Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1563 resultaten - Pagina 18 van 105

...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...
[5] Maar daarom kan ook slechts een ziel op deze aarde geïncarneerd worden, als deze afkomstig is van een zon waar zich nog alle oerelementen bijeen bevinden en waar zij reeds een lichamelijk bestaan heeft doorlopen en zodoende al die specifieke ziele-intelligentiedeeltjes in zich heeft die voor het voltooien van de hoogste vorm van geestelijk leven nodig zijn, -óf als deze direkt afkomstig is van deze aarde en voordien alle drie de zogenoemde natuurrijken heeft doorlopen, vanaf de grofste steen materie door alle mineraallagen, vandaar door de totale plantenwereld, en tenslotte door de gehele dierenwereld in het water, op de aarde en in de lucht.
Hoofdstuk 106: Betekenis en ontstaan van de aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] Wie is dan die Zoon? De Zoon is de liefde van de Vader. Hij is de liefde der liefde, Hij is het vuur en het licht, Hij is de Zoon van de liefde of de wijsheid van de Vader .Als dus het evenbeeld van de Vader in jullie is, dan moet het in alles net zo volmaakt worden als de Oervader Zelf, omdat het anders geen evenbeeld van de Vader zou zijn; maar als het als evenbeeld niet volmaakt is, waar moet de mens dan de wijsheid vandaan krijgen of hoe moet de mens dan tot ware wijsheid komen?
Hoofdstuk 110: De doop. De drie-eenheid in God en mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Zodra de gier dat vertrouwen bij de schildpad bemerkt, pakt hij met zijn klauwen de weke, vlezige kop, neemt de schildpad mee hoog de lucht in en draagt hem weg naar een plaats waar hij beneden een steenachtige bodem ziet. Daar Iaat hij de zo hoog meegenomen schildpad los en dan begint haar dodelijke val. Pijlsnel neerkomend op de harde steenbodem slaat zij in stukken te pletter en de gier die zonder moeite vliegend zijn vallende offer eveneens pijlsnel begeleid heeft, is daarna vlug bij de hand en begint nu het loon van zijn eerdere dienstbetoon tot zich te nemen en daarmee zijn altijd hongerige maag vol te stoppen. -Daarmee hebben jullie een waarheidsgetrouw natuurlijk voorbeeld van duivels dienstbetoon!
Hoofdstuk 99: Over het ware en het verkeerde dienen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Maar ook de andere belangrijke geroepenen zullen merendeels van. David afstammen. Want deze dingen kunnen alleen aan hen gegeven worden die zelfs lichamelijk daarvandaan komen waar ook Ik lichamelijk vandaan kom; want ook Ik stam door Maria, de moeder van Mijn lichaam, van David af, omdat Maria ook een geheel zuivere dochter van David is. Weliswaar zullen in die tijd deze nakomelingen van David zich merendeels in Europa bevinden, maar daarom zullen zij toch hele zuivere en echte nakomelingen van de man naar Gods hart zijn en in staat tot het dragen van de grote lichtkracht uit de hemel. Op een aardse troon zullen zij wel nooit komen, maar des te meer tronen zullen er in Mijn rijk op hen wachten, en Ik zal altijd Mijn broeders gedenken! Ook de meeste van Mijn leerlingen die hier zijn, stammen in mannelijke linie af van David en zijn daarom lichamelijk in alle ernst Mijn broeders: behalve de ene die niet van boven, maar puur van deze wereld afkomstig is. Hij moest er weliswaar niet bij zijn, en toch moet hij er weer wel bij zijn, opdat datgene wat geschreven staat vervuld zal worden!"
