Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

6685 resultaten - Pagina 18 van 446

...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...
[3] Te allen tijde waren er vrome, godvruchtige mensen, die de Stem van God in hun hart hoorden. Wij kennen allen de vele plaatsen in het Oude Testament, waarin de profeet zegt: "En de Heer sprak tot mij". Ook in het Nieuwe Testament staat veel, dat zijn ontstaan dankt aan een innerlijke openbaring, zoals de 'Openbaring van Johannes'. In het na-apostolische tijdperk kenden kerkvaders als Hiëronymus en Augustinus, later de mystici van de Middeleeuwen, Bernhard van Clairvaux, Tauier, Suso, Thomas à Kempis en anderen grote waarde toe aan de innerlijke openbaring. Jakob Böhme (omstreeks 1600) en Emmanuel Swedenborg (omstreeks 1700) schreven op grond van visioenen en intuïties, - men kan hen niet als profeten in de eigenlijke betekenis aanduiden, omdat zij het innerlijke woord niet bezaten. Echte hoorders van het innerlijk woord waren daarentegen de koopman Rulmann Merswin uit Straatsburg, die omstreeks 1350 de 'Negen Rotsen' schreef, de Noord-Duitse dominee J.W.Petersen rond 1700, schrijver van de 'Duizend Openingen van de Geest' en Johannes Tennhardt uit Neurenberg, die in 1712 zelfs een 'Onderricht van het Innerlijk Woord van God' uitgaf.
Hoofdstuk 0: Voorwoord - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[8] De geest woont slechts in het geestelijke: als er uit dit materiaal niet eens een schamel hutje voor hem kan worden gebouwd in de innerlijke geest der waarheid, waar moet hij dan wonen, waar zijn zaken ordenen, en van welk punt af zal hij het materiaal moeten beginnen te sorteren?
Hoofdstuk 1: Een goede regel om het Oude en Nieuwe Woord met vrucht te lezen - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[8] Hij begon toen met prediken. Hoe dan? Als God of als mens? Door de bijzin: 'En men meende dat Hij de zoon van Jozef, de timmerman, was' wordt duidelijk bewezen, dat de nauwelijks dertigjarige 'Hij' niet als God maar als mens met prediken begon; want de God in Hem verhield zich tot de nauwelijks dertigjarige timmermanszoon zoals zich de innerlijke geest verhoudt tot elk mens. Deze moet eerst door overeenkomstige uiterlijke werkzaamheid, die voortkomt uit de liefde, worden gewekt, tot hij dan pas als een eigenmachtig zelfstandig wezen handelend optreedt.
Hoofdstuk 8: 'En Hij, Jezus, begon ongeveer dertig jaar oud te worden, en was, naar men meende, een zoon van Jozef'. (Luc.3:23) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[5] 'Ik drijf met Mijn vinger de wereld uit u' betekent zoveel als: Ik zoek degenen op, die een betere geest hebben, maar toch nog in wereldse benarde omstandigheden leven. Deze raak Ik met Mijn vinger aan, opdat Mijn innerlijke genadelicht hen ten deel valt.
Hoofdstuk 18: 'Als Ik echter door de vinger van God de demonen uitdrijf, dan is het koninkrijk van God tot u gekomen' (Luk.11 :20). - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[3] De begenadigde Oostenrijkse mysticus Jakob Lorber (1800-1864) stelde zich in de laatste 24 jaar van zijn leven in dienst van het Innerlijke Woord. De omvangrijke werken die hem door de Goddelijke Geest werden gedicteerd, werpen een helder licht op talrijke scheppings- en levensgeheimen en kunnen met recht als een nieuwe openbaring worden beschouwd.
Hoofdstuk 0: Woord vooraf - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Nog benauwder is echter de toestand, wanneer het alleenzijn met levensgevaar bedreigd wordt, al is dit vaak alleen maar voor de schijn; maar desondanks is zo'n alleenzijn nog duizendmaal beter dan het liefste en mooiste gezelschap! Want in zo'n alleenzijn wordt iemand slechts met een schijnbare ondergang bedreigd, waarvoor nog redding zou zijn als die dreiging echt zou hebben plaats gevonden. In het genoemde lieftallige en mooie gezelschap bedreigen een mens echter niet zelden duizend werkelijke gevaren, die elk op zich in staat zijn ziel en geest te verderven en in de hel te brengen, waaruit nagenoeg geen uitweg meer is. Daarom was de toestand waarin je verkeerde voor je gevoel wel heel akelig, maar voor je innerlijke wezen in geen geval slecht.
Hoofdstuk 13: De woorden van de goddelijke schipper over de zegen van de eenzaamheid - Een biechtspiegel ter bevordering van de zelfkennis - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Want Ik, de echte Heiland Jezus, zeg je hier in Mijn eeuwige rijk, dat jij een onverstandige geest bent, die de meer dan grote liefde die Ik voor je heb niet erkent. Ik draag je op handen en jij bent nog steeds doof en blind! Ik geef je het brood des levens en jij verteert het als een poliep, zonder op de innerlijke uitwerking te letten, die het bij deze zondaars wel plotseling te weeg heeft gebracht!
