Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1782 resultaten - Pagina 18 van 119

...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...
[11] IK zeg: "Dat zul je wel op het juiste ogenblik gewaarworden na het middagmaal, dat wij vandaag een uur later zullen gebruiken. Maak je daar maar geen zorgen over en doe alles naar behoren en volgens Mijn eeuwige, goddelijke orde!"
Hoofdstuk 148: De bekentenis van de overste. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Daarom denk ik, dat men in de algemene aard van de dingen overal een zekere dwingende orde ontdekt, maar nooit iets ziet ontstaan waar niet een deugdelijke reden voor is en waar voor een bepaald verschijnsel niet altijd eerst een bruikbaar medium aanwezig is. Omdat men dan ook bij het zorgvuldigste waarnemen van de natuurlijke dingen nergens onverwachte dingen ontdekt, ben ik tégen alle zogenaamde wonderen en tégen het in persoon optreden van een geest onder wat voor omschrijving dan ook, -hetzij een engel of een duivel, een god of zijn tegenpool.
Hoofdstuk 149: De mening van de overste betreffende engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] STAHAR zegt: "Ja, daar zouden jullie best eens gelijk in kunnen hebben, want op hem had ik ook allang mijn oog laten vallen! Ik zag ook, dat zowel de engel als Cyrenius tijdens hun spreken en handelen steeds naar hem omkeken en hem als het ware vroegen, of het wel in orde was wat zij zeiden en deden!
Hoofdstuk 155: De overste en Hebram. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Dat wij ons toen veel veroorloofden wat volgens de wetten niet geheel in orde was, is natuurlijk ons eigen werk geweest. Maar daarbij bedenk ik toch nog steeds: Als je ouders een visser van je gemaakt hadden, die nu kommervol in zijn levensonderhoud had moeten voorzien, zou er toch heel veel niet gebeurd zijn wat men zich door het goed verzorgd zijn heeft veroorloofd omdat het goeddoorvoede vlees en bloed daartoe aandreef! Daarom zijn onze tekortkomingen tegen de wet, voor een deel een gevolg van de omstandigheden waarin wij door geboorte en opvoeding terecht zijn gekomen.
Hoofdstuk 156: Over de verantwoordelijkheid van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Met zulke volkomen eigenschappen kan Hij echter ook onmogelijk ooit ergens in de gehele oneindigheid een schepsel hebben geschapen voor een eeuwige kwelling! Ja, een wezen door allerlei bittere en pijnlijke ervaringen reinigen, hier of in het hiernamaals, is iets heel anders. Want de mens is een werk van God, dat zich volgens de wijze orde van God zelf in de zedelijke sfeer moet vervolmaken om datgene te worden waartoe het door de Schepper bestemd is!
Hoofdstuk 157: God niet vrezen maar lief hebben. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] Zulke slechts kort durende, pijnlijke verbeteringsmomenten laat de Schepper alleen maar toe. Hij schept ze nooit Zelf om voor Zijn genoegen een mens na een misstap een tijdlang te kwellen. Hij laat deze alleen maar toe om de mens terug te brengen tot het nuchter herkennen van de orde, om zich daardoor gemakkelijker te kunnen ontwikkelen. Ik kan zo'n zuiver goddelijke voorzorgsmaatregel, waaruit slechts liefde en de grootste goedgunstigheid stralen, nooit zien als een dictatoriale straf!
Hoofdstuk 157: God niet vrezen maar lief hebben. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] FLORAN zegt: "Kijk, broeder, dat gebeurt omdat wij beiden nog zo heel nauw verbonden zijn met het geslacht van de ezels, die van de goddelijke orde nog lang geen kaas hebben gegeten! ..
Hoofdstuk 162: De wegen van de goddelijke leiding. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] Kijk, zo gebeurt het reeds in Gods orde die ons nu zeker nog heel onbegrijpelijk voorkomt, en daarom zal het wel op overeenkomstige wijze in zijn orde thuishoren dat wij de tempel slechts geleidelijk moeten ondergraven. Want een plotselinge verwoesting zou de vele blinden voor wie de tempel nog steeds alles in alles is, in de grootste vertwijfeling storten, - wat veel erger zou zijn dan het nog enige tijd dulden van het bedrog van zijn boosaardige dienaars!