Hoofdstuk 112: Voorspelling van de huidige openbaringen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Alleen MATHAËL en zijn vier metgezellen zeiden: "Dit wonderlijke zien is ons volstrekt niet vreemd; want op deze wijze zagen wij vaak de merkwaardigste dingen en liepen wij vaak over plaatsen waar in de natuurlijke waaktoestand geen sterveling langs zou kunnen komen zonder een gruwelijke val te maken en wij zagen daarbij de gehele lucht alsook het water van de zeeën en meren, rivieren en beken steeds wemelen van allerlei wonderlijke vormen en vreemd uitziende larfjes, die zich sneller of langzamer in de lucht in alle windrichtingen voortbewogen; ook zweefden zij op en neer, draaiden nu eens langzaam dan weer vlug in kringen rond. Sommige zaten zogezegd als sneeuwvlokken op de aarde en kropen als het ware vlug in haar voren weg; sommige werden als dauw door de planten opgezogen, andere door de grond en nog enkele door allerlei gesteente.
Hoofdstuk 114: Een blik in de wereld van de natuurgeesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Maar wat het wonderlijkste was, wij zagen dat zich nu voortdurend duizenden vreemd uitziende larfjes en figuurtjes uit het water verhieven die ongeveer leken op allerhande vliegende insecten en ook op kleine en grote vogels van alle mogelijke soorten en vormen. Zij hadden zonder meer goed gevormde vleugels, poten en andere ledematen; maar zij gebruikten die niet zoals vogels doen, maar het hing er allemaal bij, en zij zweefden meer als donsveertjes of sneeuwvlokken door de lucht. Alleen als er een zwerm werkelijke vogels in hun buurt kwam, zag je echte tekenen van leven aan deze nevelige figuren en vormen; zij trokken dan ook met de zwerm mee en werden daardoor in korte tijd als het ware verzwolgen.
Hoofdstuk 114: Een blik in de wereld van de natuurgeesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Maar uit de lucht zagen wij steeds een soort licht stof naar beneden vallen, soms meer, soms minder en vooral boven de watervlakten was het heel vaak zichtbaar.Als je dit stof beter bekeek, bleek het ook een vorm te hebben, die óf op heel kleine eitjes leek óf op ontzettend kleine waterdiertjes en dit stof werd ook meteen door het water opgenomen.
Hoofdstuk 114: Een blik in de wereld van de natuurgeesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] O, als je er tijd voor zou hebben zou er nog zeer veel over te vertellen zijn! Maar, wat wij toen in onze ongelukkige toestand zagen, dat zien wij nu weer terwijl onze ogen echt gesloten zijn, en dit gezicht wekt weer de herinnering in ons op, die ons nu luid toeroept: ' Al deze dingen hebben jullie gedurende enige jaren iedere avond en iedere nacht gezien!' Af en toe zagen wij zelfs overdag, als het echt herfstachtig, somber weer was, dezelfde taferelen en wisten natuurlijk niet wat wij daarmee aan moesten; maar nu begrijpen wij het gelukkig, en wij weten wat daaruit voortkomt, waar het vandaan komt en wat het is! O Heer, U zij daarvoor alle eer, alle liefde, alle dank en alle aanbidding!"
Hoofdstuk 114: Een blik in de wereld van de natuurgeesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Nu zie ik die vuurslangen ook in de lucht rondzwermen, alleen veel kleiner en minder vurig; boven het water zijn de zwermen het dichtst. Vogels, die gewoon zijn' s nachts boven de waterspiegel hun vertier te zoeken, schijnen er niet erg van te houden; maar de vissen springen hen uit het water tegemoet. Die op het water rondzwemmen lichten het sterkst en bewegen zich ook pijlsnel! Wat, o Heer, is dat nu? Wat moeten wij daarvan denken?"
Hoofdstuk 118: Het wezen van de zuurstof. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] IK zeg: "Dat wat jullie daar zien, is de eigenlijke levensvoeding, het is het zout van de lucht en het zout van de zee; eens zullen de natuurkundigen dit element zuurstof noemen. Zien zullen zij het niet, maar wel waarnemen en zij zullen het gehalte en de mate waarin het aanwezig is, of ook wel het geheel ontbreken daarvan, vaststellen.
