Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1796 resultaten - Pagina 18 van 120

...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...
[2] Ik zei: 'O ja, dat weet Ik heel goed en Ik wil het jullie ook zeggen; maar eerst wil Ik jullie iets vragen! Als jullie Mij een juist antwoord geven op de vraag die Ik aan jullie stel, zal Ik jullie ook zeggen vanuit welke macht Ik Mijn daden verricht! ,
Hoofdstuk 192: De Farizeeën proberen de Heer te vangen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Ik zei: 'Goed dan. Zeg Me dan vrij en openlijk in bijzijn van heel het volk: vanwaar was de doop van Johannes, de zoon van Zacharias die in deze tempel door jullie tussen het altaar en het allerheiligste is gewurgd? Was die doop van deze Johannes vanuit de hemel of slechts van de mensen? Want het is aan jullie om hierover ten aanschouwe van al het volk een beslissende uitspraak te doen. Jullie hebben wel andere kleren aan en zijn tegelijk met andere pelgrims bij de grote volkspoort de tempel binnen gekomen, maar toch heeft men jullie snel herkend. Voer jullie taak goed uit, want anders schiet het loon erbij in, dat jullie beloofd is en datje kunt krijgen als je Mij kunt vangen op hetgeen Ik zeg!'
Hoofdstuk 192: De Farizeeën proberen de Heer te vangen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Ik zei tegen hen: 'Wel, als jullie Mij dat niet willen zeggen, zeg ook Ik jullie niet vanuit welke macht Ik Mijn werken verricht!
Hoofdstuk 192: De Farizeeën proberen de Heer te vangen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Ik zei: 'Luister, als Ik over een tijd met Mijn grote werk zal beginnen zal Ik de priesters niet vragen of Ik dat grote werk, dat zeer in strijd zal zijn met hun onbetekenende tempelvoorschriften, al of niet zal mogen ondernemen, maar Ik zal dat grote en zware werk op Me nemen vanuit Mijn hoogst eigen macht en kracht! Want wat in Gods ogen goed is, moet ook door alle mensen als goed worden gezien, of ze het goede willen of niet!'
Hoofdstuk 206: De houding van de Heer als jongeling tegenover de priesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Ik zei: 'Hebben jullie gisteren dan niet gezien hoe Mijn wil ook tot aan de zon heeft gereikt? Als Ik de zon kon gebieden, dan zal Ik nu ook wel in staat zijn om de zee te gebieden! Ik had dat ook wel vanuit de verte kunnen doen; maar het is nu toch beter dat we allemaal ter plekke zijn, wat jullie later duidelijk zullen inzien. Maar nu moet er vooral geholpen worden -en daarna pas gepraat!'
Hoofdstuk 210: De reis naar Tyrus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Alleen wat in liefde wordt gedaan, is een waar iets voor God; maar wat men doet uit een zekere vrees voor Gods macht, om God zachter en milder te stemmen, is voor God een gruwel. Want voor het verrichten van de zogenaamde godsdienstige handelingen, die met alle mogelijk ceremonieel plaatsvinden, worden nu eenmaal altijd en overal bepaalde priesters aangewezen. Deze beschouwen zichzelf daarom ook als veel waardiger dan de andere mensen en kijken op hen neer, zij laten zich enorme eer bewijzen en zitten boordevol hoogmoed. Tenslotte houden zij zichzelf voor goden en spreken vanuit hun eigen willekeur recht over hun arme naasten, die vaak duizend keer beter zijn dan de verwaande en heerszuchtige priesters. Denk jij echt dat God vreugde en plezier zal beleven aan zulke opgeblazen protserige vereringen, die door de zojuist beschreven priesters worden uitgevoerd en door het volk duur worden betaald?
Hoofdstuk 213: Hoe men God waarlijk vereert. Jezus als voorbeeld voor de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Maar zou God door Zijn almacht, vanuit Zijn wijsheid de wil van de mens leiden, dan zou de mens niets hoger staan dan een dier; hij zou er zelfs nog enigszins onder staan, omdat zelfs aan het dier al een kleine vrijheid van wil is verleend in zoverre het, zoals de ervaring jullie leert, ook een verstand en een geheugen heeft, honger, dorst en pijn voelt en daarom ook, al is het nog zo vaag, iets kan denken, kan oordelen en door zijn geluid, gezichtsuitdrukking en bewegingen te kennen kan geven wat het nodig heeft en wil hebben.
Hoofdstuk 214: De vrije wil van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Daaraan kun je al zien dat het met de juiste ontwikkeling van een mens heel anders gaat, dan met het plotseling doen bedaren van een storm op zee. Wanneer de mensen ook op die manier behandeld zouden moeten worden, zou het wel dwaas van Mij zijn om nu met jullie vanuit Mijn wijsheid te spreken en jullie volgens de waarheid te onderwijzen; dan zou Ik jullie namelijk ook wel meteen de lichtste gedachten in jullie ziel kunnen leggen en dan jullie wil met Mijn macht kunnen dwingen om niet anders te willen en te handelen dan alleen zo, als Ik het Zelf wil. Maar zou iemand er iets aan hebben, als Ik hem tot een pure machine van Mijn almachtige wil zou maken?
