Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

640 resultaten - Pagina 17 van 43

...  5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30  ...
[9] Daarop zei de commandant nog tegen de overste, en zodoende ook tegen alle aanwezigen: 'Luister, voordat we ons aan een volledige lichamelijke rust overgeven - hier en overal waar we ons ook bevinden is het gewoonte dat wij in ons hart onze oprechte dank uitspreken aan Hem, die wij als de Heer en Meester hebben herkend, voor de meer dan grote genade en ontferming die Hij ons hier in plaats van een terechte straf in rijkelijke mate heeft geschonken. Laten we dus zeggen: O Heer en Meester, die vervuld bent van de volheid der goddelijke liefde, wijsheid, kracht en macht! Wij danken U voor Uw grote goedgunstigheid en genade, die U ons grote zondaars hier in plaats van de verdiende straf hebt geschonken, en wij vragen U voor de hele verdere toekomst of U ons met Uw genade, liefde en erbarmen niet wilt verlaten; want van nu af aan willen ook wij helemaal aan U toebehoren! 0, beste, grote Heer en Meester, aan wie alle geesten, krachten en elementen gehoorzamen, neem ook ons op als onderdanen van het rijk dat U nu voor eeuwig op deze aarde onder de blinde mensen vestigt, en laat in het vervolg ook geen al te grote verzoekingen over ons komen, maar sterk ons met Uw genade en erbarmen! U alleen zij al onze liefde, eer en alle lof! Dat alles wat bestaat, leeft en ademt U prijze! Uw naam zij geheiligd in ons!'
Hoofdstuk 206: Het overleg van de soldaten van Herodes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Nauwelijks had Ik dat tegen Ebal gezegd, of de commandant stond onmiddellijk op van zijn stoel en kwam met een vriendelijk gezicht naar Mij toe.Toen hij bij Mij was, zei hij: 'Grote en machtige meester op het mysterieuze gebied van uw kunst en wetenschap, waardoor u alle geheime krachten van de natuur aan u hebt onderworpen, ik heb jullie gesprekken met gespannen aandacht beluisterd en daaruit afgeleid dat jullie allemaal tot die Joodse godsdienstige cultus behoren, die veel goeds, maar daarnaast heel veel slechts bevat, waaruit zich langzamerhand de vele misbruiken van jullie priesters in nog veel ergere mate ontwikkeld hebben dan bij ons heidenen, zoals wij door jullie rechtzinnigen worden genoemd.
Hoofdstuk 10: De filosofische vragen van de commandant - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Als er in zulke landen niet allerlei dieren waren die lastig zijn voor de mens, en als hij niet voor de voeding van zijn lichaam hoefde te zorgen, dan zou hij ook niet zorgen voor de ontwikkeling van de krachten van zijn ziel. Hij zou weldra lijken op een zeepoliep of op de wortels van een boom, die niets anders hoeven te doen dan door de mechanische en organische inrichting de bij hen passende voeding uit het water, de aarde en de lucht naar zich toe te zuigen.
Hoofdstuk 20: De voornaamste redenen voor de verscheidenheid in de schepping op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Toen de burgemeester nu goed inzag met wie hij in Mij te doen had, stond hij op, liep vol eerbied naar Mij toe en zei vol toewijding: 'Heer, Heer, U alleen bent Degene in wie ik met mijn hele huis van nu af aan zonder twijfel werkelijk zal geloven! Maar zegt U mij ook wat ik moet doen om te zorgen dat mijn geloof in korte tijd mogelijk ook in de harten van andere mensen zou kunnen overgaan! Want mijn gemoed is nu eenmaal zo, dat ik met datgene wat mij meer dan gelukkig en zalig en tevreden maakt, ook direct alle andere mensen even gelukkig en tevreden zou willen maken, wat echter met onze zwakke menselijke krachten natuurlijk dikwijls niet zo snel gaat als wij wensen en graag zouden zien. Maar U, o Heer, Heer, zijn alle middelen reeds sinds eeuwigheid volkomen bekend, en daarom kunt ook alleen U mij die bekend maken!'
