Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

338 resultaten - Pagina 17 van 23

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23
[5] Want wanneer de nevels die uit het binnenste van de aarde zijn opgestegen dichter gaan worden en massaal neerstorten als een grote watervloed, dan zal Noach zich met de zijnen allang in de ark bevinden; en niemand zal er dan meer in worden opgenomen. En wie deze zal naderen, zal door bliksem en hagel verdreven en gedood worden!
Hoofdstuk 344: Het afwijzende antwoord van de ongelovige Gurat aan Waltar. Waltars laatste vermaning aan Gurat. De vergeefse waarschuwingen van de engelen aan Fungar-Hellan en het landvolk van Hanoch. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Wanneer we echter verder kijken in het uurwerk, dan zien we de radertjes op verschillende manieren bewegen; allereerst een monter slingertje, dan het dichtstbijzijnde radertje. Het slingertje is nog erg ver van de eindbestemming af want het kan nog geen volledige cirkel beschrijven, maar wordt steeds heen en weer gedreven hoewel het de snelste beweging maakt in liet hele mechanisme komt het toch niet verder. liet eerstvolgende radertje, dat klaarblijkelijk door het drukdoende slingertje beheerst wordt, bespiedt de vrolijke sprongen van het slingertje en glipt bij elke sprong een treetje verder in zijn cirkelgang en maakt daardoor wel een tamelijk snelle, maar toch voortdurende cirkelbeweging. Men merkt bij deze beweging nog wel het springen van het slingertje op, maar dat doet geen afbreuk aan het geheel. De cirkelvormige beweging is toch bereikt. Het volgende radertje beweegt zich al veel regelmatiger, beschrijft een rustige cirkel en is al veel dichter bij de eindbestemming. Het hierop volgende rad beweegt zich nog langzamer, regelmatiger en rustiger en is daardoor nog veel dichter bij het hoofddoel, ja, het houdt er al helemaal verband mee. Met het laatste rad is het einddoel bereikt; het geeft daarvan mechanisch gezien al blijk, maar dat valt als zodanig aan het mechaniek zelf nog niet te herkennen.
Hoofdstuk 3: De klok, een overeenstemmend beeld van de zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Juist daardoor stemt het vrij goed overeen met die mensen op jullie aarde die uiterlijk heel vurig zijn en zich overal voor inzetten. Raakt men echter hun hart, dan verbaast men zich erover hoe koud dat is! Zo kunnen jullie mensen aantreffen die ter ondersteuning van de armen uit louter grote ijver niet uitgesproken raken; treedt hen echter heimelijk een arme tegemoet, dan zijn ze kouder dan het duizend jaar oude gletsjerijs dat een gewone zonnestraal niet kan doen smelten. Wel echter lukt dat hier en daar een flinke bliksem bij kleine porties.
Hoofdstuk 34: Eerste verdieping. Bijzonderheden van het paleis en hun overeenstemmende betekenis - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Tegelijkertijd begint hij ook erover na te denken, wat toch wel de oorzaak van deze heldere bliksem kon zijn. Hij gaat alle hem bekende oorzaken voor de opwekking van elektriciteit na, maar vindt niets wat dit eerste lichtverschijnsel in deze voor hem nog steeds onbegrijpelijke toestand afdoende kan verklaren.
Hoofdstuk 7: Het eerbiedig gedenken van Jezus roept sterke bliksemflitsen op. Schrik en vreugdevolle verwondering van Robert - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Na een lange tijd van rust kon hij pas weer dieper gaan nadenken. Zijn eerste wat meer geordende gedachte was de volgende: 'Aha, nu weet ik pas, waar ik aan toe ben! Dit bliksemen duidt op een flink onweer dat nu in deze nacht boven Wenen te keer gaat. Ik ontwaak nu zo stilaan uit mijn sterke narcose en keer weer helemaal tot het leven terug. Waarschijnlijk helpt me deze lucht vol elektrische lading hierbij en zal ik onder bliksem, donder en hagel weer terugkeren in het leven. Ik hoor nog wel geen donder, maar het onweer kan ook nog heel ver weg zijn.
