Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

12361 resultaten - Pagina 18 van 825

...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...
[7] Maar als jullie nu ook Mijzelf niet geloven en niet willen leven volgens Mijn leer, dan vraag Ik jullie, wie er na Mij nog naar jullie toe moet komen, opdat jullie hem geloven en handelen volgens zijn leer. Als jullie Mij, de Meester van al wat leeft, niet willen geloven, -wie willen jullie dan na Mij geloven, daarnaar handelen en zalig worden?
Hoofdstuk 201: De Heer kalmeert het volk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Iemand uit het volk, die ook goed thuis was in de schrift, zei: 'Heer en Meester, onder ons zijn er velen die Uw leer gehoord en Uw vele tekenen gezien en zeer bewonderd hebben, zodat men zei: 'Als deze mens met al zijn ongekende wijsheid en duidelijk zichtbare, volledig aan God gelijke kracht en macht, waarvoor zelfs de starre dood moet buigen, nog niet de beloofde Messias is, vragen wij ons af of de echte Messias, zo Hij zou komen, nog grotere tekenen zou kunnen doen! Wij geloven dat niet en zullen dat ook niet geloven! Want de mens die zonder enig hulpmiddel, maar enkel door zijn woord de zwaarste ziektes geneest, zelfs verloren gegane ledematen weer vervangt -zoals we dat bij Bethlehem hebben gezien -, dode mensen tot leven wekt, heerst over winden en stormen en zijn wil te kennen geeft aan de zon, de maan en alle sterren, -is een God en geen mens meer!'
Hoofdstuk 202: De vrije wil van de mens Menselijk ongeduld en Gods lankmoedigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Een van de gematigde Farizeeën zei nu weer: 'Meester, ik en nog meerderen van ons, zien wel in dat u een geweldige leraar bent en vrij en open spreekt zonder enig aanzien des persoons, en het is ook geheel en al waar dat aan ieder mens de juiste weg tot het leven door de profeten is geopenbaard! Wel, aan deze openbaringen zouden de mensen toch ook meer dan voldoende hebben; waarom wordt het dan toegelaten dat er nog aardse koningen en machthebbers met hun eigen slechte wereldse wetten komen en daardoor de arme, zwakke mensheid nog het meest schade toebrengen? Volgens mij zou dat echt niet nodig zijn. Want hoe de mensen volgens de wil en de onveranderlijke orde van God moeten leven en handelen, is in de openbaringen immers volledig uiteengezet. Waartoe worden dan nog die al te heers en hebzuchtige vorsten, koningen en nu zelfs keizers toegelaten?'
Hoofdstuk 203: De toekomst van Jeruzalem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] En Jozef zei zelf geheel ontroerd: 'O, als deze aarde als opvoedingsplaats van Gods kinderen al zo mooi is dat je je niets mooiers en heerlijkers kunt wensen, hoe mooi moet de hemel dan wel zijn, die ons na de dood van dit lichaam en na de opstanding op de Jongste Dag staat te wachten! Tussen dit matte leven in het lichaam en die heerlijke opstanding ligt wel een heel lange, levenloze, duistere nacht, maar ik zie dat als volgt: als iemand nu, levend in zijn lichaam, een hele nacht wakker moet blijven, hoe lang moet dat dan wel niet voor hem duren. Maar als de mens die hele lange nacht heerlijk doorslaapt, dan komt die hem 's morgens vaak nog te kort voor. En zo denk ik dat de lange nacht ons op de dag van de opstanding niet te lang voor zal komen. De goede God heeft immers alles op z'n best ingericht, zodat het de mensen die zich aan Zijn geboden houden en het volste vertrouwen in Hem hebben tot geluk en het grootste heil strekt.'
Hoofdstuk 209: Onderricht op de top van de berg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Het is ook moeilijk om te bewijzen dat de ziel van de mens na de dood voortleeft, maar het is nog altijd gemakkelijker dan met zekerheid aan te tonen of, hoe en wanneer een enkel mensenpaar of misschien ook wel meerdere mensenparen in dezelfde tijd of in zeer verschillende tijden op deze aarde zijn gezet. Alleen een God kan dat weten, maar nooit een kortzichtig en ook veel te kort levend mens; want als hij dank zij zijn vele ervaringen misschien net tot het beschouwen van diepere waarheden zou kunnen komen, moet hij de wereld al verlaten! Omdat ik dat maar al te goed ken, geef ik werkelijk niets meer om zulke dingen en onderzoeken! Kortom, hoe het hele leven op aarde is ingericht, is en blijft voor denkende mensen slecht.
Hoofdstuk 216: Kritiek van de Romein op de aardse toestanden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] Wanneer jullie dat nu goed hebben begrepen, vragen jullie Mij niet meer hoe je nutteloze, aardse dingen veel kunt verbeteren; want Ik ben alleen maar naar deze wereld gekomen om jullie de wegen te wijzen naar het eeuwige leven en deze goed te banen, opdat jullie er veilig en gemakkelijk op vooruit kunnen komen!"
Hoofdstuk 222: De schijnbare waarde van uiterlijke cultuurontwikkeling - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] En als jullie denken dat God degene die met volle inzet ernstig voortwandelt op de weg naar Gods rijk en naar het leven van de geest, helemaal niet helpt, wanneer hij af en toe moe en zwak wordt, dan vergissen jullie je flink. Ik zeg jullie: Wie eenmaal in volle ernst deze weg heeft betreden, wordt ook zonder het te weten door God geholpen om vooruit te komen en het doel uiteindelijk ook zeker te bereiken.
