Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3506 resultaten - Pagina 18 van 234

...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...
[7] Ik zeg: 'Daar zul je echt goed aan doen. Maar Ik zal nu toch eerst met de leerlingen een school bezoeken ter wille van deze Farizeeën, opdat hun ergernis niet nog groter wordt. Ze zitten toch al in hun maag met Matthéus, omdat hij hun een poosje terug erop heeft gewezen dat wij terwille van de synagoge zo vlug lopen. Als we nu de school in het dorp voorbij lopen, dan loopt de maat bij hen over en beginnen ze herrie te schoppen; maar als we nu eerst toch in een school gaan, dan kunnen ze niets meer zeggen en dan kan jij ook zonder schaamte je rekening aan hen voorleggen, dat wil zeggen als de sabbat afgelopen is.' Na deze woorden ging Kisjonah rechtstreeks met de zijnen naar huls, waar hij alles geheel verzorgd aantrof.
Hoofdstuk 176: Aren lezen op de sabbat. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Wij sloegen echter een beetje meer naar links een weg in naar de school, die op het hoogste punt van het dorp lag. Daar aangekomen betraden we direkt de zeer sporadisch bezochte school (Matth.12:9), en de Farizeeën volgden ons op de voet. Ze waren inwendig erg kwaad, omdat ze op de akker voor hun domheid door de leerlingen uitgelachen waren, toen Ik hun bezwaren tegen het aren plukken weerlegde.
Hoofdstuk 176: Aren lezen op de sabbat. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Een goed en rechtvaardig man uit dit plaatsje kwam dicht bij het schip en zei: 'Goddelijk grote, wonderlijke Meester! Waarom zou U gedurende de nacht op het schommelende schip U Uw nodige nachtrust door de wind en de gevoelige koude van de nacht laten ontroven!? Deze omgeving aan het water heeft de speciale eigenschap, aan ieder welbekend, dat na een hete dag altijd in dezelfde verhouding een koelere nacht volgt, waardoor de mensen die .hier wonen allerlei ziektes oplopen; Ik heb echter een groot, ruim en goed ingericht huis, zodat U met Uw leerlingen daarin meer dan voldoende plaats kunt vinden, en U kunt daar blijven zolang U maar wilt; waarbij een redelijke hoeveelheid voedsel ook niet zal ontbreken!'
Hoofdstuk 178: Aan de zee. Genezing van de bezeten man. In Jesaïra. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] 'Laat maar!', zeg Ik. 'Morgen wordt alles anders; zorg morgen wel voor vis, zodat Mijn leerlingen, die vandaag merendeels gevast hebben, weer eens goed kunnen eten! Het wordt u allemaal vergoed!'
Hoofdstuk 179: Jesaïra. De rekening van de oude man. (10.5.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Maar wat de tovenaar betreft, die heeft met dit alles totaal niets te maken; want hij en zijn leerlingen en Baram zijn waarschijnlijk de enige Joden in deze plaats! Dat hij inderdaad een magiër zou kunnen zijn zal ik niet bestrijden; maar dat hij zijn kracht van Beëlzebub heeft dat zou ik niet durven beweren, hoewel ik daarmee jullie mening niet wil beïnvloeden. Ga er nu zelf eens heen en praat met hem en overtuig jezelf overal van!'
Hoofdstuk 183: Ahab's list. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Wat moeten jullie dan wel zijn, die ons nog nooit een nog zo kleine weldaad bewezen hebt?! Wanneer hebben jullie met je nietswaardige middelen en door je voorgewende gebeden ooit iemand genezen?'
Hoofdstuk 184: Farizeeën kunnen niet liegen. (17.5.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Vervolgens ga Ik het huis binnen, en de Farizeeën lopen meteen achter Mij aan en worden binnen door Mijn leerlingen begroet. Maar er liep ook veel volk mee, zodat het in de kamer een groot gedrang werd. Maar dat gaf niets, want Ik en Mijn leerlingen hadden toch plaats genoeg.
Hoofdstuk 185: Het smaden van de Heilige geest wordt nooit vergeven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Maar Ik hief Mijn rechterhand op boven Mijn leerlingen en zei: 'Kijk, dat zijn Mijn moeder en Mijn broeders! (Matth.12:49) Want wie de wil doet van Mijn Vader Die in de hemel is, die is werkelijk Mijn broeder, Mijn zuster, Mijn moeder! (Matth.12:50) Ga echter naar buiten en zeg tegen de wachtenden dat Ik zal komen!'
