Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

793 resultaten - Pagina 18 van 53

...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...
[10] Daarop zei Ik: 'Nou, nou, het is allemaal alweer goed! Eet en drink en wees opgewekt; want morgen zul je Mij met veel meer tegenzin weer laten vertrekken dan je Mij vandaag samen met deze mensen, die Mij vergezellen, hebt opgenomen!'
Hoofdstuk 230: De ontoeschietelijke waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Ik ben een van de eersten die deze leer in de wereld heeft gebracht. Ik ben tot de Mijnen gekomen, maar die hebben Mij niet herkend en hebben Mij niet opgenomen, maar ze vervolgen Mij overal in het hele land -daarom zal Ik Mijn aangezicht ook van hen afwenden en het naar jullie heidenen keren.
Hoofdstuk 234: De Heer getuigt over Zichzelf en Zijn zending - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Nu vroeg de opperstadsrechter Mij: 'O Heer en Meester, hoe is het mogelijk dat die man onder Uw leerlingen is opgenomen? Want kijk, ik vraag U dat niet zomaar; die man is mij met mijn scherpe blik van een rechter direct opgevallen, omdat hij niemand recht in het gezicht kon kijken en ook bij Uw buitengewoon goddelijke woorden en voordrachten geheel afzijdig duister voor zich uit keek en met geen enkele gelaatsuitdrukking blijk gaf van enige verbazing of bijval! Ook zei hij geen woord waaruit men had kunnen opmaken wat voor redenaarstalent hij bezit, terwijl alle andere leerlingen toch over en weer praatten, deels met Uzelf, deels ook onder elkaar. Kortom, ik moet U zeggen dat die leerling van U mij absoluut niet bevalt. Als ik er zo een onder mijn vele dienaren had, zou ik hem allang ontslagen hebben. Uit welke stad is hij eigenlijk afkomstig?'
Hoofdstuk 223: Judas Iskariot (30.5.1864) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] De waard zei: 'Mijn beste, vriendelijke, wonderbaarlijke meester! Er gebeurt nu iets met mij zoals bij iemand die vroeg in de ochtend naar buiten gaat en voor wie de eerste stralen van de ochtendschemering zijn weg verlichten. Wij hebben onder de Romeinen een oeroud spreekwoord, dat luidt: 'Er bestaat of bestond op de hele aarde geen groot en wijs man zonder een zweem van goddelijkheid'; maar u lijkt wel het allermeest door de Godheid geïnspireerd te zijn, wat zoveel wil zeggen als: in u woont de gehele volheid van de ware Godheid lichamelijk!'
Hoofdstuk 236: Het ontstaan van de Kaspische Zee - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Er hebben bij mij al heel veel wijzen gelogeerd, die behalve hun wijsheid ook veel verbazingwekkende macht bezaten om wonderen te doen, en zie, naast mij zit zo'n Wijze, die juist vandaag vanuit het morgenland hier is aangekomen, met Zijn gezelschap hier aan tafel! Ik heb Hem vriendelijk opgenomen en zal Hem net zolang herbergen als Hij bij mij wil blijven. Doen jullie met je Galileeër evenzo, dan zal hij jullie zeker nooit schade berokkenen! Maar als jullie hem vervolgen en haten, zal hij jullie ook vervolgen, wat ik ook volkomen terecht vind. Maar ik ben er bij voorbaat van overtuigd dat hij ons Romeinen niet zal vervolgen, omdat wij dergelijke gewekte mensen hoogachten en liefhebben. Heb je dat begrepen, mijn beste vriend? Handel daarnaar, dan zul je geen vijanden hebben!'
