Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

262 resultaten - Pagina 18 van 18

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18
[7] Beschouw bijvoorbeeld de ontwikkeling van een mens of van meerdere mensen in een school. Honderd leerlingen hebben één en dezelfde meester, ze leren uit dezelfde boeken, ze leren allen volgens één voorbeeld schrijven en bekijk ze naderhand eens als mensen, die in deze school werden gevormd, dan zullen er geen twee dezelfde denkwijze hebben, niet twee hetzelfde schrift en dergelijke verschillen meer! En toch was de geestelijke specifieke stof voor de vorming gelijk; maar elke geest van deze scholieren heeft uit deze onderwijzerskost zijn eigen specificum precies uitgezocht, zonder dat voor dit doel de leraar er dan ook maar het minste toe heeft bijgedragen.
Hoofdstuk 38: De eerste, onderste luchtregio - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[9] Maar omdat dit wezen hiermee niet tevreden was, en in plaats van de beloofde verbetering steeds meer in de goddelijke ordening ingreep, werd het in een zeer nauwe gevangenis gedreven. Daar het echter gedurende die tijd al heel veel gelijkgezinde geesten uit het menselijke geslacht voor zichzelf had opgeleid, werkte het middels deze engelen van hem; want een diabolus of duivel is niets anders dan een in de school van Satan opgegroeide en gevormde geest.
Hoofdstuk 56: Wezen en naam van Satana - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[10] Men moet dat niet op deze manier begrijpen, alsof zulke geesten letterlijk in een school van de Satan werden opgeleid, maar ze vormden zichzelf door middel van die specifica, die ze uit de band met deze geest in zich hebben opgenomen. Deze geesten heten, omdat ze ook het aards boze in zich hebben wel 'duivels' of wel 'leerlingen van de Satan', maar onderscheiden zich in hoge mate van hem. Bij hen is alleen maar wat tot de ziel behoort homogeen met de boze geest, maar hun geest is, hoewel stevig gevangen, toch zuiver, terwijl de geest van Satan het eigenlijke kwade is. Daarom zal en kan het gebeuren, dat alle duivels nog gered worden voordat Satan in zichzelf wordt genoodzaakt de grote reis naar zijn eeuwige val te ondernemen.
Hoofdstuk 56: Wezen en naam van Satana - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[13] Dat zijn dus echte kinderen van de wereld en velen beginnen in hun jeugd al de school van de hel te doorlopen. Opdat ze echter niet zullen merken dat ze in hun vlees vreemde gasten van het slechtste soort herbergen, proberen deze geesten niet alleen het vlees van hun gastheren zo zinnelijk mogelijk te maken, maar ze werken ook in op de ziel, zodat deze zich in allerlei wereldse dingen thuis begint te voelen.
Hoofdstuk 59: Over de lusten van het vlees en de zinnen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[9] Maar de mens, voor wie Ik alles heb geschapen, voor wie Ik zoveel groots heb gedaan, en nog eeuwig zal doen, ja voor wie Ik onophoudelijk zorg, en voor wie Ik al Mijn wijsheid en liefde inzet, meer dan een met liefde vervulde bruidegom voor zijn allerlief ste, dierbaarste bruid, deze mens vindt overdag nauwelijks een uurtje voor Mij en dan alleen maar op de manier zoals een slonzige kookster vaak heel gedachteloos zout in het eten doet, omdat ze dat gewoon is te doen, of om tenminste te kunnen zeggen dat ze zout in de soep heeft gedaan ook al smaakt deze vaak niet veel beter dan puur lauw water zonder kraak of smaak. - Werkelijk, Ik zeg jullie, door zo'n verering wordt jullie God niet dikker en daardoor jullie eigen leven ook niet krachtiger. Want het leven van jullie houten huis - en kamercrucifixen, die jullie door een erbarmelijk lichaam toont hoezeer jullie verering en jullie godsdienst op die van de joden lijkt, die tenminste