Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10854 resultaten - Pagina 18 van 724

...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...
[7] Wij zullen naar de arme gaan en hem eens ernstig vragen hoe dat zit met zijn godheid en dan zal meteen duidelijk worden wat er allemaal achter Lamechs windgevechten schuilgaat!
Hoofdstuk 255: Lamechs troonrede over de zichtbare aanwezigheid van de heilige Vader in de gedaante van de arme Man. De dreigende woorden van de twijfelaars onder de gasten. De ernstige woorden van de Heer tot de twijfelaars - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] De Heer heeft nu wel de ogen van jullie geest gesloten, maar niet het gehoor, dat zich in het hart bevindt. Derhalve kan ieder van jullie altijd de stem van de Heer vernemen, en iedereen kan zich altijd tot Zijn vaderlijke liefde wenden als hij iets nodig heeft, en de Vader zal het hem geven als het goed voor hem is, maar het hem ook onthouden als het niet goed voor hem zou zijn. Maar goed of niet goed, jullie mogen de Vader er altijd om vragen, en wees verzekerd, Hij zal jullie de goed hoorbare raad niet schuldig blijven en zal tot jullie hart spreken wanneer jullie Hem daar in volle ernst om zullen vragen!
Hoofdstuk 269: Henochs wijze woorden over het wezen van God en het geestelijke zien. De stem van de Heer in het hart van de mens. Waarschuwing voor valse profeten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] Zie, zo moeten jullie voortaan altijd de Heer van hemel en aarde zoeken, dan zullen jullie Hem ook altijd heel gemakkelijk vinden! En als je dan in je door liefde ontvlamde hart zult vragen: `Vader, waar bent U?', dan zal Hij jullie zeggen: `Kinderkens, Ik ben toch in jullie midden! Vrees niet; want Mijn almachtige hand beschermt jullie toch immers dag en nacht!'
Hoofdstuk 269: Henochs wijze woorden over het wezen van God en het geestelijke zien. De stem van de Heer in het hart van de mens. Waarschuwing voor valse profeten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] De mensen zullen zo'n deemoediging wel een tijdlang over hun kant laten gaan, maar dan zal de een na de ander zich heimelijk beginnen af te vragen:
Hoofdstuk 35: Henoch ontmoet koning Lamech. Het gevaar van eerbetoon aan mensen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Om deze reden kan ook de mens, indien hij wijs is vanuit God, twee vragen over zijn eigen wezen en de omstandigheden daarvan beantwoorden, maar de derde vraag zal hij in eeuwigheid nooit beantwoorden. Want de beantwoording daarvan ligt in de onuitsprekelijke en eeuwig onbegrijpelijke diepte van God verborgen, en wij zullen die nooit volledig ontraadselen!
Hoofdstuk 76: De drie kanten van iedere omstandigheid in het leven, die berusten op het natuurlijk-menselijke, het geestelijk-menselijke en het goddelijk-menselijke. De ondoorgrondelijkheid van de laatste geheimen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Als zij vragen waar zij naartoe moeten, stuur hen dan ook naar de bergen, - zij zullen daar zeker een onderkomen vinden!
Hoofdstuk 142: Het reddingsplan van de twee boden en de uitvoering daarvan. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] Zonder een woord te zeggen, kunnen wij de tempels niet openen, want de tempels hebben hun zekere geheime bewakers die ons ten aanschouwen van het volk eerst zullen vragen waarom wij dat deden. En dan moeten wij - of wij willen of niet - met de waarheid naar buiten komen en met gevaar van eigen leven zeggen:
Hoofdstuk 152: De raad van duizend vergadert. Een van hen spreekt verstandige woorden en stelt voor om te emigreren. Onenigheid. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] `Maar hoe?', vragen wij ons af. Zullen wij, priesters, daar zelf met kamelen heentrekken om ginds met scherpe hakken en haken het goud van de steile wanden te halen en het gedurende een reis van drie jaar lang hier naartoe slepen?
