Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

13258 resultaten - Pagina 18 van 884

...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...
[15] Wanneer jullie in Mijn naam uittrekken in de wereld en temidden van allerlei vreemde volken zult leven, eet dan wat men je zal voorzetten! Maar eet en drink nooit onmatig, dan zul je op de juiste wijze vasten; al het andere is echter bijgeloof en een grote domheid van de mensen, waarvan zij verlost moeten worden, als zij dat zelf willen.
Hoofdstuk 85: Het ware vasten en bidden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] (De Heer): '(Toen zeiden de Romeinen): 'Toen we weer in Rome terugkwamen, kwam die stad ons echt als een woestijn voor, en toen wij hoorden dat er bij jullie joden ook dergelijke mensen moeten zijn, die hetzelfde onderwijzen en tot hetzelfde instaat zijn als de vreemde man in Opper-Egypte, hebben wij Rome verlaten en ons hier gevestigd om hier, ver van de grote wereld, meer voor onze innerlijke mens te kunnen zorgen; maar in de tempel, die jullie ons zo aangeprezen hebben, hebben we het echt niet gevonden, maar wel enkele keren bij de man waarover jullie merkwaardigerwijze in twijfel verkeren, die echter meer tot stand brengt dan alles wat wij ooit gezien hebben! En zo iemand willen jullie opsporen?! O, wees honderdduizend maal blij dat hij jullie niet opspoort, want als hij daar eenmaal mee begint dan zijn jullie voor nu en altijd verloren!
Hoofdstuk 90: De Romein waarschuwt de tempeldienaren voor de macht van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Ik ben met mijn wetenschap en kunst al ver de wereld ingetrokken, en was zelfs in het grote rijk voorbij de grote wereldmuur, maar ik heb nergens mensen aangetroffen bij wie een zekere duidelijke wereldse wijsheid algemeen verbreid was. Gewoonlijk is die slechts een bezit van de priesterstand; maar het volk leeft rustig en tevreden tengevolge van het blinde geloof, dat door de priesters wordt overgeleverd. En dat is werkelijk het beste middel om een volk binnen een zekere orde te houden en ervoor te zorgen dat het de grond vlijtig bewerkt.
Hoofdstuk 97: De verdedigingstoespraak van de hoofdmagiër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Zo'n wonder is immers niets anders dan schandelijk bedrog en is slechter en erger dan enig ander bedrog, omdat ander gemeen bedrog ertoe leidt dat men de bedrieger veracht en hem voor het gerecht van de wereld brengt, terwijl jullie bedrog je bij de domme mensen grote eer en een goddelijk aanzien verschaft. Jullie hebben je al eens aan de mensen voorgedaan als hogere goddelijke wezens en hebben van het volk offers en aanbidding aanvaard; men heeft in jullie land zelfs een tempel voor je gebouwd en daarin jullie beeld neergezet om te vereren en te aanbidden! Ik zeg echter dat het een werk van de hel en van haar boze geesten is en dat jullie daarmee in verbinding staan, niet omdat zij jullie zouden helpen bij je bedrieglijke wonderen, maar omdat jullie op aarde doen, wat zij in de hel doen; want bij de duivels is alles leugen en bedrog.
Hoofdstuk 96: Raphaël ontmaskert de magiërs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Dat hij leeft en ook zeker zal sterven, weet de mens; maar als een mens gezond en goed verzorgd is, leeft hij graag en is hij van nature een vijand van het sterven en de dood, en heeft er daarom altijd een grote angst voor. Deze voortdurende angst zou de mens al gauw dermate overmannen, dat hij voor elk werk en ook voor een geestelijke vorming volkomen ongeschikt zou worden, en hij zou ook de grootste vijand van het leven worden, -zoals er bij ons ook zo'n volk is, dat zijn leven vervloekt en geen kinderen verwekt om geen ongelukkige wezens op deze wereld te zetten. Dat volk vermeerdert zich alleen door nieuwkomers van buitenaf, met uitzondering van vrouwen, die daarom bij dit volk niet aangetroffen worden. Maar dan verschijnt de zichzelf boven alles verloochenende priesterstand, leert de mensen bepaalde onzichtbare machtige goden en hun krachten kennen en doet zich bij het volk voor als een zendeling en dienaar van de goden, die zelf macht heeft en voor de ogen van het volk wonderen verricht en voor hun oren wijsheid verkondigt.
