel hoe zwak, onmachtig, geschonden en bedorven ook - heeft de oerlevenskern in zich die nooit verloren kan gaan. Als de ziel binnen de juiste tijdsduur maar zover is gebracht dat haar innerlijke oerlevenskern in haar kan worden gewekt, dan is zij vanaf dat moment ook zalig en in alle dingen sterk in de liefde en de wijsheid. Dan is zij net zo goed een kind van de Allerhoogste, als een mens geworden engelgeest, of een ziel uit een centrale zon, of uit een geringere planetaire zon, of uit het één of andere, buitenaardse, elders gelegen, donkere en op zichzelf lichtloze aardbol, waarvan er in de wijde schepping meer zijn dan het zand in de zee en al het gras op de aarde.
Hoofdstuk 35: Verschillen tussen de zielen op aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Zou het geen onmenselijke dwaasheid zijn om een lichamelijk ziek mens te veroordelen en een gewetenloze straf over hem uit te spreken omdat hij ziek en ellendig is geworden? Maar de dwaasheid is nog veel groter en nog veel onmenselijker als jullie een zielsziek mens veroordelen en verdoemen omdat zijn zielom de genoemde redenen zwak en ziek is geworden!
Hoofdstuk 36: Zielsziekten en hun behandeling. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Volgens jullie wetten en bepalingen noemen jullie zulke mensen misdadigers en je onderwerpt ze aan onverbiddelijke, harde straffen. Maar wat doen jullie op die manier? Jullie straffen een ziel omdat zij eigenlijk buiten haar schuld ziek is geworden! Vraag jezelf dan eens af, wat voor indruk jullie rechtspraak op God moet maken.
Hoofdstuk 36: Zielsziekten en hun behandeling. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Zou het dan niet mooier, verstandiger en menselijker zijn om meer doktoren en medicijnen voor ziek geworden zielen beschikbaar te stellen dan voor hun lichamen, die in korte tijd voedsel voor de wormen worden?!
Hoofdstuk 36: Zielsziekten en hun behandeling. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Mochten evenwel wereldse mensenzielen die door eigen schuld zwaar ziek geworden zijn, uit pure waanzin het een of andere herstellingsoord voor zielen proberen te gronde te richten, dan zal Ik hen wel door een doeltreffend buitengewoon gericht weten aan te pakken, en de genezing van hun ziel in herstellingsoorden in het hiernamaals weten voor te schrijven. Daar zal tot aan hun genezing, die slechts zeer langzaam tot stand komt, veel gehuil en tandengeknars worden gehoord!
Hoofdstuk 37: Herstellingsoorden van zielszieken, en de zieleartsen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] CYRENIUS zegt, berouwvol geworden door de waarheid van Mijn waarschuwing: "Heer, enige Waarachtige, ik heb het allemaal goed begrepen en ik voor mij zal mij in alles streng daaraan houden! Natuurlijk kan ik niet voor alle anderen instaan, maar ik geloof dat zij U allemaal net zo goed hebben begrepen als ik. Ik zie nu tevens in hoe erg en hoe vaak ik mij bezondigd heb aan de mensheid, terwijl ik naar beste weten, geweten, wil en willen dacht te handelen! Wie zal die zonden van mij weer ongedaan maken bij degenen, tegen wie ik heb gezondigd?"
Hoofdstuk 39: De eeuwige grondwet van de naastenliefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] Wel, ik heb nog één troost en dat is dat ik nog niemand heb vermoord, maar dat scheelde niet veel! Als mijn dienstmaagd er niet voor ik naar huis kwam vandoor was gegaan, zou zij een droevig offer van mijn helse woede zijn geworden!
Hoofdstuk 48: Zorel komt tot zelfkennis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Maar nu is het water van mijn vijver rondom mij al een meer geworden! Het meer is niet diep, het water staat mij slechts tot aan de lendenen. En het is helder, onvoorstelbaar helder, maar er zijn nog geen visjes in! Ja, er zullen ook. nooit visjes in komen, want de visjes zijn ontstaan door Gods adem en dat is een volstrekt almachtige adem! Ik ben slechts een zeer zwakke mensenziel uit wiens adem geen visjes van God ontstaan.
Hoofdstuk 49: De reiniging van de slapende ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Waarlijk, naarmate jullie een ziel die toch al erg ziek is, zieker hebben gemaakt door een als zodanig uitsluitend zielsziek oordeel, evenzeer zullen jullie zielen zelf ellendiger en zieker worden. In het hiernamaals zal jullie genezing dan ook een veel bitterder zijn dan die van de ziel die door jullie kwade oordeel nog ellendiger geworden is! Want zo'n ziel is en blijft ondanks jullie kwade en onzinnige oordeel toch maar enkelvoudig ziek en zal ook in het hiernamaals door een enkelvoudige genezing genezen kunnen worden. Een dwaze rechterziel echter zal na ieder ontaard en slecht oordeel steeds dubbel zo erg die zielsziekte moeten doormaken waarover zij zelf dat kwade oordeel heeft geveld. Daardoor verdubbelt zij onvermijdelijk ook haar eigen oorspronkelijke zielsziekte. Dat het dan in het hiernamaals met de genezing van zo'n ellendige, ziek geworden ziel van een rechter ook een bittere en heel langdurige zaak moet worden, is bij enig nadenken gemakkelijk te begrijpen!
Hoofdstuk 37: Herstellingsoorden van zielszieken, en de zieleartsen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Als je ziel door de dagelijkse ongemakken moe en zwak is geworden, ontwaakt in haar de behoefte aan een verkwikkende en versterkende rust. De moede ziel trekt dan weldra haar van ledematen voorziene, vleselijke kleed uit en stapt in een versterkend bad van geestelijk water en baadt, reinigt en versterkt zich daarin. Als zij weer fit is geworden, trekt zij haar lichamelijke mantel weer aan en beweegt diens logge ledematen weer met groot gemak.
Hoofdstuk 54: De verhouding tussen lichaam, ziel en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30  ...