Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

737 resultaten - Pagina 18 van 50

...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...
[7] Kijk, toen je naar Mij toekwam, dacht je dat Ik één van de genoemde goden van de heidenen was en terwille van die hoge Romeinen eerde je Mij! Maar meteen dacht je aan de God van Mozes, die zegt: 'Je zult slechts in één God geloven en geen vreemde goden naast Mij hebben!' Het berouw overmande je, omdat je dat hardop had gezegd en zie, dat was dus duidelijk niet eerlijk van je! Want als je in de God van Abraham, Isaak en Jacob gelooft, dan kun je Mij niet als God begroeten. Geloof je nu echter werkelijk dat Ik een God ben, dan moet je je oude God laten varen, omdat er maar één God kan zijn en geen twee of nog meer, zoals er ook maar één oneindige ruimte en maar één eeuwige tijdsduur is, waarin alles bestaat en gebeurt.
Hoofdstuk 25: De jonge jodin vermoedt wie de Heer is - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Helias zei: 'O Heer, U meer dan wijze en meer dan goede Schepper en Vader van alle mensen, nu pas begrijp ik de geboden van Mozes! Want ik moet U hier heel eerlijk bekennen, dat ik voorheen de wet van Mozes en nog meer de spreuken en leringen van de andere profeten nooit goed heb begrepen. En hoe vaker ik er alles goed overwegend met mijn ouders over sprak, des te meer gaten en echte onvolkomenheden ik er in ontdekte, wat mij dan ook niet zelden op de gedachte bracht dat de zeer onvolmaakt lijkende wet van Mozes of helemaal niet van een zeer wijze God afkomstig was, of dat de latere priesterkaste de Mozaïsche wet helemaal aan de kant had geschoven en in plaats daarvan voor hun eigen materiële welzijn een gebrekkig, menselijk maaksel had opgesteld. Mijn go.ede oud~ rabbi heeft daarom heel vaak veel moeite met mij gehad, omdat Ik hem flink met zijn neus op de zichtbare gebreken van de Mozaïsche wet drukte. Maar nu.na Uw uitleg, o Heer, heeft de wet van Mozes meteen een heel ander aanzien gekregen en kan hij ook door iedereen beslist met vreugde en gemakkelijk in acht worden genomen!'
Hoofdstuk 29: Het vierde gebod. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] En zie, precies zo'n leven zouden de mensen hebben als Ik hen door Mijn almacht of door zulke tekenen zou dwingen, die hun geen ruimte voor vrije gedachten meer zouden laten. En derhalve is een vrij ongeloof voor de mens oneindig veel beter dan een door wondermiddelen afgedwongen geloof; want de volkomen en zelfstandige vrijheid van wil in de mens is Gods grote plan in de mens. De mens kan wel zonder enige schade door God onderwezen worden in wat hij moet doen om in zichzelf tot levensvoleinding te komen; maar door God alsook door een andere geest mag hij daar nooit met kracht toe gedwongen worden. Want wordt hij dat, dan is de mens gericht en dus volkomen dood, en dan bestaat hij helemaal niet meer als een vrij en zelfstandig wezen.
Hoofdstuk 62: Verwijzing naar het zesde en zevende boek van Mozes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Maar om de plaats in de ruimte aan te geven waar een ziel heengaat Wanneer zij haar lichaam verlaat, zal voor jou nog wel moeilijker te begrijpen zijn, maar Ik zal je desondanks een wenk geven, waardoor je je er een voorstelling van kunt maken. Want hoe het eigenlijk is zul je pas in jezelf te weten komen, als je ook in jezelf tot de volledige wedergeboorte of tot volkomen éénwording van de geest met je ziel bent gekomen, omdat de ziel dat nooit helemaal kan begrijpen zolang zij zich niet door de kracht van de geest in haar zo ontwikkelt, dat zij in staat is zich volkomen met de geest te verenigen.
