Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2924 resultaten - Pagina 18 van 195

...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...
[8] IK zeg: "Neem al het vuur, waaruit alle warmte ontstaat, op aarde weg, en de gehele aarde wordt een diamantharde ijsklomp, waarop geen leven zou kunnen bestaan. Neem echter al het water weg van de aarde, en zij zal zeer snel tot onbeduidend stof vergaan! Want zonder water zal ook het vuur zich niet staande kunnen houden, want zonder het water ontstaan er geen nieuwe vormen op aarde; waar echter geen kopieën of nieuwe vormen meer ontstaan, heeft de dood en het bederf de overhand.
Hoofdstuk 10: De wet der orde. In Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] JAÏRUS zegt: "Ja, ja, zo is het! Maar de grootste zwijgzaamheid is geboden omdat Hij dat Zelf zo wil; want als het te veel bekend zou worden, zouden we direkt heel Jeruzalem en Rome op onze nek krijgen, en als Hij daar Zijn goddelijke macht niet tegenover zou zetten, zou het er voor ons allen slecht uitzien! Wees daarom, vrouw, zo zwijgzaam als een vestingmuur! Sarah zal, om de goddelijke meester niet met haar verschijning te verraden en om een blijvende gezondheid te verkrijgen, minstens een vol jaar onder toezicht en leiding van Hem Zelf of anders van Zijn lieve, buitengewoon wijze moeder Maria blijven, en wij zullen haar slechts om beurten zo nu en dan bezoeken. Eigenlijk hebben wij beiden ook niet zo buitengewoon veel recht meer op haar; want wij hebben haar door ons blinde genot een ellendig, ziekelijk leven gegeven en wisten tijdens onze gemeenschap niet wat daar uit voort zou komen. Wij ontvingen deze hemelse Sarah, die van God een zeer gezonde ziel, maar van ons een zwak ziek lichaam meekreeg! Tweemaal heeft de dood haar bij ons weggehaald en ze zou voor ons op deze aarde voor eeuwig verloren geweest zijn! Maar Hij gaf haar beide keren een nieuw, gezond leven! -Daarom is het de vraag, wie nu meer haar vader en moeder is, - Hij, of wij tweeën, arme zondaars!"
Hoofdstuk 13: Het gesprek tussen Jaïrus en zijn vrouw over Sarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Toen Ik de school binnenkwam, zaten ongeveer tien oudsten van Nazareth met een aantal Farizeeën en schriftgeleerden aan een grote tafel en behandelden juist de verzen uit Jesaja, die aldus luidden: 'Was en reinig u; Iaat Mij uw slechte aard niet meer zien en zondig niet meer! Leer het goede te doen, streef naar rechtvaardigheid; help de onderdrukten, wees rechtvaardig voor de wezen en een voorspraak voor de weduwen! - Kom dan en laten wij met elkaar disputeren, spreekt de Heer. Als uw zonde bloedrood is, zal ze toch sneeuwwit worden en als ze rozerood is, zal ze toch als witte wol worden. Als u Mij gehoorzamen wilt, dan zult u eten van het goede van het land. Weigert u echter en bent u Mij ongehoorzaam, dan zult u door het zwaard vergaan; want zo spreekt de mond des Heren! -Hoe komt het echter, dat de vrome stad een hoer is geworden? Zij was vol rechtvaardigheid, en gerechtigheid woonde daarbinnen, en nu wonen er moordenaars! Uw zilver is schuim geworden en uw drank met water vermengd. Uw vorsten zijn afvalligen en dievenknechten; zij zijn belust op geschenken en nemen graag giften aan; de wezen doen ze echter geen recht, en de aanspraken der weduwen behandelen ze niet! Daarom spreekt Jehova, de Heer Zebaoth, de machtige in Israël: O wee, Ik zal Mij troosten door Mijn vijanden, en wreken door Mijn vijanden!' (Jes. 1:16-24) Zij bespraken de betekenis van deze verzen en het werd hen niet duidelijk.
