Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2241 resultaten - Pagina 18 van 150

...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...
[11] Maar MARCUS zegt: "Niets van dat alles, de wijn is van hier." -Dat verbaast hen allen bijzonder, want in het gehele Joodse land was bekend dat uit Galiléa de slechtste wijn kwam.
Hoofdstuk 236: De uitoefening der naastenliefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Nu, dat en natuurlijk nog veel meer zijn wij naar waarheid over hem te weten gekomen en wij vinden hem nu hier en stellen vast dat hij een zeer bijzondere man is. Daarom kan het ons zeker niet kwalijk worden genomen dat wij vragen: Hoe kwam hij aan zulke ongehoorde eigenschappen, die vóór hem geen mens ooit bezat en die zeker hierna niemand meer zal bezitten?"
Hoofdstuk 6: Gesprek tussen Julius en de Farizeeën over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Als een geringe uitwisbare trek van een oerstamvader fysiek en moreel nog na een paar duizend jaar bij al zijn nakomelingen heel goed te herkennen is, hoeveel te meer dan een karaktertrek van de eerste mens op aarde in al zijn nakomelingen. Want zijn ziel was in het begin veel ontvankelijker en daardoor veel gevoeliger dan de latere zielen, bij wie het merkteken van de vader, meteen bij de verwekking, in de stroom van het levenszaad ingeprent werd, en vervolgens op de natuurlijke weg niet meer uitgewist of zelfs vernietigd kon worden. Jammer genoeg vervormt dat lidteken de ziel erg, en God heeft altijd alles aangewend om een ziel zelf de mogelijkheid te geven om dat kwade lidteken voor altijd te laten verdwijnen. Maar dat wilde tot op heden niet zo erg goed gelukken, en Ik kwam nu Zelf daarvoor op deze aarde om dat oude onaangename lidteken uit te wissen.
Hoofdstuk 225: De macht van de erfelijkheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] JARAH zegt: "Oh, maakt u zich maar zorgen over andere zaken! Mijn borst is sterk en kan wel wat verdragen. Kijk en luister dan! Zoals u heb ook ik al veel over de nieuw opgestane wonderheiland gehoord. Onze streek was steeds een der ongezondste van heel Galiléa, want iedere vreemde die erheen ging en zich daar maar een paar dagen ophield, werd altijd zo ziek, dat hij beslist niet meer verder kon reizen: Er waren er, die vaak langer dan een jaar daar moesten blijven; de eigen bevolking had er niet zo'n last van. Geheel kerngezonde mensen waren er niet veel, maar toch vond je er onder het eigen volk weinig waarvan gezegd kon worden dat ze ziek waren. Alle reizigers vermeden daarom zorgvuldig deze plaats, en wie niet door beslist noodzakelijke, dringende zaken daarheen werd gedreven, kwam zeker niet naar Genezareth.
Hoofdstuk 240: Het getuigenis van Jarah over de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Toen ik voor het eerst hoorde over de bewuste Heiland uit Nazareth, begon ik heel innig tot de God van Abraham, Isaäk en Jacob te bidden, dat Hij de Heiland ook naar het zeer ongezonde Genezareth zou willen laten komen. En zie, ik werd weldra verhoord, want de Helland uit Nazareth kwam al vlug daarna naar Genezareth. En men zag een Heiland zonder medicijnen en vroeg zich heimelijk af: 'Hoe zal hij nu al die zieken genezen?' Maar Hij overtuigde ons maar al te gauw dat Hij slechts hoefde te zeggen: 'Ik wil, wees gezond!' en zie, in een oogwenk werden allen met wat voor verschillende geneeslijke of ongeneeslijk verklaarde ziekten zij ook behept waren, bliksemsnel zodanig genezen. dat er bij hen ook geen enkel spoortje meer van te ontdekken was, dat ze ooit ziek geweest waren! Lammen, blinden, doven, kreupelen, bezetenen, jichtlijders, melaatsen en nog vele met honderden andere kwalen behepten, dat maakte voor de Heiland niets uit, Zijn woord en wil genas hen allen. Julius, een Romein, is met honderden anderen daarvan getuige geweest.
