Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1361 resultaten - Pagina 18 van 91

...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...
[10] Wie op aardse wijze voor zijn lichaam zorgt, zoekt de schatten van deze wereld, woelt in de materie en begraaft zijn ziel dus in het gericht en in de dood. Al heeft zo iemand ook de hele dag door met ploeg en houweel op het veld gewerkt met zoveel ijver dat hij 's avonds rijkelijk in zijn eigen zweet baadt, dan was hij in vergelijking met hetgeen Ik arbeid noem, toch een dagdief, een luie knecht voor het veld van Gods rijk.
Hoofdstuk 73: Hoe men God boven alles liefheeft en hoe God graag ziet, dat de mens werkt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Dit is voor jou wel een beetje vreemd om te horen, maar toch is het allemaal zo! Want als in het gemoed van een mens het innerlijk oog geopend wordt, bestaat er voor hem op aarde geen nacht en geen duisternis meer. Een als het ware tastbaar bewijs hiervoor leveren alle zeer sensitieve en in extase verkerende mensen. Deze zien met volkomen gesloten ogen heel veel meer dan duizend anderen met de allerbeste, gezondste en scherpste ogen; want zij kijken door de meest vaste en ondoorzichtige materie heen en kunnen gemakkelijk door de hele aarde heen kijken, en zelfs de sterren zijn niet zo ver weg dat de in extase verkerende (magnetische) mensen ze niet geheel en al zouden kunnen doorzien.
Hoofdstuk 72: Verklaring van het woord 'SHEOULA' (hel). Over helder zien - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Als wij iemand die om hulp bij ons is gekomen, niet genezen, dan zal men ons voor harde, meedogenloze mensen uitmaken; en als U het een keer niet toelaat dat iemand, die al meerdere malen door ons is genezen, bijvoorbeeld voor de tiende keer weer genezen wordt, ondanks onze wil en onze moeite, dan wordt ofwel de kracht van Uw naam ofwel ons eigen vertrouwen daardoor verdacht en gebrekkig, en zal het geloof van het volk schipbreuk lijden! Want zover kunnen wij de eenmaal in de materie levende mensen niet brengen, dat ze ter verkrijging van een hoger leven in het grote hiernamaals dit aardse leven zo'n geringe plaats willen gaan geven, dat ze er in geval van ziekte niets meer voor doen.
Hoofdstuk 74: Vragen over ziektes en het genezen ervan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Maar God boven alles uit alle macht liefhebben, is met zo gemakkelijk als jij je dat voorstelt! Daar is vooral een volgens de wetten van Mozes volkomen zuivere levenswandel voor nodig. Als deze levenswandel door allerlei tegen de orde indruisende levensfouten (zonden) werd verstoord, hebben noodzakelijkerwijs ook alle krachten die voor het leven nodig zijn schade geleden, en daardoor zijn deze tot materie geworden en zodoende als het ware volledig gedood.
Hoofdstuk 83: Levensvervolmaking en wonderkracht door de liefde tot God en de naaste. Ware en valse profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Iemand, wiens leven op deze manier misvormd werd, kan God dan onmogelijk vanuit al zijn met de orde overeenstemmende levenskrachten boven alles liefhebben, omdat zulke mensen vaak al voor meer dan tweederde dood zijn. Zo iemand moet dan door een uiterste verloochening, die vaak jarenlang duurt, de gestorven levenskrachten van al zijn oude hartstochten en gewoontes opnieuw in zichzelf tot leven brengen en pas op die manier langzaam maar zeker overgaan tot de hoogst mogelijke liefde tot God, wat natuurlijk voor iemand die al zo zeer verwereldlijkt is, geen gemakkelijke opgave is!
Hoofdstuk 83: Levensvervolmaking en wonderkracht door de liefde tot God en de naaste. Ware en valse profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Kijk, door het licht en de warmte van de dag zijn ontelbaar grote hoeveelheden uit de materie bevrijde natuurgeesten in de planten en dierenwereld naar een hogere trap van bestaan overgegaan, en bij zeer hoge temperaturen overdag vaak meer dan er uit de grove materie van de zich op de alleronderste trede bevindende natuurgeesten vrij gemaakt konden worden! En je merkt dan meteen dat alles dan zo traag, zo zonder levenslust is en dat de plantenwereld verwelkt en vaak dor wordt. De oorzaak daarvan is, dat er veel meer levensgeesten uit de natuur naar een hogere trap van bestaan zijn overgegaan dan er van onder af bij zijn gekomen en hun plaats hebben ingenomen om daar werkzaam te zijn.
Hoofdstuk 85: De overgangsperioden in het rijk van de natuurgeesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Het gaat ongeveer zoals bij een rivier, die niets anders is dan een stromende watermassa, die uit vele duizenden kleine bronnen komt. Als je dus de vijfhonderdduizend bronnen van de Eufraat droog zou kunnen leggen, dan zou je de rivierbedding helemaal leeg gemaakt en in korte tijd volledig drooggelegd hebben. Het een wordt waarlijk door het ander in beweging gebracht, en pas in de voltooide mens hebben .alle geheel van onderen opstijgende levensgeesten uit de natuur hun eindbestemming bereikt, dat wil zeggen wat de ziel en de geest van de mens betreft; maar het lichaam is en blijft nog lang materie en valt uiteindelijk uiteen in allerlei levensvormen, die tenslotte weer opstijgen tot waar hun bestemming ligt.