de levende aan het kruis hebben geslagen, terwijl jullie hier veel te lui en te lauw voor zouden zijn en er genoegen mee nemen, dat iemand jullie zo'n volbrachte houten kruisiging verkoopt, die dan juist geschikt is om in Mijn plaats de atomen van jullie verering aan te nemen. O, jullie dwazen! Jullie vereren dus het bewerkte hout, steen of metaal, net zoals de hond een hoeksteen vereert, die een voorganger heeft besnuffeld, zo drukken jullie je lippen op het hout en denken, als jullie daarbij nog een zogenaamd 'Onze Vader' en 'Weesgegroet' hebben gebrabbeld, of als jullie in een stenen kerk vol beeldhouwwerk bijna een uur lang gedachteloos en uitgedost, met een verguld gebedenboek in de hand hebt doorgebracht, dat je Mij gediend en Mij boven alles vereerd hebt. O, jullie dwazen. Geloven jullie dan dat Ik in hout ben, in steen, in metaal of enig ander ijdel houtsnijwerk dat gemaakt is door meubelmakers, beeldhouwers, draaiers, bankwerkers, slotenmakers, smeden, metselaars en schilders? Waarlijk, Ik zeg jullie: al die vereerders, als ze zich tenminste hier op aarde niet anders zullen bedenken, zullen mettertijd aardig lang op de maan naar school moeten gaan en daar onder de grootste geestelijke en ook lichamelijke moeilijkheden moeten ervaren, dat de levende God beslist geen welgevallen heeft aan zo'n onzinnige verering, want die is veel slechter dan die van de blinde heidenen, die hun afgoden tenminste uit vrees, al is het dan niet uit liefde, een werkelijk offer brengen terwijl jullie Mij de levende God, vereren alsof Ik helemaal niet bestond, of alsof Ik waarlijk alleen maar van hout was of, in een gunstiger geval, oudbakken of pas gebakken uit meel.
Hoofdstuk 78: Vier vragen met betrekking tot de maan - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[23] Wie het kan en wil vatten, die vatte het! Het tijdstip is nu naderbij gekomen waarop men de slechteriken van de daken zal toeroepen wat voor geestesproducten zij zijn, en hun daden zullen van hun voorhoofden af te lezen zijn! Want uit dezelfde School waaruit Ik geput heb hetgeen Ik weet, uit diezelfde School zullen mettertijd vele leerlingen van Mijn Liefde putten, en dan ook weten hetgeen Ik weet, en ook doen hetgeen Ik doe! Maar die tijd is nog niet geheel en al aangebroken. Wanneer die tijd echter geheel en al zal zijn aangebroken, zult u dat vernemen en dan kunt u alsnog u ernaar richten.
Hoofdstuk 26: Vertoornd wederwoord van de opperpriester. Voorspelling door de jeugdige Jezus over de roeping der heidenen tot Godskinderen in plaats van de joden en over de verwoesting van de tempel en van Jeruzalem. De waarheid over de dood van Zacharias. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[1] De materie is niets anders dan een school ter verdeemoediging van de hoogmoedige geesten. Het water is in zijn zuivere bestanddelen een genadevloed uit Mijn erbarmende Liefde. Het licht van de zon is wat betreft het licht geven afkomstig uit Mijn genade, en de warmte komt voort uit Mijn Liefde.* (* Dit begin is de sleutel tot het begrijpen van de diepe betekenis van die geweldige natuurgebeurtenissen, waarin de mens slechts catastrofen en vernietiging meent te zien. Lorber daarentegen schildert deze gebeurtenissen als een geestelijk verlossingsproces van ontzaglijke dynamiek.) Daarom ook zijn die diertjes die uit het licht ontspringen ** (**, Lichtatomen en lichtmonaden.) niets anders dan de dragers van Mij n liefde en genade, die vanaf Mijn hoogte tot de materiële diepte van de aarde neerdaalt. Ze zij n niets anders dan talloze tot leven brengende liefde deeltjes, die uit Mij stromen om op deze manier de dode geesten weer tot leven te brengen.
Hoofdstuk 8: Het ontstaan van de wervelwinden - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18