Hoofdstuk 17: De Heer legt een tekst van Jesaja uit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Als u zegt: 'Dit heeft God door de mond van de profeten gezegd!', hoeveel achting moet u dan wel voor Hem hebben, dat u altijd uw schandelijke voorschriften de voorkeur geeft boven de geboden van God, en alleen de uwe voor uw wereldse voordeel toepast, maar de goddelijke met voeten treedt?! -° slechte, steeds maar de duivel dienende knechten! Hoe denkt u eenmaal het gericht van God te doorstaan?! Werkelijk, het zal de Sodomieten beter vergaan dan u! Want als dáár in die tijd zulke tekenen waren gebeurd, zoals die bij u reeds zijn gegeven, dan zouden ze in zak en as boete hebben gedaan, en God zou hen niet met vuur en zwavel uit de hemel hebben terechtgesteld! - Wee u, de tijd is al dichtbij dat het met u zal gaan zoals Ik het u heb voorspeld!"
Hoofdstuk 18: Het wezen van God en het dienen van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Dan zetten ze ALLEMAAL grote ogen op en zeggen zachtjes ond~r elkaar: "Lieve hemel, dat is de dochter van de overste, zoals ze er uit zag toen ze leefde! Heeft hij haar dan wéér opgewekt? Hoe is dat gebeurd? Maar als hij haar heeft opgewekt, en nu terwijl ze voor de tweede maal werkelijk dood was, -wat staat ons dan te doen? Jaïrus schijnt aan zijn kant te staan, anders zou hij hem zijn geliefde dochter zeker niet hebben toevertrouwd! Of zou hij er soms niets vanaf weten?! Heeft de zoon van Jozef haar soms in 't geheim opgewekt en wil hij haar bij de een of andere gelegenheid weer aan Jaïrus teruggeven? Moeten we soms Jaïrus daarover inlichten? Deze zaak valt te veel op! -Zij is het, zonder enige twijfel is zij het! En toch waren wij allemaal bij haar begrafenis aanwezig, net zoals eerder in Kapérnaum toen zij was gestorven! Wat kunnen we nu doen? Wat zal er gebeuren als deze mens-god door wat voor een kunst of macht dan ook zulke ongehoorde dingen doet?" - Dan zwijgen ze.
Hoofdstuk 19: Onbeschaamdheid en verwarring bij de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] CYRENIUS stapt naar voren, gebiedt stilte en zegt dan: "Luister naar mij, booswichten! Dat ik jullie niet met z'n allen de woestijn in laat jagen, en daar op door afgronden omgeven rotsen laat zetten, en de ogen uit laat steken, hebben jullie alleen maar te danken aan Deze hier, Die jullie ter wille van de heilige waarheid, die Hij tegen jullie sprak, wilden stenigen! Maar degene, die het waagt ook maar met één woord iets aan te duiden van wat er is voorgevallen, hetzij mondeling, schriftelijk, door gebaren, gelaatsuitdrukkingen of handbewegingen, zal onverbiddelijk de strengste straf ondergaan!
Hoofdstuk 21: Cyrenius en de tempeldienaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Maar toen bracht Borus zelf een jichtlijder binnen, wiens handen en voeten al helemaal verdroogd en dusdanig verdraaid en gekromd waren, dat het een sterfelijke dokter zelfs met alle middelen ter wereld onmogelijk zou zijn geweest hem te genezen.
Hoofdstuk 22: De ergernis van de inwoners van Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Als een soldaat niet zou moeten gehoorzamen aan zeer harde onverbiddelijke wetten, dan zou hij een lafaard zijn. En zou men bevelen om de vijand te achtervolgen, te bestrijden en te overwinnen, dan zou het de vijand goed gaan - en voor de noodzakelijke bescherming van het vaderland zou het er slecht uitzien! Maar als de onverbiddelijke wet de soldaat iedere stap op leven en dood voorschrijft, die hij ten opzichte van de vijand moet zetten, dan doet hij dat zeker! Want zou hij het niet doen, dan zou de dood hem wachten; doet hij echter wat hem bevolen is, dan is het niet zeker dat de vijand hem zal doden, en de mogelijkheid bestaat, dat hij als overwinnaar en gekroonde held uit de strijd te voorschijn komt!
