Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

32391 resultaten - Pagina 18 van 2160

...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...
[1] "Als de vrouw van een naaste echter bijvoorbeeld niet door haar wettige man bevrucht kan worden en toch sterk verlangt naar de verwekking van een vrucht in haar en dat aan jou vraagt, zeg dat dan tegen haar man! Vindt hij het goed, dan kun je die wens zonder te zondigen inwilligen. Als de vrouw bevrucht wordt en na de verstreken tijd nogmaals die wens uit en haar man is het daar mee eens, dan mag je, als je ongehuwd bent, de vrouw weer net eender ter wille zijn. Ben je echter zelf de man van een vruchtbare vrouw, dan moet je je kracht niet aan je vrouw onttrekken, want daarvoor heeft Mozes je toegestaan, naast de ene wettige vrouw, speciaal als zij onvruchtbaar mocht zijn, één of naar behoefte ook meer bijvrouwen te hebben, maar altijd alleen als de wettige vrouw daarmee instemt. Zou dit haar echter veel verdriet doen, dan wordt het tijd de bijvrouwen te laten gaan, zoals ook Abraham Hagar liet gaan, die hij genomen had omdat zijn vrouw Sarah zo lang onvruchtbaar was.
Hoofdstuk 67: Bepaalde uitzonderingen bij seksuele omgang. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Ook moet er bij een man rekening worden gehouden met het leven dat hij vóór het huwelijk heeft geleid, of soms een losbandige jeugd hem door veel zondigen koel en onbekwaam heeft gemaakt. Bij een erg veeleisende vrouw doet die vraag echter vrijwel niet terzake. Want als zij reeds als jonge vrouw zich vanwege het geld aan een ontuchtig leven zou hebben overgegeven, zou haar natuur daardoor erg zijn afgestompt, en als ze dan later nog de eerzame vrouw van de een of andere man wordt, zullen haar lusten erg zijn bekoeld. Maar als een vrouw in haar jeugd heel ingetogen haar hete bloed in toom heeft moeten houden ligt de eventueel strafbare reden niet in de tijd van haar ongehuwde jonge vrouwenstaat, maar alleen in de natuur van de vrouw, waar in dat geval het gerecht nauwelijks iets mee te maken heeft.
Hoofdstuk 71: Nog meer raadgevingen voor echtparen en rechters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Zeker wordt het je hier heel wonderbaarlijk te moede als je je aan de ene kant bijna onder louter goden waant en het er aan de andere kant toch weer heel natuurlijk en menselijk schijnt toe te gaan! Van vasten voor de sabbat is natuurlijk geen sprake, want vrijwel de meeste aanwezigen zijn Romeinen en Grieken. Ook wordt er weinig gebeden. Maar wat er gezegd wordt, stroomt vaak over van wijsheid, groter dan die van Salomo. Kortom, alles loopt hier wonderlijk door elkaar. Wij bevinden ons hier bij mensen, die door God geroepen schijnen te zijn om hemel en wereld dichter bij elkaar te brengen en na verloop van tijd voor de mensen van deze wereld meer mogelijkheden te verschaffen voor de ontwikkeling van hun geestelijke krachten en de daartoe vereiste, lichamelijke krachten! Ik kan daarom ondanks al zijn grofheid niet boos worden op de jongen, want zo'n opstopper is meestal helemaal niet zo slecht omdat men daardoor vaak sneller tot inzicht komt dan door honderd bescheiden lessen."
Hoofdstuk 75: De twaalf begrijpen het nog steeds niet. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] RAPHAËL zegt: "Herinner je je dan de tijd van vroeger niet meer , toen je nog kind was? Wat voelde je toen voor je ouders, die veel van je hielden en je als hun lieveling overstelpten met allerlei weldaden?"
Hoofdstuk 80: Een verstandsmens zoekt de liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] IK zei toen: "Vrienden, onze lichamelijke en geestelijke maaltijd heeft dit keer zo ongeveer vier uur geduurd, en daarom wordt het tijd om van tafel op te staan! Wij gaan buiten naar de zee om te kijken of daar niet iets gebeurt wat ons aller aandacht waard is!
Hoofdstuk 81: De Heer kondigt een zonsverduistering aan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Daarom is er geen tijd te verliezen, want de hemellichamen volgen onstuitbaar de volgens hun wetten vastgestelde baan. Als men ze in hun baan zou belemmeren, zou de aarde daardoor zeer veel schade lijden, die duizend jaren niet zouden uitwissen. Als de drie schepen echter op wondere manier vlug aan de oever worden gebracht, lijdt niemand daardoor schade, maar voor veel armen uit deze streek kan het een heel groot natuurlijk en geestelijk voordeel opleveren. Daarom nu snel aan het werk!"
Hoofdstuk 81: De Heer kondigt een zonsverduistering aan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Iedereen haast zich nu naar de oever en daar stelt men zich in een lange rij op. Voor Mij levert dat echter ook moeilijkheden op, want Cyrenius met zijn gevolg, Mijn twaalf leerlingen en verscheidene anderen die al een tijd bij ons zijn - in totaal ongeveer zestig - de dertig jonge Farizeeën en levieten aangevoerd door hun sprekers Hebram en Risa, de vijf onder leiding van de wijze Mathaël en de twaalf met aan het hoofd Suetal, Ribar en Baël, verdringen zich allen om Mij heen en willen allen, zo goed en zo kwaad dat gaat, in Mijn buurt zijn, terwijl Ebahl met Jarah en Raphaël met Josoë zonder meer al vlak bij Mij zijn en Jarah zelfs Mijn mantel helemaal niet meer loslaat. De oude Marcus met zijn vrouwen kinderen wil ook in Mijn naaste omgeving zijn en daaruit blijkt wel dat er weinig ruimte voor Mij over blijft. Maar Raphaël leidt al gauw alles in goede banen door in een oogwenk alle oevergasten een gerieflijke plaats te bezorgen. Ik en Cyrenius en de oude Marcus schepen ons in en onder de ogen van de vele gasten varen wij vlak langs de oever heen en weer, tot tevredenheid van de gasten en Mijn leerlingen.