Hoofdstuk 206: Het overleg met de op goud beluste priesters. Sluwheid tegen list. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] Ondernemen wij dat alleen, dan vragen wij ons af wat voor een gezicht wij dan zullen zetten als wij bij toeval de reuzen zouden ontmoeten die ons niet alleen al het goud meteen zouden afpakken, maar ons ook onmiddellijk als mugjes tussen hun vingers zouden vermorzelen?!
Hoofdstuk 206: Het overleg met de op goud beluste priesters. Sluwheid tegen list. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Maar het tiental zei: 'Hoogmachtige dienaren van de goden! Als jullie raad van ons willen hebben en niet vrezen dat wij jullie daarmee om de tuin zullen leiden, dan vragen we jullie: waarom vertrouwen jullie onze eerste raad dan niet, die we toch zeker welgemeend genoeg gegeven hebben vanuit onze grondige kennis van zaken?'
Hoofdstuk 209: De opperpriester willigen de raad van de tien verkenners in. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] Zij zullen beslist nog een keer om raad komen vragen; dat wij hun de allerbeste zullen geven daar kunnen zij geheel van verzekerd zijn!
Hoofdstuk 210: De problemen van de priesters om de slaven los te kopen. Het plan van de tien slimme gezanten slaagt, - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[28] Ik meen dat Ik jullie zo kort mogelijk de adamitische gestalte van de aarde meer dan voldoende duidelijk heb gemaakt, en jullie zullen daar niet veel meer over te vragen hebben.
Hoofdstuk 366: AANHANGSEL. Hoe de aarde er uitzag vóór Noach. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] Jullie vragen: hoe dan? Het klinkt allemaal als een raadsel. Maar Ik zeg: waar de betekenis van de dingen, al is het ook neer in het algemeen dan in het bijzonder, wordt getoond, waar aangetoond wordt hoe tenslotte alles aankomt op de eenwording, waar zelfs deze eenwording door allerlei aanschouwelijke voorbeelden wordt uitgebeeld, daar schijnt niet meer de natuurlijke, maar de geestelijke zon. Wat nu volgt zal alles in een helder licht plaatsen en dan zullen we daaruit heel duidelijk kunnen opmaken dat we ons reeds op de geestelijke zon bevinden.
Hoofdstuk 3: De klok, een overeenstemmend beeld van de zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Jullie vragen: wat is dat? En Ik zeg jullie: bekijk het maar eens van dichtbij, dan zullen jullie weldra merken wat er achter deze sterren schuilgaat. Maar jullie verbazen je alweer, want nu zeggen jullie: grote, heilige Vader, wat is dat toch? Toen we zo'n ster nauwkeuriger bekeken, dijde ze samen met de boom uit tot een eindeloze grootte. De vorige grote wereld evenals de omvang van die enkele boom kunnen we vanwege de al te onafzienbare grote omvang niet meer zien, maar dit sterretje is tot een nieuwe, grote wereld uitgegroeid en we zien deze wereld weer vol nieuwe wonderen. O Vader, zeggen jullie verder, waar is toch het einde van Uw onafzienbaar grote wonderbaarlijke scheppingen?!
Hoofdstuk 8: De sfeer van de derde geest. Een beeld van de oneindigheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[16] Jullie vragen mij naar de betekenis van de zee daarginds, die zo prachtig schittert, en het niet ver van de oever gelegen prachtige eiland met verscheidene mooie tempels, vooral die hele mooie daar op een steile helling. Als julie je met mij ook daarheen willen begeven, kunnen jullie je er zelf van overtuigen wat dit allemaal is. Jullie willen het, en kijk, we zijn ook alweer bij ons doel, want op de zeeën hier hebben we geen schepen nodig. Door onze wil kunnen we overal komen waar we maar willen. Willen jullie ook met mij deze tempel binnengaan, volg me dan. Maar deze tempel mag wat zijn inwendige betreft niet aan jullie onthuld worden, maar jullie zullen je erin bevinden zoals binnen in een gebouw.
Hoofdstuk 10: De sfeer van de vijfde geest. Het grootste wonder, het hart van de mens - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...