Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

6281 resultaten - Pagina 18 van 419

...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...
[9] Toen de moeder deze taal van haar goede zoon met een ontroerd hart aangehoord had, sprak zij, terwijl zij niet liet merken wat zij dacht: 'Beste zoon, je bekentenis doet mij welontzaglijk veel plezier, maar dat is nog geen reden om jouw erfenis aan een vreemde weg te geven. Als jij er geen deel van wilt hebben, dan moet je broer de gehele erfenis na mijn dood nemen, en jij moet hem dienen en je brood in het zweet van je aanschijn verdienen!'
Hoofdstuk 204: Gelijkenis van de moeder met haar twee zonen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] De moeder zegt wat weemoedig na het antwoord van haar tweede zoon: 'Het blijft bij wat ik gezegd heb! Je krijgt pas na mijn dood je erfenis!'
Hoofdstuk 204: Gelijkenis van de moeder met haar twee zonen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Maar na een jaar werd de moeder erg ziek, en toen de beide zoons op het veld werkten, kwam een maagd en riep de beiden bij de moeder opdat de waardigste volgens de wil van de moeder de zegen van haar zou krijgen.
Hoofdstuk 204: Gelijkenis van de moeder met haar twee zonen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[19] Toen zij in de kamer kwamen waar de moeder ziek lag, zei de slechte zoon: 'Ik wist wel, dat u niet zo vlug dood gaat!' -En hij begon haar toen ervan te overtuigen dat ze niet bang moest zijn voor de dood!
Hoofdstuk 204: Gelijkenis van de moeder met haar twee zonen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[20] Maar de goede zoon weende en bad hardop. God verhoorde het zuchten van de goede zoon, stuurde een engel naar het bed van de zieke moeder, en deze genas haar volkomen.
Hoofdstuk 204: Gelijkenis van de moeder met haar twee zonen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] De engel zegt: 'Als een zielloos en geesteloos lichaam, dat op zichzelf bijna geheel uit materie bestaat, geen eten tot zich neemt en ook niet nemen kan, dan moet het toch de ziel en de levensgeest in dit lichaam zijn die het voedsel opneemt. Omdat het lichaam niets anders is dan een handlanger van de ziel en voor zichzelf geen voedsel nodig heeft, daarom is het dus de ziel en haar geest die zolang het voedsel van de aarde gebruikt als ze haar lichaam bewoont, en het in stand houdt doordat ze het haar afval laat eten! Want het lichaam wordt gevoed door het afval van de ziel.
Hoofdstuk 206: Het dode lichaam. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] De goede zoon antwoordt: 'Liefste moeder, als ik dienen en werken zal, dan zal mijn hart toch steeds zeer dankbaar aan u denken en zeggen: 'Zie, zo heeft je lieve tedere moeder je werken geleerd!' Maar als ik de erfenis had, dan zou ik uiteindelijk werkschuw worden en mij in het nutteloze leven van de weelde storten en tenslotte zelfs u nog vergeten! Daarom wil ik uw verworven geldschat niet, waarop niet uw hart staat afgebeeld, maar die slechts de macht van de keizer weergeeft; maar ik wil datgene wat ik uit uw hart heb meegekregen, dat draagt ook haar afdruk en heeft een onwrikbare plaats in mijn hart. En daarom is deze erfenis die u, lieve moeder, mij al vanaf de wieg rijkelijk hebt gegeven, en waardoor ik al veel goeds en kostbaars heb gekregen, onbeschrijflijk veel beter dan degene, die u zich met het werk en de moeite van uw handen heeft verworven! Bij het zien ervan zou ik alleen maar droevig worden, omdat ik er steeds bij zou moeten denken: 'Kijk, dat heeft je geliefde moeder zoveel moeite en werk gekost; misschien heeft ze wel vaak van pijn gehuild om jou een erfenis te bezorgen!' Wel, liefste moeder , omdat ik zoveel van u houd, zou ik dan toch onmogelijk vrolijk kunnen zijn!'
Hoofdstuk 204: Gelijkenis van de moeder met haar twee zonen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[21] Weldra stond de moeder van het bed op daar ze merkte dat een hogere macht haar de gezondheid had weergegeven. En toen ze begon te lopen en merkte hoeveel kracht ze in haar voeten had, zei zij: 'Dat heb ik te danken aan het vurig gebed van die zoon, die het aangeboden erfdeel uit echte liefde voor mij niet aannam! Waarlijk, ik zeg je, liefste zoon: Omdat jij uit echte liefde voor mij niets wilde hebben, daarom krijg je nu alles; wat van mij is, is nu ook van jou! Maar jij, die alleen maar terwille van de erfenis van mij hield, en hartstochtelijk op mijn einde zit te wachten omdat ik zo goed was om je alles te laten erven, jij krijgt nu niets en zult voor altijd een knecht van de mensen zijn!'
Hoofdstuk 204: Gelijkenis van de moeder met haar twee zonen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Ik antwoord: 'De engel heeft volledig de waarheid gezegd; het is zo. Daarom wordt de ziel zelf door zwelgen en brassen zinnelijk en stoffelijk; zij wordt overladen, en het lichaam kan niet alle afval van de ziel opnemen, en het gevolg is dat het afval in de ziel blijft. Dat bedrukt en beangstigt haar zo, dat zij alle middelen en wegen zoekt om het te veelopgehoopte afval te laten verdwijnen. En die wegen bestaan dan uit allerlei ontucht, hoererij, overspel en nog meer van die zaken.
Hoofdstuk 207: Het echte vasten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Wanneer zo'n ziel haar geestelijke waarde op grond van de nu aangegeven levenswijze heeft verloren en ook noodzakelijk moest verliezen, en daardoor geestelijk dood is gegaan, begint zij letterlijk uit haar afval een troon op te richten, en tenslotte stelt ze er een eer in en denkt dat ze aanzien heeft vanwege haar grote hoeveelheid afval.
Hoofdstuk 207: Het echte vasten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Wees daarom altijd matig met het eten en drinken, opdat jullie ziel niet ziek wordt en te gronde gaat in haar afval!'
Hoofdstuk 207: Het echte vasten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Wie daarom volgens de ware orde wil leven, moet net zo leven als Ik leef en leer om te leven, dan zal ook hij de vrucht des levens in zich tot bloei zien komen en rijp zien worden. Daarin zal zich geen dode, maar een geheel levende kern vormen voor het enige eeuwige leven in de geest en deze zal zich ordelijk en voorspoedig ontwikkelen tot een heel levend zelfbewustzijn. Nu weten jullie ook in dit opzicht wat er geheel volgens de goddelijke ordening gedaan moet worden; doe dat, dan zullen jullie het leven in je hebben! .
Hoofdstuk 207: Het echte vasten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Wij zijn goed, en de wereld is slecht; dus kunnen we van haar ook niets goeds verwachten -behalve zo hier en daar een zoete aardbei tussen het overheersende onkruid! Maar kijk, de storm gaat zo zoetjes aan liggen, en alle gevaar is voor deze keer voorbij!'
Hoofdstuk 209: Het doel van de storm. (18.6.1852) In Kana in het dal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Ik zou echter erg blij zijn als Ik jullie zielen ook zo kon genezen zoals Ik de lichamelijk zieken genezen heb! Maar dat gaat niet zo gemakkelijk, omdat iedere ziel haar eigen dokter moet zijn.
Hoofdstuk 211: Genezing in Kana in het dal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Jullie hebben de aarde met haar menigvuldige schatten toch niet geschapen, zodat je daarmee kunt doen alsof deze jullie eigendom zijn?!
Hoofdstuk 211: Genezing in Kana in het dal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...