Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3216 resultaten - Pagina 18 van 215

...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...
[10] Want degene onder jullie, die een ijdele en listig verleidende vrouw zo terecht wijst dat deze haar kwade dwaasheid inziet, die zal eenmaal daarvoor in de hemel een grote beloning ontvangen.
Hoofdstuk 167: Kies uw vrouw met zorg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Kijk, deze leer en deze raad moet je daarom als iets heiligs in jullie harten bewaren en je moet hem zo navolgen alsof Ik een gebod gegeven had, dan worden jullie huwelijken gezegend met de zegen uit de hemel; maar in het andere geval - met de vloek uit de hel!
Hoofdstuk 167: Kies uw vrouw met zorg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[17] Want ieder mens is zo geschapen. en ingesteld dat hij het kwade en het goede, de leugen en de waarheld niet in een hart naast elkaar kan verdragen; het een of het ander, maar in de eeuwigheid nooit allebei tegelijk!
Hoofdstuk 167: Kies uw vrouw met zorg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Als de mensheid voor het grootste deel werd vernietigd, en een nieuwe mensheid op aarde werd gezet en deze vanaf de wieg in deze waarheid werd opgevoed, dan zou je er vruchten van kunnen verwachten waar de hemel wat aan heeft; maar zoals de mensheid nu is, is ze voor de hel nog te slecht, laat staan voor deze waarheden uit de hoogste hemelen!
Hoofdstuk 168: Het heilige woord, de wereld en de mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Daarom zeg ik en daar ben ik vast van overtuigd, zonder ook maar in het geringste op Uw liefde en Uw wijsheid vooruit te willen lopen: Het is eeuwig jammer van Uw wijsheid en zulke daden; want de mensen zijn dat in de eeuwigheid niet waard! Vuur en zwavel van de hemel, ja, dat zijn ze waard, maar nooit in de eeuwigheid zo'n onmetelijke genade! Alleen op deze plaats kan ik dat zeggen; want ik geloof dat er hier geen verrader op ons loert. Maar als we weer beneden zijn dan zwijg ik weer als het graf! Zeg mij, o Heer en Meester, heb ik gelijk? Is het zo of niet?'
Hoofdstuk 168: Het heilige woord, de wereld en de mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Ik zeg: 'Exact! Zo is het, en zo zou de Schrift gelezen en begrepen moeten worden, dan zou er met alle mensen goed gesproken en uit de hemel voor hun bestwil iets gedaan kunnen worden. Maar de mensen, en wel de vrouwen het eerst, zijn door hun vrije wil voor de tweede maal te misbruiken in totale zinnelijkheid ondergegaan. Zij zijn begonnen om hun oorspronkelijk van satan overgeërfde mooiere lichaam zoveel mogelijk op te poetsen en zijn ongenaakbaar, trots en onwillig geworden door hun zelfzucht, en zij dwongen daarmee de zachtere man te doen wat zij wilden, en hij moest ter wille van de vrouwen zo bereidwillig mogelijk en haast onderdanig naar haar heerszuchtige pijpen dansen, en uiteindelijk vond hij het zelfs bijzonder prettig om in de echte helse list van de vrouwen totaal verstrikt te raken.
Hoofdstuk 166: Adam en Eva - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Laat je daarom niet verlokken door de blinde en bedrieglijke charmes van de wereld, maar wees altijd nuchter en schat de waarde van de wereld op de juiste manier; geef geen goud en parels, die je nu uit de hemel gekregen hebt, weg voor de dwaasheden van de wereld, dan zullen jullie onder elkaar steeds vrede hebben en de~hemel voor je zien open staan! Als jullie je echter weer door de verleidingen van de wereld laten gevangen nemen, dan moet je het ook aan jezelf wijten als de hemel zich steeds meer voor je gaat sluiten; en als je in grote nood zult raken en de hemel om hulp zult roepen, dan zul je geen hulp krijgen! Want het is onmogelijk dat Iemand die met wat dan ook aan de wereld hangt, tevens in gezegende verbinding met de hemel staat.