Hoofdstuk 240: Het getuigenis van Jarah over de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[22] Marcus zorgt nu meteen ook voor olie en zijn zoons wrijven hen met die zalf in, wat de vijf heel goed bekomt; want na deze behandeling beamen zij dat deze hen goed van pas kwam en daarna probeert de een na de ander te gaan staan, wat aanvankelijk nog veel inspanning kost, maar langzaam maar zeker steeds beter gaat.
Hoofdstuk 21: De genezing van de vijf bezeten roofmoordenaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] SUETAL zegt: "Daar leert men lezen, schrijven en rekenen, verder ook allerlei vreemde talen en ook een zekere samenvatting van het grote geschrift, waarbij als belangrijkste punt wordt geëist alles wat de tempel wil en leert, voor waarheid aan te nemen alsof het rechtstreeks van God kwam. In dat geval is het erg onduidelijk hoe wij dan verder aan een diepere kennis van onze godsdienst zouden kunnen komen! U heeft het gemakkelijk, want u bent in alle opzichten een machtig en sterk heer. U kunt een hoofdsynagoge binnengaan en eisen stellen. Iedere daaraan verbonden overste zal u zeker toestaan alles te controleren, -en wee hem als hij iets voor u geheim zou houden! Hij weet, dat u dan alles zult laten doorzoeken en wat hem te wachten zou staan als er iets geheims gevonden zou worden! O, dat weet zo'n overste van een synagoge heel goed en hij zal u daarom alles laten zien en onthullen. Zoals zelfs de hogepriester te Jeruzalem het zogenaamde allerheiligste, dat hij voor het aangezicht van het volk en volgens het geloof van het volk zelf maar tweemaal mag betreden, iedere dag aan hoge en machtige vreemdelingen moet laten zien en zelfs voor geld ook aan andere vreemdelingen laat zien. Iemand van ons moest eens proberen om dat te verlangen, dan stond het duivelswater al klaar!
Hoofdstuk 39: Suetal vertelt over de kennis van de tempeldienaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] Ik vroeg meteen waar die gezegende weide was. De knechten wezen haar aan en direkt droeg ik mijn broer naar de genoemde welde en legde hem daar op het gras. Wel, op het moment dat mijn zieke broer in aanraking kwam met de weide, begon hij zich heel behaaglijk uit te rekken, Alle pijn was als in een zucht verdwenen en in een paar tellen was .mijn broer net zo gezond als ik! Voorheen was hij slechts vel over been en ik verzeker jullie, hij stond zo goed doorvoed naast mij, dat ik ml] nu nog verbaas over die onvoorstelbare verandering!
Hoofdstuk 45: De genezing op de gezegende weide. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] IK zeg tegen de tweede spreker, die Ribar heette: "Hoe kwam jij dan achter de geheimen van de Essenen? Want Ik heb gehoord dat dat zonder levensgevaar vrijwel onmogelijk is!"
Hoofdstuk 51: Verdere twijfels. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[20] Als Beëlzebub het voor je gemaakt had, wat hij onmogelijk zou kunnen, dan zou je nu in plaats van goed brood een steen in je maag hebben. Maar omdat het echt brood was, dat als het ware uit de hemel kwam, voel je net zoals ik het voel nu nog de heerlijke uitwerking van de waarlijk goddelijke, aangename smaak in je hele lichaam!
Hoofdstuk 52: De steen die brood werd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Maar jullie plezier kwam niet in jullie op omdat ik broeder Baël op de juiste weg van Gods orde bracht, maar omdat ik hem in jullie plaats en volgens jullie mening een behoorlijke klap heb uitgedeeld, waardoor jullie dorst naar wraak wat bekoelde en jullie nog een mogelijkheid hebben om hem dat nogmaals voor te houden teneinde jullie wraakzucht nog verder te kunnen bekoelen. En kijk, omdat jullie dankbaarheid déze reden had, die slecht is omdat daarin liefde ontbrak, kan die dankbaarheid zelf ook niet goed zijn!
