Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2200 resultaten - Pagina 18 van 147

...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...
[12] Jij werd meteen al door de liefde gedreven, hoewel je meende te zondigen door Mij lief te hebben, en zie, je vond Mij. -Ik kwam jou en ook je vader Ouran meer dan halverwege tegemoet. Op gelijke wijze zullen in de toekomst allen die Mij willen vinden, Mij óók moeten zoeken en zij zullen Mij vinden zoals jij Mij hebt gevonden.
Hoofdstuk 110: Het zoeken naar God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Maar die Mij met hun hoogmoedige verstand zullen zoeken, zullen Mij in eeuwigheid niet vinden!
Hoofdstuk 110: Het zoeken naar God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] Dus begon hij buiten het huis te graven en vond de schat natuurlijk met omdat die midden onder het laagste deel van zijn huis lag, en hoe verder van het huls hij nieuwe gaten groef om de schat te vinden des te minder vond hij de schat, die toch de reden was waarom hij het hele huls had gekocht. Want wie daar iets zoekt waar het niet is en nooit kan zijn, kan het gezochte ook onmogelijk vinden.
Hoofdstuk 110: Het zoeken naar God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] Zo is het hart van de mens, dat het meest aan God verwant is alleen bestemd voor het zoeken en ook het vinden van God om daarna bij de gevonden God een nieuw, onverwoestbaar leven te krijgen. Wie God echter met een ander zintuig zoekt, kan Hem net zo min vinden als een mens met zijn oren, neus of ogen de zon kan vinden of zien wanneer hij zichzelf stevig heeft geblinddoekt.
Hoofdstuk 110: Het zoeken naar God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[19] Het ware en levende zintuig van het hart is de liefde. Wie dit innerlijke levenszintuig op de juiste manier opwekt en daarmee God gaat zoeken, zal God net zo zeker en zichtbaar vinden als dat ieder mens, tenzij hij volledig blind is, met zijn oog de zon vindt en haar lichtende vorm ziet.
Hoofdstuk 110: Het zoeken naar God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Hoe zuiver vallen de sneeuwvlokken uit de wolken! Maar kijk twee maanden later eens naar de eerst zo verblindend witte sneeuwen je zult haar al erg smerig vinden!
Hoofdstuk 113: De toekomst van de zuivere leer van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Het hart moet het doen, maar als dit nog vol met materie zit, kan het zuiver geestelijke daarin geen aangrijpingspunt vinden! Daarom moet je bij je zusters er ook vooral voor zorgen dat hun harten geheel vrij worden van al het materiële, dan zul je niet veel moeite hebben met de zusters waarover je je nu zo bezorgd maakt. Maar Ik prijs je bezorgdheid en zeg je dat deze niet zo lang meer zal duren! -Liefste Jarah, heb je dat nu ook goed genoeg begrepen?!
Hoofdstuk 114: Opheldering over het geestelijk ontwaken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Het is al iets oneindig verhevens dat ik U boven alles kan liefhebben en mij gelukkig kan voelen in die liefde, die mijn hart nooit helemaal waardig kan zijn! Maar ik zou het voor een menselijk hart de dwaasheid ten top vinden om Uw heilig, goddelijk onnaspeurbare wezen nader te willen onderzoeken! Dat is mijn mening, o Heer!
Hoofdstuk 116: De vreugde van Marcus over de bestraffing van de priesters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Eindelijk ziet het recht kans de brutale misdadiger met vaste hand te grijpen en hem te veroordelen tot de lang verdiende strenge en pijnlijke straf en verantwoording! Groot en klein heeft nu leedvermaak omdat de booswicht eindelijk toch de lang verdiende straf krijgt, ja, er zullen zelfs heel rechtschapen mensen zijn, die het jammer vinden dat zij bij dit strafproces niet de wettelijke bevoegdheid hebben bij deze algemeen gehate misdadiger zelf scherprechter te kunnen zijn, om dit misdadige uitschot zelf met alle mogelijke plezier te kunnen pijnigen!
Hoofdstuk 117: Berisping van het leedvermaak. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Dan stapt CYRENIUS naar voren en zegt: "En ik, als Romeins opperstadhouder over geheel Azië en een deel van Afrika, voorzien van alle volmachten uit de hand van keizer caesar Augustus, die mijn broer was, en nu ook van zijn zoon, bevestig deze uitstekende keus! Ouran jij zou nergens ter wereld een betere hebben kunnen vinden! DIXI! (Ik heb gezegd) - Cyrenius."
