Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1169 resultaten - Pagina 17 van 78

...  5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30  ...
[1] ROCLUS zegt: "Heer en Meester over alle dingen! leder woord uit Uw mond is meer dan het puurste goud en de ene waarheid verheft de andere! Ook is er geen van Uw licht en levenswoorden bij mij op onvruchtbare bodem gevallen, en ik voel nu in mezelf dat hieruit zeker de zegenrijkste vruchten voor de schuren van het ware leven zullen groeien; en omdat ik nu toch de genade heb om met U te praten, zou ik ook graag van U willen weten of wij in het vervolg de zieken door onze natuurlijke geneesmiddelen van hun ziektes moeten genezen, of dat wij dat enkel en alleen moeten doen door zo vast mogelijk op Uw Naam te vertrouwen? Want de gedachte kwam nu bij me op, dat het misschien wel niet altijd in overeenstemming is met Uw goddelijke wil om iedere zieke te genezen. Want er zullen er wel bij zijn, aan wie Uw goddelijke liefde en wijsheid een lichamelijke ziekte of ook een psychische ziekte deed toekomen, om juist daardoor hun ziel te verbeteren.
Hoofdstuk 74: Vragen over ziektes en het genezen ervan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] En dan komt er nog iets bij: zeker staat het voor ieder mens vast, dat hij lichamelijk ooit zal sterven, -als dit niet het geval zou zijn, dan zouden mensen uit de tijd van Adam lichamelijk nog leven. Wanneer wij echter iedereen, jong en oud, die ziek en ook doodziek bij ons komt, meteen weer geheel beter zouden maken en wij ook elkaar, dan zou mettertijd het sterven op deze wereld werkelijk wel eens iets zeldzaams kunnen worden, met name, als door Uw leer in de loop der tijd bijvoorbeeld ook oorlogen overbodig zouden worden!
Hoofdstuk 74: Vragen over ziektes en het genezen ervan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] RUBAN zegt: 'Dat zal vast niet zo erg goed passen! Wij die niets te betekenen hebben, naast de grote Heer aller heren op aarde!'
Hoofdstuk 79: De Heer maakt gewag van Zijn laatste avondmaal en Zijn kruisdood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Dat werd ROCLUS nu toch een beetje al te bont en hij zei totaal perplex: 'Neen, mijn anders zo lieftallige en zeer wijze jongen, dat gaat bij jou vast en zeker niet op natuurlijke wijze! Over het eten van het vlees wil ik eigenlijk helemaal niets zeggen; maar dat je, een wolf overtreffend, ook met beenderen, die geen enkel ander mens toch ooit eet, zo snel klaar bent, -weet je, dat wordt me nu toch al te grijs, nu moet je me deze zaak toch eens nader verklaren!"
Hoofdstuk 80: Raphaël eet veel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Maar met kennis en vaste wil alleen kun je mets of maar zeer weinig tot stand brengen! De vaardigheid in de toepassing van de wil van God in het eigen hart verkrijgt men echter alleen door de macht van de zuivere liefde tot God en daardoor tot de naaste; want alleen deze echte liefde brengt in de ziel het levende geloof teweeg en een onwrikbaar vast vertrouwen, zonder welke ook de meest gelouterde tot niets of tot weinig in staat is.'
Hoofdstuk 82: Over de wonderen van Raphaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Jij kijkt wel heel verbaasd en zegt bij jezelf: 'Nou, nou, met zulke vooruitzichten zullen vast maar heel weinig mensen de top van de ware levensvervolmaking op deze aarde bereiken, en wat dat wonderen doen betreft, zover zal het waarschijnlijk niet komen!' Ja,ja,je zult daar wel niet helemaal ongelijk in hebben; maar in deze tijd zijn er zeer levensbekwame leiders bij de hand, met wier hulp het nu niet een te overmatig zware opgave is om, als je ziel aan jicht lijdt, je met zeer krachtige steun naar de hoogste levenstop van de geestelijke Ararat te laten leiden en begeleiden.
Hoofdstuk 83: Levensvervolmaking en wonderkracht door de liefde tot God en de naaste. Ware en valse profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Ik bedoel hiermee niet: onder de grond van deze materiële aarde, die rond is zoals elke andere planeet, en waaronder, dus precies aan de andere kant van ons, eveneens landen, bergen, meren en zeeën zijn zoals hier; ook bedoel ik niet het binnenste van de aarde, dat een groots, met een dier vergelijkbaar organisme is, dat dient voor de ontwikkeling van het voor een hele planeet nodige natuurlijke leven; maar met de uitdrukking 'onder de aarde' geef ik de morele levensstaat aan van alle instinctmatig met rede begaafde wezens op de talloos vele andere planeten, waar ook mensen zijn; maar deze hebben vergeleken met jullie, mensen van deze aarde, een slechts zeer beperkte bestemming.
Hoofdstuk 84: De betekenis van het kindschap Gods op deze aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] CYRENIUS zegt: 'Ach, wat vind ik dat jammer vanwege Oubratouvishar; want dat was werkelijk het toppunt van menselijke natuurwijsheid! Ik zou Justus Platonicus wel eens willen zien, als Oubratouvishar in Memphis bij hem komt en hem vast en zeker precies zal vertellen wat hij hier allemaal heeft meegemaakt!"