Hoofdstuk 21: Cyrenius en de tempeldienaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Deze toespraak van de oude Nazareeër maakt dat velen zich nog meer ergeren, maar niemand durft nog een woord te zeggen.
Hoofdstuk 23: Terechtwijzing van de inwoners van Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Het geestelijke moet vrij blijven en moet zelf in vrijheid de strafmaatregel bepalen, evenals het daarbij behorende oordeel; en dan pas kan het in en uit zichzelf de kroon op zijn leven zetten.
Hoofdstuk 28: De zonde toont de mens dat hij mens is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Weet u, ik ben al negentig en erg hulpbehoevend; maar ik heb kinderen en kleinkinderen, die mij altijd met alle liefde en aandacht hebben verzorgd. Zij werden echter overvallen door een onbekende kwaadaardige ziekte, zodat ze nu allen in bed liggen, en ik, zwakke oude grijsaard, ben de enige in huis die niet ziek is, en ik weet mij geen raad meer. Geen buurman durft bij mij in huis te komen uit angst zelf de kwade ziekte te krijgen, en dus sta ik hulpeloos alleen en weet geen raad en kan mijzelf niet helpen! Ik heb tot God de Heer gebeden mij te helpen -zelfs door de dood, als het Zijn wil zou zijn!
Hoofdstuk 33: Genezing van de zieke familieleden van een oude Jood. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] De HERSTELDEN zeggen: "Luister eens, vader, in dat geval moet hij méér zijn dan alleen maar een wondergenezer! Vader, dit is misschien zelfs weer een grote profeet, groter dan Jesaja, Jeremia, Ezechiël en Daniël, misschien wel zo groot als Mozes, Aäron en Elia! Alleen zij konden met de hulp van Jehova zulke wonderen doen, omdat alle geesten zowel onder de aarde als boven de aarde, in het water en in de lucht hen geheel onderdanig moesten zijn! Als zij zo onderdanig zijn aan een groot profeet, is hij natuurlijk in staat alles wat hij maar wil in een ogenblik te doen!
Hoofdstuk 33: Genezing van de zieke familieleden van een oude Jood. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Als ze deze slechte gedachten echter te veel koesteren, klinkt er achter hen een geluid als van de donder met daarbij een geweldig harde knal, die maakt dat ze allemaal ontzettend schrikken en het vervolgens geruisloos op een lopen zetten naar de stad.
Hoofdstuk 34: De hebzucht van de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[15] De mond der rechtvaardige spreekt wijsheid, en zijn tong leert het recht; de wet van God is in zijn hart, en zijn voeten glijden niet uit. Maar de goddeloze loert steeds op de rechtvaardige en zoekt hem te doden. Maar de Heer staat niet toe dat hij in handen valt van de goddeloze, en verdoemt hem niet als hij door de goddeloze wordt veroordeeld.
Hoofdstuk 35: Roban's wijze raad. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[24] De EERSTE zegt: " Je zult hem moeilijk de voet dwars kunnen zetten. Met zijn tovenaarsblik ziet hij alles, hoe verborgen je het ook denkt! Wie anders dan hij heeft ons op de terugweg met die donderende knal laten schrikken, omdat hij vast en zeker hoorde wat wij onder elkaar over hem zeiden?! En wie anders dan hij heeft ons die tegen ons gerichte psalm laten lezen? En waarom? Omdat hij zeker heeft geweten wat wij tegen hem wilden afspreken! Vooruit, ga aan je schrijftafel zitten en probeer maar eens een geheime brief aan de keizer te schrijven -en ik sta er voor in, dat je niet in staat zult zijn om ook maar één woord te schrijven, of je zult door zijn onbegrijpelijke verborgen tovermacht gedwongen worden om een verschrikkelijk getuigenis tegen jezelf te ondertekenen!
Hoofdstuk 35: Roban's wijze raad. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...