Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1654 resultaten - Pagina 18 van 111

...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...
[15] Willig ons verzoek in, verlos ons van de huidige bedelstaf en laat ons op kosten van de staat onze verwoeste gebouwen, onze leer en bedehuizen weer opbouwen, dan zult u in de naam van de keizer ervaren dat wij u dankbaar zijn voor uw hulp. Ja, als het niet anders gaat, nemen wij ook de verplichting op ons om de staat een eventueel voorschot na twintig jaar met interest terug te betalen. Geëerde opperstadhouder, denk goed na over ons verzoek en willig het in! Het zal zowel u als de keizer geen nadeel opleveren, want wij weten wie en wat wij zijn, en waartoe wij in staat zijn! Als wij des keizers vrienden zijn, zal hij moeiteloos zijn grote rijk regeren. Zijn wij echter, in ons binnenste, vijanden van de keizer, dan zouden kroon en scepter hem wel eens gauw tot een uiterst onprettige last kunnen worden! Houd daarom rekening met onze huidige nood, denk als een verstandig man over ons verzoek na en doe wat u goed dunkt!"
Hoofdstuk 135: Gesprek met de orthodoxe Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Toen MARCUS dat hoorde, verwonderde hij zich zeer over de enorme brutaliteit van de overste en zei tegen hem: "Jij opperfarizeeër, die je zo goudeerlijk en orthodox-vroom voordoet! Je bent nu, tegen mijn reeds lang gekoesterde verwachting in, als geroepen in mijn grote net gekomen! Denk eens terug aan nog geen drie jaar geleden, hoeveel moeite je toen hebt gedaan om mij tot jouw geloof te brengen! Je vond zelfs dat voor mij de, voor een oud mens altijd wat vervelende en ook pijnlijke, besnijdenis niet nodig was. Als ik mij maar met mijn huis liet inschrijven bij jouw geloof, was alles helemaal in orde! Je beloofde me veel voordeel in het zakenleven toen ik als bezwaar opperde dat ik een gewetensvol man was en de godsdienst van mijn vaderen niet graag verruilde voor een andere waarvan ik de grondregels veel te weinig kende en niet wist welke nieuwe verplichtingen die mij op zou kunnen leggen. Ik zei je heel openlijk dat ik er weliswaar niet algeheel op tegen was om mijn wat gebrekkige godsdienst te ruilen voor een betere, maar dat ik eerst helemaal ingewijd zou moeten zijn in de kern van de nieuw aan te nemen religie.
Hoofdstuk 136: Marcus klaagt de overste der Farizeeën aan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] De OVERSTE zegt: "Edele heer en gebieder, wat u ons nu hebt verteld, zijn wij langs geheime wegen ook al te weten gekomen, en ik persoonlijk ben het daar helemaal mee eens. Maar neemt u daarentegen de scheppingsgeschiedenis van Mozes, dan valt daarin geen spoor te ontdekken van alles wat u mij nu hebt uitgelegd en wat mij al twintig jaar bekend was.
Hoofdstuk 139: Cyrenius geeft uitleg over aarde en maan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Pas na honderd jaar hebt u de profeten -nooit terwille van uzelf, maar alleen omdat u hun uitgekomen voorspellingen heel goed kon gebruiken om het volk schrik aan te jagen -opgenomen en bent u begonnen om hun graf, echt of niet dat maakte niets uit, wit te kalken en te versieren!
Hoofdstuk 145: De loze taal van de overste. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] MATHAËL zegt glimlachend: "Maar er moet wel erg goed opgelet worden of hij het net niet stuk trekt en ons allemaal dan nog in ons gezicht uitlacht! Tot nu toe heeft hij zich nog zeer gematigd uitgelaten, maar als hij echt in het nauw wordt gedreven, zult u, Cyrenius, wel merken hoe hij zich zal verweren! Ik ken hem nu pas door en door, hoewel ik hem ook al van de tempel ken! Kijk, deze is het die dertig jaar geleden de hand heeft geslagen aan de hogepriester Zacharias en hem tussen het offeraltaar en het allerheiligste, gescheiden door de voorhang, heeft vermoord! -Maar nu niets meer daarover!"
