Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

7380 resultaten - Pagina 18 van 493

...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...
[17] Allen antwoorden: 'Ja, ja, Heer. Wij geloven allemaal. Wie zoals u een dode dochter van de overste Jaïrus in het leven kan terugroepen, die kan ook alle andere ziekten genezen die nog lang niet zo erg zijn als de dood! Want over die daad werd tot voorbij Bethlehem, de stad van David, gesproken!'
Hoofdstuk 218: Genezingen in Kis en bij Kisjonah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Kijk, als een mens alles heeft wat hij behoeft, dan voelt hij zich heel behaaglijk; hij heeft nergens zorgen over, hij doet niets, geniet overal van en vraagt zich niet af of er een God is, of er een leven is na de dood van zijn lichaam, of de mens niet meer is dan een dier of dat het dier meer is dan de mens. Bergen en dalen maken geen verschil voor hem, winter en zomer doen hem niets; want in de zomer heeft hij schaduw en verkoelende baden en in de winter heeft hij een goede verwarming en warme kleren.
Hoofdstuk 219: Gelijkenis van de gemeste os. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] De leerzame levensverhoudingen van de mens zijn me nu volkomen duidelijk, en bijna zou ik hier een voorname grondregel voor het.leven opstellen en ik geloof, dat ik daarmee niet ver naast de roos zou schieten! 'Laat maar eens horen!', zeg Ik, 'Ik wacht met Mijn oordeel, tot je hem hebt uitgesproken.'
Hoofdstuk 220: De rust en het nietsdoen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Want het leven bestaat uit doen, en niet uit het ongebruikt laten van de krachten waarvan het leven afhankelijk is, en het leven moet zelfs ?oor de aanhoudende werkzaamheid van de gezamenlijke krachten eeuwig In stand gehouden worden; want in het 'zich ter ruste leggen' bevindt zich geen blijvend leven.
Hoofdstuk 220: De rust en het nietsdoen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Want als iemand bij al zijn doen en laten zijn schreden niet in een rechte lijn op Mij richt, is al zijn doen en gaan en staan nutteloos voor zijn leven. En ook al kreeg hij de gehele wereld, maar had Mij niet, dan had hij niets aan de hele wereld; want die is dood! Maar als Ik nu in deze tijd van de onthulling van het Evangelie iemand roep en tegen hem zeg: 'Kom!' - en hij komt niet, dan zal hij de geestelijke dood sterven! En daarom is deze Philopold een goed voorbeeld, wat iedereen na moet volgen! Wie geroepen wordt nadat hij naar Mij heeft gevraagd, die moet komen en niet aarzelen! Want Ik blijf niet steeds in Kana (betekent: vol genade in deze wereld), maar trek al gauw verder en wend Mijn oog en oor af van degenen, die aarzelen nadat Ik 'Kom!' heb geroepen'.
Hoofdstuk 215: Aarzel niet als de Heer roept. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Dat bepaalde gevoel van welbehagen dat de rust jullie geeft, is niets anders dan een gedeeltelijke dood van de voor het leven nodige krachten; wie het steeds prettiger vindt om zich over te geven aan het rustende nietsdoen, vooral aan het geestelijke nietsdoen, die omarmt daardoor steeds meer de werkelijke dood, waar geen God hem zo makkelijk uit kan bevrijden!
Hoofdstuk 220: De rust en het nietsdoen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Alleen voortdurende werkzaamheid voor het algemeen welzijn van de mensen is goed! Want al het leven is een vrucht van de voortdurende en onvermoeibare activiteit van God en kan daarom slechts door ware werkzaamheid in stand gehouden worden en voor de eeuwigheid bewaard blijven, terwijl uit het nietsdoen alleen maar de dood voor de dag komt en komen moet.
Hoofdstuk 221: De nachtprediking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Leg je handen op je hart en besef, hoe het steeds maar door dag en nacht werkzaam is! Alleen van die werkzaamheid hangt het leven van het lichaam af; als het hart echter eens stil gaat staan, is het - denk Ik - met het natuurlijke leven wel gedaan!
