Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

11264 resultaten - Pagina 18 van 751

...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...
[14] En mocht Uw leer ooit onder de mensen door allerlei valse leraren en profeten verontreinigd worden, binnen onze vrije muren en in ons hart zal die toch naar betekenis, begrip, geest en volledige daad net zo zuiver blijven als ze goddelijk zuiver vanuit Uw heilige mond ons hart en onze ziel is binnengedrongen. 0 Heer en Meester, spreek Uw almachtig 'amen' daarover uit, dan zullen wij Essenen als toekomstige vrije metselaars en bouwers* (* 'En bouwers' is achteraf door Lorber zelf toegevoegd.) van Uw goddelijke burcht onder de mensen op aarde ook de meest getrouwe bewaarders ervan blijven! ,
Hoofdstuk 194: De juiste vergeving van zonden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Allemaal schreeuwden ze: 'O nee, o nee, dat zullen wij nooit doen, niet aan jullie, op god gelijkende wezens, en ook nooit meer aan iemand anders, en wij zullen ons houden aan wat U ons aangeraden hebt; maar laat ons nu in vrede verder gaan en laat ons geen kwaad meer overkomen!'
Hoofdstuk 198: De Heer en de Arabische rovers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Iedereen, die in Mijn naam over de hele wereld zal reizen om de volkeren Mijn leer even zuiver te verkondigen als hij die van Mij vernomen heeft, zal veilig over alle wegen en straten reizen en door geen enkele straatrover aangevallen worden. Hij zal over slangen, salamanders en schorpioenen kunnen lopen en zij zullen hem niet kunnen schaden; en als iemand vergif door zijn eten of drinken zal mengen, zal het zijn lichaam en bloed geen nadeel berokkenen. En mocht hij in hele troepen wolven, leeuwen, tijgers, panters, hyena's, beren en everzwijnen terechtkomen, dan zullen deze boze dieren hem niet alleen geen enkel kwaad doen, maar hem in geval van nood van dienst zijn; want een mens die van Gods geest vervuld is, is ook heer over de grimmigheid en toorn van boosaardige dieren, zoals hij ook heer over alle elementen is, als hij het geloof daarvoor zonder enige twijfel in zijn hart en ook in zijn ziel draagt.
Hoofdstuk 199: Over het doel en het nut van reizen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] Ik en mijn broeders doen dat en wij hebben dan ook onmiskenbare bewijzen dat onze enig ware God altijd graag onze beden verhoort, vooropgesteld dat wij Hem niet om iets dwaas bidden! Wend je dus vol geloof in je hart tot onze God, als tot een allerbeste Vader, en beloof Hem dan ook dat jullie je dode afgoden zullen verlaten en Zijn geboden precies zullen houden; en dan zal blijken of onze God jullie verhoord heeft!'
Hoofdstuk 217: De wonderdaden in de herberg voor de poort - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[20] Wij zullen ons echter enkel en alleen aan de leer van Mozes houden en nooit aan de vertegenwoordigers ervan in Jeruzalem. Gisteravond laat zijn er vanuit Essea nog een paar van zulke tempelheren bij ons gekomen, die geweldig tekeer gingen over hun eigen tempelbedrijf en de grote macht en wijsheid van de Essenen erg prezen, en wij dachten bij onszelf' Als jullie jezelf al zo afkammen, wat moeten wij vreemden dan wel van jullie denken?' Maar toch bevielen ze ons, omdat ze de waarheid bekenden. Vanmorgen vroeg zijn ze weer verder gereisd. Wat de leer betreft is het ons nu wel duidelijk; maar er is nog één punt, en dat is uw laatste belofte.
Hoofdstuk 3: De genezing van de zieke Helena - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Toen de tollenaar weer terugkwam en Kado het antwoord van zijn vader overbracht, en het al tamelijk donker begon te worden, zei Ik: 'Nu kunnen we heel kalmpjes aan op weg gaan en zullen door niemand onderweg meer bekeken en herkend worden; en al ziet iemand ons, dan zal hij ons voor juist arriverende handelaars houden, maar dat maakt ons niet uit.'
Hoofdstuk 6: Het weerzien met Kado - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] Maar Ik zei: 'Omdat jullie het tot nu toe hebben uitgehouden, zullen jullie ook wel in staat zijn het nog een paar ogenblikken uit te houden zonder van honger of dorst om te komen! Wacht op de warme spijs; pas als die op tafel staat, moet je eerst wat brood met zout nemen en daarna een kleine slok wijn, dan zal het avondmaal jullie sterken en fris en monter maken, maar anders jullie ledematen en ingewanden alleen maar verzwakken! De mens moet ook zijn lichaam gezond proberen te houden als hij zijn ziel van droefheid en angst bevrijd wil zien. Doen jullie ook zoals Ik het doe!'
