Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

11480 resultaten - Pagina 19 van 766

...  7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32  ...
[18] Maar Ik zeg je: Uitbundig groot is je liefde tot God, je Vader; maar als het voor jou mogelijk zou zijn de vreugde van de Vader te proeven over de grote liefde van een kind tot Hem, en dan Zijn grote liefdesfantasieën en gedachten te bevatten waarin Hij almachtig, oneindig en eeuwig grote plannen maakt om zo'n Hem boven alles beminnend kind ook zo oneindig gelukkig te maken als het ooit maar door Zijn oneindige almacht mogelijk is, dan zou je reeds vergaan bij de geringste toenadering tot een dergelijke gedachte van God!
Hoofdstuk 224: Henochs uitbundige liefde spreekt tot de heilige Vader. De heilige Vader billijkt de overmatige liefde van Henoch. De bekering van Lamech als getuigenis van de macht van de goddelijke liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] Brudal sprong op van uitbundige vreugde en zei luid: 'O grote, almachtige God! Alleen U was het mogelijk om het ijzeren hart van Lamech in een warm broederhart om te vormen!
Hoofdstuk 246: Lamech laat een broederlijk feestmaal voor de armen en gevangenen bereiden. De verwondering van Brudal, de keukenmeester, en zijn gevangen gehouden familie - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] Toen Lamech dat van Brudal had gehoord, wendde hij zich ook tot Henoch en richtte de volgende woorden tot hem: 'Luister, machtige vriend van de Heer! Je ziet hier vast ook, wat mij van opperste verbazing bijna sprakeloos maakt; zeg mij toch wat daar dan wel de oorzaak van kan zijn! Want het is wel waar, dat voor de Heer alle dingen mogelijk zijn en jullie ook door Hem tot grote dingen in staat zijn, - maar van mijn slechte vruchten deze edele te maken, dat is onbegrijpelijk voor mij!
Hoofdstuk 248: De bijeenkomst van de gasten in de troonzaal. De wonderbaarlijke vruchten op de tafels. De zetel en de oorsprong van het boze in het menselijke hart - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] En als wij geesten de bestemming hebben om met grote liefdesmacht vanuit de Heer de werelden te dienen, zeg me dan eens hoe dat mogelijk zou zijn als wij datgene wat wij moeten dienen niet zichtbaar voor ogen zouden hebben!
Hoofdstuk 10: Ghemela's vragen over het leven aan deze en aan gene zijde. Het antwoord van de geest Zuriël. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Lamech antwoordde: 'Ja, ja, - nu gaat mij een helder licht op; want mijn hart brandt van louter machtige liefde tot hen, en wel zo dat ik hen allemaal voor alle eeuwigheden der eeuwigheden wil omarmen en aan mijn hart drukken en ieder van hen zoveel goed wil doen en zozeer zou willen verheffen tot grote eer, dat het voor geen sterveling ooit mogelijk zal zijn de grootsheid van die weldaad te vatten!
Hoofdstuk 53: De levende inwijding van de tempel door koning Lamechs brandende liefde voor zijn broeders en zusters. Het stralende hart boven de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] En zo geloof ik dan ook hier net als een dergelijk dauwdrupje te zijn. Ik ben met Uw licht doorschenen en heb U in zoverre begrepen als mij mogelijk is, in mijn onaanzienlijkheid als schepsel ten opzichte van U, grote, almachtige Schepper, en in zoverre mij dat door Uw almachtige heilige wil is toegestaan. En ik meen nu ook met dit licht van U in mij, dat ik mijn omgeving met deze genade veelvuldig zal kunnen verkwikken.
Hoofdstuk 65: De gelijkenis van de dauwdruppel. Het verloop van de ontwikkeling van de ziel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] 'Heilige Vader, zie, voorzover het mogelijk is voor een grote schuldenaar ten aanzien van U, heb ik Uw allerheiligste wil aan de broeders buiten meegedeeld!