Hoofdstuk 243: De slechte bedoelingen van de Farizeeërs (19.7.1864) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Ik onderwees nu Mijn leerlingen, dat ze hier een goed voorbeeld hadden waar een wereldse instelling en heerszucht toe leidt, en hoe nodig het is steeds op zijn hoede te zijn en niet te geloven alle kennis en licht al in zich opgenomen te hebben, zoals die drie Farizeeën dachten. Zij zouden echte wetenschappers genoemd kunnen worden, omdat ze alles met hun kritische verstand wilden onderzoeken en alleen maar datgene wilden geloven wat ze zagen; maar daarbij vielen ze van de ene twijfel in de andere, omdat er bij het zien naderhand weer twijfel opkwam of ze wel goed hadden gekeken, en zij uiteindelijk hun eigen daden en woorden niet vertrouwden. Daarbij was, zo zei Ik, hun streven zelfs ernstig, maar toch verkeerd, omdat het zich uitsluitend op het uiterlijke richtte en niet op het innerlijke, en alleen dat vormde toch de eetbare kern, zoals bij een noot, terwijl men op het puur uiterlijke zijn tanden geweldig kan stukbijten. Daarom was het ook nog lang niet mogelijk Mij aan hen kenbaar te maken.
Hoofdstuk 8: De Heer vertelt het levensverhaal van de koopman - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[7] Ik zei: 'Verbaas je daar niet over, want Ik weet nog veel meer dan alleen maar een eenvoudige naam die jouw ouders je in je vroegste jeugd hebben gegeven. Ook jouw hele jeugd, die je aanvankelijk in Athene en later alleen met je vader in Tyrus doorbracht, ken Ik heel goed.jouw vader stierf aan een zware kou, die ontaard was in een gevaarlijke koorts toen hij helemaal doornat terugkwam van een reis per boot, die hij ondernomen had om gestrande goederen te bergen. En zo werd jij wees, omdat je moeder reeds in Athene gestorven was. De jood, bij wie jij werd opgenomen, was een zakenvriend van jouw vader, dreefhandel met Jeruzalem en heette Maliëzar. - Zeg eens, is het zo of niet?!'
Hoofdstuk 8: De Heer vertelt het levensverhaal van de koopman - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[2] Ik sprak dus met Mucius over dit punt, alsook met enkelen van zijn buren, die onmiddellijk kwamen toegesneld toen ze Mij met de leerlingen het huis uit zagen komen; want door de knecht Marcius en anderen hadden ze gehoord over de wonderbaarlijke vermenigvuldiging van het brood en de andere dingen. Allen vroegen Mij of Ik ervoor wilde zorgen dat de gloeiende stralen van de zon, die zich juist in het Jordaandal sterk doen voelen, getemperd werden en of Ik voor bescherming tegen de dampen kon zorgen. Ik zegde hun toe wat ze vroegen, zegende het land, en op hetzelfde ogenblik verhief zich in het zuiden een dicht dennenbos in de richting van de zee en een flink stuk terzijde van de weg, zodat de verandering alleen opgemerkt kon worden door mensen die de streek goed kenden, dennenbomen zijn het meest geschikt om scherpe zoutwaterdampen op te nemen en toch goed te groeien. Dat bos vormde een beschermende wand in de richting van de zee, maar is tegenwoordig ook allang verdwenen.
Hoofdstuk 13: De Heer zegent het dorp - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[3] Nu was er onder degenen die Mij volgden ook een Jood genaamd Ebal, die Mijn leer volledig in zijn hart had opgenomen en zich vol ijver inspande om zijn geest te wekken. Door zijn vroegere leven, dat hem grotere zielsvermogens had gegeven, had hij de gave van het tweede gezicht, dat wil zeggen de gave om in zichzelf toekomstige of voorbije gebeurtenissen te kunnen zien.
Hoofdstuk 18: Het visoen van Ebal - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[6] In de zuiver geestelijke wereld ontwikkelen deze vormen zich, al naargelang de verdere ontwikkeling van de ziel, tot een uiterst precieze harmonie, zodat de ware schoonheid pas daar goed zichtbaar is.Wie zuiver van geest is, kan daardoor stralen in een schoonheid die jullie gewoonweg zou vernietigen; want die schoonheid is enkel uitdrukking van de geheel innerlijke, zuiverste volmaaktheid.
