Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

614 resultaten - Pagina 18 van 41

...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...
[2] Ik zei: 'ja, ja, dat staat weliswaar geschreven; maar er staat ook nog iets anders geschreven en omdat jullie nu toch over die bouwlieden zijn begonnen, zal Ik jullie zeggen wat dat is. Wat er geschreven staat en wat jullie zeker ook bekend zal zijn, omdat jullie dat ook in de schrift hebben gelezen, luidt als volgt: 'De steen die de bouwlieden verworpen hebben is tot hoeksteen geworden. Aan de Heer is zulks geschied en is nu wonderbaarlijk zichtbaar voor jullie ogen!' Daarom zeg Ik jullie: Het rijk Gods zal jullie worden ontnomen en aan de heidenen gegeven worden en zal bij hen zijn vruchten afwerpen.'
Hoofdstuk 194: De Farizeeën vragen naar het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Ik zei: 'Met de door jullie verworpen steen, die nu desondanks tot hoeksteen is geworden, zal het voortaan als volgt gaan: wie over de hoeksteen zal vallen, zoals jullie nu, zal te pletter vallen; op wie echter de hoeksteen zal vallen -wat jullie te wachten staat -, die zal erdoor vermorzeld worden! -Hebben jullie dat nu begrepen?'
Hoofdstuk 194: De Farizeeën vragen naar het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Ik zei: 'je moet je over andere dingen zorgen maken! Wie kan ons horen als Ik het niet wil, en wie zal ons stenigen terwijl Ik Heer over alle stenen ben? Kijk eens naar deze steen hier, die Ik nu heb opgetild! Ik wil nu dat hij voor de ogen van de wereld volledig teniet gaat! En kijk, het is al gebeurd! Als een domme jood nu zulke stenen naar ons zou gooien, zouden die ons dan enige schade kunnen toebrengen?! Kijk eens naar de zon! Zie hoe die straalt met haar heldere licht! En omdat Ik ook Heer ben over de zon, wil Ik dat ze nu enkele ogenblikken lang geen licht zal geven! En zie, het is nu duister als in de nacht!'
Hoofdstuk 207: De Heer geeft als jongeling enkele proeven van Zijn almacht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[19] Toen de rabbi dat vernomen, had keek hij heel vrolijk en zei: 'O, dat is goed! Als overste van de synagoge is me nu een zware steen van het hart gevallen! Er is nu weer een heel groot werk op komst en ik zal je er vandaag nog nadere mededelingen over doen. Maar nu wil ik je geen ogenblik langer meer storen!'
Hoofdstuk 224: Aankomst in Nazareth - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[20] Ik zei: 'Ik acht Me eerder in staat de vissen in de zee te bekeren dan onze rabbi's! Ik raad je ook aan dat noch Jacobus noch jij thuis iets vertellen van wat zich hier allemaal heeft afgespeeld, want dan zouden jullie grote moeilijkheden met de rabbi's krijgen. Want hun hart is verstokter dan de hardste steen en hun ziel is veel onreiner dan een zwijn in een stinkende poel, en liever bouw Ik nog duizend stallen voor de zwijnen van de Grieken en andere heidenen waar dan ook, dan dat Ik één woord zou verspillen aan onze uiterst domme, duistere en kwaadwillende rabbi's in Nazareth, Kafarnaüm en Chorazin! Maar er zal nog wel een tijd komen waarin Ik ook daar overal Mijn mond open zal doen, - maar niet om hen te troosten, maar als een gericht over hen, wanneer hun boze maat vol zal zijn!"
Hoofdstuk 223: De weg tot geestelijke voleinding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Nu kwam de in Emmaüs wonende Romein Agrippa met zijn metgezel Laius naar Mij toe en zei: 'Heer en Meester! U hebt ons nu werkelijk grote en heerlijke dingen meegedeeld, en het is alsof ons daarmee een zware steen van het hart is gevallen; maar één ding, dat onze vriend Agricola ook vermeld heeft als een grote hindernis bij het verbreiden van Uw leer, heeft U nog niet speciaal aangeroerd, en dat is het overwinnen van het uitermate hardnekkige heidense priesterdom, dat erg moeilijk zal zijn.
Hoofdstuk 23: Hoe men een einde kan maken aan het heidense priesterdom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Met de joodse priesters hier, die toch een idee hebben van de ene, ware God, gaat het al moeilijk; hoeveel moeilijker zal dat dan wel gaan met de heidense priesters met hun verstarde materiële denkbeelden, die geen enkel notie hebben van één ware God en die hun afgoden, die ze ten aanschouwe van het volk aanbidden en waaraan het volk moet offeren, dikwijls uit de grofste materie, zoals steen, brons en hout door beeldhouwers laten vervaardigen. Het zou dus wel goed zijn, als U ons ook daarover iets zou zeggen.'
