Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 17 van 728

...  5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30  ...
[11] Maak je nu echter allemaal gereed, want Ik vertrek dadelijk voor het tochtje de berg op. Wie met Mij mee wil gaan, moet zich nu gereed maken; en Matthéus, ga je schrijfgereedschap halen! Kom gauw terug, want je ziet dat Ik al klaar sta om weg te gaan!'
Hoofdstuk 39: Het oudste en echtste huis van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Matthéus zegt: 'Heer, U weet hoe graag ik nu klaar sta om U te volgen! Als ik echter nu naar huis ga, en wel daarheen, waar ik mijn door de Romeinen betaalde werk doe als tollenaar en schrijver bij de hoofdtolboom voor de stad, dan is daar net als altijd, zeker veel werk voor mij, en de Romeinse wachten zullen mij niet laten gaan voordat ik het werk gedaan heb. Daarom zou ik liever zien, dat ik voor vandaag hier genoeg schrijfmateriaal zou krijgen, en dat ik dan vanavond het mijne haal, waarmee ik daarna, zoals ik reeds eerder zei, twee volle dagen genoeg voorraad heb; want ik krijg van de Romeinen slechts voor drie dagen materiaal vooruit, en dat verbruik ik haast altijd.'
Hoofdstuk 39: Het oudste en echtste huis van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[17] Nu begint de bekende bergrede, die in Matthéus 5, 6 en 7 heel goed weergegeven staat. - Deze prediking duurde echter ongeveer drie uren, want Ik sprak dit keer langzaam ten behoeve van de schrijvers.
Hoofdstuk 39: Het oudste en echtste huis van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Het is maar al te duidelijk, dat door het in acht nemen van zo'n leer, die helemaal tegen de aard van de menselijke instellingen ingaat, de wereld in korte tijd zou veranderen in een onherbergzame woestijn. Als de wereld echter een woestijn is geworden, waar vinden de mensen dan de een of andere opleiding, als alle opleidingsinstituten noodgedwongen verdwijnen moeten omdat niemand geld heeft om ze te vestigen en te onderhouden?!
Hoofdstuk 40: Op Garizim. Kritiek op de bergrede. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Geloof Mij: Zo wijs als u denkt dat u bent, zo wijs zijn wij ook, en wij weten het zeer goed of een mens zich verminken kan en wil om het eeuwige leven te verkrijgen! Maar wij weten ook, dat u de geest van deze leer niet begrijpt en nog lang niet zult begrijpen! Ondanks dat, nemen wij onze woorden niet terug. U heeft wel oren, maar die horen niet het juiste, ook heeft u ogen, die echter evenzo geestelijk blind zijn, en, hoewel uw oren en ogen open zijn, hoort en ziet u toch nog niets!'
Hoofdstuk 40: Op Garizim. Kritiek op de bergrede. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Als ik iemand echter in zulke beelden een les geef, dat deze niet herkenbaar zijn, en vroeg de leerling dan aan mij: Wat betekent dat? Hoe moet ik mij om het leven brengen, om het leven te winnen? Hoe zal ik mij doden en dan dood zijnde uit de dood een nieuw, Ja zelfs een eeuwig leven verkrijgen?' - dan zal ik tegen hem zeggen: 'Kijk vriend, dat moet je zo en zo begrijpen en verkrijgen! Want Iet op, tussen het jou gegeven leerbeeld en de daaruit gepuurde waarheid bestaat deze en die geestelijke overeenkomst, en je moet je leven niet inrichten volgens het uiterlijke beeld, maar volgens het overeenkomstige innerlijke beeld!'
Hoofdstuk 41: Onbegrip voor de beeldspraak der bergrede. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Kijk Meester, dan zal de leerling het begrijpen en dan kan ik, zoals reeds eerder opgemerkt, geheel terecht van hem verlangen, dat hij naar de geest der waarheid van mijn leer zal handelen! Kan ik echter, zonder een dwaas te zijn, ook verlangen dat hij handelt volgens mijn harde symbolische beeld? Als ik dat in volle ernst aan mijn leerling zou vragen, dan zou ik mij voor alle denkende mensen toch wel gedragen als iemand, die water in een goed gesloten kruik droeg, terwijl een dorstige naar hem toe komt en hem smeekt, dat hij hem te drinken zou geven. De waterdrager zou hem meteen de gesloten kruik aanreiken en zeggen: 'Hier heb je de kruik, -drink!' Hij zou nu proberen te drinken, maar geen opening vinden en de drager vragen: 'Hoe kan ik daaruit drinken? De kruik is toch aan alle kanten dicht!' De drager zou tegen hem zeggen: 'Als je blind bent en de opening niet kunt vinden, slok dan de hele kruik op en dan zul je op die manier ook wel het water mee opslokken!'
Hoofdstuk 41: Onbegrip voor de beeldspraak der bergrede. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Ook zullen we de dief, die een rok van ons steelt, geen mantel er gratis bij geven, maar we zullen de dief grijpen en in de gevangenis werpen, waar hem voldoende tijd gegeven zal worden om zijn slechte daad te betreuren en zijn leven te beteren! Als U een werkelijk van God afkomstige wijze bent, dan moet U ook doordrongen zijn van de heilige noodzakelijkheid van de instandhouding van de wet van Mozes, die God Zelf onder bliksem en donder aan de Israëlieten in de woestijn verkondigd heeft! Als U echter met Uw leer de wet wilt schenden, dan moet U maar afwachten, hoe U dat tegenover Jehova verantwoorden kunt!'
