Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3718 resultaten - Pagina 18 van 248

...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...
[7] In het boek van de Indiërs staat vóór de materiële schepping een schepping van de zuivere geesten, die Mozes later ook ergens vermeldt. Die waren zuiver licht, en met name de eerstgeschapene werd 'Drager van het licht' genoemd.
Hoofdstuk 214: Een vraag over de schepping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Als God al bij de schepping van de zuivere lichtgeesten toch duidelijk de waarde van het licht had kunnen testen, gesteld dat Hij daarvóór altijd in de diepste duisternis gerust zou hebben -wat ik mij overigens niet van Hem kan voorstellen -, dan is het toch bijna te belachelijk dat God op een bepaalde manier opnieuw ingezien zou hebben dat het licht goed was!
Hoofdstuk 214: Een vraag over de schepping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Dat alle beginselen, die van de oerleraren aan ons overgeleverd zijn, niets dan lege sprookjes en fabels zijn - van het standpunt van de natuur uit gezien -is toch echt wel zonneklaar, want daar kan ook geen halve lettergreep waarheid inzitten. Maar als dat vaststaat, komt de grote en belangrijkste vraag vanzelf, en die luidt zoals ik al aan het begin van mijn verhaal aangeroerd heb: Hoe is de mens op deze aarde ontstaan? Hoe kreeg hij kennis over een God, en hoe over zichzelf, en wie leerde hem het eerst te onderscheiden wat goed en wat kwaad is? -Geef ons daarover, o Heer, wat licht, dan zijn wij geborgen!"
Hoofdstuk 214: Een vraag over de schepping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] De wijzen zullen beetje bij beetje toch daardoor op het spoor gezet worden dat de aarde ouder is dan de korte tijd van de Mozaïsche berekening, en Mozes zal daardoor een tijdlang zeer in diskrediet geraken. Maar door Mij zullen dan weer andere wijzen gewekt worden, die Mozes in het volle licht zullen zetten. Vanaf die tijd zal het niet lang duren tot het hele rijk van God zich op de aarde vestigt en de dood voor altijd zal verdwijnen van de vernieuwde aarde. Maar voor die tijd zal er nog veel tegenspoed op de aardbodem verduurd moeten worden.
Hoofdstuk 215: Het ontstaan van de eerste mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Bij de plant blijven de wortels in de aarde, het oude graf waar de zaadkorrel rot, en zuigen daar het materievoedsel op. Dit voedsel zou echter al gauw de dood van de plant betekenen, als het niet gezuiverd werd door de invloed van het licht van de zon.
Hoofdstuk 216: Het ontwikkelingsproces van een tarwekorrel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Dus zou Ik voor jullie eerst de gehele materiële, zielkundige en geestelijke bouw van de mens haarfijn moeten ontleden en tonen hoe het zielkundige zich eerst uit het geestelijke, en het materiële zich uit het zielkundige ontwikkeld en gevormd heeft, en met welke talloos vele overeenkomstige zaken zij corresponderen, zoals de oneindig vele tinten van het licht corresponderen met de net zo vele tinten zonder licht.
Hoofdstuk 219: De schepping van hemel en aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] Hebben jullie nog nooit gemerkt wat er gebeurt als men stenen of hout hard over elkaar wrijft? Wel, dan komt er vuur en licht te voorschijn! En zie, dat is het licht dat Mozes in den beginne laat ontstaan!"
Hoofdstuk 219: De schepping van hemel en aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Maar 'Het was nog duister op de aarde' zegt Mozes verder, Zou Mozes nu heus daarmee het gebrek aan licht op de pas geschapen aarde aanduiden? Ik zeg jullie, dat zou zelfs niet in het hoofd van de wijze Mozes opgekomen zijn! Want Mozes was een groot kenner van de waarneembare wereld en was zó ver ingewijd in de Egyptische wijsheid en wetenschap, dat hij beslist wel wist dat de aarde -als kind van de zon minstens een milliard maal milliarden aardse jaren jonger dan moeder zon -bij haar ontstaan niet duister kon zijn. Maar Mozes heeft daarmee weer met een beeld aangegeven, dat het verstandelijke vermogen en het vermogen tot aantrekking door verwantschap van de verstandelijke vermogens nog generlei besef, begrip en zelfbewustzijn teweegbrengt wat allemaal identiek is aan het begrip 'licht' -.Integendeel, dat wordt pas teweeggebracht als zij samengaan, waarna zij elkaar onder druk zetten, waardoor wrijving ontstaat en er in zekere zin gevochten gaat worden.