Hoofdstuk 7: Het eerbiedig gedenken van Jezus roept sterke bliksemflitsen op. Schrik en vreugdevolle verwondering van Robert - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[19] Zeer geëerde toehoorders, als trouwens alle op aarde levende mensen een lot wacht zoals wij nu hebben, wat ik bepaald niet wil betwijfelen, dan ben ik van mening dat de eerlijke Mozes en de doodeerlijke Christus in dit opzicht met hun wetgeving een zeer wankele en zinloze weg zijn ingeslagen. Zouden zij, en heel in het bijzonder Mozes met zijn wonderstaf, in plaats daarvan op de aarde hebben geslagen en daarbij hebben gezegd: zon verduister, we hebben voor onze domheid genoeg aan sterrenlicht, en jij aarde moge tot een zandwoestijn worden waarop niets anders dan hier en daar echt IJslands mos zal groeien, dan had de hele strenge wetgeving van donder en bliksem mooi achterwege kunnen blijven. Want onder die omstandigheden moet het zondigen toch vanzelf een grotere zeldzaamheid worden dan echte diamanten in Groenland, Spitsbergen of Nova Zembla. Ik zou wel eens willen zien wie hier zou kunnen roven of stelen en wie hier met deze vette kost en ons bekoorlijk skeletachtige uiterlijk nog wellustig kan zijn. Ook een leugenaar zou ik hier, als ik het had, met goud willen betalen; en wat zou iemand hier tot moord kunnen aanzetten? Om daar achter te komen, zou voor ons met al onze schatten en rijkdommen, zeker nog veel moeilijker zijn dan voor astronomen met hun optische instrumenten, het ontdekken van planeten van andere zonnen. Om kort te gaan, we kunnen doen en praten wat we willen, toch ben ik ervan overtuigd dat we ons lot geen zier zullen verbeteren! Ik heb hier reeds reizen ondernomen, verder dan die van Christoffel Columbus, en deze zee van zand en duisternis in alle richtingen doorkruist, maar mij is het geluk niet ten deel gevallen om: land, land! te kunnen uitroepen maar alleen: nacht, mos en zand! Daarom besluit ik mijn redevoering met de volgende mening:
Hoofdstuk 31: Oord van duisternis. Daar is geween en tandengeknars - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Kijk, door die uitspraak werden onze Farizeeën en schriftgeleerden als door de bliksem getroffen, want er bestond nog een andere wet, volgens welke het hoogste priesterschap vrij van zonden zou moeten zijn. De Farizeeën en schriftgeleerden wisten net zo goed van deze wet als van de wet tegen overspelige vrouwen, maar tevens wisten deze Farizeeën en schriftgeleerden dat zij de zonde van de echtbreuk in ieder opzicht, zowel geestelijk als lichamelijk, zelf hadden begaan. Daarom schrokken zij ook zozeer van dit buitengewoon indringende antwoord, dat ze allemaal zonder uitzondering onze echtbreekster totaal vergaten en zich vlug uit de voeten hebben gemaakt. Ze wilden Christus deze keer niet verder irriteren omdat zij vreesden dat Hij hun schande bekend zou maken aan de vele gelovige joden, die hen dan zouden grijpen en ook behandelen zoals de wet van Mozes voor dit geval ten scherpste voorschreef. Maar wat gebeurde er niet onze echtbreekster? Zij stond daar nu alleen. Heeft de Heer haar soms veroordeeld? O nee, Hij vroeg haar: hebben zij die jou hier brachten jou dan niet veroordeeld? En onze echtbreekster zegt: o nee Heer, niemand heeft me veroordeeld. En Hij zegt tegen haar: `Ook Ik veroordeel jou niet, maar ga heen en zondig voortaan niet meer!' Wel, wat zeg je van deze handelwijze van de Heer?
Hoofdstuk 63: De biechtende non en de ware biechtvader - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] 'Uiteindelijk is het toch nog een onweer, waarvan de bewolking nu na de derde bliksem aan één kant een beetje dunner begint te worden. Eén ding begrijp ik daarbij niet helemaal, dat ik nu pas duidelijk gewaar word dat ik me zonder enige ondersteuning als een vogel in de vrije lucht of in de vrije ether bevind. Zo'n situatie zou in het vroegere donker nog wel als gevoelsbedrog beschouwd kunnen worden, maar nu is het geen begoocheling meer, maar de volle waarheid.