Hoofdstuk 223: De weg tot geestelijke voleinding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Maar Ik zei: 'Omdat er in deze omgeving nog andere timmerlieden zijn die ook willen werken en leven, moeten we hen niet vóór zijn! De mensen kennen ons en ons werk per slot van rekening, en zullen komen als ze ons nodig hebben; maar we dringen ons niet aan hen op!
Hoofdstuk 228: In het bos van de buurman - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Dat de mensen echter na verloop van tijd ook genoeg zouden krijgen van zo'n noodzakelijkerwijs eentonig leven, kunnen we met zekerheid aannemen; want de dagelijkse ervaring leert ons immers, dat iedereen in een en dezelfde steeds gelijke levensomstandigheid zich erg begint te vervelen en snakt naar verandering, en omdat zelfs de meest vindingrijke mens na vele duizenden jaren toch aan het eind is gekomen met al zijn geliefde veranderingen, zou hij tenslotte in de grootste verveling terecht komen, die hij. nergens meer mee zou kunnen verjagen.
Hoofdstuk 4: Een schriftgeleerde verwijst naar Gods orde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Omdat dat nu eenmaal zo, en niet anders, is en U ons nu Zelf duidelijk de wegen getoond hebt die wij moeten bewandelen, willen wij dan ook getrouwen dankbaar afgaan op het doel dat U ons gesteld hebt, en, standvastig en met het grootst mogelijke geduld en met overgave aan Uw wil, over de doornen gaan die ons hier en daar in de weg staan. Dat is nu het vaste en ernstige besluit van mij en ook van mijn metgezellen. U echter , die wij nu erkennen als onze Heer van het leven, vragen wij om niet te zware proeven en beproevingen over ons te laten komen op het moment dat wij van deze wereld scheiden, en ook om genadig en barmhartig te zijn voor alle andere mensen, al naargelang de verdienste van hun leven!'
Hoofdstuk 16: Over het incameren van bewoners van de sterren (26.10.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Kijk niet omhoog of omlaag met jullie vleselijke ogen als jullie het ware aanzicht en het wezen van de hemel, dat het rijk van God is, willen doorgronden, maar richt de ogen van je gemoed op je innerlijke bewustzijn van liefde; daar zullen jullie de hemel aanschouwen, en weloveral, op welke plaats in Mijn scheppingen jullie je ook bevinden, hetzij op deze aarde of op een andere, dat is om het even; want het aanzicht van de hemel zal zich vormen uit de grondslag van jullie leven, zoals die volgens Mijn woord en door jullie goede werken gevormd is. Pas via jullie eigen hemel zullen jullie in Mijn eeuwige en oneindig grote hemel komen.
Hoofdstuk 18: De poort van de hemel en het rijk van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Maar Ik zie toch nog een bepaalde donkere klip in jullie, en jullie zijn nog niet in staat daar overheen te komen. Kijk, deze klip bestaat uit het feit dat jullie je de eindeloze en eeuwige ruimte voorstellen als op zichzelf dood en zonder enige levensintelligentie, en daarom ook niet kunnen begrijpen hoe God als het enige levensbeginsel Zichzelf in die eeuwige en eindeloze dood in zekere zin gevonden heeft en Zichzelf als het meest volmaakte Leven heeft herkend en begrepen.
Hoofdstuk 28: Over de oneindige ruimte en de eeuwigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[20] Omdat het met dat alles zo is en onmogelijk anders kan zijn, moeten jullie, om tot werkelijk ware voorstellingen van God te komen, alles wat met dood te maken heeft volledig uit de eindeloze ruimte verbannen en je niets dan leven en nog eens leven en niets anders dan intelligentie en nog eens intelligentie voorstellen, omdat er in het oneindige Wezen van Gods intelligentie en macht eeuwig geen dood kan bestaan.'
Hoofdstuk 28: Over de oneindige ruimte en de eeuwigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Ook al keren wellustelingen van beiderlei geslacht na een tijdvolkomen in zichzelf en beginnen ze door grote zelfverloochening een volkomen kuis leven te leiden en verkrijgen ze door zo'n echte boetedoening ook de volledige vergeving van hun zonden, dan zullen ze toch op deze wereld de volle geestelijke wedergeboorte moeilijk of helemaal niet bereiken, maar slechts voor een deel; want de ziel van zulke mensen heeft het druk genoeg om zich alleen al in zoverre van haar vlees vrij te maken, dat ze de waarschuwingen van de geest kan vernemen die noodzakelijk zijn voor haar heil. Zo iemand kan weliswaar nog heel goed en wijs worden en veel goeds tot stand brengen, maar tot de volle omvang van de daadkracht die wonderen bewerkt zal hij nauwelijks komen. Dat kan een dergelijke ziel pas aan gene zijde bereiken.
Hoofdstuk 41: Veelwijverij - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Ik zou jullie nu nog wel veel kunnen zeggen en ook wel laten zien, maar jullie zouden dat nu nog niet kunnen verdragen; wanneer echter de Geest van alle waarheid en alle leven over jullie zal komen en jullie daarin wedergeboren zullen zijn, zal hij jullie binnenleiden in alle diepten van Mijn licht en jullie verheffen. Pas dan zullen jullie begrijpen en inzien wat voor grootse woorden Ik nu tot jullie en zodoende, via jullie, ook tot alle mensen gesproken heb.
Hoofdstuk 49: De missie van Gods kinderen aan gene zijde De bestaansduur van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...