Hoofdstuk 86: Over het wezen van de diamant en de robijn (Thummim en Urim) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Wie dit alles inziet en het trouw in acht neemt, zal vast en zeker de vervolmaking van het leven bereiken en de dood nooit voelen noch ooit op wat voor manier dan ook waarnemen; want wie al in dit lichaam het eeuwige leven van zijn geest heeft doen ontwaken, zal bij het afvallen van dat lichaam niets dan een hem boven alles zaligmakende bevrijding in het heldere bewustzijn van zijn volmaakte bestaan duidelijk en juist waarnemen, tevens zal zijn gezichtsvermogen verruimd worden tot in het oneindige!
Hoofdstuk 90: De belangrijkste taak van de mens: een volkomen evenbeeld van God te worden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] En omdat ook ieder dier een eigen ziel heeft die in zichzelf een besloten levenskracht bezit, van waaruit de ziel van het dier volgens haar eigen willekeur het organisme van haar lichaam in beweging zet, kan een dier ook op verschillende manieren afgericht worden. Een wezen dat puur van buitenaf tot leven gebracht wordt, heeft geen geheugen en ook niet een soort beoordelingsvermogen. Zijn hele leven is mechanisch en wat hij wil is zo afgemeten en onvrij, dat er absoluut geen sprake kan zijn van een veredeling door een bepaald soort onderricht; dit kan dan ook alleen maar op mechanische wijze van buitenaf plaatsvinden.
Hoofdstuk 98: De zelfbeschikking van de ziel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] STAHAR zegt: 'Naar het me toeschijnt, geloof jij dus vast aan zijn goddelijkheid?'
Hoofdstuk 100: De zegen van het Romeinse bewind voor het joodse volk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] Wij moeten ons nu met allerlei wonderdoenerij toerusten, omdat daarmee zelfs iemand die al een heldere visie heeft, nog het gemakkelijkst geïmponeerd kan worden; maar de wonderen moeten heel uitgelezen en tot.;lal nieuw en liefst nog nooit vertoond zijn, anders lopen we vast, en maken die verwenste magiërs die van alle kanten naar Jeruzalem stromen, ons verdacht en tenslotte zelfs belachelijk, -vooral nu tot overmaat van ramp ook de Essenen in ons bijzijn wonderen verrichten, wat een grote schande is, en er nu ook nog in Galilea een nieuwe, buitengewoon grote wonderdoener opgetreden is die als het ware regelrecht energiek tegen ons te velde trekt en ons tot iedere prijs in het verderf wil storten! Die moet echter ook koste wat het kost door ons vernietigd worden, zoals die doper in de Jordaan ook vernietigd moet worden; want die heeft ons al onnoemelijk veel schade toegebracht! Kortom, dergelijke leraren moeten uit de weg geruimd worden, anders komt ons oude volksbedrog op armzalige wijze aan het licht en dan is het met ons en met ons comfortabele leventje Voor altijd afgelopen. -Hoe denk jij daarover?'
Hoofdstuk 102: Roclus belicht het Farizeeërdom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Zo smachtten de mensen ook ettelijke duizenden jaren onder het juk van de dikste duisternis van allerlei bijgeloof. Duizend maal duizenden zochten het echte, ware levenslicht. Maar wat vonden ze? Precies datgene wat wij beiden tot op heden gevonden hebben, namelijk -niets! Wat restte tenslotte jou en mij en zo ook vele duizenden? Niets anders dan heel tactisch mooi vast te houden aan wat we hadden en wat we ons door allerlei ervaringen eigen hadden gemaakt! Nu, aan het eind van ons aardse leven hebben we niets meer gezocht, en zie, als bij toverslag is de poort van het oude godslicht opengegaan en wij ademen nu stromen licht in! Waarom dan nu en waarom vroeger niet? -Zie, zo gaat het in de wereld en zo wil de Heer het kennelijk! En waarom het juist zo en niet anders is en kan zijn, dat zal de Heer ook geheel alleen weten!
Hoofdstuk 105: De onbegrijpelijke wegen van de Voorzienigheid. Waarom Stahar ten aanzien van de heer twijfelde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Het organisme van ieder mens heeft dichtbij het midden van het hart zijn levenszenuw, een minuscuul klompje, van waaruit het gehele overige lichaamsorganisme van leven wordt vervuld. De delen van dit ene hartzenuw klompje hebben de eigenschap dat ze de levensether uit het bloed en uit de ingeademde lucht zodanig naar zich toetrekken, dat ze daardoor ten eerste zelf buitengewoon levensactief blijven en vervolgens ten tweede deze levensactiviteit aan het hele organisme meedelen en daardoor het hele lichaam op passende wijze van leven voorzien.
Hoofdstuk 114: De grote scheppingsmens en de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] In het centrum van het hart bevindt zich weliswaar ook een zeer groot zenuwcomplex, maar dat is niet de plaats waar het centrale leven is gevestigd. Het is enkel een werkplaats waar de voedingsstof voor het leven, die uit het bloed en uit de lucht komt, opgenomen en bewaard wordt. Van daaruit neemt de centrale levenszenuw deze voedingsstof pas op en bevrucht of zegent deze eerst als een voor het leven geschikte substantie, dat wil zeggen voor het tijdelijke, natuurlijke meeleven van de ziel, want zonder deze zenuw zou de ziel helemaal niet in verbinding kunnen treden met het organisme van het lichaam.
Hoofdstuk 114: De grote scheppingsmens en de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30  ...