Hoofdstuk 41: Onbegrip voor de beeldspraak der bergrede. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Ik zeg: 'Ik ben echter van mening, dat het de wetgever vrij staat de wet te handhaven en deze zelf naar geest en waarheid uit te voeren, of deze ook wel onder bepaalde voorwaarden geheel op te heffen!'
Hoofdstuk 41: Onbegrip voor de beeldspraak der bergrede. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Kijk, dat is het meest onpraktische punt van Uw leer, dat bij het volle verstand nooit opgevolgd kan worden! En zo er al werkelijk ooit ergens gekken te vinden zouden zijn, die zo'n leer op zichzelf toepasten, dan zouden die daar beslist niet beter van worden; want als iemand het leven daarbij niet verliest, dan zal hij vanwege de ellende, waarin deze schijnbaar van God afkomstige leer hem gestort heeft, God niet loven. Sterft hij echter, wat het waarschijnlijkste is, dan vraag ik met David: 'Heer, wie zal U in de dood nog loven, en wie zal U prijzen in het graf?!' Dus dit punt zou U ons minstens duidelijk moeten uitleggen; al het andere willen wij als een weliswaar op de spits gedreven -humane leer aannemen!
Hoofdstuk 41: Onbegrip voor de beeldspraak der bergrede. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Als de Heer ons nu iets zuiver geestelijks vertelt, terwijl wij toch met z'n allen in het starre keurslijf van de natuurlijke orde zitten, dan kan Hij dat alleen maar doen door middel van de overeenkomstige beelden in gelijkenissen. Om deze echter goed te kunnen begrijpen, moeten wij proberen onze geest wakker te maken door volgens Gods geboden te leven. Pas als de geest wakker is, zullen wij begrijpen, wat de Heer door middel van zo'n overeenkomstig beeld in gelijkenisvorm allemaal gezegd en geopenbaard heeft, en juist hierin zal Zijn goddelijk woord zich eeuwig van ons menselijk woord onderscheiden.
Hoofdstuk 42: De bergrede door Nathánaël duidelijk uitgelegd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Het woord van de Heer is net als al Zijn werk. Hij geeft ons Zijn leer in de vorm van zaden. Wij moeten die eerst in de voedingsbodem van onze geest zaaien; die voedingsbodem heet liefde, daar zal het zaad dan groeien en een boom van de ware kennis van God en onszelf worden, en op de juiste tijd zullen we dan van deze boom volkomen rijpe vruchten voor het eeuwige leven kunnen verzamelen.
Hoofdstuk 43: Verdere uitleg van Nathánaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Het voornaamste is echter de liefde; zonder liefde is de geest niet vruchtbaar en geeft zij geen vruchten! Zaai de tarwe maar in de lucht; en kijk of hij groeit en of je er vruchten van krijgt! Als je de tarwekorrel echter in een goede voedingsbodem legt, dan zal hij groeien en je veelvoudig vruchten opleveren. De echte liefde is de juiste voedingsbodem voor de geestelijke tarwekorrel die ons door de mond des Heren wordt meegedeeld.
Hoofdstuk 43: Verdere uitleg van Nathánaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Daarom nam de Heer nu voor u allemaal de harde Mozaïsche strafwet weg, opdat u zoveel te sneller meer voedingsbodem in uw hart zou krijgen. Want wie volgens de wet straft, heeft weinig of ook wel helemaal geen liefde; bij hem zal het goddelijke zaad van het woord daarom heel slecht gedijen! Degene echter, die gestraft wordt, bevindt zich toch al in het gericht, waarin geen liefde is, want het gericht is de dood van de liefde.
Hoofdstuk 43: Verdere uitleg van Nathánaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] De geest moet echter tengevolge van de orde, die God genoodzaakt was in te stellen, een bepaalde tijd in de materie van het vlees van deze wereld ondergedompeld zijn, om sterk te worden in zijn vrijheid en bijna volledige onafhankelijkheid van God. Wordt hij dit niet, dan kan hij God niet zien en nog minder kan hij in, naast en bij God bestaan. (Juist wanneer de geest echter in de materie rijp wordt, en gehard wordt in de vrijheid en onafhankelijkheid van God, dan loopt hij onvermijdelijk gevaar zelf door de materie verslonden en tesamen daarmee gedood te Worden, uit welke dood men slechts zeer moeilijk en met veellijden weer tot leven in God gewekt kan en moet worden) -Op deze wijze zei de Heer dus niet tegen de vleselijke mens, maar tegen de geestelijke mens: 'Als het oog je ergert, ruk het uit en werp het weg, want het is beter met één oog de hemel in te gaan - dan met beide naar de hel!', wat zo ongeveer betekent: Als het licht van de wereld je te veel aantrekt, verzet je dan en keer je van dat licht af, want het zou je in de dood van de materie trekken! Ontneem je dus zelf, als geestelijke mens, het lege genot van de wereldse zaken, en wend je met je ziel naar de puur hemelse dingen! Want het is beter voor je om zonder alles, wat de wereld als kennis te bieden heeft, het rijk van het eeuwige leven binnen te gaan, dan met te veel wereldse kennis enerzijds, en te weinig geestelijke kennis anderzijds door de stoffelijke dood opgeslokt te worden!
Hoofdstuk 42: De bergrede door Nathánaël duidelijk uitgelegd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30  ...