Hoofdstuk 67: De commandant onderricht de burgemeester over de Heer (5.10.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Ten tweede moeten wij Joden onder de heidenen leven en met hen omgaan, en zij hebben meestel geen enkel geloof en lachen ons uit, als wij met hen over onze enig ware en enige God beginnen te praten; want deze heidenen zijn voor het merendeel wereldse wijzen, geloven niet in hun goden en evenmin in de onsterfelijkheid van de zielen, en met handige welbespraaktheid tonen zij de nietigheid van alle oude geloofszaken aan. Bij hen bestaat er geen God, maar alleen allerlei krachten in de natuur. Die scheppen aan één stuk door, volgens bepaalde aan hen ten grondslag liggende wetten, en vernietigen na korte of lange tijd weer wat ze hebben geschapen.
Hoofdstuk 71: De Heer geneest de zieke vrouwen de twee dochters van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Daarop ging ook de waard kijken hoe het er in zijn provisiekamers uitzag en trof alles aan zoals zijn vrouw hem zojuist verteld had, en hij zei: 'Deze man moet van buitengewone afkomst zijn! Of hij is een grote profeet, of hij is een magiër die door en door vertrouwd is met de geheime krachten van de natuur, en die in Egypte of ergens anders zijn kennis heeft verworven.'
Hoofdstuk 72: De waard en zijn vrouw verbazen zich over de wondermacht van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Wij zijn hier nu met voldoende getuigen, en we hebben nu ook de moed om met alle machten van nacht en duisternis onder de mensen de strijd aan te gaan en in Uw naam te overwinnen; en U, o Heer en Meester, aan wie alle machten en krachten van alle hemelen en van deze aarde onderworpen zijn, zult ons zeker niet in de steek laten bij die strijd voor de levende waarheid, die wij uit Uw heilige mond hebben vernomen!'
Hoofdstuk 84: Het belang van de liefde (7.11.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Kijk, hier rechts van mij zit de man die jullie de zuivere waarheid in al haar volheid kan tonen, en Hij is ook in Zichzelf Degene aan wie alle krachten en machten van hemel en aarde gehoorzamen! Als jullie dat erkennen en inzien, zal je vanzelf wel duidelijk worden wat jullie tegen diegenen moeten zeggen die jullie zullen vragen waarom jullie samen met het aan jullie toevertrouwde volk tot het ware jodendom zijn overgegaan.
Hoofdstuk 86: De commandant onderricht de priesters over de nutteloosheid van de afgodendienst - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] O, die lange geestelijke nacht, die reeds onze aartsvaders en nu ook ons met.ijzeren boeien gevangen hield! De Heer en enig ware God zonder begin of einde, in wie alle machten en krachten verenigd zijn, zij alle eer, alle lof en alle dank, omdat Hij Zich zo diep vernederd heeft dat Hij Zichzelf in een lichaam van vlees en bloed heeft gehuld om ons uit de oude nacht van de dood te verlossen! Want iemand die over alle dingen en verschijnselen die hem omringen in de grootste dwaling en volslagen geestelijke blindheid verkeert, is er welbeschouwd uiteindelijk veel erger aan toe dan welk dier dan ook, en hij is eigenlijk zo goed als dood.
Hoofdstuk 89: De dank van de priesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Deze woorden van de commandant brachten de twee buren tot opperste verbazing, en ze zeiden tegen de commandant: 'Hoge gebieder in de plaats van de grote keizer, nu danken ook wij u en onze rechtschapen buurman, omdat jullie in ons bevestigd hebben wat wij daar buiten op de heuvel heimelijk al hadden gedacht, maar niet hardop durfden uitspreken! Deze man, die wij vanwege zijn kleding een Galileeër noemden, is de ene, enig ware God, niet alleen van de Joden, maar van alle mensen en alle schepselen! Aan Hem alleen zijn alle machten en krachten van de aarde onderworpen, en de maan, de zon en alle sterren loven en prijzen Zijn eeuwige wijsheid en macht. Hij is in Zichzelf de eeuwige oergeest, en God heeft Zichzelf ter wille van de blinde mensen op deze aarde als een volmaakt mens getoond, om ons te laten zien dat Hij als enige van eeuwigheid de Heer is over alles wat de aarde en de hemelen bevatten, die evenals deze aarde Zijn werk zijn.
