Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

9982 resultaten - Pagina 18 van 666

...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...
[7] Wie of wat was dan wel dit Licht, deze grote gedachte, deze heilige grondgedachte van al het toekomstige, werkelijke, vrije bestaan? -Dat was niemand anders dan God Zelf, omdat in God, door God en uit God onmogelijk iets anders dan God Zelf Zich in Zijn eeuwig volkomen wezen liet zien; en daarom mag deze tekst ook als volgt luiden:
Hoofdstuk 1: Uitleg van de eerste verzen. (2.8.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Nu het eerste vers voldoende belicht is en iedereen met een beetje verstand het zonder moeite kan begrijpen, volgt de betekenis van het tweede vers vanzelf. Het getuigt, dat het ervoor beschreven 'woord' of 'licht' of 'de grote scheppingsgedachte' niet ontstaan is in de loop van het Goddelijke bestaan, maar dat het met God, als een deel van Hem, eeuwig is en daarom nooit iets kan zijn, wat met een vroeger ontstaansproces te maken heeft. Daarom geeft het tweede vers als een soort getuigenis de verklaring: Het bestond altijd al in de diepste grond van al het zijn en al het latere worden, als een deel daarvan in en uit God, en was dus Zelf geheel en al God.
Hoofdstuk 1: Uitleg van de eerste verzen. (2.8.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] (In Hem was het leven, en het leven was het licht der mensen. Joh. 1:4) Het is vanzelfsprekend, dat de diepste grond van al het bestaan, het licht van al het licht, de diepste gedachte van alle gedachten en ideeën, de oervorm als de eeuwige grond van alle vormen, ten eerste niet vormeloos en ten tweede niet dood kon zijn, omdat de dood in zijn realiteit het algehele tegendeel is van al het bestaande, in welke vorm dan ook. In dit woord of licht of in deze grote gedachte van God in God, en uiteindelijk dus God Zelf, was derhalve een volkomen leven. God was dus in Zijn totaliteit de eeuwige volmaakte diepste grond van het leven. En dit licht of leven riep de wezens uit zichzelf op, en dit licht of leven was het licht en dus ook het leven in deze wezens, in deze uit Hem geschapen mensen. En deze wezens en mensen waren zo een volledig evenbeeld van de bron van alle licht, wat in hen de voorwaarden schiep voor een leven gelijk aan het Zijn, het Licht en de eeuwige diepste grond van het Zijn.
Hoofdstuk 1: Uitleg van de eerste verzen. (2.8.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[25] Ja, dat zag Ik reeds eeuwen van te voren, en Ik liet daarom al vanaf hun eerste ontstaan uit Mij tot aan Mijn werkelijke komst, door vele duizenden zieners, die in de strijd het licht niet verloren hadden, deze komst van Mij voorspellen en de aard en manier en zelfs de plaats en de tijd van Mijn komst getrouw vastleggen. Bij Mijn daarop werkelijk gevolgde komst liet Ik grote tekenen plaats vinden en verwekte een man, waarin de geest van een hoge engel zijn intrek nam, opdat hij Mijn komst en lijfelijke aanwezigheid op de aarde aan de blinden zou verkondigen.
Hoofdstuk 1: Uitleg van de eerste verzen. (2.8.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] (Uit zijn volheid hebben wij allen genade op genade ontvangen. Joh. 1:16) Deze bron van alle licht is ook Gods eeuwige grote heerlijkheid, en Gods wezen zelf in deze heerlijkheid; deze heerlijkheid was eeuwigdurend Godzelf in God, en aan de volheid van deze heerlijkheid hebben alle wezens hun bestaan en hun licht en vrije leven te danken.
Hoofdstuk 3: De menswording van het eeuwige woord. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Door een positieve dwang van de onwrikbare wil van de bron van alle macht werden de eerste scheppingsideeën in een afgezonderd, op zelfstandigheid lijkend bestaan gesitueerd; de afscheiding en het vormen van het door ruimte en tijd beperkte bestaan werden vervolgens aan onveranderlijke wetten ondergeschikt gemaakt.
Hoofdstuk 4: Over wet en genade. Bij Bethabara. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Omdat tijdens de allereerste opeenvolging van wezens het gevecht steeds heftiger werd, moest de grote grondwet verscherpt worden en de wezens moesten opgenomen worden in een tijdelijk vast oordeel. Dat gebeurde door de vorming van stoffelijke vaste hemellichamen en de daardoor ontstane grotere deling van de oorspronkelijke wezens.
Hoofdstuk 4: Over wet en genade. Bij Bethabara. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Door de wet werd dus een grote kloof gemaakt, waarover geen geest en geen wezen meer kon springen. Daardoor werd ook het uitzicht op, en het innerlijke bewustzijn van een eeuwig voortduren van het innerlijke, op deze manier erg beperkte leven, zeer twijfelachtig.
Hoofdstuk 4: Over wet en genade. Bij Bethabara. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] In algemeen praktische zin echter getuigt deze bruiloftsgeschiedenis, die exact drie dagen na Mijn terugkomst uit de woestijn plaats vond, van de drie toestanden, die ieder mens door moet maken om tot de wedergeboorte des geestes te komen of om de levensbruiloft in het grote Kana van het hemelse Galiléa te bereiken.