Hoofdstuk 79: De aanstelling van Henoch en de beide Lamechs als eerste leiders van het hele volk. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Over al die duizend en duizendmaal duizend andere heerlijkheden kan ik helemaal niet spreken, want zij zijn te veelvuldig, te groot en te verheven dan dat het voor een menselijke tong mogelijk zou zijn ze te beschrijven. Laat mij daarom, o broeder, nog een tijdlang rustig genieten van deze grote overvloed aan wonderen van onze heilige Vader!
Hoofdstuk 92: Naar de hoogte. Het heerlijke uitzicht. Koning Lamech prijst de Heer voor de aanschouwde heerlijkheden van de aarde. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Ik heb een vaag vermoeden dat ik vanwege Purista met grote hartstocht hierheen geijld ben; en zie, Purista staat nu naast me en laat mij net zo onberoerd als iets wat helemaal niet bestaat! - Hoe is zoiets toch mogelijk'?
Hoofdstuk 98: Henoch geneest de gemoedszieke, verliefde Muthaël. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Die moesten voor zulke volkeren over de grote voordelen van Hanoch prediken en dan langs vriendschappelijke weg van ieder volk afgezanten hiernaartoe zenden! 'Die zullen wij hier zo vriendelijk mogelijk opnemen, hun al onze uitvindingen en kunstproducten tonen, en als dat dan allemaal in de smaak valt, zullen wij hen uitnodigen en zeggen dat zij zich bij ons moeten inlijven; dan worden zij met ons tot één volk en ook deelhebbers aan al onze voordelen!
Hoofdstuk 197: De veroveringspolitiek van Japell, zijn ministers en priesters. Een glansrijke zege door listige priesters. Noach en de zijnen blijven de Heer trouw. Japells loon voor de priesters. Invoering van het kastenstelsel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Om die reden moeten de goden die aan het volk bekend zijn, gehandhaafd blijven en moeten er nog een heleboel aan toegevoegd worden, maar met de belangrijkste verandering, dat wij op verschillende geheimzinnig uitziende plaatsen grote mysterieuze tempels voor hen bouwen en daarin de godheid zo kolossaal mogelijk uitbeelden, want het kolossale oefent op de beschouwende mens een machtige indruk uit en schokt zijn gemoed.
Hoofdstuk 241: De opperpriestergeneraal spreekt voor de raad der priesters over zijn geestelijke beleidsplannen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] De koning en allen waren uitermate tevreden over deze raad en die werd dan ook zo snel mogelijk en met grote ijver uitgevoerd. Reeds de volgende dag werden alle architecten, bouwers en mijndeskundigen bijeengeroepen.
Hoofdstuk 241: De opperpriestergeneraal spreekt voor de raad der priesters over zijn geestelijke beleidsplannen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] En Agla sprak aldus verder: 'Toen mijn broer vluchtte, had hij in het geheim zijn vrouwen opgedragen om ten eerste het hele college van schoonheidsgodinnen tegen jou op te zetten en zo mogelijk te proberen om jou samen met koning Gurat uit de weg te ruimen, opdat Waltar als hij dan met grote macht zou zijn teruggekomen in deze stad meteen zonder tegenstand de koningstroon had kunnen bestijgen.
Hoofdstuk 267: Agla's meesterlijke leugens ter rechtvaardiging van haar gruweldaden. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] 'Vriend en broeder! Jij zult nu je ambt vervullen met het grote leger en zult misschien jarenlang weg zijn uit Hanoch, en ik zal het alleen moeten regeren! O, dat zal een zware opgave voor me zijn! Wil je niet enkele van je beste ambtenaren voor mij achterlaten om mij te helpen het grote volk te overzien en te leiden? Want zoiets is voor een enkel mens vast niet mogelijk!'
Hoofdstuk 299: De mobilisatie van het leger. Gurat verzoekt Fungar om ambtenaren. Voorschrift met betrekking tot de twee kooi-bewoners. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] Deze woorden van Agla veroorzaakten een grote beroering, en Mahal zelf had berouw dat hij een dergelijke vraag aan Agla had gesteld. Daarom begonnen allen haar nu te troosten en zo mogelijk te sterken en te laven.
Hoofdstuk 301: Fungar-Hellans voorschriften voor Drohuit. Agla's goede woorden tot haar vader. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32  ...