Hoofdstuk 118: Mathaël wordt vicekoning. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] Zie je, dochter, hoe nu mijn spreuk die ik je zo vaak heb laten horen: 'Wie alles wil vinden, zoeke slechts God alleen!' heerlijk in vervulling is gegaan! Jij zuchtte, toen wij onze stad verlieten met de geheime bedoeling in het hart niet eerder terug te gaan dan wanneer wij de waarheid en de alleen ware God zouden hebben gevonden, en je zei weemoedig: 'Vader, we zullen onze stad en dit mooie land wel nooit meer terugzien!' En ik zei tegen jou: 'Wees gerust, mijn dochter, we gaan toch niet op roof uit en ook niet om een van onze buren met oorlog te dreigen, maar wij gaan om voor ons en ons land het hoogste geluk te zoeken! Geen god en geen macht ter wereld kan dit plan van ons slecht noemen!' Toen werd jij rustiger en wij gingen vol goede moed op reis. Maar ik vraag je of je vanaf dat moment ook maar het geringste vermoeden had van al dat overweldigend goede en dat grote geluk dat wij hier hebben gevonden!"
Hoofdstuk 119: Helena wordt de vrouw van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] IK zeg: "Doe wat je wilt! Je moet je echter goed voorbereiden op de dag van morgen, want het zal een hete dag worden. - (Mij tot Cyrenius wendend:) Morgen zullen ook je broer Cornelius en hoofdman Faustus hierheen komen, om te zien wat hier wel gebeurd mag zijn. Zij vermoeden niet dat jij hier bent en nog minder dat Ik. Mij hier ophoud. Maar er moet toch voor gezorgd worden dat zij met hun gevolg hier een onderkomen vinden. In de stad zal dit keer geen woning te vinden zijn, want het vuur zal de stad erg beschadigen, omdat er bij deze tempel- en synagogenbrand behalve de tempels en synagogen ook enige andere gebouwen en burgerwoonhuizen behoorlijk beschadigd worden. Morgen moeten we daarom het hoofd koel houden en het is dus nodig dat men zich aan alle kanten daarop voorbereidt. Maar wie slaap heeft, laat die slapen; Ik moet echter waken en bidden!"
Hoofdstuk 120: Helena 's dank en goede voornemens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Als men deze mensen mogelijk een ander inkomen zou kunnen geven, zou een en ander misschien beter en gemakkelijker gaan, maar waar moet je in een land dat niet zo groot is, zo snel voor duizenden een nieuwe bron van inkomsten vinden, en waar voor zoveel mensen brood vandaan halen!? Voor een paar dagen zouden wij dat nog wel kunnen, maar voor jaren achtereen! Waar moet je het vandaan halen, als je ook nog goed en redelijk wilt blijven!?
Hoofdstuk 124: De juiste wijsheid verschaft de juiste middelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Toen men vanavond een langere dag wenste, liet Hij niet de aarde of schijnbaar de werkelijke zon stilstaan -wat volgens Zijn hoogst eigen woorden tegen Zijn orde zou zijn -want als Hij zoiets zou doen, dan zou al het leven op aarde ten dode zijn opgeschreven. Wat niet door de verschrikkelijk krachtige, centrifugale kracht vernietigd zou worden, zou een nog zekerder dood vinden in de golven, die al het vaste land zouden overspoelen.
Hoofdstuk 126: Mathaël twijfelt aan de belevenissen van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Pas na een hele tijd, toen de horizon al rood kleurde, opende de anders zeer zwijgzame ROB zijn mond en zei: "Beste vrienden, ik kan ondanks al dat nadenken nog geen rust vinden. Alles is hier zo buitengewoon merkwaardig dat je steeds bij jezelf denkt dat je droomt en je kunt doen wat je wilt, maar je kunt je met al het geziene en gehoorde toch nooit zo vereenzelvigen dat je je daarbij thuis voelt! En dat je steeds meer vreemd voelen is op zichzelf nog het gewoonste waarmee de gedachten van een denker zich kunnen bezighouden. We beleven niets dan een opeenvolging van wonderen van de kolossaalste orde!"
Hoofdstuk 127: Onheimelijke gevoelens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...