Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2232 resultaten - Pagina 18 van 149

...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...
[10] De oude Marcus zette, geholpen door de bedienden van Cyrenius en Julius, de spijzen op de tafels en Cornelius zei tegen Mij: "Heer, wat vindt U van de voorspelling van de Germaan die mij en de oude Marcus, die misschien tien jaar ouder kan zijn dan ik, zo vele jaren geleden in Europa werd gedaan?"
Hoofdstuk 167: De voorspellingen over de menswording van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] FLORAN zegt: "Heer van al het leven! Wie zal dan niet blij met U zijn?! Maar ik ben een zondig mens en Uw heiligheid zegt mij: 'Ga weg van Mij!' Ziet u, daarom ben ik niet blij! Ik zou nu zonder zonde waardig voor U willen staan, maar dat is onmogelijk, want ik heb gezondigd, ben daarom een zondaar en schaam mij nu erg voor Uw heiligheid. Maar daarvan beschuldigt mij geen vrolijk hart, maar een bitter berouwen dat is niet erg geschikt om een hart vrolijk te maken. Toch ben ik ook weer mans genoeg en bezit een verstand dat mij een verontschuldiging voor mijn zonden ten opzichte van U geeft en mij ook toont dat ik een mens ben, bestaande uit zeer veel elementen, die zijn voleinding pas dan bereikt, als de vele elementen door de zondige gisting zijn gelouterd en een zuivere, kostelijke wijn voor iedereen zijn geworden, zoals bij jonge wijn in een zak.
Hoofdstuk 159: Floran bij de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] Zo heeft het orakel te Dodona en dat te Delphi heel vaak een zeer wijze voorspelling gedaan. Maar op één waarachtige volgden dan vele valse en leugenachtige.
Hoofdstuk 167: De voorspellingen over de menswording van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Ik zou jullie nog heel veel hebben mee te delen, maar jullie zouden het nu niet kunnen verdragen. Wanneer echter de geest der waarheid over jullie en jullie kinderen zal komen, zal hij jullie in alle waarheid leiden. Zo zullen jullie dan voor deze aarde in volkomen waarheid zijn en in háár pas de sleutel in handen krijgen tot de eindeloos vele waarheden van de hemelen, welke door hun steeds verdere en diepere onthulling, jullie in eeuwigheid ook steeds meer en meer te doen zullen geven!
Hoofdstuk 168: Leiding van mensen en volkeren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[17] De dienaar denkt vaak: 'Ik heb een goede heer en hij verlangt niets van mij dat ik onbillijk zou kunnen noemen en ik wordt zeer gewaardeerd en goed behandeld. Maar indien ik me eens wat te buiten zou gaan, zou hij toch tegen mij kunnen zeggen: 'Mijn knecht, ik beschouwde je als mijn eigen zoon en verlangde daarom slechts licht en billijk werk van je. Maar je overschatte jezelf en begon als heer op te treden, daarom kan ik je niet meer als dienaar gebruiken. Verlaat daarom mijn huis!' Dan zou ik moeten gaan en een bedelaar zijn, maar mijn héér bleef heer van zijn vele bezittingen.'
Hoofdstuk 177: Het belang van de vrijheid van de menselijke wil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] Maar wat hij door de geest van God, die op zekere momenten zijn ziel verhelderde, heeft geschreven, is toch zuiver Gods woord, -maar niet gegeven om begrepen te worden door de hersenen, maar door de daartoe in staat zijnde goddelijke geest in het hart. Die werd echter pas in deze tijd, sinds Mijn komst, bij wijze van uitzondering in het hart van een beperkt aantal mensen gelegd, opdat zij Mij zouden herkennen, verstaan en begrijpen terwille van zichzelf en ook van vele andere nog geestloze mensen.
Hoofdstuk 182: De vergankelijkheid van alles wat in de hersenen wordt opgeslagen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[31] De uitlatingen van Stahar verwonderden mij dan ook niet. Die mens voelde zich fysiek vele jaren best onder zijn luister en wilde nu nog een paar woorden daarover spreken om er zich daarmee voor altijd van te distantiëren. Maar nu is het dus goed en zijn luister ruste in vrede!"
Hoofdstuk 185: De verheven luister. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Vele omstanders herhalen deze woorden van de oude Marcus luid en vol vertrouwen en IK zeg: "Goed dan! Maar als er nu eens een harde hagelbui zou komen met daarbij bliksem en een wolkbreuk?"
