Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2758 resultaten - Pagina 18 van 184

...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...
[1] Dan vraagt CYRENIUS: "Heer, wat moet er nu verder met de vijf gebeuren? Ze hebben haast geen kleren aan! Zal ik ze kleding geven? Ik heb wel kleren bij mij, maar dat zijn staatskleren, die alleen door Romeinse staatslieden gedragen mogen worden. Dat gaat dus niet. Romeinse bedienden kleding heb ik ook, maar ik vind deze vijf door hun indrukwekkend grote wijsheid daarvoor toch te verheven. Wat kunnen wij hier dan aan doen?"
Hoofdstuk 37: Julius en de twaalf politieke misdadigers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] De achter Julius staande MATHAËL zegt: "Daarover hoeft u zich niet bezorgd te maken! Wat de getuigen betreft, zijn wij vijven beschikbaar, echter niet om tegen hen, maar om voor hen te getuigen. Kijk, wij waren er zelf oog en oorgetuigen van, hoe zij, om te voorkomen dat zij het vervloekte water moesten drinken, deze opdracht moesten aanvaarden. Wij kennen hen nogal goed, uiterlijk gezien althans, omdat wij vrijwel gelijktijdig met hen zijn uitgezonden om de Samaritanen te bekeren. Zo onschuldig wij vijven zijn aan alles wat er met ons is gebeurd, zo onschuldig zijn zij waarschijnlijk ook. Nu weet u voorlopig voldoende en u kunt in alle rust met uw ondervraging beginnen, zonder dat u zich in het minst behoeft te generen voor onze innerlijk wijsheid."
Hoofdstuk 37: Julius en de twaalf politieke misdadigers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] Als dus wat zwakke ouders iets van hun kinderen verlangen waardoor zij en de kinderen in grote moeilijkheden kunnen komen, is het de plicht van de kinderen om de ouders met alle liefde en geduld zo duidelijk mogelijk uit te leggen dat hun wens schadelijk is en de ouders zullen er dan zeker van afzien. Houden zij er echter aan vast, dan is ongehoorzaamheid uit ware liefde voor de ouders echt geen zonde, niet voor Gods grote wijsheid en ook niet voor alle rechtvaardig denkende mensen.
Hoofdstuk 38: De ondervraging van Julius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Na deze woorden van Mathaël bekomen de twaalf haast niet van hun verbazing over de ware inzichten van Mathaël en over zijn overduidelijke wijsheid.
Hoofdstuk 41: De raad van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] SUETAL antwoordt: " Ja, dat merken wij, hoewel ons die eigenschap van hem nog onbegrijpelijker voorkomt dan de lucht! Hoe hij die wijsheid heeft gekregen is totaalonverklaarbaar! De wonderbaarlijke genezing van zijn bezetenheid is te begrijpen, maar waar hij nu deze wijsheid vandaan heeft, moet degene maar begrijpen, die het begrijpen kan!"
Hoofdstuk 41: De raad van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] MATHAËL, die deze woorden wel had gehoord, zegt: "Bevrijd je ziel zoveel mogelijk van alle wereldse banden, dan zul je spoedig zonder veel moeite begrijpen hoe een ziel op de snelste wijze aan die grote wijsheid kan komen! Maar zolang de ziel nog te diep in de oude modderpoel van de dood vastzit, waarbij die modderpoel bestaat uit haar lichaam, kan er nog lang geen sprake zijn van -en geen zicht zijn op -een speciale, goddelijke wijsheid!
Hoofdstuk 42: Ziel en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] MATHAËL antwoordt: "Ja, vriend, als je nog niet weet dat in iedere ziel een geest van al het leven woont, dan kun je zeker nog lang niet begrijpen waarvandaan dat beetje wijsheid van mij komt! Weet je, op die manier is er met jou ook moeilijk te praten, want dan hoor je met open oren niets en zie je ook met open ogen niets!
Hoofdstuk 42: Ziel en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Waarlijk, geen boven alle wijsheid verheven God kan Mozes dit gebod voor de arme mensheid hebben gegeven! Waarlijk, dit gebod is, als men daar geen enkele uitzondering op mag maken, voor het dierenrijk te slecht, laat staan voor het mensenrijk! Door de strikte navolging van dit gebod, waarvan God waarschijnlijk niet eens de bron was, maar alleen Mozes of een opvolger van Mozes, staan wij nu als misdadigers voor u, dat wil zeggen voor de rechter over leven en dood! Toch wel een heel aangename beloning voor onze trouwe gehoorzaamheid aan onze oliedomme ouders! Deze zeer aangename beloning zal waarschijnlijk gevolgd worden door het eervolle kruis of de ketenen van een roeier onder in een schip! Want als wij met de volle waarheid voor de dag moeten komen over onze weliswaar drievoudig gedwongen handelingen, dan redt geen God ons meer voor de onverbiddelijke strengheid van uw wetten! En toch zegt dit prachtige gebod van Mozes: 'Eert uw vader en uw moeder , opdat het u wel ga en u lang zult leven op aarde!' Mooi! Daar staan wij nu! Hoe goed het met ons, arme duivels, gaat, ziet iedereen en hoe lang wij nog te leven hebben, hangt alleen van u af! De goddelijke belofte bij het houden van het vierde gebod van God gaat bij ons zo heerlijk in vervulling, dat alle duivels ons daarvoor in ons gezicht uitlachen en ons uiteindelijk nog diep moeten verachten!"