Hoofdstuk 85: De overgangsperioden in het rijk van de natuurgeesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] IK zeg: 'Wel, dan zou je alles wat zich hier in de vele uren dat de negers hier waren, heeft afgespeeld en wat er allemaal is gesproken, haarfijn en exact opnieuw horen vertellen! Want dit soort mensen heeft ten eerste een zeer sterk geheugen en ten tweede -wat uiterst belangrijk is -kennen ze de leugen niet en houden ze niets achter; daarom zullen ze ook niets verzwijgen voor de overste van Memphis. Overigens heb je wel een zeer mooi en kostbaar aandenken aan hen, namelijk de grote diamant, die een onschatbare waarde heeft op deze wereld.
Hoofdstuk 86: Over het wezen van de diamant en de robijn (Thummim en Urim) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Daarom: Geen klinkend metaal en geen geslepen diamant zal jullie meer dienen als kroon van het leven, maar Mijn Woord en het handelen daarnaar! Want van nu af aan moet geen enkele materie voor jullie hart meer waarde hebben, doch alleen Mijn Woord en het vrije handelen naar Mijn Woord vanuit de eigen wil.
Hoofdstuk 87: Over sieraden van goud en edelstenen bij heersers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Kijk, wat men 'satan' en 'duivel' noemt, is de wereld met al haar verleidelijke pracht. Natuurlijk is alle materie waar de wereld uit bestaat ook alleen maar een werk van God, en er ligt iets goddelijks in verborgen; maar daarnaast ook leugen, bedrog en verleiding, waaruit dan afgunst, gierigheid, haat, hoogmoed en vervolging ontstaat, en daaruit komt weer onnoemelijk en onmetelijk veel kwaad voort.
Hoofdstuk 94: Raphaël verklaart voor Roclus de begrippen 'satan' en 'duivel' - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Dat waren de prijzenswaardige woorden van A, en B, een kleine man met bolle wangen, gaf A volkomen gelijk; alleen trok hij zijn schouders op en verklaarde: 'Dat zal nu wel heel moeilijk zijn vanwege de schrandere Romeinen, door wie onze joden al ongelooflijk voor ons zijn bedorven! En tot overmaat van ramp moest een ware satan ons nog opzadelen met die uiterst lastige Essenen, die bovendien nog onder de bescherming van Rome staan! Als wij nu niet beginnen om door zeer slimme en uiterst geraffineerde bedriegerijen opnieuw in de gunst bij het volk te komen, dan zal het spoedig met ons zijn afgelopen!
Hoofdstuk 102: Roclus belicht het Farizeeërdom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Er zal van deze leer die Ik nu aan jullie heb gegeven, geen letterverloren gaan en toch zal dat voor de grote wereld in z'n algemeenheid niet zo belangrijk zijn; want deze zal, zolang er materie bestaat en noodzakelijk moet bestaan, zich met het puur geestelijke element in een voortdurende strijd bevinden. Maar daar hoeft niemand bang voor te zijn; want altijd zullen er vele geroepenen zijn, maar daaronder ook altijd weinig uitverkorenen!
Hoofdstuk 110: De toekomstige teistering van de aarde. De kinderen van God zullen geborgen zijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] De grote hitte van de dag heeft heel veel levensgeesten uit de natuur naar een hogere fase doen gaan en van onderen is er een algemeen, aanzienlijk en voelbaar tekort ontstaan, en wel juist in deze streek van de aarde; in het noordoosten is daarentegen door de huidige dag en ook die van gisteren en eergisteren een ware overvloed aan natuurgeesten van geheel onderaf uit de materie vrij geworden. Op de plaats waar ze zijn ontstaan en vrij gekomen kunnen ze niet ondergebracht worden en daarom trekken of verspreiden zij zich naar die gebieden, waar er een groot tekort aan hen bestaat. De trekvogels, vooral de kraanvogels, bezitten in dit opzicht een buitengewoon en uiterst gevoelig leven, zij nemen het eerst van alle dieren zowel de overvloed als ook het tekort aan genoemde laagste natuurgeesten waar, ze worden onrustig, vliegen op, en zoeken.dan in de lucht lagen op waarin ze een overschot van de natuurgeesten vinden, die ze dan door flink in te ademen opnemen. Door gekrijs geven ze dan te kennen dat ze gevonden hebben wat ze tekort kwamen; dit gekrijs van de kraanvogels is daarom zowel een teken van genoegen, als natuurlijk ook van misnoegen.
Hoofdstuk 85: De overgangsperioden in het rijk van de natuurgeesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] En als ooit de aarde na voor jullie ondenkbaar vele jaren al haar gevangenen uitgeleverd zal hebben, zal zij zelf in de lichtzee van de zon in een gééstelijke aarde veranderen. Want de alleronderste huls of schil, waarin vroeger de levende geesten en zielen woonden, lijkt op puimsteen, dat, ofschoon het geen eigenlijk levenselement meer is, toch altijd nog een grove en verscheurde organische materie is en gerichte geesten van de allerlaagste soort in zich draagt.
Hoofdstuk 111: Het einde van de aardse materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Iedere materie, als een wat ruimte en tijd betreft op zichzelf besloten geheel, kan immers alleen maar een tijdelijke bestemming hebben. Heeft zij hier echter gedurende een bepaalde periode geheel aan beantwoord, en is hiermee als met een medium een hoger levensdoel bereikt, en is de materie die vroeger een bruikbaar en gezond vat was voor een bepaald doel, half vergaan en verbrokkeld en vol gaten en zodoende voor een soortgelijk ander doel volledig onbruikbaar, -wat zou er dan verder nog van die puimsteen moeten worden?
Hoofdstuk 111: Het einde van de aardse materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...