Hoofdstuk 25: De menselijke vorm en de verlossing ervan - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[14] Of de Joden nu verder nog aanspraak zullen maken op hun taak als verdedigers en zegelbewaarders, ook van deze nieuwe leer, ligt aan henzelf. Maar ook al blijven ze star en erkennen ze Mij niet, dan blijven ze krachtens hun jarenlange scholing toch het uitverkoren volk Gods en kunnen te allen tijde, ook in de komende duizenden jaren, evenals de verloren zoon de weg naar het Vaderhuis vinden, en zullen ook opgenomen worden. Er zal wel veel rampspoed voor nodig zijn voor ze omkeren en ze zullen nog lange tijd varkens moeten hoeden.
Hoofdstuk 28: De ontwikkeling van het joodse volk - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[6] Raël en ook de leerlingen zeiden: ']a, Heer, wij denken dat wij U, voorzover dat mogelijk is, helemaal hebben begrepen, hoewel wij het idee hebben dat Uw woorden nog veel bevatten wat U niet hebt uitgesproken, maar wat er toch uit op te maken is. In latere tijden zal ons dat ook nog wel duidelijker worden, als ook datgene wat U nu in woorden tegen ons hebt gezegd, volkomen opgenomen is.'
Hoofdstuk 29: Het volk van de toekomst - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[13] Mucius haastte zich dit te bevestigen, en men zag de vreugde uit zijn ogen stralen om iets te kunnen doen dat aan Mijn wens beantwoordde. Omdat hij had gehoord dat Ik vandaag nog verder wilde reizen, vroeg de koopman Mij of hij Mij met zijn muildieren van dienst kon zijn, omdat de balen met goederen immers evengoed hier konden blijven en het verkopen ervan geen haast had. Maar Ik zei dat Ik niet over de grote weg via Jericho naar Jeruzalem zou reizen, maar meer naar het noorden het Jordaandal in, waar zijn dieren ons niet zouden kunnen volgen. Hij kon dus wel direct naar Jeruzalem reizen, daar zijn zaken in orde maken en daarna alles voor zijn verhuizing in het werk stellen.
Hoofdstuk 14: De Heer neemt afscheid van de herberg - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[9] Ik zei: 'Beste vrienden, als jullie willen blijven, blijf dan! Ik heb immers al gezegd dat iedereen moet doen zoals hem belieft. Maar als jullie soms denken dat jullie in Mijn nabijheid toch nog iets mee zullen maken wat jullie anders zouden missen, dan vergissen jullie je. Want Ik zal vandaag niets ondernemen, zoals Ik al heb gezegd, en ben alleen van plan om een rustdag te houden; want ook dit lichaam heeft bij tijd en wijle rust nodig, net als dat van jullie, en is in niets verschillend van jullie lichaam. We hebben de afgelopen tijd heel veel gewerkt, en ook Mijn lichaam is daarom enigszins uitgeput, ook al is Mijn geest alom actief. Maar zolang dit lichaam niet door de geest opgenomen is, die het moet doordringen en als een kleed om zich heen moet sluiten, is het ook onderworpen aan alle eisen die jullie lichamen stellen.'
Hoofdstuk 31: Een rustdag - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[4] Pas na Mijn dood, wanneer dit lichaam opgenomen zal zijn als een kleed van de almachtige, oneindige Godheid Zelf, zullen ook al degenen die vóór Mijn tijd het lichamelijke leven hebben verlaten, in staat zijn door het aanschouwen van de nu persoonlijke Godheid in eeuwige gemeenschap met Hem te leven, en wel in een stad die Ik jullie reeds heb getoond toen die twaalf lichtende zuilen de Jeruzalemmers 's nachts opschrikten, en die het ware hemelse Jeruzalem, de eeuwige stad Gods voorstelt. Dit gemeenschappelijke eeuwige samenwonen van God met Zijn kinderen is de wedergeboorte van de geest.
Hoofdstuk 52: De wedergeboorte van de geest - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...