Hoofdstuk 167: Kies uw vrouw met zorg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Toen de Farizeeër deze les uit Mijn mond hoorde, sprak hij heel somber en met een ernstig gezicht: 'O grote, heilige, voor de hand liggende waarheid! Hoe heerlijk, hoe groot ben je! Hoe gelukkig zouden alle mensen op deze aarde kunnen zijn, als ze in die heilige waarheid woonden en hun levenswandel daarnaar richtten! Maar, o Heer, er is een levensgroot maar! Zo lang er nog een stofje van de aarde bestaat, of zolang de mensen deze aarde bewonen zullen, zal er hebzucht, nijd, gierigheid, hoogmoed en de alles bedervende heerszucht onder hen zijn, allemaal zaken uit de basis van de hel; en op die bodem zal deze waarheid, die ongetwijfeld uit de hemel is, toch nooit wortels krijgen en hij zal door al die duizendmaal duizend hellekinderen tot de laatste letter achtervolgd worden! Wat heb je dan aan zo'n hemelse waarheid?!
Hoofdstuk 168: Het heilige woord, de wereld en de mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Een vriendelijk vertrekken van de gezichtsspieren, waaruit men speciale welwillendheid kan aflezen, is hemels; al het andere lachen stamt echter meestal uit de hel. Want de duivels lachen altijd als hen een gemene streek lukt; in de hemel lacht echter nooit iemand, maar men is steeds vervuld van de hartelijkste en vriendelijkste welwillendheid voor alle nog zo armzalige schepsels en vol medelijden met die lijdende broeder, die zijn tijd op aarde nog vervullen moet. Denk daar in het vervolg aan!
Hoofdstuk 169: Over het lachen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[18] Denk aan deze les uit de hemel! Straf je kinderen als ze lachen; hoor ze liever huilen dan lachen! Want het lachen ontstaat in de hel, die altijd vol hels gelach is.
Hoofdstuk 169: Over het lachen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Juist daarom hebben die drie magiërs het pasgeboren kind niet meer uit het oog verloren, tot op dit uur zorgden zij voor zijn complete magische opleiding en nu kwamen ze ook weer als drie engelen uit de hemel en ze helpen Jezus bij het volvoeren van zijn wonderen, en het volk, dat blind is en niets van al die geheime dingen weet, te verblinden met allerlei wijze preken en wonderbare daden.
Hoofdstuk 171: De verzinsels van Rhiba. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Als Hij kroon en scepter zou willen, mijn hemel, Hij heeft er meer dan voldoende macht voor! Want net zoals Hij Zijn apostelen in een oogwenk uit alle windstreken door Zijn onzichtbare dienaren door de lucht kan laten vergaren, wat we met eigen ogen hebben gezien, net zo zou Hij alle heersers van deze aarde kunnen verzamelen en hen heel eenvoudig ter verklaring kunnen zeggen: 'Ik ben de Heer, en jullie allen zijn voor eeuwig afgezet! Als jullie Mijn knechten wilt zijn dan mag je bij Mij blijven; maar wil je dat niet, verdwijn dan en verga!'
Hoofdstuk 172: De vervloeking van de Farizeeër. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[25] Wij zijn het die de boden van God gestenigd hebben en wij zouden nu ook deze goede Jezus uit de wereld willen helpen, als dat zou kunnen! Maar de hemel zal daar wel op toezien! Mocht zoiets echter mogelijk worden -want God laat de mensen zelfs de slechtste daad begaan opdat zijn maat voor de hel vol zal worden -, dan voorspel ik jullie de eeuwige vloek over al de Joden, dat ze op aarde nooit meer een thuis zullen hebben, en dat hun naam, waar zich zelfs de heidenen voor gebogen hebben, walging zal opwekken bij de mensen!
Hoofdstuk 172: De vervloeking van de Farizeeër. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] De vreselijk ontstelden antwoorden: ' Je weet toch, dat we de geboden van Mozes moeten houden, waarop we bij de hemel en bij de tempel hebben gezworen! Als nu deze Jezus overal het tegenovergestelde leert en doet, dan kunnen we toch niet zo maar onze eed omruilen voor deze bijna geheel anti-mozaïsche leer? Maar we zullen nadenken en zien, wat er aan te doen is! Nu zeggen we niet ja en ook niet nee; want er staat geschreven, dat er uit Galiléa nooit een profeet zal opstaan! En daarom is deze geschiedenis, hoe wonderbaarlijk ze ook op haar unieke manier is, toch altijd gekoppeld aan veel dingen die tot nadenken stemmen!'
Hoofdstuk 173: Vastgeroest in hun wereldse voorschriften. (4.5.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Toen na een uur de zon in een nauwelijks te beschrijven pracht en majesteit opkwam, werden allen geheel en al gesticht en tot tranen toe geroerd en men zong psalmen tot eer van Degene, Die dat alles zo wonderbaarlijk, goed en heerlijk had geschapen.
Hoofdstuk 174: Gedragsregels voor rechters en wetgevers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...