Hoofdstuk 29: De Heer laat de blinde Martinus zien, dat Hij Jezus is - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] In deze innerlijke beschouwing moet je groot worden en je geest rijp en wel gevoed in alle liefde tot Mij, en door deze liefde in de liefde tot alle broeders en zusters. Deze liefde zal dan pas die zegen zijn die Ik je beloofd heb, toen jij de mooie Mercuriaanse te zeer lief wilde hebben.
Hoofdstuk 44: Het zevende vertrek - Over het wezen en het doel van Uranus en zijn geesten - De schepping in de mens en buiten de mens in hun wederzijdse relatie - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[15] Is echter niet elk mens een zelfde dwaas in nog veel hogere mate, wanneer hij het aardse leven reeds als vrucht geniet, terwijl dit slechts als bloesem en blad voor het innerlijke, ware leven dient? Hij vernielt door zo'n onnatuurlijk en hoogst onrijp genot de eigenlijke vrucht die daaruit moet voortkomen, namelijk het ware, eeuwige leven van de geest. Wat groeit dan uit tot een nieuw, onvergankelijk leven: de bloesem, het blad of het zaad binnen in de rijp geworden vrucht? Alleen toch maar het zaad!
Hoofdstuk 49: Een blik op de maan door de elfde deur - Bisschop Martinus en de wijze van de maan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[18] De grote Geest heeft van alles eindeloos veel geschapen. En al het vele dat elkaar alleen uiterlijk kan ontmoeten - omdat het anders onmogelijk véél zou zijn -, is daarom voor elkaar ook iets uiterlijks. Opdat de mens echter ook het uiterlijke begrijpt, zijn hem ook de uiterlijke zintuigen gegeven. Begrijpen kan hij het met deze uiterlijke zintuigen nooit, maar alleen met de innerlijke zintuigen van zijn geest.
Hoofdstuk 50: Verschil in de uitwerking van onderricht van buitenaf en van binnenuit - De pottenbakkerij - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[19] Zo heeft de mens uiterlijke zintuigen om het uiterlijke te vatten, en innerlijke zintuigen om het innerlijke te vatten. De wijsheid is echter een aangelegenheid van de innerlijke zintuigen van de geest en niet van de uiterlijke van het lichaam; daarom moet ze ook van binnenuit en niet van buitenaf worden verkregen.
Hoofdstuk 50: Verschil in de uitwerking van onderricht van buitenaf en van binnenuit - De pottenbakkerij - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[20] Dit innerlijke onderricht echter geeft alleen de geest aan de ziel, omdat de grote geest van God alles wat ooit geschapen werd en nog eeuwig geschapen zal worden, volledig onthuld in de geest heeft gelegd.
Hoofdstuk 50: Verschil in de uitwerking van onderricht van buitenaf en van binnenuit - De pottenbakkerij - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[21] De uiterlijke taal dient er alleen maar toe om het uiterlijke te vatten en dan met het innerlijk te verenigen. Daardoor wordt een huwelijk tussen uiterlijk en innerlijk tot stand gebracht en door dit huwelijk het volle inzicht in de goddelijke orde. Dit inzicht is dan de eigenlijke wijsheid, waarnaar wij alleen moeten streven, omdat die de enige innerlijke kracht van de geest en zijn werkzaamheid bepaalt.
Hoofdstuk 50: Verschil in de uitwerking van onderricht van buitenaf en van binnenuit - De pottenbakkerij - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[22] Je zult nu gemakkelijk inzien, dat Gods geest in eeuwigheid nooit de mensen door openbaringen van buitenaf heeft onderricht, maar altijd alleen van binnenuit door de geest. Al leek het misschien ook een persoonlijk onderricht van buitenaf, toch kon dit zo lang geen innerlijke werking hebben, zolang het niet door de alles opwekkende kracht van de geest Gods naar de innerlijke geest van de mens werd geleid. Dus is ook alles wat ik je nu ook alleen maar van buitenaf verklaarde, voor jou zo lang zonder uitwerking, totdat je het ook vanuit jezelf zult vernemen.
Hoofdstuk 50: Verschil in de uitwerking van onderricht van buitenaf en van binnenuit - De pottenbakkerij - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[31] IK zeg: 'Laat het nu verder maar, Mijn lieve Martinus, want als jij aan een twistgesprek met deze maanbewoner zou beginnen, dan zou je verreweg aan het kortste eind moeten trekken. Hij verdient het echter helemaal niet, dat Ik hem iets onaangenaams zou laten overkomen, want hij is een buitengewoon goede geest. Dat hij je tenslotte wat zwaarder heeft aangepakt, komt voort uit het feit, dat hij in jou een soort verborgen, eerzuchtig trekje heeft gezien, dat deze maanwezens wel het allerminst kunnen uitstaan. Want bij hen moet het uiterlijke volledig gelijk zijn aan het innerlijke.
Hoofdstuk 50: Verschil in de uitwerking van onderricht van buitenaf en van binnenuit - De pottenbakkerij - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...