Hoofdstuk 146: Het karakter van de overste. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] "Kijk, lieflijke, in de toverkunst bedreven jongen! Ongeveer drie jaar geleden kwamen enige mensen uit het morgenland naar de stad. Naar hun zeggen kwamen ze zelfs uit Achter-Indië, waar zulke hoge.bergen moeten zijn dat hun spitsen bijna de maan aanraken als hij voorbij komt. Wel, het zij zo. Om heel veel opzien te baren, overdreven deze vreemden alles en dus ook de hoogte van hun bergen!
Hoofdstuk 151: De overste fantaseert. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] De ENGEL zegt: "U beleeft nu echter niet voor de eerste maal iets, wat ook de oude vaders hebben beleefd! Dertig jaar geleden hebt u in de tempel ook al iets dergelijks beleefd, waarna de toenmalige hogepriester, voornamelijk door uw hand, tussen het altaar en het allerheiligste gedood werd! Waarom geloofde u dan tóen het duidelijke wonder niet, en waarom werd u zelfs tegen een hogepriester zo meedogenloos?!"
Hoofdstuk 152: De overste vertelt over de moord op Zacharias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] CYRENIUS zegt: "Gelooft u in uw hart bijvoorbeeld aan de wonderbaarlijke, bemestende werking van de tempelmest, die u zover ik weet zelf ieder jaar meestal zo hoog hebt aangeprezen?! Gelooft u in de genezende werking van iedere nieuwe maan?! Gelooft u echt, dat Jehova in de nieuw aangemaakte ark des verbonds net zo aanwezig is, als Hij was in de door u reeds lang verachte oude, Mozaïsche ark?! Gelooft u dat de naftavlam op uw ark dezelfde is als die vreemde, heilige vuur of rookzuil boven de ark des verbonds, die Mozes uit Egypte voorging?! Gelooft u echt dat het voor een mens meer waarde heeft in de tempel te offeren, dan volgens de geboden van God zijn ouders lief te hebben en hen in alle goede dingen gehoorzaam te zijn?!
Hoofdstuk 146: Het karakter van de overste. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] De OVERSTE zegt: "Stelt u zich eens een hoge, menselijke functie voor! Daaraan hangt steeds een geheime hoogmoedslabel, waarop staat 'eer en macht van de functie'! Dat maakt, dat men daardoor heel gemakkelijk begint te zondigen. Als men gewend is om zo te zondigen, wordt men blind en doof en komt steeds hoger door te zondigen. Jammer genoeg komt men beslist eenmaal op een hoogte waar staat: 'Slechts tot hier en geen halve stap verder!' Dat punt heb ik nu bereikt en ik zal erg blij zijn om zo snel mogelijk heel diep beneden te zijn! Acht en zeventig jaar ben ik nu reeds en ik heb verder weinig meer te verwachten! Van nu af aan wil ik mij alleen met het zuiver goddelijke bezighouden, als u mij de korte rest van mijn levenstijd nog wilt schenken!"
Hoofdstuk 148: De bekentenis van de overste. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Maar het kan de te blinde en te domme mensheid toch. niet te erg aangerekend worden als zij in haar blindheid alle soorten gruwelijke zonden begaat en daarom zult ook u, vanwege Zacharias, niet geoordeeld worden en dat nog des te minder omdat u die misdaad al heel vaak ernstig berouwd hebt, wat u zeer ten goede gerekend werd. Maar nu is de vraag, wat ~ zou doen als u van aangezicht tot aangezicht met de reeds dertig jaar rn deze wereld onder de Joden rondwandelende en lerende Messias zou komen te staan en wat uw vijftig collega's zouden doen! Zoudt u Hem de verschuldigde eer geven en Hem in uw hart als diegene aanvaarden die Hij is?"