Hoofdstuk 219: De schepping van hemel en aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Wat het licht betekent weten wij nu, maar er staat toch eerst dat de aarde woest en ledig was! Het staat wel vast, dat alleen met de mogelijkheid om iets te kunnen bevatten, net als met de daarvoor gevoelde behoefte, er nog geen vat gevuld is. Zolang er echter niets in het vat is, zolang is het vat woest en ledig.
Hoofdstuk 220: Aarde en licht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Als echter een losse gedachte, of een begrip op zichzelf, lijkt op een leeg vat of ook op een spiegel in een donkere kelder, dan is ook hun onderlinge samenhang nog woest en leeg; en omdat er nog geen wederzijdse actie is van de onderlinge verstandelijke vermogens, maar er alleen maar mogelijkheden zijn voor het bestaan en voor actie, is dus alles nog, zoals eerder opgemerkt, koud, zonder vuur en zonder licht.
Hoofdstuk 220: Aarde en licht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Levend gemaakt door deze geest, begonnen de gedachten van God zich tot grote ideeën te verbinden, en de ene gedachte riep de andere op en het ene idee het andere. En zie, daar vindt dan in de goddelijke orde als vanzelf het 'Er zij licht' en 'het werd licht' plaats. En zo wordt volgens Mozes dan ook alles van het natuurlijke grote scheppingswerk vanaf het oerbegin vanzelf verklaard! Daaraan parallellopend echter ook, in hoofdzaken, het zielkundige en geestelijke vormingsproces, van het pasgeboren kind tot aan de grijsaard en van de eerste mens der aarde tot aan onze tijd en zo verder tot aan het eenmaal plaatsvindende einde van deze wereld!
Hoofdstuk 220: Aarde en licht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Dan volgt er in het verhaal van Mozes een regel, waardoor het lijkt alsof God pas nádat het licht zich uit het vuur der liefde werkzaamheid van de geest had ontwikkeld, begon in te zien dat het licht goed was. Dat is natuurlijk in de verste verte niet zo. Het is alleen maar een getuigenis van de eeuwige en eindeloze wijsheid van God, die aangeeft dat dit licht een waarachtig vrij licht is, een geestelijk levenslicht, dat zich vanzelf uit de werk mg van de gedachten en ideeën van God volgens de orde der wijsheid heeft ontwikkeld. Daardoor kunnen de op deze wijze door God naar buiten gebrachte gedachten en ideeën zich als zelfstandige wezens volgens de eigen intelligentie, natuurlijk onder de altijd aanwezige invloed van God, verder als uit zichzelf ontwikkelen. Dat wordt met de bijzin van Mozes bedoeld, en niet dat God pas daardoor tot het subjectieve inzicht gekomen zou zijn dat het licht iets goeds was!"
Hoofdstuk 220: Aarde en licht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] "Maar nu komt er iets dat eigenlijk moeilijker te begrijpen is dan het voorafgaande. Want er staat verder: 'Toen scheidde God het licht van de duisternis en noemde het licht dag en de duisternis nacht.' Dit wordt echter gemakkelijker begrijpbaar, als je in plaats van de beide door Mozes gebruikte algemene begrippen, de overeenkomstige meer bijzondere neemt, zoals in plaats van dag: het reeds zelfstandige leven en voor de nacht: de dood, of voor de dag: de vrijheid en voor de nacht: het oordeel, of voor de dag: de zelfstandigheid en voor de nacht: de gebondenheid, of voor de dag: het zich reeds zelf kennende liefdeleven van de Goddelijke geest in het nieuwe creatuur en voor de nacht: de gedachten en ideeën van God die nog geen leven hebben.
Hoofdstuk 221: Scheiding van licht en duisternis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] "De val van de eerstgeschapen geesten, ofwel van de vrije en tot leven gebrachte ideeën van God in de eindeloze ruimte, is de grote scheiding waarvan Mozes zegt: 'Toen scheidde God het licht van de duisternis!' Hoe dat echter begrepen moet worden in de ware zin van de goede en correcte overeenkomst, heb ik jullie allen reeds voldoende getoond. Het gevolg daarvan -de noodzakelijke materiële wereld, diens grote en kleine delen zoals zonnen, aarden en manen en alles wat daarin en daarop is -is in de eindeloze ruimte verstrooid.
Hoofdstuk 224: De val der geesten, de val van Adam en de erfzonde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] IK zeg: "Ook dat is voor jouw begripsvermogen wat te vroeg om geheel tot op de bodem te begrijpen. Om jou en jullie allen echter ook over dit punt wat licht te verschaffen, zal Ik jullie ook daarover voor een beter begrip wat vertellen. Luister dus naar Mij!
Hoofdstuk 228: Kracht is afhankelijk van weerstand. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...