Hoofdstuk 188: Wie is Mijn moeder en wie zijn Mijn broeders. (24.5.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Ik ging echter niet in op deze vraag en zei: 'Ik weet, Wie Ik ben, en Mijn leerlingen en Mijn aardse moeder weten het ook, en daarom mag Ik de waarheid spreken; maken jullie je dus maar druk over je eigen zaken, - niemand hoeft zich bezorgd of druk te maken over Mij; want Ik weet het beste wat Ik moet doen.' Toen zwegen allen, en niemand durfde iets terug te zeggen, niet ervoor en niet ertegen.
Hoofdstuk 188: Wie is Mijn moeder en wie zijn Mijn broeders. (24.5.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Na enig zwijgen kwam de heer des huizes Baram naar Mij toe en zei: 'Heer en Meester! Het is middag, en de maaltijd staat klaar voor U, Uw leerlingen en ook voor Uw aardse verwanten die buiten op U wachten. Zou U mij arme zondaar de eer en de genade willen bewijzen om het goed klaargemaakte maal te aanvaarden?'
Hoofdstuk 188: Wie is Mijn moeder en wie zijn Mijn broeders. (24.5.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Nu zegt Maria: 'Mijn Heer en zoon! Wat deze jonge man Je nu vertelde, is helemaal waar, en ik ben juist daarom naar Jou toe gekomen, om Je te vertellen dat ik voor Jou letterlijk uit mijn huis ben gejaagd. Wat moet ik nu doen met Je broers en zusters, alleen in aardse zin dan? Want ik weet wel dat Jij op aarde geen verwanten hebt, behalve Jouw leerlingen die Je liefhebben.
Hoofdstuk 190: De leer van het Rijk der hemelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Ik zeg: 'Weliswaar verwacht Ik aan de zee nog een andere maaltijd; maar omdat u Mij op zo'n passende manier heeft uitgenodigd, zal Ik u graag de eer en de genade bewijzen. Maar daar zeg Ik bij, dat Ik geen Farizeeër in de kamer wil hebben waar Ik eet, behalve de jonge Ahab, die Ik bij Mijn leerlingen opneem! Want hij zal zich bij zijn collega's, die hem zwaar zijn gaan verdenken toen ze hem daarnet heimelijk met Mij zagen spreken, wel nooit meer geloofwaardig kunnen maken. Zeg nu echter tegen het volk dat Ik hier in huis niets meer zal zeggen of doen, zodat het naar buiten gaat en plaats voor ons maakt; want in dit gedrang zou het op natuurlijke wijze moeilijk zijn om buiten te komen.'
Hoofdstuk 188: Wie is Mijn moeder en wie zijn Mijn broeders. (24.5.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Onze kleine bezitting is verloren; de slechte Farizeeën hebben haar in beslag genomen en zij hebben onze woning samen met de tuin vol gewassen aan een vreemde verkocht! Weet Je, ik en Je broers en zusters zijn niet meer zo jong om het zware daglonerswerk te doen; en ook al zouden we dat willen, dan hebben deze slechte tempelheersers onder bedreiging van zware straffen alle Joden toch verboden om ons wat voor werk dan ook te geven, en evenmin een aalmoes! Wat moeten we nu doen, en waar moeten we van leven?!'
Hoofdstuk 190: De leer van het Rijk der hemelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Ik zeg: 'Vrienden! Jullie voorstel is balsem voor Mijn hart! Mijn zegen en Mijn genade zal eeuwig jullie deel zijn. Maar eerst zal Ik naar huis gaan en zien, met welk recht de slechte booswichten het kleine en met veel moeite verkregen bezit van moeder, Jozefs rechtmatige vrouw, hebben geroofd.
Hoofdstuk 190: De leer van het Rijk der hemelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Ook de oude Farizeeën mankeren niet, hoewel ze zich verkleed hebben, opdat het volk ze niet zal herkennen. Wanneer we aan de zee komen, dringt het volk onder het voortdurende roepen van 'Heil aan de zoon van David!' zo dicht naar de oever, dat Ik met Mijn verwanten geen plaats meer heb om te staan, en al Mijn talrijke leerlingen nog minder .
Hoofdstuk 190: De leer van het Rijk der hemelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...