Hoofdstuk 214: De vrije wil van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] En dat is ook hetzelfde en eindeloos grote verschil tussen God en ons mensen, die op Hem gelijken, dat slechts God alleen vanuit Zijn grote gedachten volkomen, zelfstandige en geheel vrije mensen in het leven kan roepen, terwijl wij, geesten, wel fantomen maar geen realiteiten in het leven kunnen roepen. Zo is ook de wereld die een geest bewoont, eerder een fantoom dan werkelijkheid; want geesten met een grotere volmaaktheid hebben mij ook hun wereld laten zien op een en dezelfde plaats, en die wereld zag er heel anders uit dan de wereld die ik bewoon. Maar dat zul je pas helemaal begrijpen en inzien alsje zelf een bewoner zult zijn van je eigen innerlijke geesteswereld.
Hoofdstuk 219: Het leven van Julius Caesar aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Maar God heeft de mensen niet geschapen als zogenaamde speelpoppen voor Zichzelf, maar als volledig aan Hem gelijke evenbeelden, die Hij uit Zichzelf in het leven heeft geroepen, niet als schepselen van Zijn almachtige willekeur, maar als ware kinderen van Zijn eeuwige vaderliefde; en Hij heeft hun de geheel aan Hem gelijke creatieve eigenschap geschonken om zich volkomen vrij vanuit de eigen levenskracht zelf volgens de eigen totaal vrije wil te ontwikkelen tot zij helemaal aan God gelijk zijn. En zie, daarom mag bij de ontwikkeling van de mensen hun vrije wil door geen enkele goddelijke dwang worden geremd, maar men moet hen zelfs onder de kwalijkste omstandigheden hun volkomen vrije wil laten behouden, zelfs ook wanneer dat Mijzelf Mijn aardse leven aan het kruis zou kosten!
Hoofdstuk 215: De opvoeding van de mensheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Blijf daarom bij hetgeen jullie hebben! Hecht er geen belang aan en kijk vooral hoe je meer en meer op de weg van de geest kunt wandelen, dan zullen jullie daarmee de grootste en beste uitvinding gedaan hebben voor de grote scheepvaart, vanuit dit aardse naar het andere rijk, aan gene zijde, het geestelijke!
Hoofdstuk 222: De schijnbare waarde van uiterlijke cultuurontwikkeling - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] De eerste spreker zei nu weer: 'Beste vriend Lazarus, jij hebt heel juist geoordeeld, als het er met de wonderbare Galileeër in volle ernst zo voorstaat als jij ons vanuit je goed gefundeerde overtuiging meegedeeld en getrouw beschreven hebt; ook wij zijn overwegend de mening toegedaan, dat het met deze kwestie ook werkelijk zo gesteld is. Maarbij zo'n oneindig belangrijke zaak is het van onze kant als joden -het volk van God -zeer noodzakelijk om een nauwkeurig onderzoek in te stellen en eerst over veel dingen goed na te denken en te overwegen of er heimelijk op de achtergrond toch niet sprake is van iets, waardoor we uiteindelijk anders naar deze dingen moeten kijken dan iemand die zo totaal onder de indruk is van die wonderen, dat zijn gemoed en verstand er niet meer nuchter tegenover staan.
Hoofdstuk 8: De bedenkingen van de Farizeeën over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Hierop zei Agricola: 'Heer en Meester, U hebt mij weer een nieuwe en buitengewoon belangrijke waarheid onthuld, en ik zie duidelijk in dat het zo moet zijn. Maar hoe is het bijna overal gesteld met de opvoeding van de mens van kindsbeen af? Men weet immers niet eens, hoe en waar men bij het opvoeden van kinderen moet beginnen en eindigen!
Hoofdstuk 13: De opvattingen van Agricola over de toekomst van de leer van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Zo krijgen bijvoorbeeld rijke ouders een kind. Ze hebben er een ware apenliefde voor en staan het alles toe wat ze maar in, zijn ogen lezen en vertroetelen het dikwijls op een onuitstaanbare mallier. Zelf durven zij zo'n kind voor zijn vele ondeugden niet te bestraffen, al is het maar met een paar ernstige woorden, en als later een leraar dat misschien doet, dan heeft hij het kind en de ouders tot zijn vijanden en vervolgers gemaakt; reeds de oude Romeinen zeiden: 'Wie door de goden wordt gehaat, wordt door hen tot onderwijzer gemaakt!' Welnu, de ouders zijn blinde dwazen, en de onderwijzer moet dwaas zijn, als hij wil leven. Hoe moeten zulke kinderen dan een juiste opvoeding krijgen?
Hoofdstuk 13: De opvattingen van Agricola over de toekomst van de leer van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Bij een opvoeding zoals die nu in de wereld van de grote heren algemeen in zwang is, moet ieder mens en de hele mensheld wel zo krachteloos worden, dat men op geen enkele wijze te weten kan komen hoe de eigenlijke, ware mens eruit moet zien en hoe hij moet zijn! En ik moet hier openlijk verklaren, dat er op deze aarde nog heel veel stormen over de velden en zeeën zullen razen, voordat de mensheid weer terug zal komen in de grootse en ware positie, vanwaar ze in het oerbegin is uitgegaan.
Hoofdstuk 13: De opvattingen van Agricola over de toekomst van de leer van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...