Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5489 resultaten - Pagina 18 van 366

...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...
[33] Daarbij verzeker ik je ook dat ik, zoals je wenst, mijn vroe­gere leidsman van harte vergeeft Ik was immers alleen maar kwaad op hem omdat ik niet begreep wat hij eigenlijk met mij van plan was. Hij liet weliswaar doorschemeren wat hij met mij voorhad, maar dat hij mij zo lang alleen liet, moest er wel toe leiden dat ik boos op hem werd. Maar nu is alles voorbij en indien hij nu terug kwam, zou ik hem ter wille van jou meteen om de hals vallen en kussen, zoals een zoon zijn vader die hij in lange tijd niet heeft gezien!'
Hoofdstuk 10: De overgang van een bisschop - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[22] Zie nu, in wat voor 'water' deze man zich begeeft; daar zal hij lang in moeten zwemmen, voor hij de weg van de verloren zoon terug naar de Vader zal bereiken.
Hoofdstuk 9: Het sterven van een minister - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[20] `Adam, Mijn zoon, waarom talm je zo lang en rep je je niet in de open armen van je eeuwige, allerheiligste Vader, wiens eindeloze liefde zich reeds eeuwigheden lang met jou bezighield?!'
Hoofdstuk 43: Adams ziet zijn dwaasheid in; zijn berouw en omkeer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[5] Nu heb Ik je weliswaar drastisch gewekt en kom je als liefhebbende zoon naar Mij toe, maar de liefde in je thans brandende hart is niet van jezelf; want Ik heb haar om je volledig te wekken geheel vrij in je ontstoken. Ik zeg je: De Vader en de Rechter zijn nog niet gescheiden in jou. Probeer nu eerst met je eigen levenskracht de Vader in jezelf te omvatten; ja omvat Hem geheel en maak Hem los van de klagende Rechter, die jou nog altijd verhinderde de eindeloze liefde van de Vader in het helderste licht voor je te zien en voor al je kinderen die uitje voortkwamen!
Hoofdstuk 44: Abedams woorden over de `Vader' en de `Rechter' in Hem - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] Neem dat goed in je op, Mijn Adam, Mijn zoon: Wat je zoekt zul je ook vinden, ofwel de liefhebbende Vader, de heilige, de goede, - de eeuwige liefde en het eeuwige leven door haar en in haar, of, zoals hier reeds voldoende aangetoond werd, de Rechter, de eeuwige, heel onverbiddelijke, dodende Rechter der doden, die zich op deze beproevende aarde nooit in onbevreesde, getrouwe zuivere liefde tot Mij, hun meest liefdevolle Vader wilden wenden, opdat Ik hen volledig tot leven zou wekken en in het eeuwige leven van de geest had kunnen opnemen.
Hoofdstuk 44: Abedams woorden over de `Vader' en de `Rechter' in Hem - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] Ik heb voor jou intussen al wel je familie opgewekt, waarvan je je zo-even zelf overtuigd zult hebben, omdat je vrouw en je zeven kinderen je met open, reeds onsterfelijke armen opnamen toen je met deze zoon van Mij (namelijk Adam) hier terugkeerde, - maar deze weldaad als loon is wel groot voor het gevoel van liefde van een vader, maar als de vader dan ten aanzien van zichzelf een wat dieper gaande vraag stelt, die zo zou kunnen luiden: `Wat heb ik er nu eigenlijk zelf aan als mijn familie onsterfelijk is geworden en mij met onsterfelijke armen heeft omhelsd, terwijl ikzelf geen ander aandeel heb dan alleen maar de grote vreugde om als vader mijn familie onsterfelijk te weten, maar vervolgens mijn eigen sterfelijkheid maar al te helder en duidelijk in mijn organen en ledematen voel?'