Hoofdstuk 84: Het belang van de liefde (7.11.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Toen Ik de twee buren van onze waard goed had onderricht in alles wat voorlopig voor hun zielenheil noodzakelijk was, en zij het ook goed hadden begrepen, bedankten ze Mij uit de diepste grond van hun hart, en de ene, die het beste kon spreken, zei: 'Werkelijk, bij zo'n onderricht over God, wiens volheid in U woont, o Heer en Meester, en over de bestemming van de mensen op deze aarde, wier ware vorm en hoedanigheid U overduidelijk voor ons hebt beschreven, zou voor ons geen van de grote tekenen die U hier hebt gedaan nodig geweest zijn, en wij zouden U enkel aan Uw woord herkend hebben; want in onszelf werden wij al heel gauw gewaar dat elk van Uw woorden levend is en als een vuur uit de hemelen alles wat dood was in ons doorstroomde en tot leven wekte. En dat had een veel sterker overtuigende invloed op ons dan de tekenen die, al zijn ze ook buitengewoon en bijzonder, tenslotte toch enige overeenkomst vertonen met de tekenen die door menige magiër en priester gedaan worden met behulp van geheel natuurlijke, maar ons onbekende middelen en krachten, en die de vrije wil en het verstand van de mensen altijd veel meer geschaad dan ooit, waar of wanneer ook, nut gebracht hebben.
Hoofdstuk 84: Het belang van de liefde (7.11.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Maar de Man, van wie de armen ons vertelden dat alle machten, krachten en elementen van de aarde Hem gehoorzamen, schijnt meer te zijn dan enkel mens! En Hij heeft heel beslist tegen ons gezegd dat wij direct moeten ophouden zoenoffers in te zamelen voor de goden, die niets zijn; anders zullen wij van Hem iets nog ergers te verduren krijgen dan wat wij vannacht te verduren hadden. Laten we dus onmiddellijk afzien van onze inzameling en ons naar onze burcht begeven; daar zullen we overleggen wat ons verder te doen staat! Want de zaak van die buitengewone Man moet werkelijk heel belangrijk zijn, anders zou onze commandant, die zeer kritisch is, die Man niet zo toegedaan zijn en tegenover ons een getuigenis over Hem afleggen dat men alleen kan geven over iemand waarvan men klaar en duidelijk herkent dat hij God is. Maar hier nu niets meer daarover!'
Hoofdstuk 87: De priesters worden door hun collega's ondervraagd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Toen ze in de burcht aankwamen, die met allerlei afgodsbeelden was versierd, klom een van de twee die bij Mij in de herberg waren geweest op het spreekgestoelte en zei: 'Wees nu zo goed mij aan te horen! Ik zal jullie zo kort mogelijk meedelen wat ik in de Joodse herberg van onze wijze commandant en daarna hoofdzakelijk van die buitengewone Man heb gehoord, en wat wij allemaal in hoge mate ter harte dienen te nemen; want een mens aan wie alle machten en krachten van de hemelen en de aarde gehoorzamen, is zeker meer, groter en achtenswaardiger dan al onze goden, van wie niemand met enige overtuigende zekerheid kan zeggen dat ze ooit bestaan hebben of nu in werkelijkheid bestaan behalve in de tempels, die door mensenhanden zijn gemaakt.
Hoofdstuk 87: De priesters worden door hun collega's ondervraagd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] Toen de priester dat hoorde werd hij minder brutaal, wendde zich tot Mij en zei: 'Vergeef mij dat ik de vrijheid neem u met alle eerbied en bescheidenheid te vragen hoe u zonder enig hulpmiddel de zieken hebt kunnen genezen! Ik begrijp veel dingen en heb veel ervaring, en weet dan ook te beoordelen wat iemand die heel vertrouwd is met de geheime krachten van de natuur, tot stand kan brengen. Zonder bepaalde geheime middelen heeft voorzover ik weet nog geen enkele magiër of priester ooit een wonder gedaan dat alleen de goden zouden kunnen doen - als ze naar waarheid en in werkelijkheid zouden bestaan; maar bij u lijkt het toch zo te zijn, dat u enkel door uw woord en uw wil daden kunt volbrengen, en u hebt daar geen hulpmiddel bij nodig?
Hoofdstuk 94: De Heer geneest de zieken in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] Hoe hebt u zo'n wilskracht verkregen, en hoe zou een ander mens die kunnen verkrijgen? Want dat er bij de mensen in de macht van hun wil grote verschillen bestaan is zeker, en daaruit valt te concluderen dat iemand die reeds van nature een sterke wil bezit het met de juiste ontwikkeling van zijn wil uiteindelijk tot een verbazingwekkende kracht zou moeten brengen, vooral als hij ook volkomen vertrouwd zou zijn met de geheime krachten, machten en vermogens van de grote natuur.
Hoofdstuk 94: De Heer geneest de zieken in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30  ...