Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

36210 resultaten - Pagina 18 van 2415

...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...
[8] Als Hij Zijn doel met ons, berekend volgens Zijn eindeloze wijsheid, bereikt heeft, ongetwijfeld uit pure liefde voor ons mensen, zal Hij het nu voor ons zichtbare lichaam niet meer nodig hebben en zal Hij Zich ervan ontdoen op de manier die Hij goed vindt.
Hoofdstuk 163: De twijfel van de rechter - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Rafaël zei tegen hem: 'Ja, mijn beste vriend en broeder, dat kan men je niet op dezelfde manier geven als men 's nachts een vertrek verlicht door daarin het licht aan te steken en het dan te laten schijnen voor allen die in dat vertrek wonen! Want zolang het aangestoken licht blijft branden zal het vertrek wel verlicht blijven; maar als de olie opraakt, zal het vertrek weer donker worden. Als het echter nooit meer donker moet worden in dat vertrek, is er meer voor nodig dan ternauwernood één met een beetje olie gevulde lamp aan te steken.
Hoofdstuk 174: Het wezen van Rafaël (26.4.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Het licht van de geheel gevulde levenslamp in zijn aardse leven is een volkomen, levend geloof, dat de dingen van het rijk Gods meer dan voldoende voor hem verlicht. Wie in dat licht volhardt en zich niet meer dan voor zijn lichamelijke leven nodig is om de dingen van deze wereld bekommert, komt vroegtijdig tot het eeuwige levenslicht in zichzelf en op die manier ook reeds aan deze zijde tot het duidelijk aanwezige rijk Gods en de kracht en macht daarvan; want wie één is met de wil van God de Heer, is ook één met Diens eeuwig volmaakte wijsheid, vrijheid, zelfstandigheid, macht en kracht en is daardoor dan ook voor eeuwig een waar Godskind.
Hoofdstuk 174: Het wezen van Rafaël (26.4.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Ik heb er nu niet de minste twijfel over dat die mannaregen een puur wonder was, en wat ik zo eigenaardig vind is dan ook niet het onmiskenbare wonder, maar het feit dat geen enkel mens op één dag voor zichzelf en de zijnen meer van het manna mocht verzamelen dan precies wat hij volgens het voorschrift voor één dag nodig had. Alleen op vrijdag mocht iedereen ook voor de sabbat, waarop er geen manna uit de hemel viel, de voorgeschreven voorraad manna voor zichzelf verzamelen; als iemand echter op een andere dag een voorraad voor de volgende dag verzamelde, raakte die bedorven, vol wormen en begon te stinken en was derhalve voor mensen noch dieren te eten.
Hoofdstuk 190: De arts vraagt naar het manna in de woestijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] En waar leidt dat tenslotte toe? Kijk, de mensen verwijderen zich steeds meer van God, in plaats van Hem in hun hart, in de liefde en in het ware, levende geloof en vertrouwen steeds meer te naderen! De vertrouwelijke, ware en zuivere liefde wordt veranderd in een spookachtige vrees en het levende geloof in de waarheid in een duister heidens bijgeloof, waarbij .het een trage en tot ieder bedrog in staat zijn de priesterkaste in aards opzicht heel goed gaat. Daarbij versmachten de zogenaamde gewone mensen vaak radeloos in allerlei geestelijke nood en vertwijfeling, duisternis, armoede en blindheid, waarbij dikwijls ook hun lichaam niet meer de voeding kan verschaffen die het nodig heeft; want de zogenaamd als enigen door God geroepen priesters, die zich als vliegen vermeerderen en traag en werkschuw zijn, terwijl ze het arme volk allerlei beloften doen over hemelse vreugden aan gene zijde en nog vaker gruwelijk bedreigen met eeuwige helse straffenkwellingen en pijnen, en zo werkelijk alles voor hun mond wegroven en daarmee hun buik vetmesten, zoals je dat nu zowel bij de Farizeeën alsook bij alle heidense priesters kunt zien.
Hoofdstuk 209: De gevaren van de ceremoniële godsdienst en ceremonieel bidden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Rafaël zei: 'Jullie oordelen net als alle mensen naar jullie onmacht; ik oordeel echter naar de macht van God in mij, en daarom zal ik waarlijk niet meer tijd nodig hebben om dit schip in een bruikbare toestand te brengen, dan ik nodig had om vanuit het gezelschap van de Heer naar beneden bij jullie te komen! Maar schrik deze keer niet zo erg als jullie tevoren deden vanwege mijn snelle reis naar jullie toe!
Hoofdstuk 212: Rafaël repareert het beschadigde schip (21.6.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Maar Ik richtte onmiddellijk heel vriendelijk de volgende woorden tot hen: 'Kinderen en nu vrienden, sta snel op van de grond; want Ik ben geen afgod en verlang geen uiterlijke verering door gebaren! Ik heb in jullie hart gezien dat dat Mij nu heel welgevallig is en meer heb Ik niet nodig.'
Hoofdstuk 213: De Heer bij de soldaten van Herodes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] Toen Saturnus na een uur weer op de plaats kwam waar hij begonnen was te bewegen, liet Rafaël alles weer verdwijnen en zei: 'Nu hebben we de voorbeelden niet meer nodig, aangezien ze hun goede dienst voor jullie hebben gedaan! Als jullie deze zaak nu vanuit de ware grondslag begrijpen en ook inzien dat het alleen maar zo en niet anders kan zijn, zullen we nu weer naar het huis van de rechtschapen Ebal terugkeren!'