Hoofdstuk 10: Kana. De drie stappen tot wedergeboorte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Op dit moment hief Ik Mijn rechterhand met de gevlochten gesel op en begon deze met goddelijk geweld boven hun hoofden te zwaaien; degene, die door de gesel geraakt werd, kreeg ogenblikkelijk de heftigste, bijna ondraagbare pijnen te verduren en dat gebeurde ook met het vee. Er ontstond in een oogwenk een ontzettend gebrul van mensen en beesten, en het vee ging er razend vandoor en liep alles wat in de weg kwam omver, en zo vluchtten ook de verkopers en kopers onder het slaken van hartverscheurende kreten van pijn. Ik gooide echter alle wisselkramen omver en verstrooide al het geld wat er op lag, terwijl de leerlingen mij bij dit werk hielpen.
Hoofdstuk 13: Jeruzalem. De tempelreiniging. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] (Zijn discipelen herinnerden zich, dat er geschreven staat: 'De verontwaardiging over Uw huis zal Mij verteren.' Joh. 2:17) De reiniging veroorzaakte echter grote opschudding en de leerlingen waren heimelijk bang, dat de priesters ons als opruiers door de Romeinse wacht gevangen zouden laten nemen, en dat het vrijwel zeker was dat wij zeer vernederend ondervraagd en bestraft zouden worden, want er staat geschreven: 'De toorn over Uw huis heeft Mij vernietigd'.
Hoofdstuk 13: Jeruzalem. De tempelreiniging. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] (En hij zei hen de waarheid toen hij zei: 'Ik ben Christus, de beloofde Messias, niet.' En zij vroegen hem verder: 'Wie bent u dan? Bent u Elia?' En hij zei: 'Ik ben het niet!' -En verder vroegen ze: 'Bent u een profeet?' - Hij antwoordde: 'Neen!' Joh. 1:20-21) De reden waarom ze Johannes ook vroegen of hij Elia of een andere nieuwe profeet was, vond zijn oorsprong in het feit dat er in hun profetische geschriften stond, dat Elia vóór de beloofde Messias zou komen en heel Israël op de grote komst van de Messias zou voorbereiden! Tevens zouden er in die tijd ook nog andere profeten opstaan, die eveneens als herauten voor de Messias uit zouden gaan. Dat wisten de met de Schrift bekende afgezanten uit Jeruzalem en daarom vroegen ze dat aan Johannes. Deze erkende echter dat hij dat allemaal niet was.
Hoofdstuk 5: Jordaan. Johannes de doper getuigt van zichzelf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Voor hen had de Messias meteen bij Zijn eerste optreden -natuurlijk nergens anders dan in Jeruzalem -, rechttoe rechtaan duidelijk zichtbaar uit de hemel komend, vuriger stralend dan de zon, begeleid door myriaden engelen en alleen de tempel verkiezend om te wonen, alle toenmalige bestuurders moeten uitschakelen en vernietigen, - en daarna had Hij de Joden ook meteen onsterfelijk moeten maken, hen al het geld van de aarde geven, minstens ettelijke honderden overbodig schijnende bergen met groot kabaal in zee slingeren, en daarbij ook nog het arme vuile gepeupel in één klap terecht moeten stellen! Dan zouden ze in Hem geloofd hebben en ook gezegd hebben: 'Heer U bent zowaar ontzettend sterk en machtig, alles moet zich voor U zo diep mogelijk buigen en in het stof werpen en de hogepriester is niet waardig U de schoenriemen los te maken.'
Hoofdstuk 5: Jordaan. Johannes de doper getuigt van zichzelf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[18] (Dit is het eerste teken, dat Jezus deed, en dat zo gebeurd is in Kana in Galiléa, en waarbij Hij Zijn heerlijkheid geopenbaard heeft. En Zijn leerlingen geloofden nu vast in Hem. Joh. 2: 11) Dit was ook het eerste buitengewone teken, dat Ik bij de aanvaarding van het grote verlossingswerk ten aanschouwe van velen deed en Ik duidde met dit teken, hoewel verborgen, het volgende grote werk aan, maar dat begreep niemand van het gehele gezelschap. -Want zoals Mijn vasten in de woestijn de voorspelling was van de vervolging, die Mij in Jeruzalem door de tempel werd aangedaan, en de doop door Johannes, Mijn dood aan het kruis voorspelde, zo duidde deze bruiloft op Mijn opstanding, en dat teken werd een voorbeeld van de wedergeboorte des geestes tot het eeuwige leven.
Hoofdstuk 11: De bruiloft te Kana in Galiléa. Kapérnaum en reis naar Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Kaiphas presteerde het zelfs om in het binnenste van de tempel nog bepaalde plaatsen te verhuren aan de duivenverkopers en een paar kleine wisselaars. Deze kleine wisselaars hadden kleine munten, zoals groschen en staters, en zij wisselden voor hun klanten deze kleinere munten tegen zilverlingen, Romeinse goudstukken of Romeins veegeld, waarbij zij een zekere winst voor zichzelf hielden. Veegeld was geld dat de Romeinen speciaal voor het kopen van vee gebruikten. Afhankelijk van het dier , dat op de munt afgebeeld stond, kon men daarmee voor een soortgelijk dier betalen. Als men dit veegeld bij de grote en kleine wisselaars wisselde voor ander geld, dan werd een hogere winstmarge berekend.
Hoofdstuk 12: Naar Kapérnaum. Begin van het prediken. In Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...