Hoofdstuk 186: Voorbereidingen voor de naderende storm. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] Maar deze rijke Grieken zijn echte bloedzuigers van het land en vinden, dat de arme Joden al erg blij mogen zijn dat ze als loon voor hun zware werk het eten mogen delen met de zwijnen van de Grieken! Dat zijn bij Mij geen mensen meer, maar pure, onbarmhartige duivels en Ik heb geen medelijden en erbarmen met hun ellendige, hoogmoedige lichaam! Laat ze maar na de storm, die over een uur uitgeraasd zal zijn, hun vele goud en zilver op de naakte stenen leggen en de tarwe daar op zaaien en dan zullen wij zien, of er ook maar één halm zal opschieten!
Hoofdstuk 188: Het oordeel over de landstreek van Caesarea Philippi. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] IK zeg: " Je zorg daarvoor is terecht en Ik heb er daarom voor gezorgd dat het belangrijkste al op je rollen is opgeschreven. Maar voor het leven heeft zo'n geschrift net zo veel nut als een dode wegwijzer dat heeft voor de wandelaar op de vele straten en dwaalwegen van deze wereld. Datgene wat ieder kan helpen en hem wijsheid, kracht en leven kan geven, wordt ieder mens onuitwisbaar in het hart geschreven en wel zo, dat dit geschrift over het eeuwige levensrecht en de in en uitwendige betrekkingen, bij elke handeling die tegen de goddelijke orde ingaat, vanzelf in het mensenhart hardop wordt voorgelezen en de ziel maant, terug te keren in de oorspronkelijke, goddelijke orde!
Hoofdstuk 193: De dierlijke aard van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[22] IK zeg: "Vrouw, je vergist je. Er is geen eeuwige slaap, zoals jij dat denkt, omdat je niet onvoorwaardelijk gelooft in een leven in het hiernamaals! Ik zal deze drie echter wekken, opdat jij en vele anderen sterker mogen worden in het geloof en het vertrouwen op de levende naam van God."
Hoofdstuk 201: De opwekking van drie doden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Om al die kwade zaken te bestrijden, heb Ik jullie uit de vele duIzendmaaI duizenden mensen uit jullie land geroepen om deze lichte taak op jullie schouders te leggen, waarvoor jullie kracht en middelen ten overvloede bezitten om deze te volbrengen! Jullie loon zal eens in Mijn eeuwige rijk niet gering zijn!
Hoofdstuk 209: Over het gebed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] IK zei: "Vriend! Adam en zijn eerste nakomelingen hadden tenten noch hutten, of zelfs gerieflijk ingerichte huizen. De aardse bodem en een schaduwrijke boom was alles voor hen en zij rustten heel veel nachten onder de vrije hemel en waren gezond en sterk. Zelfs geen deken voor hun lichaam konden zij maken. Een.krans van vijgenbladen ter bedekking van hun schaamte, was hun hele lichaamsbekleding en allen bereikten een leeftijd van enige honderden jaren! Thans hebben de mensen echter alle levensgemakken uitgevonden en in de plaats van één verloren aards paradijs er zelf vele honderdduizenden geschapen en kijk nu is een leeftijd van honderd jaar een wonder geworden!
Hoofdstuk 211: Uitleg van het vierde gebod. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Maak jij, Ouran, je dus maar geen zorgen over het nachtverblijf voor deze vele gasten; de goede en gezonde bodem zal hen allen goed herbergen! Wie door slaap wordt overmand, rust op een kussen van steen heel goed uit. Als de steen onder het hoofd hem hindert, is de mens niet moe en met erg rust behoevend en dan kan hij wel weer gaan staan en aan het werk gaan!
Hoofdstuk 211: Uitleg van het vierde gebod. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] JURAH zegt: "Ja, Heer en Meester, nu is alles me duidelijk en ik weet nu ook waartoe de vele ontaardingen van de kuisheid moeten leiden! Ja, nu is alles mij duidelijk! In alles bevindt zich maar één voor God geldige waarheid, welke thuis hoort in de eeuwige orde, - alles daaronder, daarboven en daarnaast is slecht!"
Hoofdstuk 215: De zonde tegen de kuisheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...