Hoofdstuk 153: Raphaël geeft uitleg over Messiasbeloften. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] U hebt toch ook al reeds dertig jaar de oude ark des verbonds aan de kant gezet omdat de vuurzuil en rookkolom was verdwenen en in plaats daarvan hebt u er een nieuwe, geheel materiële neergezet! Dat is echter ook, zonder dat u het begrijpt, een getuigenis voor deze tijd. Het betekent dat Jehova nu niet meer alleen als geest boven alle materie verheven zweeft, zoals eens boven de nachtelijke wateren. Hij verliet Zelf de plaats waar Hij Zich als Schepper en Vader maar moeilijk en onduidelijk door middel van de gewekte ziener voor de andere kinderen herkenbaar maakte. Hij kwam daarom Zelf in het lichaam van een mens en leert nu Zelf de mensen en onderhoudt Zich met Zijn kinderen!
Hoofdstuk 153: Raphaël geeft uitleg over Messiasbeloften. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Ziet u hier ook niet een nieuwe ark van het nieuwe verbond, waar de dode nieuwe in de tempel slechts een vermanend symbool van is? Maar het geestelijke leven van Jehova, dat eerst boven de oude ark zweefde, heeft Jehova Zelf al dertig jaar geleden in de Godmens gelegd en Die is nu hier in de wereld en leert Zelf de mensen Hem te herkennen!
Hoofdstuk 153: Raphaël geeft uitleg over Messiasbeloften. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] HEBRAM ging daarop naar overste Stahar en zei: "Kijk, wij zijn hier met dertig man, net als u door de tempel het land ingestuurd om heidenen voor de tempel te werven; een moeilijke zaak! In ontwikkeling zijn de heidenen de huidige tempeljoden echter overal tweehonderd jaar vóór. Moeten wij dan de zienden blind maken en ze in de macht brengen van het vervloekte water van de tempel!? Dat gaat niet en iets anders gaat ook niet! Dat zei ons ons verstandige hart en daarom zijn wij allen Romeinen geworden, en ons getuigenis tégen de tempel zal voor veel mensen erg verhelderend werken. Maar wij kregen hier nog een groot, heilig getuigenis, dat een stralender licht geeft dan duizend zonnen tegelijk. Het is een eeuwig licht, dat reeds vóór de schepping van alle werelden heeft geschenen voor alle engelen, die levende vlammen waren uit de eeuwige vlam in God die liefde heet.
Hoofdstuk 155: De overste en Hebram. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] De ENGEL zegt met een heel vriendelijk gezicht: "Maar beste vriend en broeder, wie zegt dan dat ik je op de een of andere wijze de voorkeur geef door je volgens de wil van de Heer, als degene die het verst gevorderd is, het eerst bij Hem te brengen? Heb je ooit gezien dat op een nóg zo edele boom alle vruchten tegelijk rijp worden? Wie zou, als hij zijn verstand gebruikt, ooit bedenken een als eerste rijp geworden peer de voorkeur te geven omdat deze het eerst is gerijpt?! Men eet haar wel eerder dan degenen die pas later rijp worden, -maar bij ons in de hemelen is er toch geen sprake van dat men haar daarom beter vindt dan zij die later rijp worden! Dan zou Mozes ook beter moeten zijn dan de Heer Zelf, omdat hij bijna meer dan duizend jaar vóór Hem werd geroepen! O, daardoor krijg je geen voorkeur, - integendeel! Wie is er bij een weg beter af: degene, die de weg heeft aangelegd of de legeraanvoerder en zijn gevolg, die de weg daarna betrad en zijn leger verder leidde?
Hoofdstuk 158: Over deemoed en hoogmoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Dan roept CORNELIUS de oude Marcus en zegt: "En, oude wapenbroeder, ken je me nog? Weet je niet meer, dat je in Illyrië en Pannonië bij mij was? Wel was ik toen nog meer een knaap dan een krijgsman, maar sinds die tijd zijn er reeds 45 jaar voorbijgegaan en ik ben al bijna 60!"
Hoofdstuk 167: De voorspellingen over de menswording van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...