Hoofdstuk 59: Liefde de basis van de echte vreugde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Toen Mozes nog op de berg was en daar de voorschriften van Jehova hoorde, danste het volk in het dal om een gouden kalf. En hoe veranderde het gezicht van de leer van Mozes toen koning Saul in de plaats van de richters kwam, en hoe anders begon het er allemaal uit te zien onder David, en nog anders onder Salomo en zijn opvolgers?!
Hoofdstuk 63: Hebram toont de fouten aan in Risa 's gedachtegang. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Een ANDER van de twaalf zegt: "Dat denk ik niet. Jullie acht weten nog lang niet wat ik weet, want jullie komen uit het zuiden en weten weinig van wat zich allemaal in korte tijd bij de Galileeërs heeft voorgedaan. Jullie weten, dat ik en nog drie anderen uit de bergachtige omgeving van Genezareth samen met jullie zijn opgepakt wegens deelname aan jullie pogingen tot opruiing en hiernaartoe zijn gebracht. Nauwelijks drie dagen voor jullie aankomst hebben in Genezareth ongehoorde gebeurtenissen plaatsgevonden. Daar kwam de door de Romeinse hoofdman eerder genoemde wonderheiland uit Nazareth en genas slechts door zijn goddelijk, almachtige woord alle zieken, die, met wat voor kwalen dan ook behept, daarheen waren gebracht!
Hoofdstuk 45: De genezing op de gezegende weide. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Dan zegt RAPHAËL: "Het zij zoals je gewenst hebt!" -Raphaël had deze woorden nauwelijks uitgesproken, toen een edelvis van ruim tachtig pond in de handen van Ribar, tot schrik en overgrote verbazing van alle aanwezigen, een dermate heftige sprong deed, dat Ribar languit op zijn rug viel. Omdat de vis met geweldige klappen in het rond sprong en zich met zijn staart heftig om en om gooide, vluchtten de toeschouwers naar alle kanten, en ook Ribar, die al gauw weer was gaan staan, toonde geen lust meer om de grote vis vast te grijpen. Maar een zoon van Marcus stond ook dichtbij, kwam vlug met een sterk klein handnet aanlopen, wierp dit over de nog wild rondspartelende vis, omwikkelde hem en droeg hem naar een kuip die vol water stond.
Hoofdstuk 54: Het wonder van de vis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] SUETAL zegt: "Amen! Dat vind ik ook! Want zoiets heeft nog nooit een sterfelijk oog gezien! De magiërs ten tijde van de Farao hebben ook wel stokken op de grond geworpen, die slangen werden, maar daar waren wij niet bij! En zouden wij daarbij zijn geweest, dan zouden wij waarschijnlijk hetzelfde kunststuk gezien hebben dat wij eens, net eender, in Damascus hebben gezien. Een Perzisch tovenaar gooide een knuppel op een wijd uitgestrekte, voor hem liggende vlakte van stuifzand. En wanneer de op een speciale manier geworpen knuppel in het stuifzand verdween, zodat men er niets meer van zag -wat natuurlijk heel snel gebeurde -kwam er uit het zand een rat of een muis tevoorschijn die haastig wegvluchtte! Deze tovenaar deed het voorkomen alsof hij uit de in het zand geworpen knuppels ratten en muizen toverde. Maar ik onderzocht daarna het zand en vond de gegooide knuppels onveranderd terug, daarbij vond ik ook duidelijke sporen dat de tovenaar, waarschijnlijk zonder getuigen, tevoren een bepaald aantal ratten en muizen in het zand verborgen vasthield door op meerdere plaatsen een speciaal lievelingsvoer in door hem gemaakte zandholletjes te leggen, waarmee de daar uitgezette ratten en muizen heel rustig en behaaglijk bezig bleven tot ze door de handig geworpen knuppel gedwongen werden uit het holletje te springen en weg te lopen.
Hoofdstuk 55: Vergelijkingen met de wonderen van magiërs. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...