Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1915 resultaten - Pagina 18 van 128

...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...
[13] O hemel der hemelen! Hoe onuitsprekelijk vriendelijk is Hij ondanks Zijn ernst! O, daar hebben de goden geen goed aan gedaan, dat zij ons mensen verboden hebben hen lief te hebben!"
Hoofdstuk 88: De vrees van de Grieken voor de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] OURAN zegt dan heel zachtjes tegen Helena: "Hij heeft ons al door! Nu moeten we wijs, goed, waar en passend reageren, anders gaan we nog zonder meer op een verschrikkelijke manier naar de plaats die Cerberus bewaakt en waar de onverbiddelijke Pluto heerst! Spreek weinig en langzaam, overdenk ieder woord goed, anders is het met ons gedaan!"
Hoofdstuk 89: Een echte heiden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Mathaël gaat dan weer naar Mij en vraagt of hij met zijn uit zichzelf gegeven uitleg van de namen der heidense goden wel goed heeft gedaan, -of dat het misschien te vroeg is gebeurd.
Hoofdstuk 91: Mathaël als afbreker van de heidense tempelmuren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] IK zeg: "O, helemaal niet! Dat is je naar waarheid heel goed gelukt en je hebt daardoor nu werkelijk met weinig woorden meer gedaan voor het laten verdwijnen van het duistere heidendom, dan menig wijze leraar in vele jaren! Want wie een mens verstandig en wijs op wil voeden, moet eerst alle oude domheden bij hem laten verdwijnen. Als de mens daardoor een weliswaar nu nog leeg, maar schoon vat is geworden, is het niet moeilijk zo'n goed bruikbaar vat te vullen met allerlei wijsheid uit de hemelen, en dat zal bij deze twee ook gebeuren.
Hoofdstuk 91: Mathaël als afbreker van de heidense tempelmuren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Nadat Ik de schijnzon zal hebben gedoofd, zullen wij allen hier boven een goed avondmaal gebruiken, waarbij dan nog veel behandeld en besproken zal worden, Nu weet je voor dit moment alles wat er gedaan moet worden, het vervolg zal later aan de orde komen!"
Hoofdstuk 91: Mathaël als afbreker van de heidense tempelmuren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] De heldere dag van morgen zal hen wel weer tot rustiger bezinning brengen en dan kan er veel met hen gedaan worden! Want morgen zullen zij groepsgewijs naar zee gaan en kijken of het zeewater soms veranderd is in bloed, en bij die gelegenheid zijn zij veel meer voor rede vatbaar.
Hoofdstuk 97: Het materialistische denken der priesters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Daar zullen we niet zoveel moeite mee hebben als we bedenken dat het oude herdersvolk van Egypte na de zorg voor de runderen het voornaamste deel van de jaarlijkse zorg en moeite achter de rug had. Na deze periode kwamen de hoofden der gemeenten bij elkaar en kozen één of twee competente en zo mogelijk zeer bezonnen beoordelaars, die tevens tijdens deze periode rechtspraken. Zij moesten rondgaan en controleren of iedereen genoeg moeite had gedaan om een goed en gezegend resultaat te behalen. Deze onderzoekers gaf men de naam van de functie die zij uitoefenden. 'Kai i e stor?' werd er aan de mensen gevraagd, wat vertaald betekent: 'Wat heeft hij gedaan?'. Vervolgens sommeerde men ernstig, door bevelend te zeggen: 'Po luxe men!' -ook wel 'Poluzce men!' -'Leg het mij eens uit, licht dat eens toe!'
Hoofdstuk 103: Uitleg van het vierde tot en met het zesde teken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] Hopelijk zal het verder geen moeite meer kosten om de echte God alleen in het juiste en ware licht te herkennen. Nooit heeft de een of andere aan de fantasie ontsproten god iets van al de wonderen gedaan die men hem toedichtte. De weinige, wijs lijkende woorden die de goden bij tijd en wijle tegen de mensen gesproken zouden hebben, zijn door de oude wijzen de niet bestaande goden in de mond gelegd omdat zij dat belangrijk vonden.
Hoofdstuk 105: Verklaring van de drie laatste tekens van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Dan zegt MATHAËL diep getroffen: "O Helena! Lieftalligste van de hele, grote Pontus, waar haal je dan nu toch zo'n blinde, domme vraag vandaan? Vergeef me maar, dat ik je op zo'n erg ondoordachte vraag een wat hard antwoord geef! Jij en je vader zijn nu toch al in die school, hoe is het dan mogelijk dat je mij vraagt, hoe en wanneer je in die school kunt komen? Ja, zie je dat dan nu nog niet in, terwijl de Heer toch juist ter wille van jullie hier zulke grote tekens heeft gedaan?!"
Hoofdstuk 106: Helena vraagt naar de herkomst van Mathaël's kennis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] THOMAS zegt: "Je denkt nu zeker dat je een grote profetie gedaan hebt en dat wij dat zonder jou niet zouden weten?! Je bent toch wel, ondanks alle grote, wijze woorden die je nu al meer dan een half jaar gehoord hebt, een arme, domme sukkel!
Hoofdstuk 109: Mathaël de voorloper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Dan roept MATHAËL Thomas en zegt tegen hem: "Ik dank je in naam van de goede zaak, dat Je broeder Judas zo'n gematigd standje hebt gegeven. Want dat heeft hem geen kwaad gedaan en misschien zal hem dat, wat hij hier als een belediging van zijn verstand beschouwt in de andere wereld wel ten goede komen, want van innerlijke wijsheid is bij hem nog lang geen spoor te bekennen en die zal er heel waarschijnlijk in zijn huidige leven ook nooit komen.
Hoofdstuk 109: Mathaël de voorloper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Als Ik nu met jou doe wat Ik eens met hen heb gedaan, hoe kun je dan niet van gelijke afkomst zijn als Helena? Denk je dan dat Ik geen macht genoeg zou bezitten om jou direkt op de keizerstroon in Rome te zetten?
Hoofdstuk 119: Helena wordt de vrouw van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] MATHAËL zegt: "O, het zal zeker geen gemakkelijk werk zijn, maar wij zullen des te meer vreugde beleven als het ons met hulp van de Heer zal lukken! Maar het móet ons lukken ook al zou daardoor de gehele wereld in puin storten! Want wat dat betreft ben ik een heel eigenzinnig mens, wat ik me eenmaal voorneem, moet ook gedaan worden! -En nu een ander onderwerp!"
Hoofdstuk 125: Ouran toont aan dat Helena's vrees ongegrond is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] OURAN zegt: "Je hebt gelijk als je eens over wat anders begint! Ik heb intussen wel een klein, mij zeer versterkend slaapje gedaan en in mijn droom heel wonderlijke dingen gezien, maar ondertussen heb ik toch van jullie gesprek het een en ander opgevangen en ik zeg jullie dat de kleine helemaal gelijk heeft en jij, Mathaël mijn zoon, hebt ook gelijk. Maar de vrees van mijn lieve dochter, ook al is die niet geheel ongegrond, is toch wat te overdreven!
Hoofdstuk 125: Ouran toont aan dat Helena's vrees ongegrond is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] RAPHAËL zegt: "Je moet je ogen ook daarheen richten, waar Hij vandaan komt en niet daarheen, waar Hij niet vandaan komt! Kijk eens om, dan kun je je meteen ervan overtuigen dat ik geen verkeerde voorspelling heb gedaan!"
Hoofdstuk 132: Priesters en hun waardigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...