Hoofdstuk 66: Het wezen van de ziel en van de geest. De ziel aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[19] 'Maar', zei de engel, 'waarom verbazen jullie je daar zo over? Is er voor een zuivere geest dan ook maar iets dat onmogelijk is? Alles berust immers op de vaste wil van een zuivere geest! Als wij, zuivere geesten, aarden, zonnen en allerlei centrale zonnen in de ruimte kunnen ronddragen en uiteindelijk zelfs hele hulsglobes, waarom zou het dan voor mij en alle zuivere geesten niet nog veel gemakkelijker zijn om zo'n zuil in een oogwenk te brengen waarheen je dat wilt? Wie met leeuwen kan spelen alsof het vliegen zijn, zal voor muggen beslist niet opzij gaan!'
Hoofdstuk 70: Over het wezen van de lucht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Agricola zei: 'O, m'n vriend uit Gods hemelen, als wij ons al in jouw verheven sfeer zouden bevinden, zou het wel gemakkelijk zijn om daarover na te denken, maar onze levensweg daarheen kon nog wel eens aardig lang zijn! Wat jij, hemelse vriend, door de genadige toelating van de Heer aan ons hebt geopenbaard, kan ik althans voorzover een mens daartoe in staat is, begrijpen; maar hoe de standvastige wil van de geest nu eigenlijk de meest uiteenlopende elementen bevattende stof van de materie van de hele aarde is en kan zijn en zelfs van de andere werelden in de eindeloze ruimte, dat kunnen wij onmogelijk zo duidelijk begrijpen als jij, o hemelse vriend.
Hoofdstuk 71: Het wezen van de geest - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Omdat de tollenaars ons al gauw na de ochtendmaaltijd verlaten hadden, was er nu vanzelfsprekend meer ruimte in de zaal, en daarom konden ook een aantal van de wat oudere en ernstiger slavenjongens in onze zaal worden ondergebracht en in ons grote gezelschap hun middagmaal nuttigen. Dertig van hen aten in onze zaal en zij kregen het vermogen onze talen te verstaan en ook te spreken, met het doelom voor zichzelf en voor hun metgezellen te begrijpen wat er tijdens het middagmaal tussen ons besproken werd.
Hoofdstuk 85: Het ware vasten en bidden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Wij vonden daarin ook een voorspelling, dat Gods geest jullie een Messias (middelaar) tussen God en jullie, joden, beloofd heeft. Wij vroegen de man heel nadrukkelijk daarnaar. Maar hij kon ons er niet veel over zeggen; want hij zei dat de tijd en het uur heel duister en vaag stonden aangegeven en er ook geschreven stond, dat bij God duizend jaar nauwelijks een dag was. Dus zouden de joden nog wellang op hun beloofde middelaar moeten wachten. Zelf geloofde hij dat de profeet in zijn beeldspraak iets heel anders bedoeld had dan de werkelijke komst van een toekomstige, op God lijkende middelaar.
Hoofdstuk 117: Wezen en zetel van de waarheid. Het zoeken van de drie magiërs naar de waarheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Dat de boosdoeners gestraft worden, vind ik helemaal in orde; want juist de goddelijke lankmoedigheid is onverdraaglijk, omdat de boze daardoor steeds meer tijd en ruimte wint voor het tot stand brengen van zijn gruweldaden, terwijl de mens die zich goed gedraagt in een steeds grotere ellende terecht komt, tenslotte alle geloof verliest en genoodzaakt is het hem toevertrouwde pond in de zweetdoek van zijn nood weer onaangeroerd en eerlijk aan de strenge, onbarmhartige heer terug te geven. Ja, in dat opzicht is het natuurlijk wel beter een geroepene dan een knecht te zijn!
Hoofdstuk 125: De kritiek van de magiër op de gelijkenis van de toevertrouwde ponden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Ik zei: 'Vriend, we zijn met velen en zouden in jouw huis nauwelijks voldoende ruimte hebben; bovendien zul je vanmiddag weer een paar Farizeeën op bezoek krijgen die Ik niet graag ontmoet, en daarom zal Ik in de grote herberg, die ook van jou is, Mijn intrek nemen. Daar kun jij ook heengaan met je vriend Jozef van Arimatea en met de oude rechtschapen rabbi, en ook met je vrouwen kinderen, zodat ook zij het Heil van de wereld kunnen zien. De beide Romeinen wonen toch al in hun eigen huis vlak naast je herberg, en zij zullen beslist ook bij Mij komen, omdat Ik voornamelijk terwille van hen hierheen ben gekomen.'