Hoofdstuk 6: Het weerzien met Kado - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] De Griek zei: 'Wij Grieken, die ervaren en ontwikkelde wereldburgers zijn, houden ons allang niet meer bezig met al onze gefantaseerde goden, en de betere Joden hechten aan hun tempel van de ene God wellicht niet veel meer waarde dan wij Grieken en Romeinen aan onze veel godentempels. Deze harpspeler en zanger zong een mij niet onbekende psalm van de vroegere koning der Joden, die de tweede was in de reeks koningen van jullie volk en David heette. Het dichtwerk zit vol verborgen goddelijke wijsheid; maar wat er duidelijk in naar voren lijkt te komen is, dat de grote, machtige, dappere en ook zegevierende koning, die één God beleed, alle heidenen wilde veroveren om hen ook tot zijn geloof te bekeren, omdat dat zijn heerschappij veel gemakkelijker gemaakt en zijn aanzien bij alle volkeren sterk vergroot zou hebben. Maar of hijzelf wel zo serieus die éne God volgde als zijn gedichten doen geloven, is een heel andere vraag! Misschien wel - maar door veel dingen die hij gedaan heeft zou men ook het tegendeel kunnen denken! Maar hoe het ook zij, David was en blijft een groot en zeer gedenkwaardig man in ieder goed opzicht, en de aarde zal op maar weinig koningen van zijn soort kunnen bogen; en ik kan de zanger er alleen maar om prijzen dat hij als strenggelovige Jood de psalmen van die grote koning tot onderwerp van zijn muziek en zangvoorstellingen heeft gemaakt. Maar ondanks al zijn voortreffelijkheid is hij toch wat eenzijdig, doordat hij alleen maar de psalmen van David zingt. Als hij, net als Orpheus, ook de gewijde liederen van onze oude dichters zou willen en kunnen zingen, en als zodanig naar Athene of Rome zou komen, dan zou hij -zoals ik al eerder opgemerkt heb -grote rijkdom kunnen vergaren! Maar we zullen dat nu laten rusten en tot de hoofdzaak overgaan!
Hoofdstuk 10: De Griek stelt de Heer een vraag over de scheppingsgeschiedenis - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Toen de joden dat van Mij hadden gehoord werden ze boos, en enkelen zeiden onder elkaar: 'De Farizeeën hebben uiteindelijk toch gelijk als ze deze Galileeër vervolgen; want uit zijn woorden komt duidelijk naar voren dat hij de Romeinen, die hem vanwege zijn toverijen voor een god houden, tegen ons op zal zetten, en die zullen ons zeker al onze rechten afnemen en ons helemaal tot hun slaven maken.Als hij degene is die het verloren rijk Gods en zijn gerechtigheid terug zal brengen, en als dat dan moet bestaan uit wat hij ons nu heeft geopenbaard, moet hij zijn Godsrijk en die mooie gerechtigheid daarvan zelfmaar houden! En als hij ermee doorgaat onsjoden een dergelijk Godsrijk en de gerechtigheid daarvan steeds luider te verkondigen, dan zou het wel eens kunnen gebeuren dat de joden hem nog eerder zullen wurgen dan hij de joden met hulp van de Romeinen!'
Hoofdstuk 28: De Heer geneest de zoon van Zacheüs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Wij allemaal, die nu uit Uw mond de zuivere leer ontvangen, zullen die als levende getuigen van Uw persoonlijke tegenwoordigheid, daden en leringen even zuiver aan de andere mensen doorgeven, en onze opvolgers zullen dat ook weer doen. En als er iemand zou zijn die in Uw naam misschien een ander evangelie aan de mensen zou verkondigen, dan zult U dat toch zien en heel duidelijk weten! Uw macht zal zo'n profeet de mond toch wel kunnen snoeren! Als dat zou gebeuren, zien wij niet in hoe Uw zuivere en goddelijke leer ooit vervalst zou kunnen worden en uiteindelijk in een zeer duister en grof heidendom zou kunnen veranderen.
Hoofdstuk 41: De leerlingen hebben een vraag over het verduisteren van de zuivere leer van Christus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] Wees echter op je hoede voor de rabbi en de Farizeeën; want om het geloof in hun beweringen en hun triomfbij het volk in stand te houden zullen ze, als ze je zoon nog steeds gezond in leven zien, hem naar het leven staan en proberen hem op een of andere manier te vergiftigen! Nodig ze daarom niet uit en laat je door hen ook nooit uitnodigen, en neem ook geen andere dingen van hen aan, dan zullen ze jullie niets kunnen doen! Neem dat in acht, dan zal Ik jullie tegen alle andere gevaren beschermen! Ga nu met je zoon naar buiten, zodat zij daardoor het meeste eenvoudige en beste antwoord op hun vele vragen krijgen!'
