Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

6040 resultaten - Pagina 18 van 403

...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...
[13] Maar nu zegt een ander, die iets betere ogen heeft, tegen de eerste spreker, die Farizeeër is: 'Je hebt weliswaar niet helemaal ongelijk; maar als je nog eens terugdenkt aan die bijna eendere scène in het huis van tollenaar Matthéus, toen we daar ook zo'n oordeel hadden, maar ondanks dat door zijn wijze woorden enorm op ons nummer zijn gezet en allemaal met onze mond vol tanden stonden! Wat moeten we doen, als hij hier ook weer tegen ons begint uit te varen?! Zou jij dan wel alle verantwoording voor ons op je willen nemen?'
Hoofdstuk 146: Kis. Bekering van Kisjonah de tollenaar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Kisjonah wist ook iets van sterrenkunde af en begon aan de hand van de verplaatsing van de sterren uit te rekenen of middernacht al gauw voorbij zou zijn; want in die tijd had men nog lang niet zulke klokken als thans, en men behielp zich met een onnauwkeurige berekening aan de hand van de stand der sterren.
Hoofdstuk 153: Drie maangeesten spreken over de maanwereld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Wat bedoelt Mozes dan met de 'hemel' en de 'aarde', waar hij over zegt, dat deze in het begin geschapen zijn? De 'hemel' is het geestelijke, en de 'aarde' is het natuurlijke in de mens; deze was en is nog steeds woest en ledig -net als bij u. De 'wateren' zijn uw slechte inzicht in alle dingen, de geest van God zweeft er wel boven, maar bevindt zich er nog niet in.
Hoofdstuk 157: De eerste scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Dan zeg Ik: Zeker, als hij geestelijk gesproken tegen de mensen iets onzinnigs had willen zeggen! Maar Mozes wist, dat alleen de avond te vergelijken is met de aardse toestand van de mens; hij wist dat de zuiver aardse verstandelijke ontwikkeling bij de mens op dezelfde manier plaats vindt, als het schemeren van de natuurlijke avond.
Hoofdstuk 157: De eerste scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Maar ieder geschapen mens heeft een levende ziel, die ook een geest is en de nodige bekwaamheid heeft om goed en echt en kwaad en onecht te onderscheiden en ook om zich het goede en echte eigen te maken en het kwade en 'onechte uit zich te bannen; maar de ziel is desondanks geen ongeschapen, maar een geschapen geest en kan daarom op zichzelf nooit het kindschap van God verkrijgen.
Hoofdstuk 161: Vervolg van de vierde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] De ondervraagden gaven echter allemaal dezelfde beschrijving van wat ze gezien hadden. Daar keken de Farizeeën raar van op en ze begonnen onder elkaar vragen te stellen en zeiden; 'Hoe kan dat, hoe is het mogelijk dat ze allemaal op hetzelfde ogenblik hetzelfde visioen hebben gehad? Hoe kan een magiër alleen bij een paar mensen een visioen te weeg brengen en de anderen er buiten laten? Waarom zagen alleen zijn volgelingen iets, en waarom zagen wij niets? Nu zijn wij, getrouwe volgers van Mozes, door hem, die toch ook Jood wil zijn, verdoemd -en hoe! , zoals blijkt uit de beschrijving van het visioen. Maar van zijn kant bezien zou het toch veel raadzamer geweest zijn als hij ons het visioen had laten zien, zodat we daarna uit angst zijn leerlingen zouden zijn geworden. Maar hij is slim en laat ons zo'n spektakel niet zien; want hij is bang dat wij het direct zouden herkennen en het dan bij de juiste naam zouden noemen, en daardoor misschien vele van zijn aanhangers de ogen zouden openen zodat deze dan zouden zien wie hun beroemde meester was! We moeten tegen deze steeds gevaarlijker wordende mens strengere maatregelen treffen, anders groeit hij ons heel snel boven het hoofd, en dan komen de Romeinen en bezorgen ons allen een onprettige dood!'
Hoofdstuk 150: De bestraffing van de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Volgens Genesis schiep God toch al op de eerste dag het licht, en zo ontstond uit de avond en de ochtend de eerste dag. Zeg dan eens welk licht drie dagen lang voldeed om voor dag en nacht te zorgen? En op de vierde dag zegt God weer: 'Laat er lichten aan de hemel zijn!' Dan vraag Ik: Wat zijn dat dan voor lichten die dag en nacht moeten scheiden? Als het op de eerste dág geschapen licht al drie dagen tengevolge gehad heeft; waarom moeten er dan nu op de vierde dag nog meer lichten komen voor datzelfde doel? Daarbij is er alleen maar sprake van 'lichten'; maar over een maan en een zon wordt helemaal niets gezegd! Deze lichten veroorzaken daarbij ook nog tekenen -wat voor tekenen dan? -, vervolgens tijden -welke dan? -, en dagen en jaren -wat voor dagen en jaren dan? -Is de nacht dan niets? Telt de nacht dan niet net zo goed mee als de dag?