Hoofdstuk 221: De nachtprediking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Het voortdurend uit liefde handelen is derhalve de nooit moe wordende polsslag van het hart der ziel. Hoe vlijtiger dat zielehart slaat, hoe meer leven er in de ziel komt, en als zich daardoor een voldoende hoge levensenergie in de zielontwikkeld heeft, zodanig, dat deze de goddelijke, allerhoogste levensenergie evenaart, dan wekt zij het leven van de goddelijke geest in zich op.
Hoofdstuk 221: De nachtprediking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Deze geest, die puur leven is, omdat hij de onvermoeibare hoogste activiteit zelf is - vloeit dan in de hem door de werken der liefde geheel gelijk geworden ziel, en dan is het eeuwige onvergankelijke leven in de ziel volledig begonnen!
Hoofdstuk 221: De nachtprediking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Ontvlucht daarom de rust en zoek de volle werkzaamheid, en je loon zal het eeuwige leven zijn!
Hoofdstuk 221: De nachtprediking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[22] Maar hoewel Maria achter Mij op een leunstoel wat sluimerde, hoorde ze toch wat er gezegd werd, ze ging rechtop zitten en zei heel vriendelijk tegen de spreker: 'Vriend, ik zeg tegen jou, omdat jij meestal de woordvoerder voor al je medeleerlingen bent, dat jouw bezorgdheid voor mij een beetje overbodig is; want weet je, ik heb voor mijn Heer al wel een paar honderd slapeloze nachten doorwaakt, en ik leef nog steeds - en als het Zijn wil is zal ik er weer zo veel doorwaken en mijn leven niet verliezen! Hebben jullie dus allemaal maar geen zorgen over mij; het is voldoende als er Een aan mij denkt!'
Hoofdstuk 221: De nachtprediking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Enigen weten echter niet hoe ze een begin moeten maken met de innerlijke zelfbeschouwing, en vragen dat aan Mij. Dan zeg Ik: 'Rust en denk in stilte actief na over jullie doen en laten, over de jullie welbekende wil van God, en of je deze hebt opgevolgd tijdens de verschillende periodes van je leven. Op deze manier heb je je innerlijk onderzocht en daardoor bemoeilijk je het binnendringen van de satan in jezelf steeds meer. Want deze probeert met al zijn energie om de innerlijke zelfbeschouwing van de mens, door middel van allerlei nietszeggende begoochelingen te verhinderen.
Hoofdstuk 224: Innerlijke zelfbeschouwing. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Baram gaat nu vlug aan dek en zegt: 'Geëerde afgezanten van de overste! Ik vind het echt jammer voor u dat ik u van Jezus, de Heer, geen gunstig antwoord kan brengen! Maar daaraan hebben de Kapérnaumers zelf schuld; want nadat Hij destijds het dochtertje van de overste wezenlijk uit de zichtbare en voelbare dood weer tot het volle leven gewekt heeft, verklaarden zij, de Farizeeën van deze door Hem vervloekte stad, al gauw daarna dat Hij een bedrieger was. Zij hebben voor het hele volk bewezen en verklaard dat Jaïrus Jezus slechts op de proef wilde stellen en daarvoor zijn kerngezonde dochtertje op een speciaal gemaakt doodsbed had gelegd; en toen had de bedrieger Jezus, die niet vermoedde dat het een val was, haar natuurlijk heel gemakkelijk uit de dood tot leven kunnen wekken, hetgeen hij deed - zoals ik van een paar mensen gehoord heb - door haar behoorlijk hard in haar hand te knijpen, omdat hij inmiddels gemerkt had dat ze leefde, en toen was ze maar liever opgestaan dan de pijn in haar hand nog langer te moeten verdragen.
Hoofdstuk 227: Een tochtje op zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[23] Dit vergift was een geheimmiddel dat later helemaal verloren ging; dit middel was afkomstig van een struik, die hier en daar in het onbereikbaarste deel van Indië groeit en, waar hij voorkomt, in de wijde omtrek al het leven er omheen vernietigt. Dat weten de Farizeeën ook en daarom zijn ze nu sprakeloos van angst, en Jaïrus vraagt aan Borus, of hij dit flesje weer wil wegstoppen.
Hoofdstuk 228: De dokter uit Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31  ...