Hoofdstuk 42: De weduwe en haar uit de dood opgewekte zoon getuigen tegenover het volk. (20.10.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Ik zei: 'Waarom zou je een apart huis bouwen, terwijl jullie toch jullie huizen al hebben waar je in woont, waar jullie ook in Mijn naam bij elkaar kunnen komen om over Mijn leer te spreken en de ervaringen die je hebt opgedaan, die zeker voor iedereen uit het leven volgens Gods wil zullen voortvloeien?! Evenmin is het nodig om daar een bepaalde feestdag voor in te voeren die jullie, zoals bijvoorbeeld de Farizeeën de sabbat, de 'dag des Heren' zouden noemen; iedere dag is immers een dag des Heren, en men kan dus ook op iedere dag evenveel goeds doen. Want God kijkt niet naar een dag en nog minder naar een huis dat ter ere en aanbidding van Hem is gebouwd, maar God kijkt alleen maar naar het hart en de wil van de mens. Als het hart zuiver en de wil goed is en deze de hele mens tot daden brengen, dan is dat al de ware, echte woning van Gods geest in de mens, en zijn altijd goede en actieve wil volgens de bekende wil van God is de ware en dus ook altijd echte dag des Heren!
Hoofdstuk 44: De juiste verering van de Heer De Heer trekt door Samaria - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Allen zeiden, terwijl ze zich op de borst sloegen: 'Heer, dat willen en zullen wij doen, zo waar wij ons met onze eigen handen op de borst slaan en zo waar wij, door u opnieuw daartoe aangespoord, in de God van Abraham, Isaäk en Jacob geloven en al Zijn geboden precies willen houden, ook in al onze kinderen en kindskinderen tot aan het einde der wereld, als God ons wil helpen!'
Hoofdstuk 46: De bekentenis van de rovers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Kijk, ook in de toekomst zullen heel veel mensen als ze over Mij horen, Mij en ook Mijn rijk met grote ijver overal zoeken. Maar halfblind in hun ziel als ze zijn, zullen ze Mij toch niet helemaal vinden als ze Mij nu eens hier en dan weer daar achterna zullen reizen, wanneer de mensen tegen hen zullen zeggen als ze Mij zoeken: 'Hij is hier wel geweest en is nu daar en daar; ga daar maar heen, dan kunnen jullie Hem wel vinden!'. Degenen die Mij zoeken zullen zich daarheen haasten om Mij te vinden, en toch zullen ze Mij niet vinden. Want zoals Ik jullie al herhaalde malen heb aangegeven zullen velen zeggen: 'Kijk, hier is Hij!' of 'Daar is Hij!' of 'Hij is in dit huis, of in die kamer!', maar geloof het dan niet. Want als iemand zonder twijfel in Mij gelooft en Mij werkelijk in zijn hart boven alles liefheeft en derhalve ook zijn naaste als zichzelf, en als hij daarbij ook een steeds groeiend verlangen heeft om Mijzelf te aanschouwen en Mij en Mijn wil dieper en duidelijker te leren kennen, zal Ik op dezelfde manier als hier heel onverwacht in zijn meest directe omgeving aanwezig zijn, hoewel hij denkt dat Ik nog ergens op een onbekende verre plaats ben, en dan maak Ik Mij ook weldra in zijn meest directe nabijheid aan hem bekend en zal Ik met hem in een en hetzelfde huis wonen en maaltijd met hem houden.
Hoofdstuk 54: De geestelijke betekenis van de gebeurtenissen in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[16] De enige ware verering en verheerlijking die God welgevallig is, bestaat en dient eigenlijk alleen maar te bestaan uit een zuiver, God boven alles en de naaste als zichzelf liefhebbend hart, en dus ook -wat hetzelfde is - uit het trouw houden van de geboden, die Hij door Mozes aan alle mensen heeft gegeven; al het andere is ijdel en dwaas, ook als het door een rein en God welgevallig mens wordt gedaan. Weliswaar wordt God door bepaalde mensen, zoals de Farizeeën en de afgodspriesters en - priesteressen, en ook door schijnvromen, ogendienaren en huichelaars uiterlijk geëerd, terwijl ze zelf helemaal niet in Hem geloven en nooit geloofd hebben, en wel voor geld en andere aanzienlijke offers; maar dat heeft voor God niet alleen geen waarde, maar is een gruwel in Zijn ogen, en zo is het ook met alles wat in de ogen van de wereld groots en schitterend is. Onthoud dat, Mijn vriend, aangezien je het nu gehoord hebt uit de mond van Degene die Zich met geen enkele materie laat eren en prijzen, maar alleen met een zuiver, volkomen aan Hem toegewijd hart en Hem toegewijde wil!'
Hoofdstuk 55: Het prachtvertoon op tafel bij het ochtendmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...