Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15547 resultaten - Pagina 18 van 1037

...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...
[7] Matthéus zegt: 'Heer, wat zegt U? Is de zon ook een heel grote wereld, en is een woestijn daar al onuitsprekelijk heerlijker dan hier een paradijs?! Kijk toch eens naar de grote aarde en zet daar de onbeduidende glanzende schijf van de zon eens tegenover! Hoeveel keer zou die wel op deze, vlakte kunnen staan die we hier nu overzien en die zeker een heel klem deel van de hele aarde is, en hoeveel maal zou die dan wel in de hele aarde kunnen passen?!'
Hoofdstuk 84: Naar Galilea. De zonsverduistering. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Daar naar het zuiden staat een ceder aan de verste rand van de bergenrij; vergelijk diens kleine schijnbare hoogte met de hoogte van een pol gras hier, die maar net een handbreedte hoog is, en je zult zien dat deze graspol, als je haar voor je gezicht houdt, schijnbaar vele malen hoger in de lucht oprijst dan die verre ceder, die in werkelijkheid verscheidene honderden malen hoger is dan deze graspol! En Iet op, dat komt door de afstand! Als je goed lopen kunt, dan bereik je die ceder binnen tien uur. Zoveel invloed hebben die tien uur op de indruk die je oog daarvan krijgt!
Hoofdstuk 84: Naar Galilea. De zonsverduistering. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Denk je nu eens de afstand van de zon tot deze aarde in! Gesteld dat een vogel ten tijde van Adam zo snel mogelijk naar de zon was gaan vliegen, dan was die daar nu nog niet, maar moest nog ettelijke jaren vliegen! Als je dit begrijpen kunt, dan begrijp je ook hoe het komt dat de meer dan duizend maal duizend keer grotere zon je hier op deze aarde zo klein voorkomt!'
Hoofdstuk 84: Naar Galilea. De zonsverduistering. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Om je echter te tonen dat Ik, door de macht van de Vader in Mij, ook op dit ogenblik tot aan de zon kan reiken, zal Ik je dat demonstreren! Ik zal de zon nu gedurende een paar ogenblikken bedekken, zodat niemand op de aarde haar zal zien, en dan zal het jou daardoor duidelijk worden, dat Ik ook vanaf deze aarde naar de zon kan reiken!'
Hoofdstuk 84: Naar Galilea. De zonsverduistering. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Naar aanleiding van deze uitspraak gingen er verscheidene mensen weg, want ze geloofden in een aardse Messias; maar velen verzochten Mij om een nader onderricht.
Hoofdstuk 85: Het nieuwe en eeuwigdurende rijk. In Kana in Galilea. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Ik zeg: 'Jullie willen ook tekenen zien, anders geloof je niet! Volg Mij daarom naar Kana, en vandaar in de streek er omheen; daar zul je lessen en tekenen krijgen!'
Hoofdstuk 85: Het nieuwe en eeuwigdurende rijk. In Kana in Galilea. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Maar Ik zeg: 'Het is voor hen de tijd nog niet. Laten ze ons echter volgen naar Kana; daar zullen we er iets over vertellen en meer nog zullen ze zelf zien en ondervinden! En laten we dan nu onze reis weer voortzetten! Onderweg moet niemand echter wat zeggen, want er zijn hier Farizeese bandieten!'
Hoofdstuk 85: Het nieuwe en eeuwigdurende rijk. In Kana in Galilea. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Een aantal van hen, die met Mij waren meegegaan, gingen naar hun eigen huis; Mijn leerlingen echter en moeder Maria en Mijn broers, dat wil zeggen de vijf zonen van Jozef, bleven bij Mij.
Hoofdstuk 86: Kana in Galilea. De verlokking van satan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Toen allen zich verwijderd hadden, kwam de jonge huisheer, bij wiens bruiloft Ik het water in wijn veranderd had, naar Mij toe en zei:' Heer! Degenen, die ons uit Judéa en Jeruzalem gevolgd zijn en zich nu buiten in de grote gastenkamer met spijs en drank gesterkt hebben, zouden nog graag even met U willen spreken. Want ik geloof, dat er verscheidene het plan hebben om naar hun woonplaats te gaan en daar hun boerenbedrijfjes te regelen. Als U het daar mee eens bent, dan kan ik hen dat wel overbrengen!'
Hoofdstuk 87: De Joden verlangen terug naar hun zuurdeeg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Wie is er dan bij Mij iets te kort gekomen?! Is iedereen niet iedere dag door de hemel verzadigd, zowel lichamelijk als geestelijk? Heeft er Iemand honger en dorst geleden, of heeft er soms iemand ergens anders onder geleden? Is er iemand door een wereldlijk gerecht vervolgd omdat hij. met Mij meegegaan is?! Ik zeg je: Wie gaan wil, die ga; wie echter blijven wil, die blijve! Want niet Ik heb de mensen nodig, maar de mensen hebben mij nodig! Wie Mij verlaat, zal ook door Mij verlaten zijn, en die Mij met zoekt, die zal Ik ook niet zo ijverig zoeken! - Ga nu naar buiten en breng hen dat maar over!'