Hoofdstuk 118: Het wezen van de zuurstof. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Wij brengen de uit God komende levensgedachten, die zich aan jullie voordoen als vurige, lange tongen, bij elkaar en volgens Gods orde in ons scheppen wij voortdurend vormen en wezens; en als iemand zou vragen waar God of wij, als Zijn zeg maar eeuwige dienaren, boodschappers en knechten het materiaal voor het vormen van de wezens vandaan hebben gehaald, -dan hebben jullie het hier nu voor je! Deze op slangen lijkende, vurige lange tongen zijn de geestelijke bouwstenen, waaruit alles is gemaakt wat de gehele oneindigheid ook maar ooit aan reëel stoffelijks bevat.
Hoofdstuk 119: Raphaël toont het scheppen van organische wezens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[17] En wij zien dan een volgroeide, vruchtbare hen voor ons, die nu wederom het vermogen heeft ten dele uit de lucht, ten dele uit het water en voor het grootste deel uit de voor haar geschikte organische voeding, die reeds zieledelen bevat, de haar voedende, specifieke zieledeeltjes in zich op te nemen. De geestelijke gebruikt zij voor de verdere ontwikkeling van haar levensziel en de grovere zowel voor het in stand houden van haar organisme: als ook voor het scheppen van het prille begin van nieuwe eiklompjes, waaruit na het ordelijke verloop van wat jullie nu beschreven is weer een haan of een hen tevoorschijn komt.
Hoofdstuk 119: Raphaël toont het scheppen van organische wezens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] Wat voor nut ook kan een eeuwig onzichtbare Jehova voor mij hebben, die ergens hoog boven alle sterren in Zijn ontoegankelijke licht zit en Zich nooit aan Zijn schepsels vertoont en geen wonderen doet behalve de onveranderlijke van alledag, die echter door de natuur zelf net zo goed geproduceerd zouden kunnen worden?! U bent, tenminste voor mij, een echte Jehova, omdat U Zich voor onze ogen maar al te openlijk en overtuigend in woord en daad hebt laten zien als een volmaakt meester van de gehele natuur en alle schepsels. Wie zoals U de doden het leven kan teruggeven en de elementen kan gebieden, en zelfs uit de lucht een paar geheel nieuwe ezels en vissen in het bestaan kan roepen, en de voorraadkamers van de oude Marcus met brood en wijn eveneens uit de lucht kan vullen, die is voor mij de enige, ware God, buiten wie mij alle andere gestolen kunnen worden! Laten Uw zuiver goddelijke kundigheden dan komen vanwaar U maar wilt, U blijft voor mij toch een waar God! Heb ik gelijk of niet?
Hoofdstuk 122: De Heer legt het innerlijk van Judas bloot. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Maar nu ontdekte ik een geest die op dat ogenblik, staande op een wolk, uit de lucht naar beneden kwam en in zijn rechterhand een groot blinkend zwaard droeg. 'Wat gaat die hier doen?', dacht ik. De wachtmeester merkte echter mijn gerichte, onderzoekende blik en vroeg mij meteen of ik soms iets bijzonders zag. En ik antwoordde hem op de mij toen gebruikelijke manier heel kort en wat nors: 'Zeker, -maar al zou ik het u vertellen, dan zou u mij toch niet geloven!'
Hoofdstuk 132: Het einde van de gekruisigde roofmoordenaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Hier staan verscheidene planten; daar een geneeskrachtige, daar een giftige! Let eens bij het dagheldere licht van onze lichtbol op hun vorm! Zie eens hoe meegaand, lieflijk, zacht en bescheiden de vorm van de geneeskrachtige plant is en hoe hoekig, gespleten en hier en daar ook verdacht glad daarentegen de vorm van de gifplant eruit ziet, en toch bestaan beide soorten uit één en dezelfde oersubstantie, staan in dezelfde aarde, nemen dezelfde dauw op, exact dezelfde lucht en hetzelfde licht! En toch is in de geneeskrachtige plant alles geneeskrachtig en in de gifplant alles geheel en al gif! De oorzaak ligt alleen in het veranderen van de structuur.
Hoofdstuk 133: De vorming van de zielen van de roofmoordenaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...