Hoofdstuk 45: De grootste beloning voor de mens: de Heer te mogen liefhebben - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] Ook Seth ijlde erheen als vader van Sehel, zijn jongste en laatste zoon, greep Sehels hand en zei tegen hem:
Hoofdstuk 62: Sehels verheerlijking en zijn heerlijke diep wijze woorden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] 'Mijn zoon Sehel, tot op dit uur ben je een nog ongehuwd man gebleven en nog nooit een vrouw bijgewoond. Je wilde niet zaaien en ons allen een levend zaad vanuit jou geven, waardoor ik toen boos op je werd en je daarom verbannen heb naar de middag, - hoe zul je mij nu zo'n misdrijf kunnen vergeven, dat ik, je arme, blinde vader, aan je begaan heb?!
Hoofdstuk 62: Sehels verheerlijking en zijn heerlijke diep wijze woorden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] Want zie, wij allen beginnen hier een nieuw leven ter wille van de ene die uit eigen vrije wil gevallen is en daarom geldt datgene wat wij naar de geest zijn of beter gezegd waren niet voor de verhoudingen van dit aardse leven; daarom ben je mijn vader Seth, en ik je zoon!
Hoofdstuk 62: Sehels verheerlijking en zijn heerlijke diep wijze woorden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] De verering door de liefde is toereikend voor iedere verhouding tussen jullie, zij het van een broeder tot een broeder, of van een zoon tot zijn vader, of de vrouw tot haar man, of de man tot zijn vrouw, of van de zuster tot haar zuster, of de broeder tot zijn zuster, of de dochter tot haar moeder, of de moeder tot haar dochter, of de zoon tot zijn moeder en de dochter tot haar vader, of de moeder tot haar zoon en de vader tot zijn dochter, - kortom, in alle gevallen is de enig ware liefde toereikend en wel om de zeer belangrijke reden, dat Ik Zelf niets meer van jullie allemaal verlang dan alleen maar jullie liefde in de geest en in alle waarheid vanuit die liefde.
Hoofdstuk 63: De deemoed als grootste verheerlijking van de mens. Het eerbetoon door liefde. Garbiëls zucht tot rivaliteit - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] Hij is dan ook beslist een enigszins merkwaardige mens, hoewel hij door mij verwekt is; daarom verwonderde zijn overdreven vertelling mij nu dan ook en die noopte mij om tegen mijn gewoonte in van tevoren naar U, o lieve Vader, te komen en U om vergeving te vragen, als deze zoon nu ten opzichte van U misschien een dergelijke onhebbelijkheid heeft begaan.'
Hoofdstuk 79: De geheime opvoeding van Rudomin tot protect. De grootsheid van het geestelijke in de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Of gaat het er bij de dieren anders aan toe? - Ik bedoel, dat ook de vader van de leeuw of zijn verwekker te allen tijde zelf een leeuw was, zoals die van de vogel ook alleen maar een vogel was, en zo verder tot aan de mens toe waar de zoon van de vader ook net als de vader een mens wordt vol grote bekwaamheden en talenten en de dochter net zo als de moeder en zij voor de vader een geheiligde akker zijn voor het inzaaien van de vruchten van het eeuwige leven, ja voor vruchten ter uitzaaiing vanuit Mij.
Hoofdstuk 80: De mensen als kinderen van God, als goden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[18] Ja waarlijk, zeg Ik je, jullie zijn ook goden zoals Ik, je Vader, een God ben, - alleen met dat onderscheid (dat ook reeds op de aarde, tenminste lichamelijk gezien, iets onveranderlijks blijft), dat de vader, gezien de volgorde van verschijnen, eeuwig steeds een vader voor de zoon zal blijven en de zoon daarom nooit een voorvader van de vader kan zijn, of dat hij tegen zijn vader zou kunnen zeggen: `Ik heb je verwekt!'
Hoofdstuk 80: De mensen als kinderen van God, als goden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[20] Daarom blijft de vader steeds vader en de zoon steeds zoon: dat is een onveranderlijke verhouding.
Hoofdstuk 80: De mensen als kinderen van God, als goden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] O kinderen, als jullie Mijn broeders waren, dan waren jullie veel minder dan je bent als Mijn lieve kinderen; want welke vader heeft liever zijn broer om zich heen dan zijn zoon?!
Hoofdstuk 83: Een kind van God te zijn is hoger dan Gods broeder of Gods knecht te zijn - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...