Hoofdstuk 160: De vierde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Het uitspansel dat Mozes bedoelt, is de vaste wil volgens de ordening van God, die voortkomt uit het juiste begrip en uit de liefde, die het gezegende aardrijk des levens is. Deze wil kan slechts voortkomen uit de vruchten schenkende volheid van de echte liefde tot God in het mensenhart, die ontstond uit het hemelse licht dat God in de mens liet stromen toen Hij zijn innerlijke duisternis verdeelde in avond en morgen. Deze echte liefde tesamen met het juiste inzicht en het ware verstand, hetgeen zich in de mens uit als een levend geloof, is de hemel in de mens. En de daaruit ontsproten vaste wil om te voldoen aan Gods orde is het uitspansel in de mens. En aan zo 'n uitspansel geeft God, als dat geheel overeenstemt met Zijn liefdevolle wil, nieuwe lichten uit de hemel der hemelen, ofwel de zuivere vaderliefde in het hart van God. En de lichten verlichten dan de wil en maken dat deze het inzicht krijgt van de engelen en verheffen daardoor de geschapen mens tot het ongeschapen Kind van God, dat zich door de eigen vrije wil nu aangepast heeft aan de goddelijke ordening!'
Hoofdstuk 160: De vierde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Dit bedoelt Mozes, als hij zegt dat het ene grote licht de dag en het kleine licht de nacht zal besturen. Het kleine licht zal ook de tekens vaststellen, of wel: in alle wijsheid de oorsprong van alle verschijnselen en van alle geschapen dingen vaststellen, en daardoor ook de tijden, dagen en jaren, wat zo ongeveer betekent, dat het in alle verschijnselen de goddelijke wijsheid liefde en genade herkent
Hoofdstuk 161: Vervolg van de vierde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Het zuiver goddelijke, ofwel de ongeschapen geest, van God, die nu voor eeuwig zijn plaats inneemt aan zo'n uitspansel is het grote licht; maar de ziel van de mens, die door het grote licht omgevormd wordt tot een bijna even groot licht, is het tweede kleinere licht, dat nu echter net als het ongeschapen grote licht aan hetzelfde uitspansel wordt geplaatst en door het ongeschapen licht omgevormd wordt tot een eveneens ongeschapen licht, waarbij het in geheel geestelijk gelouterde zin. veel wint, zonder van zijn natuurlijke aard iets te verliezen. Want de ziel van de mens zou op zichzelf nooit God in Zijn zuivere geestelijke Wezen kunne.n zien, en omgekeerd zou de zuivere ongeschapen Geest van God nooit het natuurlijke .kunnen zien, omdat voor deze Geest het natuurlijke en materiële niet bestaat. Maar in de bovengenoemde algehele verbinding van de zuivere geest met de ziel, kan de ziel door de nieuwe geest die zij krijgt God zien in Zijn oorspronkelijke zuivere wezen, en de Geest kan dan door de ziel het natuurlijke zien,
Hoofdstuk 161: Vervolg van de vierde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] En hoe werd de mens bewoner van deze aarde? Werd er werkelijk maar één mensenpaar geschapen, zoals in Genesis staat, of werd op de aarde in één keer een hoeveelheid mensen van verschillende kleur, gestalte en karakter geschapen?'
Hoofdstuk 162: De vijfde en zesde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Deze kennis heeft op deze wereld echter voor geen enkel mens enig nut, want de mens wordt door veel kennis eigenlijk zelden of nooit in zijn hart iets beter, maar wel heel vaak slechter. Want degene, die veel weet wordt niet zelden trots en hoogmoedig, ziet dan neerbuigend uit zijn vermeende onbereikbare hoogte op zijn broeders neer als een gier op de mussen en andere kleine vogeltjes, alsof ze er alleen maar zouden zijn om door hem gevangen te worden en om hun zachte vlees door hem te laten verslinden.
Hoofdstuk 162: De vijfde en zesde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Voordat we nu echter deze berg verlaten, geef ik jullie een opdracht waaraan streng de hand gehouden moet worden, en dat is dat niemand van jullie tegen iemand daar beneden iets vertelt over wat je hier op de berg gezien hebt, tot Ik jullie in de geest daarvoor toestemming geef. Wie dit gebod van Mij niet in acht neemt, wordt meteen met stomheid bestraft; want het volk hier beneden is daarvoor nog lang niet rijp, en jullie zelf ook nog maar ten dele.
Hoofdstuk 163: Het einde van Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Ja, ja, nu wordt me opeens alles duidelijk! - Er staat: 'De vrouw werd uit de rib van Adam geschapen; hoe begrijpelijk is dat nu! - Zoals de bergen heel zeker het hardere en in die vorm ook het meer hardnekkige deel van de aarde zijn en als zodanig ook de onverzettelijkste geesten bevatten, zo vindt je daaraan overeenkomstig het halstarrigste deel van de eerste en ook van alle latere mannen in de beenderen van de man.
Hoofdstuk 166: Adam en Eva - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Kijk, deze leer en deze raad moet je daarom als iets heiligs in jullie harten bewaren en je moet hem zo navolgen alsof Ik een gebod gegeven had, dan worden jullie huwelijken gezegend met de zegen uit de hemel; maar in het andere geval - met de vloek uit de hel!
Hoofdstuk 167: Kies uw vrouw met zorg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...