Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1529 resultaten - Pagina 17 van 102

...  5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30  ...
[2] U, eerbiedwaardige heer, heer, heer, heeft zoëven de opmerking gemaakt, dat een keizer geen wonderen zou kunnen doen en geen wereld zou kunnen scheppen; maar op z'n minst schijnt het mij toe dat dat niet helemaal zo is. Want dit prachtige, nieuwe huis van de oude Marcus, de grote tuinmuur, waaraan voor de bouw honderd van de beste metselaars minstens vijf jaar meer dan genoeg werk zouden hebben als je het uithouwen van de prachtige, rechthoekige granietblokken en de aanvoer daarvan meerekent, en dan ook nog het volledig cultiveren van zo'n grote tuin, en tenslotte, wat ik nu pas opmerk, het bouwen van een zeer grote, veilige haven en een aantal splinternieuwe grote zeilschepen, wat, zoals wij nauwkeurig vanaf een heuvel van de stad hebben waargenomen, allemaal als bij toverslag opeens kant en klaar aanwezig waren - ja, als dat geen wonder mag heten, dan doe ik afstand van alles wat bij mij mens heet en wil Ik een krokodil zijn!
Hoofdstuk 19: De eigenlijke bedoeling van Roclus en zijn metgezellen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] En omdat ik nu toch eenmaal zonder schipbreuk te lijden .dit weliswaar kleine, maar toch zeer netelige punt heb aangeroerd, moet Ik nu wel uit naam van mijn elf metgezellen eerlijk bekennen dat mijn hele eerdere, dwaze eis eigenlijk alleen maar een uitvlucht was om daardoor achter dit geheim te komen, en te weten te komen hoe zoiets mogelijk was! Want langs natuurlijke weg kon dat allemaal onmogelijk ontstaan! En.dus vertel ik u nu pas de waarheid dat de nieuwsgierigheid ons tegen wil en dank hierheen heeft gevoerd! Toen wij dat alles bliksemsnel zagen ontstaan, dachten wij allen eenstemmig: Daar moet of een god of een Indische, grote magiër aanwezig zijn, omdat zoiets met natuurlijke mensenkracht onmogelijk is uit te voeren! Wij besloten dan ook snel onder een of ander voorwendsel hierheen te gaan om achter het wonder en de meester van dat wonder te komen.
Hoofdstuk 19: De eigenlijke bedoeling van Roclus en zijn metgezellen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Er moeten in de mens dus nog andere zintuigen aanwezig zijn, waarmee hij ook het geestelijke levenselement in zichzelf kan voelen en zien, en zo stukje bij beetje ook in al zijn diepgang, verbindingen en relaties kan gaan
Hoofdstuk 62: De liefde en haar licht dat tot inzicht leidt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Zo'n ziel bevindt zich dan in een toestand welke de oer-aartsvaders, die begaafd waren met het vermogen om geestelijk te zien, 'SHE OUL A , (hel = dorst naar leven) noemden, wat een heel ware en juiste benaming was.
Hoofdstuk 71: Wat aan gene zijde het lot is van de materieel geworden ziel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Maar hoe mensen in de zalige toestand van extase kunnen komen -en dat tenslotte wanneer en hoe vaak ze maar willen -, dat werd hun nu juist in de piramiden geleerd en werd vooral zeer intensief beoefend.
Hoofdstuk 72: Verklaring van het woord 'SHEOULA' (hel). Over helder zien - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] En omdat de oude wijzen, door hetgeen zij in geestvervoering zagen, heel goed wisten in wat voor betreurenswaardige toestand zeer materiële zielen, die de wereld en zichzelf bovenmatig liefhebben, aan gene zijde na het afvallen van het lichaam geraken, noemden zij deze betreurenswaardige toestand ook SHE OUL A, hel!
Hoofdstuk 72: Verklaring van het woord 'SHEOULA' (hel). Over helder zien - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Dat een dergelijke toestand, in vergelijking met die van een ware wijze die leeft binnen Gods orde, met het begrip 'dood' werd aangeduid, komt zeker met de waarheid overeen. En omdat dat eeuwig en noodzakelijkerwijs een steeds eendere en blijvende eigenschap is van alles wat 'wereld' en 'materie' heet, zal het ook duidelijk zijn waarom men zoiets de 'eeuwige dood' heeft genoemd!
Hoofdstuk 72: Verklaring van het woord 'SHEOULA' (hel). Over helder zien - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Zolang dan een ziel hier of aan gene zijde in zo'n toestand verkeert, bevindt ze zich natuurlijk ook in een toestand van eeuwige dood, en om zich daarvan los te maken is beslist een uiterst moeilijke levensopgave! Menige ziel kan er wel zo'n lange tijd voor nodig hebben als de levensduur van een wereld tot ze uit zichzelf weer zover komt dat ze iets is! -Zeg Me, of het je nu duidelijk is!'