Hoofdstuk 87: De Joden verlangen terug naar hun zuurdeeg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Toen deze Galileeërs Mij door hun dorp zagen wandelen, kwamen ze direkt uit alle huizen de straat op, begroetten Mij vriendelijk en kwamen lovende woorden te kort voor Mijn naar hun mening bijzonder gewaagde daad in de tempel. En hun vreugde om Mij weer te zien was des te groter, omdat ze bijna allemaal gedacht hadden dat de Farizeeën Mij heimelijk uit de wereld geholpen konden hebben! Want deze Galileeërs wisten niet veel meer van Mij, dan dat Ik de zoon van de vrome Jozef was en dat God met Mij was net zoals Hij met Jozef geweest was. De hele dag en vervolgens ook de hele nacht moest Ik met Mijn gezelschap bij hen blijven. Ze verzorgden ons zo goed mogelijk, en er waren veel vragen te beantwoorden en er werd veel raad gegeven, en men vroeg ook over de Messias; en velen zagen en herkenden Deze in Mij.
Hoofdstuk 85: Het nieuwe en eeuwigdurende rijk. In Kana in Galilea. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] (En Jezus kwam weer in Kana in Galilea waar Hij water in wijn had veranderd. Joh. 4:46) Na deze woorden gaat de reis verder en we bereiken zonder enige moeilijkheid het stadje Kana. Als we daar aankomen gaan we snel naar het huis waar Ik het eerste wonder in het openbaar verrichtte. Binnen een uur echter weet bijna het hele dorp dat Ik en allen die met Mij meegegaan zijn, weer gelukkig en behouden aangekomen zijn; en alles loopt uit om de aangekomenen te zien, te begroeten en te verwelkomen. En als ze Mij zien, hebben ze geen woorden genoeg om Mij te loven en te prijzen voor het feit, dat Ik te Jeruzalem de tempel op zo'n vastberaden manier gereinigd heb! Want op dat feest waren er ook velen uit Kana, en die hebben gezien wat Ik in Jeruzalem tot stand bracht, en hebben ook vernomen hoe Ik daar vele zieken genezen heb en daarvoor prezen ze Mij bijzonder.
Hoofdstuk 86: Kana in Galilea. De verlokking van satan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Ik zei echter: dat ze naar lichaam wel gezond waren, maar niet naar ziel. 'Want wie ontucht en hoererij pleegt, die is heel ziek in zijn ziel! Want door deze zonde wordt het hart van de mens van dag tot dag steeds harder, gevoellozer en onbarmhartiger tegen de naaste en het houdt op het laatst alleen nog maar van zichzelf en het onderwerp, waarmee het geilen kan, maar niet om het onderwerp zelf, maar vanwege het geilen. Zo'n hart ontvlucht dan het woord van God dat hem af wil brengen van zijn slechte verlangen, en wordt tenslotte zelfs een vijand van degenen, die het woord van God in hun hart bewaren en daarnaar leven. Velen van jullie lijden aan deze ziekte en Ik ben daarom weer naar jullie gekomen, om je van deze kwade en dodelijke ziekte te genezen. Wie van jullie weet dat hij aan deze kwade ziekte lijdt, Iaat die zich aan Mij toevertrouwen en Ik zal hem genezen!'
Hoofdstuk 86: Kana in Galilea. De verlokking van satan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Ik zeg: 'Je hebt Mij niet begrepen! Kijk, deze burgers hebben Mij helemaal in hun harten opgenomen, en Mijn leer is voor hen heilig geworden; deze Joden zijn het echter niet geheel en al eens met Mijn leer die Ik hen in Sichar gaf, en zij verlangen weer naar hun zuurdeeg en niet zozeer naar hun huishouden, en willen daarom nu naar huis! Beleefdheidshalve wilden ze Mij eerst nog bedanken, om door jullie niet aangezien te worden voor ruwe onbehouwen lummels. Ga daarom maar gerust naar buiten en breng hen alles onomwonden over wat Ik nu tegen je gezegd heb!'
Hoofdstuk 87: De Joden verlangen terug naar hun zuurdeeg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Met dit advies gaat de gastheer naar buiten naar de Judeeërs en brengt hen woordelijk over wat Ik tegen hem heb gezegd. Daar kijken ze allemaal heel raar van op, ook al omdat ze zich erg aangesproken voelen. Een paar worden er boos over; anderen trekken het zich erg aan en denken er in hun hart over na en zeggen: 'Hij heeft ons geraakt en jammer genoeg heeft Hij nog gelijk ook; hopelijk vergeeft Hij het ons, en wij willen blijven!'
Hoofdstuk 87: De Joden verlangen terug naar hun zuurdeeg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...