Hoofdstuk 15: Rafaël verklaart de verhoudingen van de planeten tot de zon - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Wat jij en je metgezellen nu hebben leren kennen, wisten de mensen in de oude tijden ook; maar toen hun nakomelingen zich steeds meer met de dingen van deze wereld bezig gingen houden en trots en heerszuchtig werden, vergaten ze weldra de oude wijsheid, sloegen er geen acht meer op en dachten dat het niet nodig was dergelijke dingen te weten om het leven in stand te houden. Volgens hen was het voldoende als alleen bepaalde wijzen ervan op de hoogte waren; het volk zou zich daarentegen alleen moeten bezighouden met zijn kudden en met zijn akkers, tuinen, weiden en dierenjachten en niet met de dingen aan de hemel. Kijk, daardoor raakte het volk en zijn leiders niet alleen in deze, maar ook in andere dingen dom en blind en tenslotte vol duister bijgeloof, zoals het dat nu nog is, en terugschrikt voor de waarheid en voor het licht ervan vlucht!
Hoofdstuk 16: De voorwaarden om wijsheid te verkrijgen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] In de catacomben van Rome en in de paapse burchten van Spanje en Italië en hier en daar ook van het Duitse rijk bevinden zich nóg veel belangrijke handschriften uit Mijn tijd; maar de ook nu nog grootste hebzucht, heerszucht en zucht naar pracht en praal van de hoer van Babel laat daarvan niets onder de mensen komen, en wel uit vrees en grote bezorgdheid dat ze zichzelf nu geweldig zou verraden en aan iedereen strenge rekenschap zou moeten afleggen over de reden waarom zij de mensen zoveel eeuwen de waarheid heeft onthouden. Aangezien die smadelijke reden voor ieder denkend mens zonder meer duidelijk is, is het werkelijk niet nodig die hier nog nader toe te lichten.
Hoofdstuk 25: Over de geestelijke omstandigheden in de eeuwen na Christus tot in de tweede helft van de 19de eeuw De geestelijke wending door het instralen van het goddelijke licht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Er moet echter geen ophef gemaakt worden van die daden echter, die Ik - weliswaar uit liefde voor de mensen -gedaan heb om hen sneller van de waarheid van Mijn leer te overtuigen -wat alleen speciaal in deze tijd nodig is, maar niet in de toekomstige tijd, waarin Mijn woord op zichzelf al tekenen zal doen. Want dat zou de mensen al gauw meer doen verlangen en begerig maken naar allerlei wonderen dan naar de invloed van het ware leven die Mijn leer in de mens heeft; en op wonderen beluste mensen zijn ook zeker veel gemakkelijker en eerder door valse wonderen, die door valse leraren en profeten worden gedaan, van de eigenlijke, innerlijke levenswaarheid af te brengen dan degenen die alles nauwkeurig onderzoeken en alleen het goede en ware voor zichzelf behouden.
Hoofdstuk 46: Het belang van de waarheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Want als jullie dat nu met alle omstandigheden en bijkomende gebeurtenissen allemaal in boeken zouden willen opschrijven, zouden jullie daar honderd jaar lang meer dan duizend schrijvers voor nodig hebben; en als dan alles in die bijna ontelbaar vele boeken opgeschreven zou zijn, wie zou die dan allemaal doorlezen en tevens direct ook kunnen handelen volgens Mijn leer, die hij uit die vele boeken zelfs in verscheidene honderden jaren nauwelijks vluchtig zou kunnen doorlezen? Daarmee zullen .jullie nu allemaal wel inzien waarom jullie van de tekenen die Ik gedaan heb niet veelophef moeten maken! De waarheid zal wel voor zichzelf werken.
Hoofdstuk 46: Het belang van de waarheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] De burgemeester, die een man met veel verstand en uitgebreide ervaring was en het huis van de Joden tevoren zowel van binnen als van buiten maar al te goed kende, zei vol verbazing: 'Hoge gebieder in naam van de grote en machtige keizer in Rome, de grootste en machtigste stad ter wereld! Omdat ik hoorde dat u hier was vanwege vast en zeker dringende ambtszaken, is het toch niet meer en niet minder dan mijn gezworen heilige plicht mijn opwachting bij u te maken en u vol dienstbetoon te vragen of u wellicht mijn diensten nodig hebt. En zo sta ik nu dan ook vol verbazing hier voor u, en ik denk bij voorbaat al dat u mijn diensten nauwelijks nodig zult hebben; want u bent in staat geweest om in het geheim het volkomen geruïneerde huis van de arme Joden in een waar paleis te veranderen, zonder mij daarvan zelfs maar in kennis te stellen en mijn hulp in te roepen -daarom zal ik ook deze keer wel helemaal overbodig voor u zijn. Maar mocht u mij toch voor iets kunnen gebruiken, dan sta ik u zelfs met mijn leven ten dienste!'
Hoofdstuk 66: De burgemeester van Abila - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Het zal echter raadzaam zijn deze nacht niet al teveel aan de slaap te wijden,. maar meer wakker te blijven; want over nog geen uur zal blijken dat het nodig en verstandig is dat wij wakker zijn. Deze streek is in deze tijd meestal aan flinke stormen en aardbevingen blootgesteld, en iets dergelijks zal weldra hierheen komen; en dan is het raadzaam om wakker te blijven en gade te slaan in welke richting de storm zal gaan!'
Hoofdstuk 75: De aankondiging van een op handen zijnde storm - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[16] Aangezien de mannen die Ik je nu heb genoemd en nog vele anderen nog geen harde maatregelen van de keizer te verduren hebben gekregen, zul ook jij daar des te minder van te vrezen hebben, omdat Ik jou, als je Mij trouw blijft, van Mijn speciale bescherming verzeker en je ook het vermogen heb geschonken om in Mijn naam zieken te genezen en bezetenen van hun kwelgeesten te bevrijden. En meer heb je voorlopig niet nodig.'
Hoofdstuk 83: De commandant vraagt hoe hij zich tegenover de priesters moet opstellen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...