Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1972 resultaten - Pagina 18 van 132

...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...
[6] Kijk eens naar je tuin en je kleine akkers. Noch het water noch de hagel beschadigt daar ook maar iets. Maar kijk dan eens naar de rest van de omgeving en je zult daar zo'n verwoesting vinden, als je niet zo gauw ooit eerder hebt meegemaakt!
Hoofdstuk 188: Het oordeel over de landstreek van Caesarea Philippi. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] Van de storm en de wolkbreuk is niets meer te bekennen, het oppervlak van de zee is zo glad als een spiegel en de hemel is wolkeloos, slechts heel kleine schapenwolkjes tooien hier en daar in het roze licht de blauwe achtergrond van de hemel. Want de zon is reeds achter de bergen verdwenen en heeft op de aarde, daar waar wij ons bevonden, slechts een heerlijke avondschemering als avondgroet achtergelaten.
Hoofdstuk 189: Schip in nood in volle zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] MARCUS zegt: "Daar op de kleine heuvel aan zee, waar de opperstadhouder en de andere hoogheden zich bevinden, heeft de loods zich ook teruggetrokken. Daar kunnen jullie zonder schroom naar toegaan en alles regelen.
Hoofdstuk 190: De Joodse kooplieden uit Perzië. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] RAPHAËL wijst met zijn rechter hand naar Mij en zegt: "Hij is het, ga naar Hem en vraag het Hem en Hij zal u zeggen wat u Hem schuldig bent!"
Hoofdstuk 191: Afgevaardigden van de reizigers spreken met de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Het schip dat jullie hier bracht, leek ook op een profetengrot. Het bevond zich eerst in het ruwe geweld van de storm en jullie zaten. in grote angst en vrees, en toen jullie door de storm midden op de onbestendige zee gedreven waren, flitste een duizendvoudig vuur om.jullie kleine, broze wereld van vermolmde planken, maar Jehova was niet in het vuur, hoewel hij met Zijn arm (een engel) jullie redding en behoud bracht.
Hoofdstuk 195: Het suizen van de wind bij Elia en bij ons. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] De man die nu heimelijk met de opperstadhouder heeft gesproken is kennelijk een erg sluwe, door de wol geverfde ondervrager van Rome! Als we ook maar een béétje zouden geloven aan de komende Messias waren we heier al zo goed als geofferd! Daarom is het hier zaak ons stereotiep aan de mathematica te houden en meer te luisteren dan te praten. Begint men hier weer over de Messias, dan weten we terwille van ons huidige aardse heil, wat wij voor de uiterlijke schijn als uit één mond moeten zeggen! Wij weten zelf wel wat wij als Joden van de profeten moeten denken, maar deze slimmeriken hoeven wij het niet aan de neus te hangen! De rechter en onderzoeker kent onze Schrift van a tot z beter dan al onze schriftgeleerden en wilde wel kat en muis met ons spelen, maar ook wij zijn slim en wijs en het zal hem niet lukken, ondanks dat wij hier door de wonderlijke man van de zekere ondergang gered zijn. Daarom houden wij ons nu strikt aan onze mathematica, dan zullen we hier nog wel heelhuids vandaan kómen! Maar als we ook maar enigszins onze mond voorbijpraten, zou dat ons in de grootste ellende kunnen storten!"
Hoofdstuk 197: De Perzische vrees voor de Romeinen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Dat was geen toverij en geen wondergenezing op de manier van onze magiërs en priesters die kerngezonde mensen, voor geld en beloften van ander voordeel, laten simuleren dat ze doof, lam en blind zijn en hen zo een pelgrimage naar een afgod in een morsige tempel laten maken om dan daar op een afgesproken teken, ziende, horend en recht van lijf en leden te worden. Daardoor wordt er een aantal onnozelen overtuigd en als er dan echte lammen, blinden en doven komen om te bidden en te offeren, wordt niemand van hen beter. Dan wordt er steeds gezegd: 'Uw geloof is te zwak en uw te kleine offer is god niet welgevallig!' Ja, je weet dat onze magiërs zelfs de dode kinderen van rijke ouders weer tot leven brengen, maar wij weten allang op wat voor manier en wij weten ook, dat zulke uit de dood opgewekte kinderen geen bloedverwanten zijn. Maar deze hier zal zeker ook minstens de schijndoden tot leven kunnen brengen!"