Hoofdstuk 23: Hoe men een einde kan maken aan het heidense priesterdom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[19] Iets dergelijks hebben jullie door Mij en met Mijn instemming ook door Rafaël zien doen, toen stenen plotseling in hun oorspronkelijke ether veranderd werden, of deze ether tot een vaste steen werd, waarvan de zuil langs de weg naar Emmaüs jullie een zeer tastbaar voorbeeld geeft.
Hoofdstuk 28: Over de oneindige ruimte en de eeuwigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] 'O armzalige muggen van mensenlarven, willen jullie mij uit dit gehuurde huis verdrijven?! Alle Romeinse legers zijn daartoe niet in staat! Eer er nog maar een steen gereed lag voor de bouw van Rome, ja heel lang daarvoor was ik de beroemde koning Cyaxares* (Koning van Medië (624 584 v.Chr.).) de eerste met die naam, ik heb de Scythen verslagen, oorlog gevoerd met Lydië. Mijn tweede dochter Mandane werd de vrouw van de koning der Perzen en moeder van de beroemde Cyrus, wiens vader Cambyses heette. Meer hoeven jullie niet te weten!
Hoofdstuk 31: Agrippa vertelt zijn ervaring met een bezeten Illyriër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Ik zei: 'Wat door handen van mensen gemaakt is, kan er ook door verwoest worden. Want de mensen zijn over het algemeen bedrevener in het vernietigen dan in het maken, en zo zullen ze te zijner tijd ook deze sterke muren de baas worden. Ik zeg jullie: niet één steen zal op de andere gelaten worden! Over een paar eeuwen zullen de mensen de plaats zoeken waar nu nog de tempel staat, en ze zullen die niet vinden.
Hoofdstuk 53: De reis naar Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Ik zei: 'Ga dan maar eens kijken in de vijver die zich, in een grote steen uitgehouwen, in jullie keuken onder de aldoor stromende bron bevindt, dan zul je daar zoveel vissen vinden dat het voldoende is voor vandaag en morgen!'
Hoofdstuk 93: De lievelingsspijs van de Heer (13.2.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Kijk, ieder mens is een wezen dat leeft in zijn geest, in zijn ziel en in een natuurlijk lichaam en heeft tevens een uitwendige levensatmosfeer om zich heen, net zoals elk hemellichaam dat heeft, iedere afzonderlijke steen op zijn eigen specifieke wijze, en evenzo iedere boom en ieder gewas overeenkomstig zijn aard en zo ook ieder dier; want zonder een dergelijke uitwendige levensatmosfeer zou noch een planeet noch een steen, noch enig ander mineraal, noch een gewas of een dierlijk levend wezen kunnen bestaan.
Hoofdstuk 102: De geestelijke overeenstemmingen van de kraanvogeltrek - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] Kijk, deze psalm heb jij destijds, gedreven door je innerlijke geest, op Mij betrokken en hebt naderhand, toen jij na je vader eigenaar van dit landgoed bent geworden, niet ver hier vandaan een mooi gehouwen steen laten plaatsen en eigenhandig de psalm daar op geschreven, zó, dat hij voor iedereen goed te lezen en te herkennen is, aangezien je hem met onuitwisbare verf in het Hebreeuwse, Griekse en Romeinse schrift en tevens in die drie talen geschreven hebt!
Hoofdstuk 116: De hoofdman en de waard herkennen de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Zo'n leven kan geen waarachtig, maar slechts een schijn en bedrieglijk leven zijn. En omdat het dat is, is het ook geen eeuwig leven, omdat het in zijn slechte geaardheid niet kan voortbestaan, maar zich moet veranderen ofwel ten goede ofwel in het ergste geval in het aartsboze, wat het harde gericht van het 'moeten' en de eigenlijke eeuwige dood is; en uit de harde banden daarvan zal de ziel zich net zo moeilijk losmaken als een harde steen zichzelf in zuiver stromend water kan veranderen.
Hoofdstuk 122: De Heer verklaart psalm 93 - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Ik zei: 'Dat zou wel een heel goed idee van jullie zijn; maar voordat Ik tegen jullie zeg: 'Kom!', moet Ik jullie nog op iets wijzen; als jullie dat niet hindert, kunnen jullie Mij gerust als leerlingen volgen! Kijk, de vogels hebben hun nesten en de vossen hun holen; maar Ik als de Zoon des mensen heb op de hele aarde nog niet eens een steen, die Ik onder Mijn hoofd zou kunnen leggen! Maar als jullie een echt vertrouwen en een levend geloof hebben, volg Mij dan!'
Hoofdstuk 125: Het verzoek van de leerlingen van Johannes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...