Hoofdstuk 162: De wegen van de goddelijke leiding. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Gebruik, als het nodig is, het aanzien en de eer van je ambt maar wees zelf vol deemoed en liefde, dan zal jullie rechtspraak over je afgedwaalde broeders en zusters steeds volgens Mijn orde rechtvaardig zijn!
Hoofdstuk 165: De gevaren van de hoogmoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Dat wat ik je heb gezegd, zei ik je alleen maar om je ook dáárin Mijn orde en Mijn wil te tonen. Want Ik zeg je: Wie ook het kleinste deeltje hoogmoed niet Iaat varen, zal later Mijn rijk niet in de geest geopenbaard worden en hij zal niet eerder binnentreden voor hij het laatste stofje hoogmoed uit zich heeft laten verdwijnen!
Hoofdstuk 165: De gevaren van de hoogmoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] Dan zegt OURAN: "De Heer was mij zeer genadig en toonde mij de waarheid en de orde en de gerechtigheid in de ware deemoed, en ik ben weer net zo gelukkig als eerst."
Hoofdstuk 165: De gevaren van de hoogmoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] Degene uit ons ambt en onze stand die zich echter verheft, wordt zeker zeer gedeemoedigd, zoals wij dat heel goed kunnen..zien in de gehele rij der koningen van Judéa. Zoals het was, zal het blijven tot aan het einde der wereld! Het is moeilijk goud en edelstenen te dragen en daarbij toch in het hart deemoediger te zijn dan elke onderdaan! Alleen de genade van de Heer en grote erbarming kan een koning die temidden van zijn aardse glans leeft, in staat stellen om de hemelse orde te bewaren!"
Hoofdstuk 165: De gevaren van de hoogmoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] En hier overkomt mij dan deze onverwachte, heilige ontmoeting met de Heer van alle heerlijkheden, met zijn leerlingen en met jou, dierbare broeder! Ah, alle angst is verdwenen, want alles is thans helemaal in orde!
Hoofdstuk 166: Weerzien en kennismaking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Maar nadat ik in Kapérnaum en Faustus in Nazareth de goede orde en rust hadden hersteld, kwam Faustus spoedig buiten adem naar mij toe in Kapérnaum, want hij ontdekte vanuit Nazareth in deze richting een sterke rode vuurgloed en dacht dat er in Kapérnaum wat uit de hand gelopen kon zijn. Maar toen hij in Kapérnaum aankwam, trof hij alles rustig aan. Toch kwam hij naar mij toe en vertelde van de sterke, rode vuurgloed. Ik ging met hem en een groot aantal bedienden de hoogste heuvel in de buurt van Kapérnaum op. Daarvandaan zagen wij wel de rode gloed steeds beter en sterker, maar geen van ons was in staat, vast te stellen welke plaats door het ongeluk was getroffen. Pas vanmorgen vroeg, toen de zon maakte dat wij de richting beter konden bepalen en ik, hoewel veraf, aan de hand van de dikke rook vaststelde dat die afkomstig zou kunnen zijn uit de omgeving van Caesarea Philippi, besloot ik met Faustus PER MARE (over zee) hierheen te varen en te onderzoeken wat hier ten prooi was gevallen aan de vlammen.
Hoofdstuk 166: Weerzien en kennismaking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] MARCUS zegt: "O, geëerde gebieder, dat ligt me nog vers in het geheugen! Er moest daar behoorlijk streng opgetreden worden om die twistzieke en ruziezoekende mensen redelijk in toom te houden. Aan de Boven-Ister (Donau) in de omgeving van het gehucht Vindobona (Wenen) ging het in begin ook met zo goed met ons, maar na een paar jaar was de zaak in orde en wij beleefden daar heel gezellige uurtjes.
Hoofdstuk 167: De voorspellingen over de menswording van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...