Hoofdstuk 72: Verklaring van het woord 'SHEOULA' (hel). Over helder zien - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Kijk, alles wat ook maar enig bestaan heeft van wat voor soort dan ook, uit zich altijd op bepaalde ogenblikken op een wijze die voor alle mensen zonder uitzondering voelbaar is! Is het desbetreffende voorwerp met enig verstand begaafd, dan zal dit zonder veel moeite aan zijn werken te zien zijn; heeft echter het voorwerp, zoals bijvoorbeeld een beeldzuil, helemaal geen verstand, dan zullen daarvan of helemaal geen, of alleen maar zulke werken te zien zijn die het blinde toeval aan het ding begaan heeft of daaraan heeft toegevoegd. Waar dus enige, ook al is het nog zo beperkte, intelligentie aanwezig is, daar zal zij zich ook spoedig uiten door de van haar innerlijke intelligentie uitgaande, geordende, zichtbare werken.
Hoofdstuk 22: Roclus bewijst zijn atheïsme - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] In de oertijden kunnen er hier en daar wel eerlijke en rechtschapen mensen geweest zijn die vanaf hun geboorte reeds een bijzondere scherpzinnigheid bezaten en mettertijd allerhande ervaringen hebben opgedaan, en die graag en met alle liefde hun geestelijke verworvenheden met hun niet zo hoog ontwikkelde medemensen deelden en vervolgens ook de zegeningen daarvan aan hun broeders door goede en blijvende resultaten gewaarwerden. Het moet wel heerlijk zijn geweest te leven in een volksgemeenschap waarin geen mens voor de ander iets uit zelfzucht geheim hield, en allen tot hun voordeel in alles ingewijd waren in wat de ervarenste onder hen wist! Maar hoe lang kon zo'n gelukkige toestand duren?
Hoofdstuk 23: Roclus' mening over goden en priesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (ROCLUS:) 'Ja, eerder gaf ik als mijn mening te kennen, dat de menselijke idee over één god in wie van eeuwigheid steeds de grootste intelligentie, het helderste verstand, de hoogste wijsheid en de beste en almachtigste wil aanwezig is, wel tot de mooiste en menswaardigste gerekend zou kunnen worden. Maar een goddelijke wezen dat zo buitengewoon volmaakt is, zou als begrip ook zeer zuiver moeten zijn, onafhankelijk van het feit of hij helemaal geestelijk transcendent gezien al of niet een realiteit zou zijn! Maar onder wat voor domme en materialistische begrippen wordt zo'n goddelijk wezen aanbeden, en met wat voor soort listen en vaak gruwelijk geweld wordt dat de andere nog nuchtere, natuurlijke mensen ter aanbidding en diepste verering opgedrongen!
Hoofdstuk 30: Roclus bekritiseert de Indische en joodse religie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] ROCLUS zegt: 'Dat zou een wanhopige toestand zijn, vooral voor een ziende arts! Het zou immers duizend maal beter zijn om helemaal niet te bestaan, dan als een ziende onder de blinden te leven die vol wantrouwen, eigendunk en hoogmoed zijn! Maar je hebt gelijk, mijn beste, zeer wijze Jongen! In de wereld is het nu eenmaal zo en niet anders; daarom is het in mijn ogen beter om de blinden te verlaten en ieder conflict met hen zoveel mogelijk te vermijden. Verliezen ze daardoor iedere ziende leider, dan moeten ze uiteindelijk allemaal na korte of iets langere tijd aan de rand van een afgrond komen die hen allemaal, dat kan niet anders, moet verzwelgen. Hun einde is weliswaar treurig maar zeker, en niemand kan hen daarvoor behoeden!"
Hoofdstuk 47: De vruchten van de nacht en de vruchten van het geestelijke - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] ROCLUS zegt: 'Ja, Heer en Meester over alles, nu is me ook dit werkelijk geheel duidelijk; maar nu nog een kleine vraag, en dat is, hoe namelijk een mens in de staat van geestvervoering kan raken, waarin hij alles ziet! Als ik dat nog zou weten, al zijn het alleen maar de wegen waarlangs dat mogelijk is, dan zou ik er al het denkbare voor over hebben om mezelf ook van tijd tot tijd in zo'n hoogst gelukkig makende toestand te brengen! Heer en Meester over alle dingen, wees zo goed om me ook wat dat betreft een paar goede aanwijzingen te geven!"
Hoofdstuk 72: Verklaring van het woord 'SHEOULA' (hel). Over helder zien - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Daarmee wil Ik echter niet zeggen dat een ziel in haar zuivere toestand zonder gevoel en gemoedsbeweging is -want als zij die niet had zou ze immers dood zijn; maar ze zal in de wereld die in overeenstemming is met haar wezen niets vinden dat haar benauwt, beknelt, beklemt en bedrukt en daardoor een pijnlijk gevoel veroorzaakt, en daarom zal ze ook nooit pijn waarnemen.
Hoofdstuk 75: Pijn, ziekte en dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Ik zegje: Daar moet de volle ware kennis, een van God uitgaande vaste wil en een grote vaardigheid in de toepassing ervan aanwezig zijn! Pas dan kun je inderdaad tegen de een of andere berg zeggen: Verhef je en stort in zee, waar het 't diepst is!', -en dan zal er feilloos gebeuren wat je hebt gewild!
Hoofdstuk 82: Over de wonderen van Raphaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30  ...