Hoofdstuk 201: De opwekking van drie doden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] En er is nóg een verschil tussen de indirecte en de directe openbaring, namelijk: De indirecte openbaring geeft de zoekende mens alleen maar dáár het juiste licht, waar hij het speciaal wilde hebben en het lijkt op een goede lamp, waarmee men een donker vertrek helder kan verlichten. De directe openbaring maakt echter alles zichtbaar en lijkt daarmee op de zon midden op de dag, die met haar machtige licht de gehele wereld in al haar grote en kleine voren verlicht.
Hoofdstuk 204: Indirecte en directe openbaringen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Terwijl Cyrenius die opmerking maakt, komt ook MUREL naderbij, begroet Mij en zegt: "Heer en meester, voorheen spraken er slechts twee voor ons allen, dat waren Stahar en Floran. Ik zei weliswaar niets omdat ik het met veel zaken volledig eens was, - maar toch was er ook het nodige bij waar ik het niet mee eens was en niet mee eens kon zijn. Stahar heeft me nu heel veel duidelijk gemaakt en ik zie alles nu veel beter dan vroeger, maar desondanks zijn er toch een aantal zaken die ik nog lang niet duidelijk genoeg zie! En omdat ik nu heel anders over u denk dan vroeger, zou ik graag willen dat u een aantal grote en kleine punten uitlegde.
Hoofdstuk 218: Reiservaringen van Murel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Die mensen bezaten eens óók de ware wijsheid, zoals vader Noach die bezeten heeft. Maar in de loop der tijd, toen de families tot een volk waren uitgegroeid dat duidelijk meer behoeften moest hebben dan een kleine familie, werden de fysieke krachten van de mensen te veel in beslag genomen, zodat niet iedereen zich alleen maar bezig kon houden met de innerlijke wijsheid.
Hoofdstuk 220: Het verval van de Egyptische en de Indische wijsheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Het kan trouwens ook best waar zijn; wat ik niet kan beoordelen, omdat mijn kennis van de sterren echt mijn zwakste punt is! Wie zou zich echter ook maar kunnen verbeelden dat de sterren, die kleine lichtpuntjes aan de hemel, werelden zouden zijn en dan ook nog grotere dan onze aarde, waarvan nog geen mens ooit het eind heeft gezien?!
Hoofdstuk 222: Philopolds terugblik op zijn vroegere leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Andere vaste sterren, die wij nog wel kunnen zien, zijn zo onuitsprekelijk ver van ons verwijderd, dat wij voor de aanduiding van die afstand geen getal meer hebben. Als je dit nu goed hebt begrepen, zul je beslist gemakkelijk kunnen begrijpen waarom de kleine lichtpuntjes heel goed reusachtig grote werelden kunnen zijn, ook al zien ze er voor het fysieke oog ook nooit uit als dat, wat zij zijn! -Heb je dit alles wel goed begrepen?"
Hoofdstuk 223: De natuurlijke ordening van de werelden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Daarop zei ik, Mathaël, heel kwaad: 'Waarom vervolgde God mij eerst, terwijl ik toch in Zijn naam naar de Samaritanen werd gezonden om hen allen voor de tempel te winnen!? Mijn bedoeling was eerlijk en rechtschapen voor God en alle mensen, omdat zij eerlijk en rechtschapen was voor mijn geweten. God heeft mij vanaf het begin van mijn bestaan alleen mijn geweten als mijn rechter meegegeven en ik leefde rechtvaardig voor deze innerlijke, strenge rechter. Ik heb mijzelf niet uitgezonden naar de Samaritanen, maar de hogepriester als plaatsvervanger van Mozes en Aäron.
Hoofdstuk 235: De ontmoeting van Mathaël met de geest van Abraham. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[19] Tot slot moet ik jullie echter nog iets meedelen wat een lichte geest mij reeds geruime tijd geleden heeft meegedeeld en nu weer, maar nog veel duidelijker dan eerst. 's Nachts zien jullie wel de blinkende, grote ster, die door een kleine vergezeld wordt. De mooie, heldere Kapra (zo noemen de Venusmensen deze aarde) kennen jullie maar al te goed, maar jullie allen weten niet wat Kapra is. Vroeger wist ik het ook niet. De Geest vertelde het mij echter en toonde mij in een soort droomtoestand Kapra als een wereld en aarde die even groot is als de aarde die ons draagt.
Hoofdstuk 245: Op Venus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[20] De kleine, Kapra steeds begeleidende ster is ook een aarde, maar aanmerkelijk kleiner dan Kapra zelf. Deze kleine aarde is erg kaal en voor de helft geheel zonder wezens.
Hoofdstuk 245: Op Venus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...