Hoofdstuk 9: Alle wijsbegeerte is ijdel. Jezus legt zijn leerlingen op, het geloof ter harte te nemen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Bij het noemen van deze naam schiet er weer een felle bliksem voorbij en deze keer wel heel dicht langs Robert. Deze laat nu al een soort avondschemering na en ook in de richting van het noorden iets als een wazig landschap, zodat onze man alle contouren goed kan onderscheiden, zonder zijn vrije toestand in de lucht te verlaten.
Hoofdstuk 10: Goede gedachten over Jezus. Het geloof in de onsterfelijkheid en in een God van liefde groeit - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Hoewel de bliksem hem ook deze keer zeer verrast, schrikt hij er toch niet meer van, maar begint er meteen rustig over na te denken en zegt bij zichzelf: 'Werkelijk, dat is in hoge mate merkwaardig! Nu ging de bliksem om zo te zeggen door mijn lichaam heen en ik voelde daarbij niets anders dan voor het eerst een uiterst weldadig briesje en ik voel me nu werkelijk buitengewoon gesterkt! En het sterkere lichtschijnsel ervan doet mijn hart en mijn ogen nog meer goed. Ook komt het me voor dat ik in het noorden een soort wazig landschap kan zien, wat me er des te meer van overtuigt dat ik in alle ernst in de vrije lucht zweef. Ook kan ik nu mijn voeten, handen en ook mijn kleding, zoals ik die droeg bij mijn terechtstelling, goed onderscheiden.
Hoofdstuk 10: Goede gedachten over Jezus. Het geloof in de onsterfelijkheid en in een God van liefde groeit - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Jouw naam en voortaan ook de mijne zullen nog wel lang op aarde geroemd en bewonderd worden, maar wat hebben wij beiden daaraan? Wij kunnen hier in de eindeloze leegte enkel door een soort elektrische bliksem telegraaf aangeven dat we ons beiden hier, misschien niet zo ver van elkaar, bevinden.
Hoofdstuk 11: Verdere eerbiedige en verlangende gedachten met betrekking tot Jezus. De lichte omgeving komt naderbij - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Zou dat soms de goede Jezus zelf zijn? Ja, ja, hij is het in levende lijve! Want nu zag ik duidelijk, hoe bij het uitspreken van zijn naam een sterke bliksem rechtstreeks van hem in mijn richting schoot. 0, dat zal eindeloos charmant zijn om me in het gezelschap te bevinden van die geest, wiens grootheid en onovertroffen diepe wijsheid ik zo vaak boven alles heb bewonderd!
Hoofdstuk 12: Er verschijnt een mens in de lichtsfeer. Is het Jezus? Roberts vreugde in afwachting van Zijn komst - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[12] Maar dan kom Ik ook daarheen om te redden wat nog te redden valt. Weliswaar niet over een weg die door Johannes werd voorbereid, maar als een bliksem die van horizon tot horizon oplicht, net zoals nu bij jou het geval is. Wie het licht van deze bliksem aanvaardt, die wordt gered. Wie dit licht echter niet aanvaardt, die gaat ten onder, d.w.z. hij begeeft zich op een weg waarop het heel moeilijk zal zijn het hem door God gestelde doel te bereiken.
Hoofdstuk 39: Wending ten goede bij Robert. Tekstverklaring over Johannes de doper. In Robert breekt de dag van het eeuwig verlichtend inzicht aan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[13] Jij echter hebt het licht van de bliksem goed vastgegrepen. Daarom kwam de Redder Zelf ook naar je toe en leidt je nu langs de goede weg. Maar je moet de Redder nu gewillig volgen en Hem door je uiterlijke verstand geen hindernissen in de weg leggen, anders vertraag je zelf het bereiken van het doel.
Hoofdstuk 39: Wending ten goede bij Robert. Tekstverklaring over Johannes de doper. In Robert breekt de dag van het eeuwig verlichtend inzicht aan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[14] Toen echter beide steden met alle inwoners en het vee in de poel begraven lagen, zag Uw hart naar deze plek om. En het harde gericht over Sodom en Gomorra berouwde U wederom, en U sloot met mij een verbond en gaf me de belofte dit na te komen als blijk van Uw grote barmhartigheid.
Hoofdstuk 79: De plechtige raadsvergadering. De vraag van de Heer: wat moet er met de aarde gebeuren? Adam, Noach, Abraham, Isaak en Jakob spreken - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23