Hoofdstuk 97: De verdedigingstoespraak van de hoofdmagiër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Je hebt ons nu weliswaar wel aangetoond dat God, als de eeuwige oerwaarheid, Zich ook alleen maar door de waarheid laat vinden. Dat, lieftallige vriend, is heel goed en heel prachtig gezegd; maar wat is de waarheid, en waar vinden wij die in deze wereld?! Gelukkig is de zeldzame mens die van die waarheid ook maar enig vermoeden heeft; maar waar is degene die haar volledig bezit?! O, zeg ons wie het is, dan zullen wij hem tot het einde der wereld volgen en hem alle schatten van ons grote rijk aanbieden opdat hij ons een deel van zijn geestelijke schat aanreikt!
Hoofdstuk 99: Het roepen van de Indiërs naar God wordt niet verhoord - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Rafaël zei: 'Dat wordt door geen enkele leraar in welke school ter wereld dan ook onderwezen, maar dat leert Gods geest aan degene, die Hem boven alles liefheeft en zijn naaste als zichzelf Jullie zeggen ook wel, dat jullie je volk uit liefde beliegen en bedriegen en het daardoor een grote weldaad bewijzen, omdat het anders volgens jullie mening zou moeten wanhopen; maar ik zeg jullie, dat dat een grote vergissing is. Er zijn bij jullie volk al heel veel door God verlichte mensen die, in hun hart net zo weinig waardering voor jullie hebben als ik. Maar zij zijn erg bang voor jullie straf en boete oplegging, en doen daarom uiterlijk nog alsof zij jullie erg hoogachten; maar van binnen verachten zij jullie meer dan de dood zelf, en daar hebben ze ook alle reden voor. Als jullie echter zo spoedig mogelijk zouden beginnen jullie vele domheden en onnodige wreedheden één voor één na te laten en dat wat ik jullie gezegd heb daarvoor in de plaats te stellen, dan zou het volk jullie meer prijzen en eren dan nu.'
Hoofdstuk 101: Over de Indische godsdiensten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Maar zo moet ook de stoffelijke mens door de vrije wil van zijn ziel al het materiële streven in zichzelf als het ware doden en vernietigen. Hij moet aan niets wat van de wereld is meer op een bepaalde manier gehecht zijn. Zijn streven moet zijn: God steeds meer te erkennen, lief te hebben en de wil van God, die hem geopenbaard is, in alles te vervullen, ook al zou dat de ziel en haar lichaam nog zulke grote offers kosten.
Hoofdstuk 103: De weg naar de levensvervolmaking - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Maar wie de schepselen en de verdere inrichting van de wereld met de ogen van de geest beschouwt, zal ontdekken dat Gods wil overal heerst, en hij zal op die wijze gemakkelijk de grote, heilige Vader vinden, die de werelden, de mensen en de geesten ordent en hij zal de kracht van Gods almachtige wil in zichzelf kunnen beproeven. Dan zal hij geen reden meer hebben om te vragen of de met Gods wil vereende wil van een mens soms ook over de elementen kan gebieden. -Heb je dat allemaal goed begrepen?'