Hoofdstuk 38: De ondervraging van Julius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Pas als het leven zich in die vorm volledig herkent en zich van zichzelf geheel bewust wordt, herkent het de fundamentele wijsheid. Maar zolang dat helaas niet het geval is, kan van wijsheld geen sprake zijn!
Hoofdstuk 42: Ziel en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] De ware wijsheid is het geestelijk licht in het oog van de ziel. Wanneer een ziel echter haar geest nog met kent -waar moet ze dan het geestelijke en levende licht vandaan krijgen in haar nog blinde ogen?"
Hoofdstuk 42: Ziel en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] SUETAL zegt: "Vriend, ik smeek je, houd op met op die manier te spreken en wacht daarmee zolang tot ik daarvoor ontvankelijker ben. Want ik zie nu al wel in, dat ik daarvoor nog veel te dom en te blind ben! Maar wij zullen allen aan deze les van jou zo veel mogelijk aandacht schenken! Want ik zie nu in, dat je volkomen gelijk hebt. Om jouw grote wijsheid echter goed te begrijpen heeft men vee! voorbereiding nodig, waar wij tot op heden absoluut geen gelegenheid voor hadden! Maar zoals gezegd, wij zullen energieke leerlingen van je worden!"
Hoofdstuk 42: Ziel en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Als jullie dus precies te weten willen komen, hoe Mathaël tot die wijsheid is gekomen waarover jullie je nu zo verbaast, dan moeten jullie zelf eerst in jezelf diezelfde weg vol inspanningen naar de wijsheid inslaan, anders is al jullie vragen tevergeefs en ook ieder antwoord op jullie vraag."
Hoofdstuk 44: Ik ben de waarheid, de weg en het leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] SUETAL is helemaal stom van verbazing en hij vraagt aan Julius: "Heer, het is niet te begrijpen waar deze mens die wijsheid vandaan heeft! Ik ken hem toch nog goed van de tempel en daar liet hij allerminst iets van wijsheid merken! Toen wij tesamen met hem uit Genezareth per schip hierheen zijn gebracht, was hij ten prooi aan een ontzettende razernij en zag hij er over 't algemeen niet menselijk uit. Sinds die tijd zijn er maar nauwelijks vier en twintig uur voorbij en nu is het niveau van zijn wijsheid zo hoog dat geen Salomo in al zijn wijsheid daarvan ooit ook maar gedroomd zou hebben! Vertelons toch, wat er met hem is gebeurd. Hoe werd hij zo verlicht van geest?" Hoe werd hij zo verlicht van geest?"
Hoofdstuk 44: Ik ben de waarheid, de weg en het leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] JULIUS zegt: "Weten jullie dan niet dat bij God alle dingen mogelijk zijn? Pas datgene, wat hij jullie nu heeft gezegd, in de praktijk toe, dan zullen jullie zelf wel ondervinden hoe een mens in zo korte tijd zo'n graad van wijsheid kan bereiken! Ex trunco non fit Mercurius (Een boomstronk zal nooit een Mercurius worden) zegt reeds een Romeins spreekwoord; een stronk is onbeweeglijk en er is geen activiteit aan te bekennen, terwijl in de figuratieve godenleer van de Romeinen geen god zo druk bezig was als Mercurius. Met Mercurius wordt hier dus zeer druk bezig zijn bedoeld en met een boomstronk de grootst mogelijke passiviteit; daarom zal een boomstronk nooit een Mercurius worden. Het wijze woord zegt dan ook, dat je geheel en al bezig moet zijn om tot de ware wijsheid te komen, een andere bekende weg daarheen is er niet. Zij is niet net als een andere wetenschap te leren, maar is alleen maar te verkrijgen door het ware bezig zijn volgens de leer der wijsheid.
Hoofdstuk 44: Ik ben de waarheid, de weg en het leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] Heb je de vraag van Suetal niet gehoord, die wilde weten, hoe en door wie of wat de vijf zo snel de grootste wijsheid bereikt hebben? Kijk, jij weet dat wel, maar voor de twaalf is dat nog een raadsel en voor jou beslist niet! Nu je echter weet wat de twaalf nog niet weten, hoe kun je de vijf dan voor bijna zo wijs houden als dat Ik ben?"
Hoofdstuk 44: Ik ben de waarheid, de weg en het leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...