Hoofdstuk 136: De Heer spreekt met Nicodémus over de armen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Maar als wij hogerop gaan, zo ongeveer tien uur gaans boven de aarde, dan zullen we helemaal geen lucht meer aantreffen zoals die ons hier omgeeft, maar slechts zuivere ether, die in jullie ogen zo volkomen niets zou zijn dat je je zoiets nietigs moeilijk voor kunt stellen. Want kijk je over een afstand van meerdere uren gaans over de aarde, dan zal de lucht tussen jou en de verafgelegen bergen, al is die nog zo helder, vóór de bergen als een blauw waas zichtbaar worden; maar als deze ruimte alleen maar gevuld zou zijn met zuivere ether, zouden jullie de bergen niet blauw, maar in hun oorspronkelijke kleuren zien. Zie nu, de aarde en de zon zijn zo ver van elkaar verwijderd dat ik werkelijk niet in staat ben voor jullie op deze aarde de juiste afstand begrijpelijk aan te geven, zoals de Heer Zelf jullie dat ook al heeft uitgelegd! En deze voor jullie begrippen ontzettend grote ruimte is gevuld met ether, die voor jullie zintuigen totaal niets lijkt te zijn.
Hoofdstuk 72: Het wezen van de ether - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Dus achter de substantie van de ether is het voor jouw zintuigen niet zichtbare geestelijke vuur een eeuwig heersende kracht, die van God uitgaand, eeuwig de oneindige ruimte vult en aan één stuk door werkt en schept. God Zelf echter is de eeuwige Oergeest en de eeuwige Oermens in Zijn centrum en vult de eeuwig uit Hem voortkomende oneindigheid met Zijn verheven gedachten en ideeën, die van Zijn liefde vervuld tot een aan Hem gelijk levensvuur worden, en door Zijn wijsheid tot geordende vormen en door Zijn wil tot van elkaar afgescheiden en op zichzelf bestaande wezens worden, waarin het vermogen gelegd wordt zichzelf als zodanig eeuwig voort te planten, verder te ontwikkelen en zich mettertijd op de ladder van Gods eeuwige orde te verenigen en op te klimmen tot een evenbeeld van God.'
Hoofdstuk 72: Het wezen van de ether - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Ik zei: 'Behalve de tollenaars, die eergisteren ook op de Olijfberg waren, allen die je daar gezien hebt! Ook Lazarus en Rafaël met alle slavenkinderen zullen hier al gauw zijn, alleen langs een andere weg! En dus zullen er zich binnen een uur een paar honderd mensen hier in Emmaüs bevinden, die in jouw huis niet gemakkelijk ondergebracht zouden kunnen worden, maar wel in jouw herberg, die royaal ruimte heeft voor een paar duizend mensen; daarom laten we het daar maar bij!'
Hoofdstuk 136: De Heer spreekt met Nicodémus over de armen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] De heuvel was in totaal slechts ongeveer dertig manshoogten hoger dan het gehucht Emmaüs en had bovenop een grote, open plek, die rijkelijk met gras begroeid en in noordelijke richting enigszins bebost was. Vrijwel in het midden van de open ruimte bovenop de heuvel verhieven zich enkele rotsblokken boven de grasbodem, die één tot twee manslengten hoog en van alle kanten goed te beklimmen waren. Bovenop deze rotspartij had Nikodemus een naar de smaak van die tijd en die plaats heel sierlijke, ruime hut laten bouwen, van waaruit men net als op de Olijfberg een heel mooi vergezicht had.
Hoofdstuk 143: Op de heuvel bij Emmaüs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Rafaël zei: 'Jullie hebben toch ook deze boom niet langzaam uit de grond zien opgroeien! Wat Gods geest wil, geschiedt zoals Hij het wil; want tijd en ruimte tellen bij Hem niet. Als Hij echter wil dat alles na elkaar in de tijd gebeurt, zoals jullie dat in de natuur van de dingen van deze aarde zien, dan gebeurt het ook zoals Hij het wil; want zowel tijd als ruimte zijn ook dingen die altijd en eeuwig voortkomen uit Zijn wil en uit Zijn orde!
Hoofdstuk 150: Het innerlijke wezen val1 de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...