Hoofdstuk 110: De hevige noordenwind, de bedoeling daarvan. De Dode Zee - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Toen Ik dat tegen Lazarus gezegd had, nam de wind nog in kracht toe, en de Indiërs richtten zich tot Rafaël en zeiden: 'Luister eens, lieftallige en zeer machtige, wijze jongeman. Dat een mens volgens de leer die jij aan ons bekend gemaakt hebt - namelijk door het één worden met de zuivere levensgeest uit God - werkelijk wonderbaarlijk grote dingen kan doen door de kracht en de macht van zijn wil, als hij die met de goddelijke wil verenigt, vonden wij allen heel goed te begrijpen en overtuigend; maar zo nu en dan duiken er toch weer verschijnselen op in de grote natuur van de wereld, waartegen zelfs de volmaaktste mens met alle kracht van zijn wil tevergeefs de strijd aanbindt! Daar is deze vervelende wind meteen een voorbeeld van! Het komt ons voor dat de elementen merendeels stom zijn en zich niet in het minst iets aantrekken van wat wij nog zo krachtig willen.'
Hoofdstuk 110: De hevige noordenwind, de bedoeling daarvan. De Dode Zee - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] De magiër zei: 'Nee, jonge, voor mij volkomen onbegrijpelijk wijze vriend! Je spreekt over de hele aarde alsof je vanaf het oerbegin bij haar schepping aanwezig bent geweest en alles gezien hebt wat er met haar gebeurd is! En het allermerkwaardigste is dat wij je, naar eer en geweten, helemaal niet kunnen tegenspreken! Want volgens onze vele ervaringen in de grote wereld is het inderdaad precies, zoals jij het nu gezegd hebt en het bestaan van een ware, eeuwige God is voor ons meer dan zonneklaar bewezen en meer hebben we nu niet nodig, omdat wij nu door jou ook weten wat we moeten doen om God Zelf waarachtig te vinden.
Hoofdstuk 115: Het nut van de giftige bomen in Indië. De ontwikkeling van de aarde. Het zich verplaatsen van de zeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Ik zei: 'Vriend, we zijn met velen en zouden in jouw huis nauwelijks voldoende ruimte hebben; bovendien zul je vanmiddag weer een paar Farizeeën op bezoek krijgen die Ik niet graag ontmoet, en daarom zal Ik in de grote herberg, die ook van jou is, Mijn intrek nemen. Daar kun jij ook heengaan met je vriend Jozef van Arimatea en met de oude rechtschapen rabbi, en ook met je vrouwen kinderen, zodat ook zij het Heil van de wereld kunnen zien. De beide Romeinen wonen toch al in hun eigen huis vlak naast je herberg, en zij zullen beslist ook bij Mij komen, omdat Ik voornamelijk terwille van hen hierheen ben gekomen.'
Hoofdstuk 136: De Heer spreekt met Nicodémus over de armen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Ik zei: 'Beloven is veel gemakkelijker, dan het beloofde te doen! Jullie zijn nog te veel gehecht aan de wereld en aan jullie grote schatten, waaraan veel bloed van weduwen en wezen kleeft, en dat schept voor wereldse mensen altijd een vrijwel onoverbrugbare kloof
Hoofdstuk 155: De drie graden van innerlijke levensvervolmaking - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Maar het zou beter geweest zijn dat ik in plaats van de bok toch Izaak geofferd had, zodat er uit hem geen geslacht was voortgekomen, dat reeds aan de voet van de Sinaï in Uw heilige aanwezigheid een gouden kalf begon te aanbidden, en dat nu slechter is geworden dan de meest duistere heidenen en andere kinderen van de wereld, die door de slang verwekt zijn door de grote hoererij van Babel. O Heer, strek eenmaal Uw rechterhand uit en verdelg Uw vijanden!'
Hoofdstuk 162: Abraham verschijnt aan de tempeldienaren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Ik zei: 'Als dit jullie al zo'n grote angst en vrees heeft aangejaagd, hoe zouden jullie het dan vinden als Ik jullie al diegenen voor zou stellen die door jullie grote wraak en vervolgingszucht op de meest ellendige wijze uit deze wereld zijn geholpen?'
Hoofdstuk 163: Mozes en Elia vermanen de pasbekeerde Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...