Hoofdstuk 81: De Heer kondigt een zonsverduistering aan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] De GRIEK zegt heel vriendelijk: "Vriend, ik heb slechts een rechthoekig plaatsje van dertig passen in de lengte en tien in de breedte nodig. Daar laat ik meteen mijn drie goede en kostbare tenten door mijn meegenomen bedienden overeind zetten, en meer heb ik niet nodig. Want spijzen en dranken heb ik in grote hoeveelheden bij mij en ik bezit veel goud en zilver om nog meer te kopen, als het meegenomene op mocht raken. Ook heb ik voer voor mijn lastdieren en op die wijze ben ik dus goed voorzien van al het mogelijke. Alleen een plaats om dat allemaal onder te brengen heb ik niet en die zal ik dus voor enige tijd van je huren. Wat verlang je per dag voor die gevraagde ruimte?"
Hoofdstuk 83: De gevolgen van de zonsverduistering. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Om deze heel natuurlijke reden, die Ik jullie nu heb meegedeeld, kan Ik overeenkomstig de waarheid op jullie verzoek niet ingaan, maar ik kan, zoals in de tijd van Jozua, voor jullie een paar uur lang een schijnzon plaatsen, die net zo schijnen zal als de echte natuurlijke. Deze zon zal dan natuurlijk na een paar uur weer geheel in het niets verdwijnen, omdat zij slechts een zuivere luchtspiegeling zal zijn.
Hoofdstuk 87: De schijnzon. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[26] HELENA zegt: "Het wordt mij nu ook wel wat angstig te moede en ik weet niet hoe ik het zo verstandig mogelijk in zal kleden. Maar gun me nu maar even de tijd, dan zal het wel lukken!"
Hoofdstuk 88: De vrees van de Grieken voor de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Bijvoorbeeld jullie Venus of Aphrodite, die bij jullie een godin der vrouwelijke schoonheid is, duidde volgens de zeer betekenisvolle begrippen der oude vaderen wel op een zeer mooi vrouwspersoon, maar dat was niet bepaald in haar geestelijk voordeel. Want de ervaring had ook de ouden al geleerd, dat op enkele uitzonderingen na een zeer mooie vrouw meestal dom is en wat kennis betreft niet veel bezit, omdat zij ijdel is en steeds bezig is met het bewonderen van haar eigen schoonheid en daarom weinig tijd vindt om andere nuttige kennis te verwerven. Daarom noemden de oude vaderen zo'n vrouwelijke schoonheid een echte 'Ve nuz', ook wel 'Ve niz', wat zo ongeveer betekent: 'Die weet niets!' of 'Zij kent niets!'
Hoofdstuk 90: Ontstaan en verklaring van de Griekse godennamen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Zeg nu eens, of de duif zolang zij gekortwiekt is minder duif is, dan daarvoor, toen haar vleugels nog niet gekortwiekt waren! Zullen de vleugels van het lieve duifje soms niet in korte tijd weer aangroeien? Ja, in korte tijd zal de duif haar vleugels weer terug hebben en net zo goed als vóór die tijd kunnen vliegen. Maar ze zal tam zijn en graag bij je blijven. En als zij zo nu en dan uit zal vliegen, behoef je haar maar te roepen, dan zal zij je in het hoge luchtruim horen en in duikvlucht naar je toekomen en zich door jou laten liefkozen.
Hoofdstuk 92: De schoonheid van de kinderen van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] Maar om de zwakheden, die ook de kinderen van God in zich hebben, zijn ze niet minder Zijn kinderen, evenals de duif toch een duif blijft ook al zijn voor een korte tijd haar vleugels gekortwiekt om tam te worden. -Begrijp je dit nu, lieftallige Helena?"
Hoofdstuk 92: De schoonheid van de kinderen van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Maar het merkwaardigste bij dit verschijnsel zijn toch eigenlijk de zichtbare sterren in het oosten, terwijl deze in zekere zin goddelijk kunstmatige zon toch niets zwakker schijnt dan de natuurlijke. Zeg mij eens, beste vriend, zijn dat werkelijk de natuurlijke sterren, of zijn dat soms ook schijnsterren!? Het is weliswaar allang tijd dat de sterren aan de hemel zouden moeten staan, maar waarom alleen in het oosten, en waarom niet aan het gehele firmament?"
Hoofdstuk 93: Twee soorten liefde tot de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] MATHAËL zeg!.: "Weet je, om dat voor jou allemaal goed begrijpelijk te maken zou de tijd hier wel wat te kort zijn, en je zou zeker niet het geduld ?P kunnen brengen om tot het eind naar mij te luisteren. Daarom verschuiven we dat naar een geschiktere tijd. Maar iets daarvan kan ik je wel voor je gemoedsrust meedelen, luister daarom goed naar mij.
Hoofdstuk 94: Mathaël geeft uitleg over de beweging der sterren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...